21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1455 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 juli 2022

De afgelopen periode heb ik uw Kamer op verschillende momenten geïnformeerd (brief van 15 juli jl. met Kamerstuk 21 501-32, nr. 1454 en Kamerstuk 35 393, nr. 47) en met uw Kamer gesproken (Commissiedebat op 6 juli jl.) over de voortgang van de ontwikkeling van de saneringsregeling in het kader van de Brexit Adjustment Reserve (BAR). Middels deze brief informeer ik uw Kamer dat ik voor de saneringsregeling op 18 juli 2022 een goedkeuringsbeschikking heb ontvangen van de Europese Commissie.1 Ik heb de regeling nu definitief vastgesteld en deze wordt komende maandag gepubliceerd in de Staatscourant. De regeling zal per 1 september worden opengesteld.

De saneringsregeling is bedoeld voor die ondernemers die geen toekomst meer zien in de visserij en voldoen aan de gestelde voorwaarden. De subsidie kan de keuze om daadwerkelijk te stoppen met hun bedrijf vereenvoudigen. Voor de sanering worden de middelen van de BAR ingezet. De BAR is erop gericht om de gevolgen van de Brexit op te vangen. Omdat een belangrijk deel van de Nederlandse visserij getroffen is door Brexit, zal deze saneringsronde naar verwachting voor een groot deel ook invulling geven aan de voorgenomen sanering uit de Kottervisie.

Voorwaarden

Voor de saneringsregeling is een budget beschikbaar van € 155 miljoen. Deze saneringsregeling zal van 1 september tot en met 30 november 2022 opengesteld worden voor die eigenaren van vissersvaartuigen die kunnen aantonen dat zij consequenties ervaren van verlies van quotum als gevolg van Brexit. Hiervoor geldt dat zij voor 20% afhankelijk moeten zijn van door Brexit geraakte quota. Andere voorwaarden die gelden bij deze sanering zijn:

  • het gesaneerde vaartuig wordt gesloopt en uitgeschreven uit het Nederlands Register van Vissersvaartuigen (visserijregister);

  • door LNV verleende visvergunningen en vismachtigingen worden ingetrokken;

  • deelnemers aan de saneringsregeling mogen tot vijf jaar na ontvangst van de subsidie geen enkel ander vaartuig inschrijven in het visserijregister en de capaciteit van eventueel resterende geregistreerde vissersvaartuigen niet verhogen;

  • contingenten (vangstmogelijkheden) die gekoppeld zijn aan het gesaneerde vaartuig of gereserveerd zijn, vervallen.

Wat betreft het derde criterium heeft mijn voorganger zich ingezet om die voorwaarde van tafel te krijgen. Immers, als vissers een duurzamer en kleiner schip daarvoor in de plaats zouden willen nemen, of een ander schip in zijn bezit zouden verduurzamen, zou dat de doelstellingen van mijn visserijbeleid ten goede komen. Helaas is de commissie op dit punt onvermurwbaar gebleken. Meer specifieke informatie over de regeling en de voorwaarden is beschikbaar op de website van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).

Fiscale aspecten

De eigenaar van het gesaneerde vaartuig ontvangt een bedrag per brutoton (BT) van zijn vaartuig. Ontvangsten voor de sloop van het vaartuig worden daarop in mindering gebracht. Het uitkoopbedrag is gebaseerd op het verwachte inkomensverlies dat is berekend door Wageningen Economic Research. Dit rapport wordt direct na publicatie van de saneringsregeling in de Staatscourant gepubliceerd op https://edepot.wur.nl/573868. Op het subsidiebedrag wordt geen btw geheven.

De saneringsregeling zal in het kader van de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting worden aangemerkt als overheidsingrijpen.2 Dit zal onder meer betekenen dat voor de toepassing van de herinvesteringsreserve (HIR) soepelere voorwaarden gaan gelden. De HIR houdt in dat niet direct belasting hoeft te worden betaald over de aan die reserve gedoteerde boekwinst bij vervreemding van een bedrijfsmiddel. Dat is hier het verschil tussen het verkregen subsidiebedrag voor een bedrijfsmiddel en de fiscale boekwaarde daarvan. Kort gezegd kan voor die boekwinst een HIR worden gevormd, indien het voornemen bestaat om dit later te benutten voor de aanschaf van een ander bedrijfsmiddel. De aanmerking als overheidsingrijpen brengt mee dat het vereiste van «eenzelfde economische functie» bij herinvestering in een ander duurzaam bedrijfsmiddel niet geldt. Uiteraard moet ook aan de overige voorwaarden van de HIR worden voldaan.

Herziening contingentenstelsel

In de visserij werken we voor sommige visbestanden met een quotum. Dat is de maximale hoeveelheid vis van een visbestand die vissers uit Nederland mogen vangen. Het quotum van een aantal visbestanden is verdeeld in individuele vangstrechten, contingenten genoemd. Met een contingent mag een visser een bepaald percentage van dit quotum vangen. De contingenten zijn met ingang van 1976 (destijds alleen nog tong en schol) op basis van historische vangsten en motorvermogen voor onbepaalde tijd uitgegeven. In de loop der tijd zijn deze contingenten onder bepaalde voorwaarden overdraagbaar geworden, waarmee het ook mogelijk is deze in gebruik te geven aan een andere visser.

Zoals reeds aangekondigd in de Kottervisie en ook in mijn brief van 1 juli jl. (Kamerstukken 29 675 en 33 450, nr. 210) wil ik via het contingentenbeheer positieve prikkels inbouwen voor verdere verduurzaming van de sector. Met een herziening van het contingentenstelsel wil ik bewerkstelligen dat individuele vangstrechten in de toekomst kunnen worden verdeeld over potentiële gegadigden op basis van transparante criteria waarbij ik duurzame vissers kan belonen met extra vangstmogelijkheden. Hierbij streef ik naar een goede aansluiting op de genoemde criteria in artikel 17 van de basisverordening van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid.3 Daarnaast wil ik het stelsel beter toegankelijk maken voor nieuwe vissers.

De eerste stap voor deze herziening zet ik door de contingenten van vissers die deelnemen aan de saneringsregeling te laten vervallen en ten goede te laten komen aan actieve vissers. Het gaat hierbij zowel om de contingenten gebonden aan het gesaneerde vaartuig als om de aangehouden contingenten die «in reserve» staan geregistreerd. Hiervoor wordt de registratie zoals op 22 juli 2022 00:00 uur bij RVO bekend aangehouden inclusief de tot en met dat moment verzochte wijzigingen.4 Hiermee zorg ik ervoor dat de contingenten van vissers die gaan stoppen, gedurende de overgangsperiode gratis benut kunnen worden door de vissers die blijven vissen.

In 2022 en 2023 worden de contingenten, die vervallen in het kader van de sanering, tijdelijk in beheer geven aan de producentenorganisaties waar de gesaneerde vaartuigen deel van uitmaken. In 2024 zal ik het beheer van de vangstmogelijkheden van dat jaar herverdelen over de producentenorganisaties op basis van de vangsten in 2023.

Deze herziening vergt een analyse van de verschillende mogelijkheden om vangstmogelijkheden te verdelen. Dat kan, gezien de zorgvuldigheid waar dit mee gepaard dient te gaan, niet van de één op de andere dag. Daarbij wil ik nadrukkelijk de visserijsector en andere belanghebbenden de mogelijkheid bieden input te leveren voor een nieuw stelsel. Dit is de reden dat ik enkele jaren de tijd neem om dit nieuwe stelsel vorm te geven. Ik streef ernaar dat een nieuw contingentenstelsel in werking kan treden op 1 januari 2025. Ik zal de Kamer op een later moment nader informeren over de hierbij voorziene planning.

Ik besef dat sanering geen eenvoudige stap is voor een ondernemer. Hoewel sommige al aan de kant liggen en wachten op deze openstelling, zullen andere vissers de komende tijd het besluit moeten nemen of zij doorgaan of deelnemen aan de sanering. Dat saneren pijn doet begrijp ik. Het is immers het einde van een manier van leven die soms al van jongs af aan is gevolgd en die van generatie op generatie is doorgegeven. Ik hoop daarom dat ook in deze tijd er vanuit de visserijgemeenschappen naar elkaar wordt omgekeken om iedereen de ruimte en mogelijkheid te geven een juiste beslissing te nemen. Het UWV kan een rol vervullen in de zoektocht naar passend werk. Ondernemers die door willen gaan ondersteunen we bij innovaties voor een duurzame en rendabele visserij, zoals ook aangegeven in mijn brief van 1 juli jl. (Kamerstukken 29 675 en 33 450, nr. 210). In deze brief heb ik ook aangegeven dat ik, om vissers te ondersteunen bij het maken van belangrijke keuzes, de «Ondernemershulp» bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland heb ingericht. Ondernemers kunnen hier terecht voor informatie over o.a. de beschikbare subsidiemodules, vergunningsplichten en de daaraan verbonden voorwaarden.

Overbruggingsregeling

Zoals aan de Kamer is toegezegd, ben ik bezig met het uitwerken van een overbruggingsregeling voor de visserijsector. Ik zal de komende tijd benutten om ook in gesprek te gaan met sector, banken en adviseurs over wat in relatie tot de openstelling van deze saneringsregeling een overbruggingsregeling kan betekenen in relatie tot de transitie waar we voor staan. Het is immers mijn bedoeling om een gezonde en levensvatbare visserijsector voor Nederland te behouden. Ik zal de Kamer voor 5 september over de stand van zaken omtrent de overbruggingsregeling informeren. Uiteraard houd ik de Kamer ook op de hoogte van de voortgang op de stilligregeling en de liquiditeitenregeling, die zich nu nog in de pre-notificatiefase bevinden.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H. Staghouwer


X Noot
1

SA.64737 (2022/N).

X Noot
2

Artikel 12a van het Uitvoeringsbesluit 2001 zal hiertoe worden aangepast per 1 januari 2023.

X Noot
3

Verordening (EU) nr. 1380/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2013 inzake het gemeenschappelijke visserijbeleid, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 1954/2003 en (EG) nr. 1224/2009 van de Raad en tot intrekking van Verordeningen (EG) nr. 2371/2002 en (EG) nr. 639/2004 van de Raad en Besluit 2004/585/EG van de Raad (PbEU 2013, L 354).

X Noot
4

Voor per post verstuurde wijzigingsverzoeken geldt dat deze vóór de laatste buslichting op 21 juli 2022 moeten zijn verzonden.

Naar boven