21 501-31 Raad voor de Werkgelegenheid, Sociaal Beleid, Volksgezondheid en Consumentenzaken

Nr. 396 BRIEF VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 maart 2016

Hierbij ontvangt u het verslag van de Raad WSBVC, onderdeel Werkgelegenheid en Sociaal Beleid, van 7 maart 2016.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, L.F. Asscher

Verslag Raad Werkgelegenheid en Sociaal Beleid 7 maart 2016 te Brussel

Europees Semester

Tijdens dit agendapunt is een beleidsdebat gevoerd over de uitdagingen bij de implementatie van de landenspecifieke aanbevelingen (LSAs). Hierbij lag de nadruk op aanbevelingen met betrekking tot arbeidsmarktsegmentatie en contractuele regelingen.

Commissaris Dombrovskis stelde dat de beleidsmix van structurele hervormingen, een strikt begrotingsbeleid en investeringen voorzichtig zijn vruchten af beginnen te werpen. Zo neemt bijvoorbeeld de werkloosheid langzaam af. Ook Commissaris Thyssen zag positieve resultaten. Ze noemde de fragmentatie van de arbeidsmarkt als een van de grotere uitdagingen voor de nabije toekomst.

De voorzitter van het werkgelegenheidscomité deelde de opvatting van beide Commissarissen. Het gevoerde beleid laat resultaten zien. De landenspecifieke aanbevelingen zijn een belangrijke motor geweest voor het doorvoeren van structurele hervormingen. De voorzitter van het sociaal beschermingscomité vindt het belangrijk dat ook wordt gekeken naar de sociale dimensie van hervormingen. Er moet een goede balans zijn tussen bescherming en activering.

Twee lidstaten hebben vervolgens een presentatie gegeven over recente arbeidsmarkthervormingen die zij hebben doorgevoerd en de resultaten die dat tot nu toe heeft opgeleverd. Uit beide verhalen bleek het belang van het betrekken van sociale partners en het maatschappelijk middenveld om tot duurzame hervormingen te kunnen komen.

Uit verdere interventies bleek dat er een aantal elementen van cruciaal belang waren voor het welslagen van het semesterproces. Iedereen was het erover eens dat landenspecifieke aanbevelingen zich vooral op het «wat» moeten richten en niet op het «hoe». Laat het aan de lidstaten over hoe zij een bepaalde hervorming willen doorvoeren. Daarnaast is de kwaliteit van de onderliggende analyses van groot belang. Wanneer lidstaten zich niet of onvoldoende herkennen in de analyse leidt dat tot verlies aan draagvlak. Ook is het belangrijk dat er voldoende tijd is om de landenspecifieke aanbevelingen te bespreken met de nationale parlementen en andere belanghebbenden, zoals sociale partners. Ten slotte vroegen lidstaten aandacht voor een goede balans tussen economische en sociale elementen binnen het semesterproces. Het één kan daarbij niet zonder het andere.

Werkgelegenheidsrichtsnoeren

Het voorzitterschap concludeerde dat de Raad een algemene oriëntatie heeft bereikt om de huidige werkgelegenheidsrichtsnoeren ongewijzigd te laten.

Sociale Dialoog

Commissaris Dombrovskis schetste de recente ontwikkelingen rondom het proces voor een «hernieuwde start» van de sociale dialoog dat Commissievoorzitter Juncker in maart 2015 heeft geïnitieerd. Dit proces heeft onder meer geleid tot een serie van tripartiete discussies onder leiding van de Commissie. Meer concreet heeft het ertoe geleid dat de Commissie het proces rondom het Europees Semester heeft gestroomlijnd. Hierdoor kunnen lidstaten de sociale partners beter betrekken bij (de voorbereiding van) het Europees Semester.

Het voorzitterschap gaf aan te verkennen hoe het proces voor versterking van de sociale dialoog een verder vervolg kan krijgen. Het voorzitterschap heeft de Raad verder geïnformeerd over de voorbereidingen van de Tripartiete Sociale Top die op 16 maart plaatsheeft.

EMCO Rapport «Investeren in jeugdwerkgelegenheid: Implementatie van de Jeugdgarantie»

Drie jaar geleden is de aanbeveling voor een jeugdgarantie aangenomen door de Raad. Het werkgelegenheidscomité is verantwoordelijk voor het monitoren van de implementatie van deze aanbeveling in de lidstaten. De voorzitter van het werkgelegenheidscomité presenteerde tijdens de Raad de resultaten van deze monitor.

Het werkgelegenheidscomité constateerde dat lidstaten veel betrokkenheid laten zien bij de aanpak van jeugdwerkloosheid. Daar waar instrumenten geïmplementeerd zijn, zijn positieve resultaten zichtbaar. Tegelijkertijd vind het werkgelegenheidscomité, ondanks de dalende trend, het niveau van de jeugdwerkloosheid in de EU nog steeds te hoog. Het comité vindt daarom dat er blijvende aandacht moet zijn voor de aanpak van jeugdwerkloosheid. De implementatie van de jeugdgarantie heeft daarnaast geleid tot betere samenwerking tussen arbeidsmarkt- en onderwijsinstituties. Ook stelde het werkgelegenheidscomité het belang vast van een maatwerkaanpak: verschillende groepen jongeren moeten op verschillende manieren geactiveerd worden. Een «one-size-fits-all» aanpak volstaat niet.

Enkele lidstaten intervenieerden en gaven aan het eens te zijn met de conclusies. Commissaris Thyssen zegde toe dat de Commissie de implementatie van de jeugdgarantie nauw zal volgen en riep lidstaten op tot het aanleveren van gegevens over de implementatie van de jeugdgarantie nationaal.

Arbeidsmobiliteitspakket

Commissaris Thyssen verzorgde een korte presentatie over het voorstel tot wijziging van de detacheringsrichtlijn. Vervolgens was er gelegenheid tot het stellen van vragen over de presentatie. Het voorzitterschap heeft aangegeven dat een eerste politiek debat over het voorstel zal plaatsvinden op de Informele Raad in Amsterdam.

Vaardighedenstrategie

Als vervolg op het debat in de OJCS-Raad eind februari jl. (Kamerstuk 21 501-34, nr. 260) heeft de Raad WSBVC een oriënterend debat gevoerd over het verbinden van onderwijs, de arbeidsmarkt en de samenleving. De resultaten van het debat vormen input voor de Skills Agenda dat de Commissie naar verwachting in mei 2016 uitbrengt. Zowel de Commissie als lidstaten schetsen het belang van het versterken van vaardigheden. Elementen die tijdens het debat aan de orde kwamen zijn:

  • het belang van het verbeteren van basisvaardigheden;

  • het versterken van het beroepsonderwijs;

  • een betere vergelijkbaarheid van vaardigheden en talenten; en

  • het versterken van ondernemerschap.

Ook wezen partijen op het belang van samenwerking tussen onderwijsinstituties, werkgevers en sociale partners. Jongeren, ouderen en laagopgeleiden werden als specifieke aandachtsgroepen genoemd. Tot slot werd het belang van erkenning van informeel verworven vaardigheden benadrukt.

Sociale Pijler

De Commissie kondigde de publicatie van een mededeling over een Europese pijler van sociale rechten aan. Deze zou volgens de Commissie moeten bestaan uit een aantal fundamentele principes, die bijdragen aan goed functionerende en eerlijke arbeidsmarkten en sociale zekerheidsstelsels binnen de eurozone. Het doel hiervan is het creëren van een referentiekader dat inzicht geeft in de prestaties van lidstaten op werkgelegenheid en sociaal terrein, hervormingen op nationaal niveau kan stimuleren en kan dienen als een leidraad voor opwaartse convergentie op sociaal terrein binnen de eurozone.

De Commissie is van plan de pijler vorm te geven in samenwerking met andere EU-instelllingen, sociale partners, academici en andere belanghebbenden. De Commissie kondigde een online consultatie voor haar plannen aan. De consultatie zal op 8 maart starten en blijft heel 2016 open. De Commissie verwacht dan in het voorjaar van 2017 een voorstel te kunnen doen.

Raadsconclusies gender en LHBTI

Er is geen overeenstemming bereikt over Raadsconclusies over gendergelijkheid en LHBTI-rechten. Eén lidstaat gaf aan niet met de voorliggende Raadsconclusies over LHBTI-rechten in te kunnen stemmen. Deze lidstaat was van mening dat familierechtgerelateerde onderwerpen tot de exclusieve bevoegdheid van de lidstaten behoort. Een zeer groot aantal lidstaten sprak zijn waardering uit voor de inspanningen van het voorzitterschap om Raadsconclusies te realiseren op een dergelijk belangrijk terrein, en was teleurgesteld over het uitblijven van overeenstemming.

Het voorzitterschap gaf aan dat het streven is om de beoogde Raadsconclusies in de juniraad te presenteren als Voorzitterschapsconclusies. Een aantal lidstaten sprak de hoop uit dat de set in juni alsnog als Raadsconclusies kunnen worden aangenomen.

Naar boven