21 501-32 Landbouw- en Visserijraad

Nr. 1303 BRIEF VAN DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juni 2021

Via deze brief informeer ik uw Kamer over de agenda van de Informele Landbouw- en Visserijraad die van 13 tot en met 15 juni aanstaande plaatsvindt in Lissabon. Ik ben voornemens aanwezig te zijn bij deze Raad.

De signalen van het Portugese voorzitterschap wezen erop dat de Informele Raad niet door zou gaan vanwege het feit dat het tijdens de Raad van mei niet tot een akkoord over het GLB is gekomen, om zo ruimte te maken voor verdere besprekingen over het nieuwe GLB. Daarom is de geannoteerde agenda, die klaar lag voor verzending, niet naar de Kamer gestuurd. Inmiddels heeft het voorzitterschap laten weten dat de Informele Raad alsnog doorgaat.

Informele Landbouw- en Visserijraad

De informele landbouw- en visserijraad van 13 tot en met 15 juni 2021 in Lissabon zal deels bestaan uit werkbezoeken en in het teken staan van de thema’s voedselsystemen, innovatie en beheer van natuurlijke hulpbronnen en de toekomst van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Er vindt bij deze raad geen besluitvorming plaats.

Voedselsystemen, innovatie en beheer van natuurlijke hulpbronnen

Het Portugese voorzitterschap heeft voorafgaand aan deze Raad een discussiepaper verspreid onder de lidstaten over het voedselsysteem, de uitdagingen waarmee het systeem te maken heeft en hoe innovatie en beter beheer van natuurlijke hulpbronnen een passend antwoord hierop kunnen bieden. Klimaatverandering, technologische transities, complexere waardeketens en vergrijzing zijn slechts enkele uitdagingen waarvoor het voedselsysteem staat. Door middel van het herziene GLB, de Green Deal (incl. Farm to Fork) en Horizon Europe hoopt de Europese Commissie deze uitdagingen het hoofd te bieden.

Zo moeten strategieën, innovatie-instrumenten en onderzoeksmiddelen binnen Horizon Europe leiden tot de nieuwe kennis en de ontwikkeling van de juiste oplossingen, bijvoorbeeld op het terrein van bodemgezondheid en biodiversiteit.

Daarnaast moet een beter beheer van natuurlijke hulpbronnen leiden tot een weerbaar, veilig en eerlijk voedselsysteem dat tegelijkertijd duurzaam is en dat klimaatverandering en verlies aan biodiversiteit tegengaat.

Nederland herkent en erkent de uitdagingen waar het voedselsysteem voor staat. In mijn visie «Waardevol en verbonden» uit 2018 (Kamerstuk 35 000 XIV, nr. 5) ga ik hier uitgebreid op in. Ik ben tevens van mening dat de rol van kennis en innovatie cruciaal is bij het vinden van de passende antwoorden. Precisielandbouw is hier een mooi en actueel voorbeeld van; een innovatieve ontwikkeling in de land- en tuinbouw waarbij verschillende technologie- en kennisvelden bij elkaar komen, zoals digitalisering en kunstmatige intelligentie, robotisering, agronomie en ecologie. De kern ervan is dat door het doelgericht verzamelen en verwerken van (digitale) data het mogelijk wordt dieren of gewassen gedurende de teelt precies op maat de juiste zorg naar tijd en plaats te bieden. Zo wordt een optimale ontwikkeling van de teelt gerealiseerd met minder emissies en verspilling van grondstoffen. Daarmee draagt precisielandbouw direct bij aan kringlooplandbouw en de klimaatdoelen. Ook wordt er intensief gewerkt aan ontwikkeling en toepassing van innovaties die nodig zijn voor het circulair benutten van de stikstof en andere nutriënten in de voedselketen, waardoor de emissies naar bodem en lucht afnemen en aanzienlijk minder of zelfs geen hulpbronnen nodig zijn.

Als het gaat om een beter beheer van natuurlijke hulpbronnen wil ik benadrukken dat deze grote aanpassingen vragen van de boeren en tuinders en andere ondernemers in de voedselketen. Net als bij de energietransitie is er veel aandacht nodig voor de verdeling van lusten en lasten die dit tot gevolg heeft. De in gang gezette intensivering van het grondgebruik en de import van grondstoffen uit de hele wereldwijd moet sterk beperkt worden. Dit vraagt van alle belanghebbenden – zowel producenten als consumenten – een grote bijdrage. Zowel in ander gedrag en gewoonten als het op peil houden van het verdienvermogen van de ondernemers in de keten die stappen maken naar een natuur inclusieve kringlooplandbouw of vergelijkbare vormen van duurzame landbouw. Om dit mogelijk te maken zijn duidelijke doelen en regio specifieke keuzes nodig. Hieraan verbonden is het gewenst dat ondernemers die leveren op die doelen publiek en privaat beloond worden.

De toekomst van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid

Tijdens het visserij-deel van de bijeenkomst komt de toekomst van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) aan bod. Het Voorzitterschap heeft voor de informele Landbouw- en Visserijraad in juni een discussie over de toekomst van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB) geagendeerd. Er is vooralsnog geen inhoudelijk document gedeeld ter voorbereiding op deze discussie. De Europese Commissie heeft aangegeven dat zij niet voornemens is om een herziening te starten van het GVB en dat de focus de komende jaren vooral zal liggen op implementatie van het huidige beleid. Ik zal tijdens de discussie in elk geval aandacht vragen voor de grote uitdagingen waar de visserijsector voor staat, zoals de gevolgen van Brexit en COVID-19, maar ook alle ruimtelijke ambities die volgen uit de energietransitie en de biodiversiteitsstrategie. Deze ambities leggen ruimtelijke beperkingen op aan de visserijsector en het is van belang dat er Europees wordt nagedacht over deze ruimtelijke effecten op de visserij en passende maatregelen. Daarnaast zal ik de Commissie vragen om de aanlandplicht, die onderdeel is van het GVB, te evalueren. Ook zal ik daarbij aangeven dat het belangrijk is na te denken over mogelijke alternatieven die hetzelfde doel onderschrijven, maar beter uitvoerbaar zijn.

Ik wil tevens benadrukken dat voor de toekomst van de visserijsector verduurzaming en daarmee innovatie van groot belang zijn, waarvoor de nodige flexibiliteit in regelgeving belangrijk is.

Tenslotte wil ik in de discussie naar voren brengen dat de aanhoudende onzekerheid over de gevolgen van Brexit het Gemeenschappelijke Visserijbeleid onder druk zet. Deze nieuwe werkelijkheid moet nog vorm krijgen. Ik wil daarbij benadrukken dat een gelijk speelveld tussen het Verenigd Koninkrijk en de EU van groot belang is.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

Naar boven