Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 16 februari 2023
Conform het verzoek van het lid Van der Plas (BBB) op 22 december 2022 (Handelingen
II 2022/23, nr. 39, Stemmingen) tijdens de stemmingen in de Tweede Kamer geef ik graag een toelichting
op de wijze waarop ik uitvoering zal geven aan de gewijzigde motie van het lid Van
der Plas (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1499) over de emissies van landbouwexportproducten. Daarnaast geef ik in deze brief een
toelichting op de stand van zaken van de uitvoering van de motie van de leden Bromet
(GroenLinks) en Thijssen (PvdA) (Kamerstuk 36 200 XIV, nr. 50) over de ontwikkeling van fossielvrije landbouwmachines.
De motie van het lid Van der Plas, verzoekt de regering in beeld te brengen, voor
de belangrijkste Nederlandse landbouwexportproducten, wat de emissies daarvan zijn
op het gebied van water, klimaat en stikstof. Tevens verzoekt de motie om dit voor
dezelfde productieprocessen voor andere EU lidstaten in kaart te brengen, en ook voor
landen buiten de EU waar de productie zal worden opgevangen als Nederland de productie
terugschroeft. Om deze vraag te kunnen beantwoorden is een onderzoek nodig, momenteel
werk ik aan het uitzetten hiervan. De complexiteit van de vraag bemoeilijkt het uitzetten
van een gedegen onderzoek, maar ik verwacht dat deze maand af te ronden. Na afronding
van het onderzoek wordt de Kamer hier vanzelfsprekend over geïnformeerd.
De motie van de leden Bromet en Thijssen verzoekt de regering te onderzoeken wat nodig
is om de ontwikkeling van fossielvrije landbouwmachines te ondersteunen en aanschaf
en gebruik hiervan te bevorderen. De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland begint
in maart een proces om met alle relevante stakeholders een actieplan op te stellen
gericht op het verduurzamen van landbouwmachines. Met dit plan moet duidelijk worden
welke acties nodig zijn om de ontwikkeling en het gebruik van fossielvrije landbouwmachines
te ondersteunen en bevorderen.
Na de zomer van 2023 verwacht ik het actieplan met de Kamer te kunnen delen.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
P. Adema