21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1579 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 27 september 2023

De vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de brief van 18 juli 2023 over de geannoteerde agenda informele Landbouw- en Visserijraad van 17 en 18 juli 2023 (herbeoordeling van de werkzame stof glyfosaat) (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1564).

De vragen en opmerkingen zijn op 10 juli 2023 aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit voorgelegd. Bij brief van 22 september 2023 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Amhaouch

Adjunct-griffier van de commissie, Dekker

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon

Inmiddels heeft uw Kamer een motie aangenomen (Handelingen II 2022/23, nr. 106, item 6) (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1570) om tegen de Europese goedkeuring van glyfosaat te stemmen. Ik zal uw Kamer op korte termijn informeren over de wijze waarop ik invulling zal geven aan deze motie. Hieronder zal ik feitelijk ingaan op uw vragen over de glyfosaat herbeoordeling.

PvdD

1

Kan de Minister verklaren waarom de EC dit voorstel voor toelating doet, ondanks de vele kennishiaten over de veiligheid van glyfosaat waar de Europese Autoriteit voor Voedselveiligheid (EFSA) in haar recente advies op heeft gewezen?1 Hoe verklaart de Minister de snelheid waarmee de EC dit voorstel wil behandelen?

Antwoord

De EC heeft op 19 september 2023 een conceptvoorstel aan de lidstaten voorgelegd om de goedkeuring van glyfosaat met 10 jaar te verlengen. De goedkeuring van glyfosaat loopt af op 15 december 2023. De planning van de EC is om besluitvorming over het al dan niet verlengen van de goedkeuring voor deze datum te hebben afgerond.

2

Waarom worden de achtergronddocumenten waarop de EFSA zich in het advies van juli 2023 heeft gebaseerd pas in oktober 2023 openbaar gemaakt? Deelt de Minister de zorg dat dit erg laat is, waardoor onafhankelijke wetenschappers en het maatschappelijk middenveld minder tijd hebben om het advies van de EFSA goed te bestuderen?

Antwoord

EFSA heeft op 26 juli haar conclusie van de risicobeoordeling gepubliceerd. De achtergronddocumenten die daarbij horen betreffen het definitieve beoordelingsrapport van de vier rapporteur lidstaten, de verslagen van de expertbijeenkomsten die onder leiding van EFSA hebben plaatsgevonden tijdens de peer review procedure en de input uit de openbare consultatieronde. Al deze documenten zijn inmiddels gepubliceerd op de website van EFSA2. Hier was echter tijd voor nodig omdat de aanvrager, zoals wettelijk voorgeschreven, in de gelegenheid is gesteld om te controleren of er onverhoopt vertrouwelijke gegevens in de documenten zichtbaar zijn.

3

De leden van de PvdD-fractie hebben daarnaast enkele vragen over het advies van de EFSA. Kan de Minister aangeven welke kwesties over de veiligheid van glyfosaat open blijven staan en niet zijn afgerond na de uitgevoerde risicobeoordeling?

Antwoord

Het Europese systeem bestaat uit twee stappen: de Europese stofgoedkeuring en de nationale middeltoelating. Verordening 1107/2009 (EC) geeft aan dat een werkzame stof kan worden goedgekeurd als «op basis van het ingediende dossier wordt verwacht dat een toelating in minstens één lidstaat mogelijk is voor minstens één gewasbeschermingsmiddel dat de werkzame stof in kwestie bevat en voor minstens één van de representatieve gebruiksdoeleinden». EFSA heeft geconcludeerd dat voor glyfosaat geen kritische zorgpunten zijn geïdentificeerd; wel zijn er drie open punten die door lidstaten bij de middeltoelatingen in het wettelijke gebruiksvoorschrift kunnen worden opgelost. Het betreft de volgende punten:

  • In het aanvraagdossier ontbreekt een specifieke proefdierstudie om uit te kunnen sluiten dat een onzuiverheid in glyfosaat DNA-schade kan veroorzaken. Op basis van twee andere studies kan echter worden geconcludeerd dat deze onzuiverheid geen DNA-schade veroorzaakt. Daarnaast stelt de EC voor een maximumgehalte van deze onzuiverheid als goedkeuringsvoorwaarde op te nemen die door het Ctgb zal worden getoetst bij de (her)beoordeling van glyfosaathoudende middelen. Daarmee worden mogelijke negatieve effecten van deze verontreiniging op de gezondheid van mensen uitgesloten.

  • Het aanvraagdossier bevatte onvoldoende data over een specifieke metaboliet (AMPA) van glyfosaat als residu in volggewassen. EFSA geeft aan dat deze metaboliet in heel kleine hoeveelheden aanwezig kan zijn in bepaalde gewassen die worden geteeld op velden waar eerder glyfosaat is gebruikt. EFSA geeft echter aan dat dergelijke residuen niet tot een risico voor consumenten zullen leiden. De EC geeft daarom aan dat lidstaten dit onderdeel bij de (her)beoordeling van glyfosaathoudende middelen moeten beoordelen en indien nodig aanvullende wetenschappelijke data kunnen eisen.

  • In het aanvraagdossier ontbreken data over mogelijke effecten op waterplanten die boven het wateroppervlak uitsteken en direct in aanraking komen met spuitnevel. De EC heeft aangegeven dat lidstaten dit punt tijdens de beoordeling voor de toelating voor glyfosaathoudende middelen moeten meenemen en waar nodig maatregelen kunnen voorschrijven, zoals bufferzones of technieken om verwaaiing van de spuitnevel te verminderen (driftreducerende maatregelen). Hiermee worden onaanvaardbare effecten op waterplanten voorkomen.

Het Europese voedselveiligheidsagentschap EFSA hanteert het begrip «kritiek zorgpunt» wanneer uit de risicobeoordeling volgt dat voor geen enkel van de aangevraagde representatieve gebruiksdoeleinden (toepassingen) van een gewasbeschermingsmiddel een veilig gebruik is aangetoond. Een werkzame stof wordt dan niet goedgekeurd, tenzij het aantoonbaar mogelijk is om de risico’s met bepaalde maatregelen voldoende terug te brengen (risicomitigatie). Is er geen «kritiek zorgpunt», dan is er dus minstens één representatieve toepassing die wel veilig is bevonden en kan de stof in principe worden goedgekeurd.

In de tweede stap beoordeelt een lidstaat of een middel, op basis van een Europees goedgekeurde stof, ook daadwerkelijk veilig kan worden toegepast voor het aangevraagde gebruik en binnen de nationale omstandigheden. In Nederland wordt deze beoordeling door het Ctgb uitgevoerd waarbij wordt gekeken welke restricties moeten worden voorgeschreven om er voor te zorgen dat elk gebruik veilig is voor mens, dier en milieu.

EFSA concludeert dat er geen kritische zorgpunten zijn maar identificeert wel een aantal open punten. Het is gebruikelijk dat bij de risicobeoordeling van werkzame stoffen een of enkele onderdelen niet volledig kunnen worden afgerond. Dit geeft niet direct reden tot zorg, maar hier moet nog goed naar gekeken worden. Lidstaten moeten, indien relevant, naar aanleiding van de open punten bij de nationale middeltoelatingen aanvullende restricties opleggen zodat een veilig gebruik gegarandeerd is. Daarom stelt de EC voor de drie open punten aanvullende maatregelen voor op zowel op EU-niveau als lidstaatniveau.

EFSA meldt inderdaad dat onkruiden voor sommige dier- of insectensoorten een belangrijke habitat of bron zijn van voedsel. Het gebruik van onkruidbestrijdingsmiddelen of niet-chemische methoden, zoals schoffelen, kan via het wegnemen van onkruiden een indirect effect hebben op de biodiversiteit. EFSA geeft aan dat dit niet uniek is voor glyfosaathoudende middelen en dat er geen methodiek beschikbaar is om dergelijke effecten van gewasbeschermingsmiddelengebruik te beoordelen en te bepalen wanneer dergelijke effecten nog acceptabel zijn of niet. Ik ben dan ook blij dat het Ctgb de EC inmiddels heeft gevraagd om EFSA een mandaat te geven om een dergelijke methodiek te ontwikkelen.

4

Hoe ziet de Minister het onderzoek van het International Agency for Research on Cancer (IARC), dat de relatie aantoont tussen glyfosaat en kankertumoren bij verschillende knaagdiersoorten en als gevolg waarvan de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) glyfosaat als «waarschijnlijk kankerverwekkend» voor mensen beschouwd?3

Antwoord

Het International Agency for Research on Cancer (IARC) heeft in 2015 gerapporteerd dat glyfosaat waarschijnlijk kankerverwekkend is. Andere organisaties, zoals de Joint FAO/WHO Meeting on Pesticide Residues (JMPR) rapporteerden later dat glyfosaat niet kankerverwekkend is (Aanhangsel Handelingen II 2019/20, nr. 2903). EFSA en ECHA hebben in deze beoordeling veel studies beoordeeld en komen op basis van alle beschikbare wetenschappelijke informatie tot de conclusie dat glyfosaat niet kankerverwekkend is.

5

Kan de Minister uitleggen waarom de EFSA het onderzoek naar de effecten van bestrijdingsmiddelen op de hersenen wil aanpassen in de toelatingsprocedure? Klopt het dat het huidige onderzoek tekortschiet om het verband tussen pesticiden en het ontstaan van de ziekte van Parkinson te kunnen leggen?

Antwoord

De huidige beoordeling van mogelijke neurotoxische effecten van werkzame stoffen in gewasbeschermingsmiddelen is gebaseerd op de structurele eigenschappen van een stof, het werkingsmechanisme, proefdierstudies en openbare literatuur, waaronder epidemiologische studies en bevolkingsonderzoeken. Ik heb uw Kamer eerder geïnformeerd (Kamerstuk 27 858, nrs. 555, 605 en 611) over de stappen die nodig zijn om mogelijke neurotoxische effecten van werkzame stoffen nog beter te kunnen opsporen, waaronder het ontwikkelen van laboratoriumtesten zonder proefdieren (in vitro testen) en het aanpassen van bestaande OECD-testrichtlijnen voor proefdierstudies, en de stappen die ik zet om dat te bereiken. Ook EFSA zet zich in om de beoordelingsmethodieken op dit vlak te verbeteren.

6

Op welke manier zijn de lange termijneffecten van glyfosaat onderzocht en wat zijn daarvan de resultaten?

Antwoord

EFSA concludeert dat 11 representatieve toepassingen van glyfosaat veilig zijn voor mens, dier en milieu. Er zijn daarnaast geen negatieve langtermijneffecten op de gezondheid van mensen zijn geconstateerd. Deze conclusie is gebaseerd op een groot aantal laboratoriumstudies, proefdierstudies en openbare wetenschappelijke literatuur over mogelijke gezondheidseffecten en op data over de te verwachten blootstelling aan glyfosaat bij de representatieve toepassingen uit het dossier. Voor een uitgebreider antwoord op deze vraag verwijs ik uw Kamer naar de conclusie van EFSA4, waar in hoofdstukken 2 en 3 de conclusie over mogelijke effecten op de humane gezondheid gedetailleerd uiteen wordt gezet.

7

Vindt de Minister het ook zorgelijk dat glyfosaat giftig is voor het waterleven, juist omdat Nederland een zeer waterrijk land is? Erkent de Minister dat glyfosaat een van de belangrijkste verontreinigingen is van grondwater dat ook voor drinkwater gebruikt?

Antwoord

Ik vind het belangrijk dat het gebruik van glyfosaathoudende middelen geen onaanvaardbare effecten heeft op waterplanten. EFSA concludeert dat er geen onaanvaardbare effecten zijn voor planten die in het water leven en worden blootgesteld aan glyfosaat via het water. EFSA concludeert echter ook dat er nog een open punt is bij de beoordeling van effecten op waterplanten die boven het wateroppervlak uitsteken en direct in aanraking komen met spuitnevel. De EC stelt daarom dat lidstaten dit punt tijdens de beoordeling voor de toelating voor glyfosaathoudende middelen moeten meenemen en waar nodig maatregelen kunnen voorschrijven, zoals bufferzones of technieken om verwaaiing van de spuitnevel te verminderen (driftreducerende maatregelen). Hiermee worden onaanvaardbare effecten op waterplanten voorkomen.


X Noot
1

European Food and Safety Authority (EFSA), 6 juli 2023, «Glyphosate: no critical areas of concern; data gaps identified» (https://www.efsa.europa.eu/en/news/glyphosate-no-critical-areas-concern-data-gaps-identified)

X Noot
3

International Agency for Research on Cancer (IARC), «IARC Monograph on Glyphosate» (https://www.iarc.who.int/featured-news/media-centre-iarc-news-glyphosate/)

Naar boven