21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 484 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 26 april 2018

Hierbij ontvangt u het verslag van de Informele Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 17 en 18 april jl. te Sofia, Bulgarije.

Middels dit verslag bevestig ik dat ik voldaan heb aan de toezegging aan uw Kamer om in mijn interventie tijdens deze Raad de kritische noten van de Europese Rekenkamer tav. van de Jeugdgarantie te benadrukken. De leden van de VVD hebben dit verzocht per Schriftelijk Overleg Raad WSB van 6 april jongstleden (Kamerstuk 21 501-31, nr. 483).

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, W. Koolmees

Verslag Informele Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 17 en 18 april 2018 te Sofia, Bulgarije

Op 17 en 18 april jl. vond de Informele Raad Werkgelegenheid en Sociaal beleid plaats in Sofia, Bulgarije. Bulgarije is de eerste helft van 2018 voorzitter van de Europese Unie. In drie sessies werd er van gedachten gewisseld over de aanpak van jeugd- en langdurige werkloosheid, over de betrokkenheid van sociale partners bij de thema’s van de Europese Sociale Pijler en over de strijd tegen analfabetisme en andere vormen van lagebeheersing van basisvaardigheden.

In de eerste sessie werd door verschillende Ministers opgemerkt dat de recente economische groei in de Unie heeft geleid tot een sterke verbetering van de arbeidsmarktsituatie in alle lidstaten maar dat niet alle groepen hier in gelijke mate van hebben geprofiteerd. De arbeidsparticipatie van kwetsbare groepen, zoals jongeren en langdurig werklozen loopt nog achter en behoeft actieve ondersteuning door overheden. Verschillende lidstaten gaven aan hoe de Europese aanbevelingen voor de Jeugdgarantie en de «Integratie van langdurig werklozen op de arbeidsmarkt» hen hebben geholpen bij die ondersteuning. Enkele lidstaten riepen op tot een verlenging van de Jeugdgarantie ter ondersteuning van hun nationale maatregelen. Nederland ging in zijn interventie in op zijn beleid voor deze groepen. Daarbij benadrukte Nederland dat als een verlenging van de Jeugdgarantie aan de orde is, we moeten leren van onze ervaringen met dit instrument. Het is daarbij van belang dat ook onpartijdige, kritische analyses zoals die van de Europese Rekenkamer, in die afweging worden meegenomen.1

De noodzaak tot grote betrokkenheid van de sociale partners bij de thema’s van de Sociale Pijler werd breed benadrukt in de tweede sessie. Verschillende lidstaten waaronder Nederland merkten daarbij op dat met name de nationale sociale partners hierin een rol hebben. Zij hebben binnen verschillende thema’s van de Pijler een rol of een verantwoordelijkheid om tot een (verdere) nationale uitwerking van de principes te komen. Denk hierbij aan het vaststellen van arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden, maar bijvoorbeeld ook via de SER, bijdragen aan ontwikkelen van efficiënt, effectief en breed gedragen overheidsbeleid.

Tijdens de laatste sessie werd er van gedachten gewisseld over de bestrijding van analfabetisme en andere vormen van lage beheersing van basisvaardigheden. Uit deze sessie bleek nogmaals hoe in een digitaliserende wereld analfabeten en anderen met weinig of geen basisvaardigheden steeds verder van de samenleving en de arbeidsmarkt komen te staan. Nederland ging in zijn interventie in op het succesvolle programma «Tel mee met taal» en waarom in deze strijd met name laagdrempelige, informele en individuele begeleiding noodzakelijk is.


X Noot
1

Conform verzoek van de leden van de VVD per Schriftelijk Overleg Raad WSB van 6 april jl. (Kamerstuk 21 501-31, nr. 483)

Naar boven