21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 576 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 april 2023

Op 2 maart 2023 vond de Raad voor Concurrentievermogen plaats over het onderdeel interne markt en industrie. Met deze brief stuur ik u het verslag van de Raad, mede namens de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening.

Graag informeer ik u ook over het volgende. Op 9 maart jl. heeft de Commissie het Tijdelijk Crisiskader voor staatssteunmaatregelen ter ondersteuning van de Europese economie in verband met de Russische inval in Oekraïne uitgebreid naar een Tijdelijk Crisis- en Transitiekader. Tegelijkertijd heeft de Commissie de gerichte herziening van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening vastgesteld, waarmee relatief eenvoudig en snel steun kan worden verleend voor de groene en digitale transitie. Deze herziene kaders bieden meer en snellere mogelijkheden voor lidstaten om steun te bieden aan bedrijven, gericht op versnelling van de groene transitie. Het kabinet acht het van belang om de transitie naar een groene en digitale economie te ondersteunen en verwelkomt daarom de herziening van de Algemene Groepsvrijstellingsverordening.

De mogelijkheden in het Tijdelijk Crisis- en Transitiekader voor het verlenen van anti-relocatiesteun, waarmee EU-lidstaten steun uit andere landen (met name VS en China) kunnen matchen, acht het kabinet echter zorgelijk. Dit vergroot namelijk het risico op een subsidierace. Wel is het positief dat de Commissie voorwaarden en waarborgen stelt aan deze anti-relocatiesteun, zodat dergelijke steun zo gericht en effectief mogelijk is, met oog voor het waarborgen van het gelijke speelveld. Het kabinet acht het van belang terughoudendheid te bepleiten met staatssteunverruimingen. Het EU langetermijnconcurrentievermogen kan niet gebouwd worden op staatssteun en subsidies. Er moet juist gekeken worden naar de hele EU-toolbox van instrumenten om de energietransitie te versnellen, strategische afhankelijkheden te verminderen en aantrekkelijk te blijven voor investeringen, bijvoorbeeld op het gebied van belemmeringen op de interne markt en toegang tot private financiering.1

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, M.A.M. Adriaansens

Verslag Raad voor Concurrentievermogen 2 maart 2023

Het beleidsdebat op de Raad voor Concurrentievermogen stond in het teken van het onderdeel interne markt en industrie. Daarnaast zijn twee algemene oriëntaties aangenomen en heeft het voorzitterschap onder diverse punten een update gegeven over het unitair octrooirecht en heeft een gedachtewisseling plaatsgevonden over Oekraïne waarin het voorzitterschap en de commissie een update gaven na het EU-Oekraïne top.

Herziening richtlijn betreffende op afstand sluiten van overeenkomsten inzake financiële diensten

Algemene oriëntatie

De Raad stemde in met een algemene oriëntatie voor de herziene richtlijn betreffende op afstand gesloten overeenkomsten inzake financiële diensten (Distance Marketing of Financial Services Directive (DMSFD)) met onthouding van enkele lidstaten. Het voorzitterschap benadrukte het belang van toekomstbestendig maken van grensoverschrijdende financiële diensten en het doel om consumenten op afstand te beschermen bij het afsluiten van digitale transacties. Het voorzitterschap onderstreepte ook de mogelijkheid om strengere consumentenregels op nationaal niveau vast te stellen en gaf aan dat de beoogde stopknop, waarmee consumenten makkelijk een contract kunnen beëindigen, breder ingezet kan worden dan alleen voor financiële diensten.

Commissaris Breton bedankte het voorzitterschap en sprak steun uit voor de compromistekst en het opnemen van DMSFD wetgeving in de consumentenrechten richtlijn. Hij noemde het belang van precontractuele informatie en het herroepingsrecht van de consument. Omdat sommige lidstaten onzeker zijn over de uitbreiding van de reikwijdte van het herroepingsrecht, is de Commissie van plan om technische assistentie te geven door middel van expert workshops. Het Europees parlement heeft nog geen standpunt ingenomen.

De lidstaten spraken veelal steun uit voor de compromistekst vanwege de bescherming van de consument op de interne markt en het fungeren van de herziening als een vangnet voor financiële diensten die nog niet bestaan. Een enkele lidstaat riep op om de uiteindelijke tekst zo duidelijk mogelijk te maken. Andere aandachtspunten van enkele lidstaten waren onder andere het ontbreken van een effectenanalyse, de mogelijke effecten op het MKB en de verduidelijking van het verband tussen nationale wetgeving die financiële diensten reguleert en deze herziening.

Nederland heeft ingestemd met de algemene oriëntatie, omdat zij belangrijk vindt dat consumenten in de hele EU een hoog beschermingsniveau genieten en er voorstander van is dat de overbodig geworden regelgeving wordt teruggetrokken en het nog steeds relevante deel wordt gemoderniseerd.

Verordening dataverzameling en -deling korte termijnverhuur accommodatie

Algemene oriëntatie

De Raad stemde unaniem in met een algemene oriëntatie voor de verordening dataverzameling en -deling korte termijn accommodatie. Het voorzitterschap achtte dit voorstel van economisch belang, mede vanwege de opkomst van online platforms. Dit voorstel creëert voordelen voor een duurzame toerisme sector, terwijl het ook bijdraagt aan het voorkomen dat lokale gemeenschappen kampen met te veel toeristen en woning schaarste. Vanwege het grensoverschrijdende karakter van toerisme en online platforms acht het voorzitterschap harmonisatie en duidelijke regelgeving van belang.

Commissaris Breton benoemde toerisme als prioriteit van de EU en noemde het voorstel een springplank voor groen toerisme. Het delen van data moet ook de handhaving op de interne markt verbeteren. Verder biedt het voorstel een geharmoniseerd kader voor nationale registratieregelingen en geharmoniseerde toegang tot relevante gegevens over toerisme vanuit platforms.

Lidstaten met grote toerismesectoren bedankten de Commissie voor het prioriteren van het voorstel en waren positief over de compromistekst. Ze benoemden de uitdaging van soms tegenstrijdige belangen tussen een florerende toerismesector en de druk die korte termijnverhuur kan zetten op de woningmarkt. Ook onderstreepten ze het belang van connectiviteit en oog houden voor regeldruk voor kleine platforms.

Nederland heeft ingestemd met de algemene oriëntatie, omdat de harmonisatie van nationale registratieregelingen bijdraagt aan het uitbreiden van de interne markt, handhaving verbetert, en geen extra lasten met zich mee brengt voor huidige nationale uitvoeringsorganisaties. De Verordening ligt in het verlengde van de reeds van kracht zijnde Nederlandse Wet toeristische verhuur. Het voorstel van de Europese Commissie voorziet in twee zaken waar Nederland, in aanvulling op de Wet toeristische verhuur, al enige tijd voor pleit. Het gaat hierbij om een uniforme manier van registreren in de EU en de uitwisseling van data tussen overheden en online platforms ten behoeve van de handhaving van (lokale) regelgeving.

Langetermijnconcurrentievermogen en productiviteit – 30 jaar interne markt

Beleidsdebat

Eerste Vicevoorzitter Vestager opende de discussie door te pleiten voor het realiseren van de digitale en groene transities die nodig zijn voor een welvarend en inclusief Europa. Europa moet het grote plaatje voor ogen houden in plaats van reactief te handelen, ondanks grote uitdagingen zoals de oorlog in Oekraïne en de klimaatcrisis. Vestager noemde de interne markt Europa’s grootste aanwinst en benoemde het belang om nadruk te leggen op o.a. vaardigheden, infrastructuur, open science. Breton gaf een vooruitblik op de mededeling 30 jaar interne markt van de Commissie2 die elementen zou bevatten om de markt weerbaarder te maken3. Deze is reeds gepubliceerd. Ondanks het succes van de interne markt ervaart met name het MKB nog steeds te veel belemmeringen bij het ondernemen over grenzen. Lidstaten riepen op om meer te doen aan het wegnemen van belemmeringen. Ze gaven aan dat onder andere nationale koppen op EU-wetgeving bijdragen aan het creëren van deze obstakels. Daarnaast kunnen d interne markt en het Green Deal Industrial Plan kunnen niet los van elkaar gezien worden. Aan de regels omtrent staatssteun is ook al veel gedaan. Het tijdelijk staatssteunkader moet hervormd worden om relocatie van bedrijven naar derde landen te voorkomen. Dit mag niet ten koste gaan van gelijk speelveld op de interne markt.

Commissaris Breton benoemde dat de interne markt niet alleen een juridisch kader is, maar een manier om geopolitiek aanwezig te zijn. De meerdere crises hebben laten zien dat Europa haar interne markt weerbaarder moet maken zodat waardeketens blijven werken binnen én buiten de EU. Om dit te realiseren is een bredere blik op concurrentievermogen nodig. Deze bredere blik vergt monitoring van het concurrentievermogen. In het MFK meten een aantal KPIs al de voortgang van duurzaam concurrentievermogen, zoals toegang tot private en publieke financiering, leveringszekerheid, gedecarboniseerde energie, vaardig personeel, innovatie, gediversifieerde toeleveringsketens, onderzoek en ontwikkeling, en innovatie. Een randvoorwaarde voor het functioneren van de interne markt is dat regels goed geïmplementeerd worden – de Commissie en de lidstaten dragen hier een gezamenlijke verantwoordelijkheid voor. Dit gebeurt al in de SMET, en met succes, want er zijn minder inbreukprocedures op het terrein van de interne markt. Ook is erkenning beroepskwalificaties verbeterd en er wordt er beter genotificeerd. Tenslotte ging Commissaris Breton in op het belang van de groene transitie. Hierbij zijn twee aspecten essentieel: innovatie en regelgeving. Bedrijven moeten kunnen opschalen, maar het omzetten van regelgeving doorlidstaten zorgt voor problemen. De Commissie zal zorgen voor een MKB-test op nieuwe wetgeving. De Europese Unie moet voor versimpeling van regelgeving zorgen, dit moet een politieke prioriteit worden.

Tijdens het debat benadrukten vrijwel alle lidstaten het belang van de interne markt voor het concurrentievermogen van de EU. Als mogelijke oplossingsrichtingen om de interne markt te versterken verwezen veel lidstaten naar het belang van betere regelgeving, versnelde vergunningverlening, monitoring door middel van een mkb- of comptetitiveness-check, en vaardigheden. die tot belemmeringen leiden en het belang van handhaving. Ook ging de discussie in op oneerlijke concurrentie vanuit derde landen die staatssteun verstrekken en werd opgeroepen tot harmonisatie van belastingen. Meerdere lidstaten nuanceerden wel dat staatssteun binnen de EU tijdelijk en gericht moet zijn, met waarborging van gelijk speelveld. Tenslotte noemden meerdere lidstaten de Net Zero Industry Act (NZIA)4 als prioriteit. Zij vonden dat de nadruk moet worden gelegd op innovatie, onderzoek, energie, nieuwe technologieën en verdere ondersteuning van de Important Projects of Common European Interest (IPCEI’s).

Nederland onderstreepte het belang van de interne markt en heeft ingebracht dat het belangrijk is om het interne markt perspectief in alle beleidsterreinen mee te nemen, goed naar bedrijven te luisteren, belemmeringen gezamenlijk en gestructureerd aan te vliegen, en een jaarlijkse Europese beleidscyclus op te stellen om obstakels weg te nemen en om dit aan de prioriteiten van de NZIA te verbinden.

Diverse punten

Over het unitair octrooi gaf het voorzitterschap een update dat het systeem over enkele maanden in werking treedt en riep de lidstaten op om zo snel mogelijk de wetgeving te ratificeren. Dit nieuwe systeem zal bijdragen een aanzienlijke kostenreductie voor bedrijven aan een versterkt gelijk speelveld. Met betrekking tot de follow-up van de EU-Oekraïne top spraken de Commissie en de lidstaten over het belang van de interne markt om bij te dragen aan de weerbaarheid van Oekraïne.


X Noot
1

Zie ook het joint statement van Nederland en negen andere lidstaten van 23 december jl. over staatssteun: Bijlage bij Kamerstuk 21 501-30, nr. 576

Naar boven