21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 504 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN ECONOMISCHE ZAKEN, LANDBOUW EN INNOVATIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 juli 2011

In deze brief informeer ik u over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die op 28 juni 2011 in Luxemburg plaatsvond.

Op visserijgebied is allereerst gesproken over de mededeling van de Europese Commissie over de vangstmogelijkheden voor 2012. Daarnaast is onder diversen de makreelvisserij door IJsland en de Faeroër aan de orde geweest, alsmede de EU-fondsen voor de visserijsector na 2013. Nederland heeft onder diversen aandacht gevraagd voor het verslag van de van 9 tot en met 11 maart jl. in Noordwijk georganiseerde High Level Conference on the future of the Common Fisheries Policy.

Op het gebied van de landbouw heeft de Raad van gedachten gewisseld over de stand van zaken met betrekking tot de EHEC-bacterie en de gevolgen daarvan voor telers van groenten en fruit. Onder diversen zijn de volgende onderwerpen behandeld: het minstbedeeldenprogramma van de EU, de meest recente bijeenkomst van landbouwministers van de G20, een ngo-conferentie over duurzame veehouderij en een ngo-conferentie over biologische landbouw.

Ik informeer u in deze brief tevens over besluitvorming ten aanzien van een aantal visserijpartnerschappen tussen de EU en derde landen. Tot slot geef ik mijn reactie op de aangenomen motie-Grashoff c.s. inzake versterking van de marktmacht van boeren.

Vangstmogelijkheden voor de visserij in 2012(Presentatie door de Commissie; gedachtewisseling)

De Raad heeft van gedachten gewisseld over de mededeling van de Commissie over de vangstmogelijkheden voor 2012. Met betrekking tot de staat van de visbestanden heeft Commissaris Damanaki geconcludeerd dat er wel wat verbetering te noteren valt, maar dat er nog steeds reden tot grote zorg is: te veel bestanden zijn overbevist of worden bevist zonder dat er een wetenschappelijk advies voorhanden is.

De Commissaris wil met het oog op het bereiken van MSY (Maximum Sustainable Yield of Maximaal Duurzame Oogst) in 2015 de visserijsterfte de komende drie jaar in gelijke stappen reduceren. Waar meerjarenbeheerplannen van kracht zijn, moeten deze gevolgd worden. Commissaris Damanaki heeft benadrukt dat een einde aan overbevissing essentieel is voor de overlevingskansen op lange termijn voor de visserijsector.

Voor bestanden waar geen of incompleet wetenschappelijk advies of alleen gebrekkige informatie over beschikbaar is, heeft de Commissaris voorgesteld een automatische vangstreductie van 25 procent toe te passen. In voorgaande jaren werden de vangstmogelijkheden voor deze categorie bestanden nog stapsgewijs gereduceerd tot werkelijke vangstniveaus. Verder heeft de Commissaris aangegeven een splitsing te willen aanbrengen in de besluitvorming over enerzijds de autonome EU-bestanden en anderzijds (later dan eerstgenoemd onderdeel) de samen met derde landen beheerde bestanden.

Veel lidstaten hebben benadrukt dat zij bij zowel de route naar MSY als de bevissing van bestanden zonder wetenschappelijk advies maatwerk wensen, waarbij rekening gehouden wordt met de specifieke kenmerken van visbestanden, visserijvormen en sociaal-economische omstandigheden. Ook hebben veel lidstaten laten aantekenen dat besluitvorming over de autonome EU-bestanden voorafgaand aan besluitvorming over de samen met derde landen beheerde bestanden problematisch zou zijn: het geeft mogelijk een onderhandelingsvoordeel aan de derde landen (met name Noorwegen) en er zijn te veel onderlinge verbanden tussen diverse bestanden in beide onderhandelingen om in serie goede besluiten te kunnen nemen.

Nederland heeft aangegeven blij te zijn dat het met een aantal bestanden beter gaat, maar het zorgelijk te vinden dat nog steeds veel bestanden overbevist zijn of zonder wetenschappelijk advies bevist worden. Nederland heeft de kern van de aanpak van de Commissie gesteund: het volgen van beheerplannen en beperking van de vangstmogelijkheden en visserij-inspanning om in 2015 MSY te bereiken. Daarbij heeft Nederland opgeroepen tot zorgvuldigheid en betrokkenheid van stakeholders bij het uitwerken van de MSY-niveaus. Verder heeft Nederland opgemerkt dat er een oplossing moet komen voor bestanden waarover informatie ontbreekt of beperkt is en dat de EU terughoudend moet zijn in de bevissing van de betreffende bestanden, maar dat een generieke toepassing van een vangstreductie van 25 procent te ver gaat.

Commissaris Damanaki heeft geconcludeerd dat zij de discussie zal voortzetten. Zij heeft aangegeven dat alle betrokkenen nog meer hun best zullen moeten doen om goede informatie over alle visbestanden te verzamelen. Ook heeft zij aangekondigd met het inkomende Poolse Voorzitterschap een oplossing te zullen zoeken voor de mogelijke nadelige effecten van het door de Commissie voorgestelde besluitvormingsproces.

Follow-up EHEC-uitbraak(Gedachtewisseling)

De Commissie heeft de Raad geïnformeerd over de maatregelen die tot nu toe genomen zijn naar aanleiding van de EHEC-besmettingen. In aansluiting daarop heeft de Raad gesproken over de marktsituatie en eventueel noodzakelijke verdere maatregelen.

Commissaris Dalli heeft aangegeven dat er tot dan toe 48 doden te betreuren zijn geweest inmiddels, maar dat de bron van de infectie gevonden is. Hij heeft ook een aantal maatregelen opgesomd. Een task force van experts (van onder meer Commissie, lidstaten en de Europese Voedselveiligheids-autoriteit EFSA) zal eventuele resterende infectiebronnen natrekken. De Commissie zal verder bezien of aanscherping van voedselveiligheidsregelgeving nodig is en overweegt geldende regelgeving voor kiemgroenten aan te scherpen na advies ter zake van de EFSA.

Commissaris Dalli heeft aangegeven dat de Commissie druk doende is om de afspraken over export naar Rusland te implementeren. Hij deed verslag van zijn onderhandelingen over een certificaat die uiteindelijk tot overeenstemming hebben geleid. Certificering zal moeten plaatsvinden tot de tiende dag na de laatste EHEC-besmetting. Naast Nederland kunnen ook België, Spanje, Polen en Tsjechië onder deze voorwaarde nu weer volledig exporteren naar Rusland. Voor deze landen zijn de certificaten goedgekeurd.

Commissaris Ciolos deed verslag van de marktontwikkelingen en crisismaatregelen. Commissaris Ciolos heeft herhaald dat de vergoedingsenveloppe van de opkoopregeling voor de groententelers is vastgesteld op 210 miljoen euro (met een maximaal vergoedingspercentage van 50 procent), geldt voor de periode van 26 mei tot en met 30 juni 2011 en betrekking heeft op sla, tomaten, courgettes en komkommers. Telersverenigingen kunnen het vergoedingspercentage middels co-financiering verhogen tot 70 procent. Overigens zijn de prijzen van komkommers, tomaten en paprika weer stijgende, aldus Commissaris Ciolos.

Hij gaf voorts aan pas in de tweede helft van juli een tussenbalans van de uitputting van het noodfonds te kunnen geven, omdat een aantal lidstaten hem onvoldoende betrouwbare gegevens hebben verschaft. Om die reden zal de Commissie in die landen audits uitvoeren. Hij heeft aangegeven het plafond van 210 miljoen euro te zullen eerbiedigen.

Verder heeft Commissaris Ciolos besloten gedurende de komende drie jaar jaarlijks vijf miljoen euro extra in te zetten voor promotieprogramma’s voor groenten en fruit. Lidstaten kunnen voor 15 september 2011 programma’s indienen, waaraan de Commissie uiterlijk 15 november 2011 goedkeuring geeft.

Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, hebben gepleit voor een suppletieregeling voor de telers die voorafgaande aan de noodmaatregelen zich tot het uiterste hebben ingespannen om tenminste nog een zeer lage prijs voor hun producten te ontvangen. Zij vallen niet onder de huidige opkoopregeling. Nederland heeft daarbij specifiek aangegeven dat dit binnen het noodfondsplafond van 210 miljoen euro moet geschieden.

Nederland heeft verder opgemerkt dat, afhankelijk van de prijsontwikkeling en de budgetuitputting, een verlenging van de opkoopregeling overwogen zou moeten worden. Ook heeft Nederland het belang van een snel herstel van het consumentenvertrouwen benadrukt, waarbij een voorname rol is weggelegd voor de promotieprogramma’s. Nederland heeft tot slot zijn waardering geuit over de heropening van de Russische markt voor Nederlandse groenten en heeft geoordeeld dat er uit de onderhandelingen met Rusland lessen getrokken kunnen worden om in de toekomst dit soort markttoegangsproblemen snel op te kunnen lossen.

Verschillende lidstaten hebben de Commissie verzocht pre-audits te houden in lidstaten, om zo overdeclaratie met betrekking tot het noodfonds te voorkomen. Nederland heeft zich daarbij aangesloten. Een aantal lidstaten heeft ervoor gepleit ook andere producten, zoals aubergines, in aanmerking te laten komen voor compensatie. Veel lidstaten hebben de wens geuit een snelle promotiecampagne uit te voeren, om zo het consumentenvertrouwen in groenten en fruit terug te winnen.

Commissaris Ciolos heeft kennis genomen van de verzoeken van de lidstaten en heeft herhaald nu te wachten totdat hij medio juli de balans kan opmaken. Hij heeft de discussie afgesloten met de boodschap dat de EU-brede opkoopregeling niet geheel zal worden toegesneden op specifieke problemen in individuele lidstaten. Hij heeft daarnaast onderstreept dat de lidstaten verantwoordelijk zijn voor het correct toepassen van de vastgestelde regels, alsmede voor de controle daarop.

Diversen

Makreelvisserij door IJsland en de Faeröer(Informatie van de Ierse delegatie)

Ierland heeft de Raad geïnformeerd over de voortgaande, onevenredig omvangrijke visserij op makreel door IJsland en de Faeröer, op basis van unilateraal vastgestelde quota. Ierland heeft de Commissie aangespoord de politieke druk op beide landen op te voeren om te voorkomen dat permanente schade aan het makreelbestand wordt aangebracht en dat de visserijsector van Ierland en andere landen instort. Het heeft gesuggereerd om een onmiddellijk verbod in te stellen op het aanlanden van door IJsland en de Faeröer gevangen makreel buiten IJsland en de Faeröer en – als dit geen effect sorteert – uitbreiding van dit verbod naar alle pelagische vissoorten of zelfs alle vissoorten.

Meerdere lidstaten hebben zich aangesloten bij het pleidooi van Ierland, waarbij overigens geen consensus bestond over de door Ierland voorgestelde handelsmaatregelen. Nederland heeft aangegeven de oproep van Ierland om de druk op IJsland en de Faeröer op te voeren, te delen en zich zorgen te maken om het duurzaam beheer van het makreelbestand. Ook Nederland heeft daarom de Commissie gevraagd effectieve en proportionele maatregelen te nemen.

Commissaris Damanaki heeft erkend dat de betreffende activiteiten van IJsland en de Faeröer onverantwoord zijn en heeft de hoop uitgesproken dat beide landen bereid zullen zijn in het najaar de quota voor 2012 in gezamenlijkheid vast te stellen. De Commissaris heeft gezegd de suggesties van de lidstaten te zullen bestuderen en later dit jaar een uitgewerkt voorstel voor handelsmaatregelen te willen presenteren. Een eerder idee van de Commissie om onder een protocol bij de Europese Economische Ruimte de invoer af te stoppen is uiteindelijk als ineffectief beoordeeld; deze maatregel kan alleen betrekking hebben op verse vis, terwijl IJsland en de Faeröer vooral verwerkte producten en vismeel exporteren.

High Level Conference on the future of the Common Fisheries Policy(Informatie van de Nederlandse delegatie)

Nederland heeft aandacht gevraagd voor het verslag van de High Level Conference on the future of the Common Fisheries Policy. Deze door Nederland georganiseerde conferentie heeft plaatsgevonden van 9 tot en met 11 maart in Noordwijk.

Nederland heeft er in de Raad op gewezen dat de deelnemers aan de conferentie de noodzaak tot een fundamentale hervorming van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) hebben onderschreven. Alleen zo kan een daadwerkelijk duurzaam bestandsbeheer ontstaan. Nederland heeft enkele tijdens de conferentie aangeduide richtingen voor verandering genoemd:

  • Het marktinstrumentarium dient te worden aangewend om de doelstelling van duurzaamheid te realiseren. Producentenorganisaties moeten hierin een belangrijke rol spelen;

  • Herstel van de band tussen consument en visproducent is essentieel. De informatie voor consumenten moet worden verbeterd;

  • Het nieuwe Europese Visserijfonds moet veranderingen in het visserijbeleid faciliteren. Dat betekent dat de schaarse middelen van het fonds geconcentreerd moeten worden op innovatie en verduurzaming;

  • Het visserijbeleid vergt meer maatwerk op regionaal niveau, met betrokkenheid en co-management van de visserijsectoren.

Commissaris Damanaki heeft Nederland bedankt voor het organiseren van de conferentie en voor het daarbij benoemen van de belangrijkste uitdagingen en doelen in het kader van de hervorming van het GVB. Zij heeft aangegeven een aantal punten in haar hervormingsvoorstellen te zullen meenemen. De Commissaris heeft bevestigd dat de Commissie medio juli deze voorstellen zal presenteren.

EU-fondsen voor de visserijsector na 2013(Verzoek van de Poolse en zeven andere delegaties)

Polen heeft een verklaring over de fondsen voor de visserijsector na 2013 toegelicht. De verklaring is een gezamenlijk product van Polen, Bulgarije, Estland, Hongarije, Letland, Litouwen, Roemenië en Tsjechië.

Polen heeft aangegeven dat deze lidstaten een belangrijke rol zien voor de visserijsector van de EU ten aanzien van voedselzekerheid, duurzaam beheer van natuurlijke hulpbronnen en een bijdrage aan slimme, duurzame en inclusieve groei in lijn met de Europa 2020-strategie. Zij achten het daarom noodzakelijk dat het nieuwe GVB, inclusief de aquacultuur, een passende financiering krijgt.

In reactie op de toelichting door Polen heeft een aantal lidstaten gewezen op de overeenkomsten met een eerdere gezamenlijke verklaring van Frankrijk, Ierland, Italië, Portugal, Spanje en België. De zes genoemde lidstaten hebben daarin opgeroepen tot handhaving van een sterk financieel instrument om de sector te kunnen ondersteunen op de weg naar een gemoderniseerde, meer duurzame visserijvloot.

Commissaris Damanaki heeft niet inhoudelijk gereageerd op de verklaring van Polen c.s., daarbij verwijzend naar de presentatie van Commissie-voorstellen terzake in het najaar. Wel heeft zij aangegeven dat er overeenkomsten zijn tussen de ingediende verklaringen en haar eigen oriëntatie en dat zij gecharmeerd is van de verwijzing naar de Europa 2020-strategie. De Commissaris heeft onderstreept dat een nieuw visserijfonds eenvoudig dient te zijn, dient aan te sluiten bij de doelen van het nieuwe GVB, derhalve dient bij te dragen aan verduurzaming en zeker geen overcapaciteit van de vloot mag stimuleren.

Minstbedeeldenprogramma(Verzoek van het Voorzitterschap en de Italiaanse delegatie)

Het Voorzitterschap en Italië hebben de Commissie verzocht om zo spoedig mogelijk (aangepaste) voorstellen te doen waarmee de continuïteit van het minstbedeeldenprogramma onder het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid (GLB) wordt gewaarborgd. Een aantal lidstaten heeft dit verzoek ondersteund.

Nederland heeft wederom aangegeven tegen dit programma te zijn. De ondersteuning van charitatieve instellingen is een zaak van de lidstaten en dient niet met gelden uit de EU-begroting te geschieden. Het betreft sociaal beleid en sluit niet aan bij de doelstellingen van het GLB; zeker in het moderne, toekomstgerichte GLB dat Nederland voor ogen heeft, is er geen plaats voor dit programma. Er is bovendien in het EU-verdrag geen goede rechtsgrondslag voor het nieuwe programma. Het Europese Hof van Justitie heeft dat bevestigd.

Commissaris Ciolos vindt dat het programma niet alleen sociaal beleid betreft, maar ook beleid op voedselvoorziening en levensmiddelen. De Commissaris heeft vastgesteld dat het doorlopen van het programma in 2013 afhangt van de politieke wil van de lidstaten en het al dan niet verdwijnen van de huidige blokkerende minderheid in de Raad. Hij heeft het inkomende Poolse Voorzitterschap opgeroepen snel een start te maken met het behandelen van een (al dan niet gewijzigd) voorstel voor het programma.

Ngo-conferentie over duurzame veehouderij(Informatie van de Hongaarse delegatie)

Hongarije heeft de Raad geïnformeerd over de ngo-conferentie onder de titel «Creating coherence on trade, development and sustainability: the European animal sector in focus», gehouden van 26 tot en met 28 mei jl. in Debrecen. De deelnemers hebben gediscussieerd over de vraag hoe het toekomstige GLB kan bijdragen aan een duurzame veehouderijsector in de EU. De conferentie is georganiseerd en marge van de informele Landbouwraad, waarin over hetzelfde onderwerp is gesproken. Ik heb u eerder al verslag gedaan van die informele Raad.1

Ministeriële landbouwconferentie van de G20(Informatie van de Franse delegatie)

Frankrijk heeft de Raad geïnformeerd over de uitkomsten van de bijeenkomst van landbouwministers van de G20, die heeft plaatsgevonden in Parijs op 22 en 23 juni jl. Nederland had geen uitnodiging ontvangen voor deze bijeenkomst. Tijdens de bijeenkomst is een actieplan opgesteld ten aanzien van de prijsvolatiliteit van agrarische producten. Dit actieplan zou moeten worden geformaliseerd tijdens de G20-top (voor regeringsleiders) op 3 en 4 november 2011 in Cannes.

Frankrijk heeft de kern van het actieplan medegedeeld aan de Raad:

  • Ontwikkelen van langetermijnproductie, om de toenemende vraag tegemoet te komen en tekorten te beperken;

  • Verbeteren van marktinformatie en transparantie over de belangen van overheden en marktpartijen door het creëren van een gezamenlijke database over voorraden en productie;

  • Verbeteren van internationale coördinatie, om vertrouwen in de markt te vergroten en voedselcrises te voorkomen en efficiënter te bestrijden;

  • Ontwikkelen van instrumenten voor risicomanagement voor de meest kwetsbaren, om te kunnen omgaan met excessieve voedselvolatiliteit;

  • Beter organiseren van de agrarische markten.

Commissaris Ciolos heeft aangegeven dat hij graag een wat meer ambitieuze uitkomst had gezien, met name op het punt van vrijstelling van exportrestricties voor humanitaire doeleinden. Hij heeft de instelling van de genoemde database verwelkomd en gezegd dat de Commissie al later dit jaar voor een reeks agrarische producten met kortetermijn-marktvooruitzichten zal gaan werken. De Commissaris heeft het belang van investeringen in de agrarische sectoren van ontwikkelingslanden onderstreept en heeft ook gewezen op nut en belang van regionale landbouwbeleidsmodellen voor andere delen in de wereld. Hij heeft tot slot beloofd dat de Commissie haar medewerking zal verlenen aan de uitwerking van de acties die zijn genoteerd in het actieplan.

Ngo-conferentie over biologische landbouw(Informatie van de Hongaarse delegatie)

Hongarije heeft de Raad geïnformeerd over de ngo-conferentie onder de titel «Organic farming as opportunity for European agriculture», gehouden op 31 mei jl. in Gödöllö. De Raad heeft kennis genomen van de voornaamste conclusies die de deelnemers hebben getrokken:

  • Biologische landbouw kan worden beschouwd als een motor voor plattelandseconomiën in nieuwe lidstaten;

  • In het kader van het toekomstige GLB is biologische landbouw een waardevol element met het oog op de ontwikkeling van een duurzame landbouw;

  • Een consistent beleidskader zou de ontwikkeling van biologische landbouw moeten begeleiden;

  • In de toekomst kan de agrofood-sector profiteren van lokale ketens waarin biologische landbouw een sleutelpositie heeft.

Overig

Vaststelling van de visserijpartnerschapsakkoorden met de Seychellen en São Tomé en Principe

Ik heb uw Kamer eerder toegezegd u tijdig te informeren over ontwikkelingen ten aanzien van visserijpartnerschapsakkoorden. Aan het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) liggen thans twee akkoorden voor ter vaststelling, respectievelijk tussen de EU en de Seychellen en tussen de EU en São Tomé en Principe. Dit zijn andersoortige akkoorden dan die met bijvoorbeeld Marokko, waarbij hoofdzakelijk op lokale bestanden in de Marokkaanse Exclusieve Economische Zone (EEZ) gevist wordt. De akkoorden met de Seychellen en São Tomé regelen alleen de toegang van vaartuigen uit de EU om in de EEZ van de partnerlanden op tonijn te vissen op het moment dat deze door de betreffende wateren trekt. Tonijn is een migrerend visbestand dat zich over grote afstanden verplaatst. Het berekenen van een surplus is derhalve niet aan de orde. Er is bovendien nauwelijks interferentie met de lokale visserij. Het gaat hier om vangstquota waarover de betrokken EU-lidstaten beschikken op basis van de afspraken die in de International Comission for the Conservation of Atlantic Tunas (ICCAT) gemaakt zijn. De mate waarin van de toegang tot de wateren van de Seychellen en São Tomé en Principe gebruik wordt gemaakt door de vaartuigen uit de EU hangt af van het migratiepatroon van de soort en de mate waarin de betreffende lidstaten hun vangsthoeveelheden al in andere gebieden hebben opgebruikt.

Over beide akkoorden heeft de Raad al eerder overeenstemming bereikt; voor de Seychellen in december 2010 en voor São Tomé en Principe in januari 2011. Op 23 juni jl. heeft het Europees Parlement ingestemd met het sluiten van de overeenkomsten. De Commissie heeft daarom de Raad verzocht de eerder bereikte overeenstemming formeel te bevestigen (in het Coreper). Ik ben voornemens mijn standpunt te bekrachtigen, aangezien de akkoorden voldoen aan de eisen die ik stel aan visserijpartnerschappen met derde landen.

De akkoorden zijn gebaseerd op de principes van duurzame visserij en bevatten een clausule waarmee de EU in geval van mensenrechtenschendingen het partnerschap en de bijbehorende financiële compensatie kan opschorten.

Onderhandelingsmandaat voor een visserijpartnerschap met Groenland

De Raad zal in de maand juli verzocht worden in te stemmen met een onderhandelingsmandaat aan de Commissie, om te onderhandelen over een nieuw visserijpartnerschap met Groenland (formeel met Denemarken en Groenland, omdat Groenland officieel deel uitmaakt van het Koninkrijk Denemarken). Het huidige partnerschap loopt af op 31 december 2012. Ik ben voornemens in te stemmen met het concept-mandaat, aangezien de inhoud ervan is gericht op het afsluiten van een akkoord dat voldoet aan de eisen die ik stel aan visseripartnerschappen met derde landen. Het voorgestelde mandaat stelt dat een akkoord duurzame visserij dient te stimuleren, een mensenrechtenclausule dient te bevatten en dient te voorzien in het versterken van de beleidsdialoog met Groenland. Die beleidsdialoog zou moeten leiden tot de implementatie van een verantwoord visserijbeleid ter plaatse, afgestemd op de ontwikkelingsdoelen van Groenland.

Motie-Grashoff c.s. inzake versterking marktmacht boeren

Middels de aangenomen motie-Grashoff c.s.2 heeft uw Kamer de regering verzocht het aspect van versterking van de marktmacht van boeren mede tot inzet te kiezen in de verdere onderhandelingen over het nieuwe GLB. Volgens uw Kamer zou meer marktmacht voor boeren mede kunnen worden gerealiseerd door boeren in staat te stellen en te stimuleren om in coöperatieverband te onderhandelen met inkooporganisaties en de verwerkende industrie, en zou de EU-regelgeving hiervoor stimulansen moeten bieden en belemmeringen moeten wegnemen.

Ik onderschrijf net als uw Kamer het belang van samenwerking in de landbouwsector – binnen de regels van het mededingingsrecht –, overigens niet alleen met betrekking tot het vraagstuk van marktmacht maar ook met betrekking tot terreinen als duurzaamheid en innovatie. Het voortouw ligt hierbij wat mij betreft bij de ketenpartijen zelf.

Zoals ik in mijn brief aan uw Kamer over de prijsvorming in de agri-nutriketen3 heb gesteld, staan primaire producenten reeds talrijke samenwerkingsvormen ter beschikking waarmee zij hun positie ten opzichte van afnemers kunnen versterken, zoals gezamenlijke verkoop en/of verwerking van producten in coöperatieverband of het gezamenlijk organiseren van collectie en/of distributie van producten. In Nederland zijn coöperaties tot grote bloei gekomen.

In het GLB is eveneens voorzien in de mogelijkheid van vrijwillige samenwerkingsverbanden van primaire producenten, de zogenaamde producentenorganisaties. Dit zijn organisaties die zijn opgericht op initiatief van de producenten zelf, maar die als zodanig moeten worden erkend van overheidswege.

Producentenorganisaties en de rol die zij zouden kunnen spelen in het versterken van de marktmacht van individuele producenten hebben op dit moment volop de aandacht in de discussies in EU-verband. Er doen diverse voorstellen de ronde om producentenorganisaties te voorzien van nieuwe bevoegdheden die door de overheid kunnen worden ondersteund.

Zo stelt de Commissie, in navolging van de aanbevelingen van de High Level Group Zuivel, voor om tijdelijk ruimte te bieden aan producentenorganisaties om namens de individuele melkproducenten met zuivelverwerkers te onderhandelen over de contractvoorwaarden, inclusief de prijs. Lidstaten kunnen het gebruik van deze collectief onderhandelde contracten verplicht stellen. Daar ben ik geen voorstander van, omdat producenten verenigd in coöperaties zelf al deze afspraken kunnen maken.

Een ander voorbeeld is het voorstel van het Europees Parlement, bij wijze van amendement op het voorstel voor een verordening inzake de landbouwkwaliteitsregelingen, om producentenorganisaties de mogelijkheid te geven om, teneinde aanbod en vraag beter op elkaar af te stemmen, volumebeperkende maatregelen te nemen ten aanzien van producten met een beschermde geografische aanduiding of een beschermde oorsprongsbenaming. Lidstaten kunnen deze maatregelen algemeen verbindend verklaren voor alle producenten in de betrokken regio.

Dergelijke voorstellen zal ik gezien de risico’s voor de interne markt en de mededinging nauwlettend en kritisch volgen. Mijn inzet in Brussel zal zijn om samenwerkingsverbanden van boeren binnen de EU-mededingingsregels te stimuleren. Dit kan – en gebeurt – in het GLB onder meer door producentenorganisaties en telersverenigingen daartoe de ruimte te geven.

De staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

H. Bleker

Bijlage: lijst van A-punten

De volgende punten zijn zonder discussie aangenomen:

  • Voorstel voor een besluit van de Raad tot vaststelling van vereenvoudigde voorschriften en procedures voor sanitaire controles van visserijproducten, levende tweekleppige weekdieren, stekelhuidigen, manteldieren, mariene buikpotigen en bijproducten daarvan uit Groenland; aanneming;

  • Besluit van de Raad houdende machtiging van de Commissie om namens de Europese Unie onderhandelingen te openen voor de vernieuwing van het protocol bij de Partnerschapsovereenkomst inzake visserij met de Republiek Gabon; vaststelling van het besluit van de Raad;

  • Memoranda van overeenstemming inzake de instandhouding van trekkende haaien en roofvogels in het kader van het Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten; aanneming van conclusies van de Raad;

  • Besluit van de Raad inzake het door de Europese Unie in het bij de Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Republiek Chili, anderzijds, ingestelde Gemengd comité van beheer voor sanitaire en fytosanitaire maatregelen in te nemen standpunt betreffende de wijziging van aanhangsel V.A. van bijlage IV bij die Overeenkomst; aanneming;

  • Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting van de Overeenkomst inzake de bevordering, de beschikbaarstelling en het gebruik van het Galileo- en het GPS-navigatiesysteem en verwante toepassingen tussen de Europese Gemeenschap en haar lidstaten, enerzijds, en de Verenigde Staten van Amerika, anderzijds; verzoek van de Raad om goedkeuring van het Europees Parlement;

  • Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende de sluiting en voorlopige toepassing van de Samenwerkingsovereenkomst inzake satellietnavigatie tussen de Europese Unie en haar lidstaten en het Koninkrijk Noorwegen; verzoek van de Raad om goedkeuring van het Europees Parlement;

  • Voorstel voor een besluit van de Raad betreffende het kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie voor onderzoeks- en opleidingsactiviteiten inzake kernenergie (2012–2013); algemene oriëntatie

  • Ontwerp van gedelegeerde verordening (EU) van de Commissie van 4.5.2011 houdende aanvulling van Richtlijn 2010/30/EU van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot de energie-etikettering van airconditioners; voornemen om geen bezwaar aan te tekenen tegen een gedelegeerde handeling;

  • Ontwerp-besluit van de Raad tot machtiging van de Commissie om namens de Europese Unie te onderhandelen over wijzigingen van het Energiegemeenschapsverdrag; aanneming;

  • Raad van bestuur van het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (Cedefop): benoeming van mevrouw Jeanelle Catania (Malta), lid in de categorie vertegenwoordigers van de werkgeversorganisaties;

  • Voorstel voor een aanbeveling van de Raad inzake beleid ter bestrijding van voortijdig schoolverlaten; aanneming;

  • Voorstel voor een aanbeveling van de Raad: Jeugd in beweging – de leermobiliteit van jongeren bevorderen; aanneming;

  • Ontwerp-besluit van de Raad tot vaststelling van de financiële bijdragen van de lidstaten aan het Europees Ontwikkelingfonds, met inbegrip van de tweede tranche voor 2011; aanneming;

  • Voorstel voor een uitvoeringsverordening van de Raad tot beëindiging van de antidumpingmaatregelen van toepassing op de invoer van cumarine van oorsprong uit de Volksrepubliek China; aanneming

  • Speciaal verslag nr. 1/2011: Heeft de deconcentratie van het externe-steunbeheer van de Commissie van het hoofdkantoor naar de delegaties geleid tot een betere steunverlening?; ontwerp-conclusies van de Raad;

  • Uitbreiding: toetredingsonderhandelingen met Kroatië en IJsland; vaststelling van gemeenschappelijke standpunten van de EU;

  • Besluit van de Raad tot wijziging van Besluit 2010/330/GBVB inzake de geïntegreerde rechtsstaatmissie van de Europese Unie voor Irak, EUJUST LEX-IRAQ;

  • Voorstel voor kredietoverschrijving Nr. DEC19/2011 – Afdeling III – Commissie – van de algemene begroting voor het begrotingsjaar 2011;

  • Ontwerp-besluit van de Raad tot wijziging van het Besluit van de Raad van 12 maart 1999 houdende vaststelling van de regels betreffende het pensioenfonds van Europol;

  • Ontwerp-besluit van de Raad betreffende de start van de automatische uitwisseling van gegevens uit kentekenregisters door Slovenië.


X Noot
1

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 21 501-32, nr. 495.

X Noot
2

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 21 501-32, nr. 443.

X Noot
3

Tweede Kamer, vergaderjaar 2010–2011, 32 266, nr. 6.

Naar boven