21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1360 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 november 2021

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die op 15 november jongstleden in Luxemburg plaatsvond.

Tevens stuur ik uw Kamer als bijlage het jaarverslag EFMZV 2020 alsmede de publiekssamenvatting van het jaarverslag EFMZV 2020 toe. Daarnaast vindt u informatie over de ingebrekestelling voor het toezicht op de aanlandplicht en informatie over een non paper over de inzet op vangstmogelijkheden 2022 in de EU-VK consultaties.

I. Verslag van de Landbouw- en Visserijraad

Conclusies nieuwe EU-bossenstrategie voor 2030

In de publieke sessie werden de conclusies van de nieuwe EU-bossenstrategie voor 2030 besproken. Commissaris Sinkevicius trapte af met het bedanken van de Raad voor het snelle werk en gaf aan deze Raadsconclusies belangrijk te vinden in het richting geven voor de implementatie van de strategie. Hij benadrukte dat samenwerking met lidstaten en boseigenaren een sleutelelement voor het succes van de strategie is, waarmee hij reageerde op de vaak geuite kritiek van lidstaten op het te weinig betrekken van lidstaten bij het opstellen van de strategie. Hij benadrukte ook dat de Commissie veelvuldig heeft aangeven dat de strategie gaat om een balans van de drie duurzaamheidspijlers (economisch, ecologisch en sociaal), waarmee hij reageerde op de multifunctionaliteit-van-bossen-debat. Hij committeerde zich om regelmatig te rapporteren over de voortgang van de strategie, en gaf daarmee antwoord op de oproep aan de Commissie om jaarlijks te rapporteren. Commissaris Wojciechowski was niet aanwezig door COVID-19, waardoor er ook geen interventie vanuit de AGRI-kant was. De strategie heeft als doel om de kwantiteit en kwaliteit van bossen in de EU te verbeteren en hun bescherming, herstel en veerkracht te versterken.

Meerdere lidstaten grepen deze sessie aan om hun kritische kanttekeningen bij de bossenstrategie te zetten. Het ging hier met name om de beperkte aandacht voor de sociaaleconomische functie van bossen en een beperkte betrokkenheid van lidstaten bij het opstellen van de strategie.

In de conclusies zijn voor Nederland een aantal belangrijke dingen opgenomen zoals het werken aan de bescherming van oerbossen en oude bossen, het concreter maken van de EU bossenstrategie (Kamerstuk 22 112, nr. 3196), en de bijdrage van bossen in de Europese Unie aan de bioeconomie. Ook heeft Nederland de wens neergelegd om de externe effecten van deze strategie op bossen buiten de Europese Unie in kaart te brengen, met name de effecten van houtgebruik.

De Raad heeft de Raadsconclusies over de EU-Bossenstrategie voor 2030 aangenomen.

Marktsituatie

De Commissie heeft dit agendapunt afgetrapt met een presentatie waarin werd toegelicht dat de situatie op de markt voor landbouwproducten over de gehele linie positief is, met uitzondering van de varkensvleessector. De Commissie is zich bewust van de ernst van de situatie, maar zet vraagtekens bij de effectiviteit van het invoeren van EU-maatregelen. Deze vraagtekens hebben te maken met het willen voorkomen van een mogelijk verkeerd signaal richting de markt. Ook riep de Commissie op om waakzaam te blijven voor mogelijke risico’s. Hierbij noemde de Commissie de uitbraak van dierziekten zoals vogelgriep, mogelijke nieuwe COVID-lockdowns, de gevolgen van de Brexit zoals grenscontroles, en klimaatverandering.

Meerdere lidstaten verzochten de Commissie om met uitzonderlijke marktmaatregelen te komen in het kader van de GMO-verordening. Ook werd een brede zorg onder meerdere lidstaten geuit over de stijging van productiekosten. Deze stijging in productiekosten komt met name door hoge input prijzen zoals kunstmest en veevoeder, elektriciteit en brandstoffen, en verhoogde transport kosten. Deze hoge input kosten zouden niet gecompenseerd worden door hogere consumentenprijzen. Dit heeft gevolgen voor de rentabiliteit en daarmee voortbestaan van bedrijven, voedselzekerheid en dierenwelzijn. Veel lidstaten riepen de Commissie dan ook op om met uitzonderlijke steunmaatregelen te komen, evenals het tijdelijke staatssteunkader tot eind 2022 te verlenen, inclusief het ophogen va het plafond. Nederland heeft de Commissie gevraagd om het gebruik van verwerkte dierlijke mest toe te staan vanwege de hoge prijzen voor industriële mest. Ook heeft Nederland verzocht om de Nitraatrichtlijn hierop aan te passen.

Boer-tot-bord conferentie 2021 (AOB)

Het voorzitterschap informeerde dat de conferentie over de Farm-to-Fork-strategie (F2F) primair gericht was op het informeren van Europese burgers over de voortgang en de eerstvolgende stappen.

Commissaris Kyriakides heeft aangegeven dat 6000 deelnemers gevraagd hebben om een ambitieuze aanpak om de milieudoelen te halen. De oplossingen moeten onze gezondheid beschermen. Nationale strategische plannen (NSP) zijn belangrijk om maatregelen en doelen vast te leggen.

Lidstaten reageerden over het algemeen positief op de F2F-doelen en veel lidstaten spraken hun expliciete steun aan de F2F-doelen uit.

Daarnaast werd er door enkele lidstaten gewezen op de noodzaak van level playing field en reciprociteit en de noodzaak voor aanwezigheid van nieuwe, goedwerkende en veilige gewasbeschermingsmiddelen. Ook werd de noodzaak van een impact assessment (GER) door meerdere lidstaten benoemd. Nederland wees hier specifiek op de noodzaak van een integrale beoordeling van alle aan F2F, Green Deal, Biodiversiteitsstrategie en Fit for 55 gelieerde ontwikkelingen.

Een aantal lidstaten gaven aan belang te hechten aan het voorkomen van prijsstijgingen voor de consumenten. Vrijwel alle landen wijzen ook op het belang van heldere communicatie hierbij.

De Commissie sloot af door te wijzen op het belang van internationale samenwerking en bevestigde de belofte om goed rekening te houden met een impact assessment voorafgaand aan een juridische wijziging.

Vangstmogelijkheden 2022 (AOB)

De Commissie startte dit agenda punt door een update te geven van de consultaties met het Verenigd Koninkrijk (VK) over de vangstmogelijkheden voor 2022. De consultaties met het VK zijn op 11 november 2021 begonnen. De eerste ronde onderhandelingen was constructief. Ook zijn de posities over en weer gewisseld, hierdoor is een beter beeld ontstaan van wat de inzet van het VK is. Afgesproken is dat parallel aan de consultaties wordt gewerkt aan de written records, en lidstaten eerder worden meegenomen in dat proces. De commissie rekent op de steun en flexibiliteit van de lidstaten om het proces snel te kunnen afronden.

De Commissie streeft ernaar om voor de Landbouw- en Visserijraad in december een akkoord te bereiken.

Veel lidstaten gaven aan een tijdig akkoord belangrijk te vinden om zekerheid te bieden aan de sector en steunde de inzet van de Commissie. Sommige lidstaten gaven (nogmaals) aan waar hun specifieke prioriteiten liggen. Commissaris Sinkevicius gaf aan dat de commissie de genoemde prioriteiten goed voor ogen heeft en stelde dat er een solide basis ligt voor de onderhandelingen met het VK.

Lidstaten riepen verder op om de solidariteit te bewaken, om nauwe betrokkenheid van lidstaten, en om de EU-rechten en belangen te blijven verdedigen. Nederland wees erop dat het proces complex is geworden met veel consultaties die gelijktijdig plaatsvinden. Voor volgend jaar wil Nederland verkennen of de interne voorbereidingen eerder kunnen worden gestart.

Het voorzitterschap concludeerde dat de Raad kennis heeft genomen van de stand van zaken.

EU week van de bestuivers (AOB)

Het voorzitterschap stelde dat de conclusies van dit AOB-punt van groot belang zijn voor de vaststelling van de NSP. Lidstaten moeten harder aan de slag om betere bescherming van de bestuivers te garanderen en te monitoren. Ook benadrukt het voorzitterschap het belang van goede communicatie.

Commissaris Sinkevicius benadrukt dat het een goede zaak is dat bestuivers zo hoog op de agenda van de Landbouw- en Visserijraad staan, en stelt dat klimaatverandering, invasieve soorten en dus ook de F2F-strategie en de Green Deal een belangrijke rol spelen bij de bescherming van bestuivers.

GLB-maatregelen en -activiteiten op het gebied van het verminderen van gewasbescherming, het verminderen van het verlies van nutriënten, landschapskenmerken en biologisch boeren zijn allemaal van groot belang. Ook zouden we 4% van het beschikbare landbouwareaal moeten gebruiken voor het beheer van natuurlijke randen. Stakeholders moeten actief betrokken en geïnformeerd worden rondom deze maatregelen en activiteiten voor betere bescherming van de bestuivers.

Lidstaten benoemen onder andere dat er meer begrip moet komen voor bijensterven en het belang van imkers. Ook werden mogelijke oplossingen door lidstaten voorgesteld zoals precisielandbouw, een elektronisch systeem dat imkers en boeren kan steunen, ecologisch verantwoorde, niet-chemische en duurzame gewasbeschermers en specifieke schema’s voor de bescherming van bijen in de NSP’s. Vrijwel alle lidstaten herkenden dat er een intensivering van actie nodig is om de achteruitgang voor 2030 te stoppen.

Varkensvlees sector crisis (AOB)

De Litouwse delegatie heeft de lidstaten geïnformeerd over de crisis in de varkensvleessector in Litouwen en de Commissie opgeroepen om actie te ondernemen om dit probleem te adresseren. Er zijn een aantal negatieve factoren die een rol spelen in deze crisis, zoals oversaturatie van de EU interne markt door hogere productie en export verstoringen, hoge prijzen voor veevoer en energie en de uitbraak van de Afrikaanse varkenspest. Ook heeft de COVID-pandemie een negatief effect op de varkensvleessector. Meerdere lidstaten steunden het verzoek van Litouwen. Nederland heeft zich onthouden van een reactie.

Noodplan voedselzekerheid (AOB)

De Commissie heeft een toelichting gegeven op het noodplan voedselzekerheid- en kwaliteit ten tijde van crisis. Dit noodplan is op vrijdag 12 november 2021 gepresenteerd. Hierin werd aangekondigd dat er een European Food Security Crisis preparedness and response Mechanism (EFSCM) gaat komen, welke zal bestaan uit vertegenwoordigers vanuit de Commissie, lidstaten, ketenpartijen en derde landen. Deze vertegenwoordigers gaan het plan nader uitwerken op basis van de ervaringen uit de COVID-analyse over afhankelijkheden en kwetsbaarheden.

Meerdere lidstaten, inclusief Nederland, spreken hun steun voor het voorgestelde EU mechanisme uit maar stellen wel dat er een duidelijk mandaat nodig is om dit mechanisme te laten werken. Ook zou dit mechanisme een robuuste structuur nodig hebben.

Dit plan zal nader inhoudelijk besproken worden tijdens het CSA van 22 november 2021, waarna er raadsconclusies in de Landbouw- en Visserijraad van december 2021 zullen worden aangenomen.

12e WTO Ministeriële Conferentie (AOB)

De Commissie stelt dat de EU zich constructief zal blijven opstellen gezien het belang van een positief resultaat van deze 12e WTO Ministeriële Conferentie. De landbouwonderhandelingen verlopen moeizaam. Er moet gewaakt worden dat deze niet de oorzaak zullen zijn voor het mislukken van de onderhandelingen.

Concrete resultaten zijn mogelijk haalbaar op het gebied van transparantie en voor het starten van werkprogramma’s zoals binnenlandse steun en publieke voorraden, met het oog op de ontwikkelingen van mogelijke modaliteiten voor MC13. Een mogelijk akkoord over uitzondering van exportrestricties voor aankopen in kader van het Wereldvoedselprogramma is nog onzeker.

Er was een algemene steun van lidstaten voor de EU-inzet. Een aantal lidstaten onderstreepten het belang van een akkoord over visserijsubsidies. Fuel detaxation en mogelijke uitzonderingen hierop werden door lidstaten benoemd.

Effecten van de vulkaanuitbarsting op La Palma op lokale landbouw (AOB)

De Commissie en lidstaten betuigden hun solidariteit en steun met de slachtoffers en de getroffen landbouwsector op La Palma. DG Regio is in contact met Spanje over het EU solidariteitsfonds.

Problemen gerelateerd aan de bruine beren en wolven populaties (AOB)

Slowakije heeft mede namens verschillende lidstaten opgeroepen om te komen tot een Europese oplossing en een grondige analyse van de populaties wolven en beren.

De discussie raakt aan de Habitatrichtlijn, waarin is opgenomen dat de wolf een beschermde soort is. Pas wanneer er sprake is van een gunstige staat van instandhouding, kan er in een populatie worden ingegrepen. In sommige Europese landen zorgen grote populaties wolven en beren voor problemen met veehouders. De Commissie wijst naast de mogelijkheden binnen GLB ook op recente actualisering van de richtsnoeren voor de bescherming van bepaalde diersoorten vallend onder de Habitatrichtlijn.

Nederland heeft zich in de discussie afzijdig gehouden omdat deze problemen in Nederland (nog) niet spelen. Nederland kent slechts enkele roedels met in totaal ongeveer 15 wolven.

Visegrad groep verklaring (AOB)

Hongarije presenteert de gezamenlijke verklaring van de landbouwministers van de Visegrad-groep en Bulgarije, Roemenië en Kroatië, over de noodzaak van een transparante procedure voor de goedkeuring van de strategische GLB-plannen en het doen functioneren van het nieuwe uitvoeringsmodel.

Meerdere lidstaten onderstrepen dat de Commissie de plannen alleen mag goedkeuren op basis van de juridische bepalingen in de basisverordening.

II. Jaarverslag Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij (EFMZV) 2020

Hierbij stuur ik uw Kamer als bijlage het jaarverslag EFMZV 2020 alsmede de publiekssamenvatting van het jaarverslag EFMZV 2020 toe1. In dit jaarverslag kan uw Kamer meer lezen over de Nederlandse uitvoering van het EFMZV in 2020.

De invulling van het EFMZV is in 2020 sterk beïnvloed door de gevolgen van COVID-19. In eerste instantie was voorzien in de heropenstellingen van een aantal subsidiemodules en in de selectie van nieuwe overheidsopdrachten. Vanwege de uitbraak van de COVID-19-pandemie is deze initiële planning aangepast in lijn met de behoefte van de sector. Zo zijn er in 2020 twee COVID-19 steunmaatregelen ontwikkeld en opengesteld. Het aantal overige openstellingen is beperkt geweest.

III. Ingebrekestelling voor het toezicht op de aanlandplicht

Op 12 november heeft de Europese Commissie Nederland in gebreke gesteld voor het toezicht op de aanlandplicht. De aanleiding voor deze ingebrekestelling is een audit die in november 2020 heeft plaatsgevonden naar de maatregelen die Nederland heeft genomen om controle en toezicht op de aanlandplicht en de volledige registratie van de vangst (inclusief teruggooi) te verzekeren. Ik heb uw Kamer hierover geïnformeerd op 15 juni 2021 met het Verslag van een Schriftelijk Overleg over de Landbouw- en Visserijraad (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1306). De Europese Commissie constateert dat Nederland alleen gebruik maakt van conventionele controlemiddelen en oordeelt dat dit onvoldoende is. Nederland zou hiermee niet voldoen aan de verplichting om controle en toezicht op de naleving van de aanlandplicht en volledige registratie van de vangst en teruggooi op een effectieve manier vorm te geven. De Commissie wijst hierbij nadrukkelijk op de mogelijkheden van remote electronic monitoring en cameratoezicht.

Nederland heeft twee maanden de tijd om te reageren op de ingebrekestelling. Ik wil die tijd nemen om de bevindingen goed te bestuderen en een adequate reactie op te stellen. De vier andere landen waar de Europese Commissie een audit heeft uitgevoerd (Spanje, Frankrijk, België en Ierland) zijn dit najaar ook in gebreke gesteld. Ik wil bezien in hoeverre deze landen samen kunnen optrekken bij het opstellen van de reactie aan de Europese Commissie.

IV. Vangstmogelijkheden 2022 – aanvullende non-paper EU-VK bestanden

Zoals ik uw Kamer eerder heb geïnformeerd (Kamerstuk 21 501-32, nrs. 1344 en 1354), heeft Nederland reeds ingestemd met het algemene mandaat voor de EU-VK-onderhandelingen en de concrete inzet per bestand. De Commissie heeft op 12 november een aanvullende non-paper gedeeld met de inzet voor de bestanden – waaronder zeeduivel en Noorse kreeft (langoustines) – waarvoor onlangs het wetenschappelijke advies voor 2022 gepubliceerd is. De inzet van het non-paper is in lijn met het wetenschappelijke advies voor de bestanden en met de Nederlandse inzet zoals eerder gemeld aan uw Kamer. De inzet van het non-paper kan ik daarom steunen. Voor zeeduivel in de Noordzee betekent dit een reductie van 25% en voor Noorse kreeft een toename van 24%. De reductie van zeeduivel is zorgwekkend vanwege het risico dat het een choke-soort wordt. Ik zie echter geen ruimte om af te wijken van het advies.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven