21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 518 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ONDERWIJS, CULTUUR EN WETENSCHAP

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 januari 2021

Op 3 februari a.s. organiseert het Portugees voorzitterschap een informele Raad voor Concurrentievermogen. Aan deze Raad kunnen de genodigden zowel fysiek als digitaal deelnemen. Nederland wordt bij deze Raad vertegenwoordigd door de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. Bijgevoegd vindt u de geannoteerde agenda, die ik u mede namens de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat stuur.

Tijdens de informele Raad wordt gesproken over aantrekkelijke en duurzame carrières voor onderzoekers, in de context van de Europese Onderzoeksruimte. Voorafgaand aan de informele Raad vindt een ministeriële conferentie plaats over Horizon Europe en de beoogde start van het programma in het voorjaar.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Bevorderen van aantrekkelijke onderzoekscarrières in Europa

Beleidsdebat

Tijdens deze informele Raad voor Concurrentievermogen zal de Raad debatteren over het bevorderen van aantrekkelijke en duurzame onderzoekscarrières in zowel publieke als private instellingen. Het Portugees voorzitterschap wil onder andere ingaan op het verbeteren van carrières binnen TO2-instellingen en hoger onderwijsinstellingen en het stimuleren van onderzoekscarrières in het bedrijfsleven. Daarnaast heeft het voorzitterschap aandacht voor de rol van nationale onderzoeksfinanciers en hun samenwerking met de Europese Commissie en de rol van stichtingen die onderzoek financieren. Dit beleidsdebat sluit aan bij de Commissiemededeling over de vernieuwde Europese Onderzoeksruimte (ERA) van september jl., waarin ook aandacht is voor onderzoekscarrières.1

Het onderwerp onderzoekscarrières is voor veel lidstaten belangrijk, maar de lidstaten leggen binnen dit onderwerp verschillende accenten. Enkele lidstaten willen naar verwachting de nadruk leggen op gebalanceerde kenniscirculatie voor het dichten van de innovatiekloof, waarbij volgens hen vooral gekeken dient te worden naar oplossingen vanuit Europa. Een aantal landen zal naar verwachting aangeven dat vooral jonge onderzoekers baat hebben bij een betere en bredere definitie van de verschillende carrièrepaden in onderzoek. Voor de Europese Commissie is in het bijzonder het onderwerp vaardigheden van belang.

Nederland zal uitdragen dat er in EU-verband meer aandacht moet zijn voor het breder erkennen en waarderen van onderzoekers. Nederland zet daarbij in op een meer kwalitatieve benadering, waarbij aspecten als leiderschap, impact, onderwijs en team science ook beloond worden. Nederland blijft zich tevens inspannen om excellentie en impact als leidende criteria te behouden in het onderzoeks- en innovatiebeleid en financieringsmogelijkheden. Verder zal Nederland het belang van uitwisselen van kennis en ervaring tussen publieke en private partijen benadrukken, omdat dit bijdraagt aan het bevorderen van onderzoekscarrières. Sterke onderzoeks- en innovatie-ecosystemen spelen daarin een belangrijke rol.2 Onderzoek, innovatie en innovatief ondernemerschap (startups en scale-ups) floreren in goed aaneengesloten ecosystemen. Dit leidt tot nieuwe kennis en innovaties en het versterken van economische en maatschappelijke impact.


X Noot
1

Kamerstuk 22 112, nr. 2967

X Noot
2

Kamerstuk 33 009, nr. 6

Naar boven