Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 21501-32 nr. 1190 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2018-2019 | 21501-32 nr. 1190 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 3 juli 2019
Met deze brief informeer ik uw Kamer over de uitkomsten van de Landbouw- en Visserijraad die op 18 juni jl. plaatsvond in Luxemburg. Tevens informeer ik uw Kamer over de onderhandelingsmandaten voor het visserijprotocol met de Republiek Senegal en de vernieuwing van de partnerschapsovereenkomst en het visserijprotocol met de Republiek Seychellen, over het onderhandelingsmandaat voor het visserijprotocol met Mauritanië en over het jaarverslag van Europees Fonds voor Maritieme Zaken en Visserij 2018.
Europees Maritiem, Visserij- en Aquacultuur Fonds (EMVAF)
De Raad heeft een gedeeltelijke algemene oriëntatie bereikt over het Commissievoorstel voor het Europees Maritiem, Visserij- en Aquacultuur Fonds. Volgens het Roemeense voorzitterschap voldoet het huidige compromisvoorstel van de Raad aan de eisen van de WTO en is het in lijn met de internationale verplichtingen van de EU. Ook is het voorzitterschap van mening dat deze compromistekst tegemoetkomt aan de vereenvoudigingswensen die meermaals door de lidstaten zijn geuit.
Eurocommissaris Vella voor Milieu, maritieme zaken en visserij was kritisch over de compromistekst en kon het voorstel niet steunen. Volgens Vella zou de tekst niet in lijn zijn met de afspraken in het Gemeenschappelijk Visserijbeleid (GVB). Daarnaast leidt het compromisvoorstel tot een hogere vangstcapaciteit en brengt het de geloofwaardigheid van de EU in internationale context in gevaar, met name waar het gaat om Duurzame Ontwikkelingsdoelstelling nummer 14 van de VN over de bescherming van zeeën en oceanen. Ook vindt de Eurocommissaris dat de meerwaarde van verschillende maatregelen discutabel is. Concreet noemde hij de steun voor aanschaf en vervanging van schepen en motoren, en investeringen voor veiligheid en arbeidsomstandigheden als voorbeeld. Hiermee wordt de scheepsbouw, die al een zeer winstgevende sector is, gesubsidieerd met belastinggeld.
Ondanks het kritische betoog van de Eurocommissaris kon het compromisvoorstel van het Roemeense voorzitterschap rekenen op de steun van een ruime gekwalificeerde meerderheid van lidstaten. Deze groep vindt veiligheid en betere arbeidsvoorwaarden van fundamenteel belang. Daarnaast is volgens deze lidstaten de vernieuwing van de vloot een belangrijke voorwaarde om tot energie-efficiëntie te komen. De verlaging van het steunpercentage voor investeringen in motoren van 50% naar 40% was reden voor kritiek vanuit deze groep. Ook gaven deze lidstaten aan dat het opdrijven van de vangstcapaciteit niet hun bedoeling is.
Ik heb namens Nederland ingestemd met de gedeeltelijke algemene oriëntatie. Wel heb ik mijn zorgen geuit over het brede toepassingsbereik van het fonds. Naar mijn mening moet de focus van het fonds vooral liggen bij visserij en aquacultuur. Wel ben ik positief over de verlaging van de steunintensiteit voor motoren naar 40% en de verhoging van de steunintensiteit voor innovaties.
Vangstmogelijkheden voor 2020
Onder dit agendapunt presenteerde de Europese Commissie de mededeling over de vangstmogelijkheden voor 2020. De mededeling schetst een algemene vermindering van de visserijdruk in de Noord-Atlantische Oceaan. Daarbij is het aantal bestanden dat duurzaam wordt bevist toegenomen: het aantal bestanden binnen veilige biologische grenzen is bijna verdubbeld sinds 2003. De situatie in de Middellandse en Zwarte Zee is daarentegen zorgelijk: hier is visserijdruk voor de meeste bestanden nog steeds te hoog.
Veel lidstaten waren blij met de voortgang die is geboekt, maar wezen ook op de uitdagingen die er nog liggen. Verschillende lidstaten noemden hierbij specifiek de aanlandplicht. Zij vinden een werkbare uitvoering van de aanlandplicht van cruciaal belang bij het bereiken van duurzame visserij. Andere lidstaten vroegen de Europese Commissie om meer flexibiliteit bij de implementatie van de aanlandplicht.
Ik heb aangegeven dat het GVB innovatieve en duurzame visserij moet stimuleren, ook met het oog op uitdagingen op het gebied van klimaat, natuur en milieu. Ik heb de Europese Commissie gevraagd om ecologische en economische duurzaamheid op te nemen in de discussies over een eventueel nieuw GVB. Over de vangstmogelijkheden voor 2020 heb ik ingebracht dat Nederland de principes van meerjarenplannen, MSY en het voorzorgsbeginsel hanteert. Daarbij geldt dat ik bij bestanden waarover te weinig data beschikbaar zijn, tegen automatische reducties ben. Voor deze gevallen ben ik voorstander van een case-by-case benadering.
De Europese Commissie zal in het najaar met voorstellen komen voor de vangstmogelijkheden, voor achtereenvolgens de Oostzee in augustus, de Zwarte zee in september en de Noordzee in oktober.
De mededeling van de Commissie over de vangstmogelijkheden 2020 was nog niet gepubliceerd ten tijde van het opstellen van de geannoteerde agenda. In de brief van 20 juni 2019 verzoekt om de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit om een BNC-fiche over dit onderwerp, nu de mededeling wel gepubliceerd is.
De mededeling van de Commissie was algemeen van aard en was een bevestiging van bestaand beleid, gebaseerd op het GVB en bijbehorende doel: MSY in 2020. Zoals gemeld aan uw Kamer steun ik dit beleid. De publicatie van de mededeling heeft dus het voorgenomen beleid van de Europese Commissie niet veranderd, evenmin als de inzet van Nederland. Een BNC-fiche blijkt nu derhalve niet zinvol, omdat er geen sprake is van nieuwe beleidsvoornemens.
Met de MSY-doelstelling in 2020 en de Brexit op de agenda is de verwachting dat de discussie over vangstmogelijkheden dit jaar extra aandacht zal krijgen. Vanzelfsprekend zal ik uw Kamer hierover informeren. Ook bij de concrete voorstellen van de Commissie in het najaar en de bijbehorende inzet van Nederland zal ik uw Kamer betrekken.
GLB-hervormingspakket post-2020
Het Roemeense voorzitterschap presenteerde bij dit agendapunt haar voortgangsrapport over het GLB-hervormingspakket. Het voortgangsrapport betreft een weergave van de discussies over de drie verordeningen in de eerste helft van 2019. Benadrukt werd dat alleen het voorzitterschap verantwoordelijk is voor deze weergave en dat andere lidstaten hierdoor niet gebonden worden.
Commissaris Hogan sprak zijn waardering uit voor het werk van het Roemeense voorzitterschap en gaf aan uit te kijken naar een goede samenwerking met het inkomend Fins voorzitterschap. Wel sprak hij zijn zorgen uit over de mogelijke uitholling van de milieu en klimaatambities als lidstaten tornen aan de conditionaliteit, het verplichte aanbieden van eco-regelingen en de milieuambities in de sectorprogramma’s voor groenten en fruit. Hogan waarschuwde dat dit niet zou helpen om het huidige GLB-budget te handhaven.
De tafelronde die hierop volgde betrof vooral een herhaling van zetten. Een groot aantal lidstaten gaf aan blij te zijn dat het voorzitterschap heeft afgezien van een gedeeltelijke algemene oriëntatie. Veel van deze lidstaten zijn van mening dat de Raad pas haar definitieve positie kan bepalen nadat het Meerjarig Financieel Kader (MFK) is vastgesteld. Een aantal lidstaten hamerde nogmaals op het snel doorvoeren van externe convergentie. De tegenstanders van gekoppelde steun ventileerden hun ongenoegen over de passages in het voortgangsrapport hierover. Veel lidstaten onderstreepten het belang van hoge milieu en klimaatambities, maar benadrukten ook dat hier een evenredig budget tegenover moet staan. Enkele lidstaten waren van mening dat conditionaliteit ook op kleine boeren van toepassing moet zijn. Anderen pleitten weer voor de uitzondering van de kleine boeren van de conditionaliteitsregels om disproportionele controlelast te voorkomen. Een groep lidstaten, waaronder Nederland, vroeg om een diepgaander debat over de groene architectuur.
Ik heb nogmaals de Nederlandse prioriteiten herhaald: het nieuwe GLB moet effectiever en eenvoudiger worden om de hogere ambities voor klimaat en leefomgeving waar te maken. Daarnaast heb ik benadrukt dat de GMO-verordening zowel op technisch als politiek niveau verdere discussie behoeft, met name over de rol van producenten- en brancheorganisaties bij verduurzaming en risicomanagement. Tot slot, heb ik samen met een aantal andere lidstaten mijn zorgen geuit over de mogelijke effecten van Mercosur op de landbouwsector, mede in het licht van Brexit en de verwikkelingen met Oekraïne.
Diversenpunt: Kabeljauw in het oostelijke deel van de Oostzee
Litouwen vroeg onder dit diversenpunt aandacht voor de crisissituatie met betrekking tot de kabeljauw in de Oostzee. Het onlangs gepubliceerde wetenschappelijke advies van de International Council for the Exploration of the Sea (ICES) over de visbestanden in de Oostzee bevestigt de verslechterde toestand van Oostzeekabeljauw en beveelt een nulvangst van dit bestand in 2020 aan. De acht Baltische staten hebben een rechtstreeks belang bij het beheer van de Oostelijke kabeljauwvisserij. Het economische voortbestaan van hun visserijsector is hiervan afhankelijk. Litouwen, gesteund door Letland en Polen riep de Europese Commissie op om met een uitgebreid actieplan te komen om de verder verslechtering van de Oostzeekabeljauwbestanden te voorkomen. Daarnaast vroeg Litouwen de Europese Commissie om een pakket aan aanvullende maatregelen om de negatieve sociaaleconomische gevolgen het hoofd te bieden.
Een groot aantal lidstaten steunde deze oproep. Ook de Europese Commissie gaf bij monde van Commissaris Vella aan deze situatie zeer serieus te nemen en snel met een actieplan te komen.
Diversenpunt: Gezamenlijke aanbevelingen in het kader van artikel 11 van het GVB
Krachtens het GVB zijn lidstaten bevoegd om gezamenlijke aanbevelingen bij de Europese Commissie in te dienen ter instandhouding voor Natura 2000- en andere beschermende gebieden. Deze aanbevelingen kan de Europese Commissie vervolgens in gedelegeerde handelingen omzetten om de achteruitgang en verstoring van habitats en soorten waarvoor de gebieden zijn aangewezen te voorkomen en om aan hun ecologische vereisten te voldoen. De Commissie herinnerde de Raad eraan dat tot op heden nog maar een beperkt aantal aanbevelingen is ingediend.
Nederland heeft onlangs vier gezamenlijke verklaringen ingediend, waarvan één samen met Duitsland en het VK. De procedure rondom het indienen van verklaringen is complex en tijdrovend. De Europese Commissie zal zich nu over de voorstellen buigen en de voorstellen ook wetenschappelijk laten beoordelen.
Diversenpunt: GLB-conferentie in Spanje
Van 29 tot en met 31 mei jl. is een conferentie gehouden in Zafra, met als thema The CAP green architecture post 2020 – digging deeper into eco-schemes. De conferentie werd georganiseerd door het Spaanse Ministerie van Landbouw, Visserij en Voedsel in samenwerking met de autonome regio Extramadura en is bedoeld als de opvolger op de Nederlandse GLB-conferentie die afgelopen februari in Leeuwarden werd gehouden. De Spaanse conferentie was toegespitst op het uitdiepen van eco-regelingen en is door 170 deelnemers, uit 16 lidstaten bezocht. Ook Nederland was hierbij aanwezig. Tijdens het congres werd het belang van een gemeenschappelijk landbouwbeleid, dat voldoende rekening houdt met de specifieke kenmerken van elke regio onderstreept. Tijdens de Raad spraken de lidstaten en de Europese Commissie hun steun uit en gaven complimenten over de organisatie en uitkomst van de conferentie.
De Europese Commissie heeft de Raad mandaten gevraagd om te onderhandelen over een nieuw visserijprotocol met Republiek Senegal en een nieuwe partnerschapsovereenkomst en visserijprotocol met Seychellen. Het huidige protocol met Senegal startte in 2014 en loopt 19 november af. Het protocol met Seychellen startte in 2014 en loopt 17 januari 2020 af. Met de vernieuwing wil de Europese Unie haar netwerk van bilaterale visserijpartnerschappen in West-Afrika en de Indische oceaan versterken en bijdragen aan het beheer. Het verzoek van de Commissie is mede gebaseerd op de uitkomsten van de evaluatie van de protocollen, die zich positief uitsprak over een verlenging.
De mandaten die de Europese Commissie voor beide protocollen vraagt, is algemeen van aard en betreft een verzoek om onderhandelingen te mogen openen langs de gebruikelijke uitgangspunten. Deze uitgangspunten zijn een nieuw protocol met visserijmogelijkheden gebaseerd op historische vangsten en verwachte visserijactiviteiten. Deze vangstmogelijkheden dienen rekening te houden met het best beschikbare wetenschappelijk advies, duurzaam beheer en lokale visserijcapaciteit. Daarnaast wil de Europese Commissie een dialoog starten om, door middel van de sectorale steun, ook visserij- en bestandbeheer te versterken.
Alles overwegend, ben ik voornemens om in te stemmen met de onderhandelingsmandaten. Ze zijn in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het Gemeenschappelijk Visserijbeleid en de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over een mededeling van de Europese Commissie inzake de externe dimensie van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Tevens is in de mandaten een clausule opgenomen over de mensenrechtensituatie en de democratische beginselen.
De Europese Commissie heeft de Raad een onderhandelingsmandaat gevraagd voor een nieuw visserijprotocol met de Islamitische Republiek Mauritanië in het kader van de visserijpartnerschapsovereenkomst. Het huidige visserijprotocol is in 2015 van start gegaan en zal op 15 november dit jaar aflopen.
Zoals gebruikelijk heeft de Europese Commissie een onafhankelijk onderzoek uitgevoerd naar het vernieuwen van dit protocol. De conclusie van het evaluatieverslag is dat er in grote lijnen steun bestaat bij lidstaten en industrie voor het vernieuwen van het protocol. Een nieuw protocol is volgens de evaluatie wenselijk, maar dient het beheer van de visserij en de visbestanden ten opzichte van het huidige niveau wel te versterken, onder andere door middel van monitoring, controle, data collectie door waarnemers en wetenschappelijke samenwerking.
De algemene inzet van de Commissie is conform dezelfde uitgangspunten als voor de mandaten voor Senegal en Seychellen. Wel vraagt de Europese Commissie om de mogelijkheid het huidige protocol met één jaar te verlengen indien niet tijdig een akkoord bereikt wordt. Hiermee wordt voorkomen dat er niet gevist kan worden zolang er geen nieuw protocol ligt.
Voor de Nederlandse visserijsector blijft het protocol met Mauritanië belangrijk, ook al valt de benutting van de vangstmogelijkheden in het afgelopen jaar tegen. Dit is voornamelijk een gevolg van beperkingen in de visserijzone. De sector deelt mijn zorgen omtrent de staat van de visserijbestanden en de wijze waarop de visserij wordt beheerd. Deze dient stevig te verbeteren.
Alles bijeengenomen ben ik voornemens om in te stemmen met het verzoek van de Europese Commissie om onderhandelingen te starten langs de geformuleerde richtsnoeren. Het onderhandelingsmandaat is in overeenstemming met Verordening (EU) nr. 1380/2013 inzake het Gemeenschappelijk Visserijbeleid en de conclusies van de Raad van 19 maart 2012 over een mededeling van de Europese Commissie inzake de externe dimensie van het Gemeenschappelijk Visserijbeleid. Ik wil echter dat tijdens de onderhandelingen nadrukkelijk inzet wordt op een stevige en concrete versterking van het beheer van de visserijbestanden en de visserij. Ik zal de uitkomst van de onderhandelingen dan ook mede in dat licht beoordelen.
Hierbij stuur ik uw Kamer als bijlage het jaarverslag EFMZV 20181 alsmede de publiekssamenvatting van het jaarverslag EFMZV2 toe. In dit jaarverslag kunt uw Kamer meer lezen over de Nederlandse uitvoering van EFMZV in 2018.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-32-1190.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.