21 501-30 Raad voor Concurrentievermogen

Nr. 486 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 18 mei 2020

De vaste commissie voor Economische Zaken en Klimaat heeft een aantal vragen en opmerkingen aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd over de geannoteerde agenda van de informele videoconferentie van Raad voor Concurrentievermogen op 15 mei 2020.

De vragen en opmerkingen zijn op 12 mei 2020 aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd. Bij brief van 14 mei 2020 zijn de vragen beantwoord.

De ondervoorzitter van de commissie, Azarkan

De griffier van de commissie, Nava

Vragen en antwoorden

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

Herstel van de Europese economie

De leden van de VVD-fractie lezen dat het kabinet van mening is dat alles moet worden bezien vanuit een balans tussen een open economie en bescherming van economische en publieke belangen. Hierbij moet wel rekening worden gehouden met kwetsbaarheden in mondiale waardeketens voor kritieke goederen en diensten. Hoe ziet het kabinet dat Europa hier verder aan kan bijdragen de komende tijd? Waar stuurt het kabinet op aan als het gaat om de rol van Europa tot betrekking van deze kwetsbaarheden? Verder lezen deze leden dat de maatregelen om deze kwetsbaarheden te adresseren proportioneel moeten zijn. Wat verstaat het kabinet onder proportioneel? Zijn er specifieke voorbeelden van kwetsbaarheden die binnen Nederland aan het licht komen en moeten worden beschermd?

Nederland is traditioneel voorstander van internationale handel en eerlijke concurrentie. Het biedt ons economische voordelen en welvaart. Een klein land is vanzelfsprekend niet in alles zelfvoorzienend en uitbesteden van delen van productie aan economieën elders maakt capaciteit vrij voor de inzet van arbeid daar waar er maatschappelijke vraag naar is. Waar de overheid het publiek belang dient te borgen, ligt er verantwoordelijkheid voor partijen in de private sector om de leveringsketen en logistiek in de productieketen te optimaliseren. De coronacrisis brengt echter kwetsbaarheden aan het licht in mondiale waardeketens.

De EU kan helpen om kwetsbaarheden en overafhankelijkheden in gefragmenteerde mondiale waardeketens inzichtelijk te maken. De EU kan ook het geschikte niveau vormen voor interventie om de kwetsbaarheden in leveringsketens waar meerdere EU-lidstaten mee worstelen, op een zo efficiënt mogelijke manier op te lossen (met inachtneming van het subsidiariteitsbeginsel). De coronacrisis heeft aangetoond dat er in de EU en in Nederland plotseling grote tekorten ontstonden aan mondkapjes en beademingsapparatuur door de explosief gestegen vraag en het haperen van bestaande mondiale distributielijnen en suboptimaal functioneren van de interne markt door belemmeringen die lidstaten onderling opwerpen. Elke lidstaat kan een eigen antwoord bieden in reactie op dit probleem van leveringszekerheid en – mede met het oog op de toekomst – bijvoorbeeld eigen voorraden aanleggen of productielijnen beginnen. Dit kan op de lange termijn inefficiënt zijn en grote kosten met zich meebrengen. Door op EU-niveau via bijvoorbeeld RescEU gezamenlijk voorraden aan te leggen of binnen de EU samen te werken op strategische of flexibele productiecapaciteit kan voor de lange termijn op een betaalbare manier zekerheid worden geboden. Er zal dan wel zekerheid gegeven moeten worden over het goed laten functioneren van de interne markt om ook binnen de EU leveringsproblemen te voorkomen.

Met proportionaliteit bedoelt het kabinet dat gezocht moet worden naar de meest efficiënte oplossing die zorgt voor leveringszekerheid en tegelijkertijd betaalbaarheid in het oog houdt. De EU kan hier een belangrijke rol spelen. Op het vlak van leveringszekerheid van geneesmiddelen heeft de EU gezondheidsraad op 12 mei jl. gesproken over het belang van een goede analyse van de kwetsbaarheden in de mondiale waardeketens teneinde tekorten te voorkomen. Dit is een al langer lopende discussie die door de coronacrisis eens te meer actueel is gebleken. Nederland heeft hierbij opgeroepen een Europese aanpak van geneesmiddelentekorten integraal te benaderen en ook onderdeel te laten zijn van de Europese industriestrategie en het EU recovery-plan. Het verkennen van de mogelijkheden tot het meer terughalen van de productie van geneesmiddelen naar de EU ziet Nederland als onderdeel hiervan.

De leden van de VVD-fractie lezen in de appreciatie ten aanzien van de «Roadmap for Recovery» het volgende: «Elementen uit de Green Deal en het European Green Deal Investment Plan kunnen naar voren worden gehaald om een groen herstel te versterken. Daarnaast wil het kabinet dat de uitgaven van de Europese Unie (EU) de EU-klimaat- en milieudoelen niet mogen schaden en lock-ins in fossiele brandstoffen moeten worden voorkomen». Deze leden vragen om zo precies mogelijk te specificeren om welke elementen het hierbij gaat. Ook vragen zij op welke manier elementen uit het European Green Deal Investment Plan naar voren kunnen worden gehaald en via welk fonds deze elementen uit het European Green Deal investment plan in dat geval worden gefinancierd.

Daarnaast vragen de leden van de VVD-fractie wat het kabinet bedoelt met het feit dat EU-uitgaven de EU- klimaat- en milieudoelen niet mogen schaden en dat lock-ins in fossiele brandstoffen moeten worden voorkomen. Is het kabinet het met deze leden eens dat de « Roadmap for Recovery» voornamelijk moet zien op werkgelegenheid en spoedig economisch herstel? Is het kabinet het met deze leden eens dat fossiele brandstoffen nog gedurende lange tijd zullen worden gebruikt? Hoe rijmt het kabinet dit met het feit dat lock-ins voor fossiele brandstoffen moeten worden voorkomen?

Het kabinet vindt het van belang dat acties om de economische problemen die voortvloeien uit de coronacrisis aan te pakken in samenhang zijn met de Green Deal en het European Green Deal Investment Plan. Daarom heeft de Minister van Economische Zaken en Klimaat, samen met zijn collega’s uit inmiddels 17 andere EU-lidstaten, een open brief ondertekend waarin wordt opgeroepen het economisch herstel in de EU vorm te geven in samenhang met de EU Green Deal en het European Green Deal Investment Plan (EGDIP). Het kabinet is voorstander van een grote rol van het European Green Deal Investment Plan bij het economisch herstel na de crisis, om zo duurzame investeringen binnen de EU te stimuleren. Dit zou het mogelijk maken om bepaalde initiatieven en investeringen gericht op de groene transitie uit de Green Deal en het EGDIP naar voren te halen. De Europese Commissie komt op korte termijn met een economisch herstelplan met daarin een voorstel voor de instelling van een Recovery Fund en nieuwe voorstellen voor het Meerjarig Financieel Kader 2021–2027. Aangezien de voorstellen nog niet gepubliceerd zijn is het op dit moment nog niet mogelijk om aan te geven om welke concrete elementen het zal gaan. Daarbij blijft het kabinet voorstander van een sterke reflectie van klimaat binnen het toekomstige Meerjarig Financieel Kader, waarbij minimaal 25% aan klimaat en de resterende middelen besteed worden in lijn met de Overeenkomst van Parijs (Paris proofing). Ook blijft het kabinet zich inzetten op de uitvoering van het recent gepubliceerde actieplan voor de industrie, waarbij CO2-reductie via innovatie, ontwikkeling van waterstof, CCS een belangrijke rol vervult.

Het herstel in de EU dient zo vorm gegeven te worden, dat de Green Deal hier een centrale rol in speelt. Dat betekent ook dat maatregelen ten behoeve van economisch herstel zoveel mogelijk moeten bijdragen aan, en in elk geval geen afbreuk moeten doen aan de milieu en klimaatdoelstellingen. Het economisch herstel en de Green Deal kunnen hand in hand gaan. Fossiele brandstoffen zullen inderdaad nog een tijd deel van onze energiemix uitmaken. Het is wel zaak om Europese publieke financiering te richten op lange termijn milieu en klimaatdoelstellingen.

Richtsnoeren aanbesteden en mededinging

De leden van de VVD-fractie lezen dat de richtsnoeren duidelijkheid geven over productie van schaarse (medische) hulpmiddelen. Vervolgens lezen de leden over de productie van geneesmiddelen. De leden vragen of geneesmiddelen de enige «schaarse» (medische) hulpmiddelen zijn? Zo nee, welke hulpmiddelen vallen hier nog meer onder, zodat men kan voorkomen dat er misbruik gemaakt wordt van deze richtsnoeren.

De leden van de VVD-fractie lezen dat één van de criteria waaraan moet worden voldaan luidt dat de maatregelen «mogen alleen worden toegepast zolang er (een risico op) een tekort is en niet langer dan de coronacrisis duurt». De leden vragen hoe «een risico op een tekort» door het kabinet wordt gedefinieerd.

In haar persbericht1 over de richtsnoeren licht de Europese Commissie toe dat deze met name gaat over geneesmiddelen en medische uitrusting die worden gebruikt om coronapatiënten te behandelen, maar dat noodsituaties ook voor andere essentiële goederen en diensten buiten de gezondheidssector kunnen ontstaan. De richtsnoeren gaan dus in principe over alle essentiële producten en diensten waarvoor schaarste kan ontstaan door de coronacrisis.

In normale tijden zijn bedrijven zelf verantwoordelijk om vooraf te beoordelen of specifieke afspraken die zij onderling maken toegestaan zijn onder de mededingingsregels. In deze uitzonderlijke tijden hebben mededingingstoezichthouders besloten om extra comfort vooraf te bieden, door het uitbrengen van deze richtsnoeren en door desgevraagd advies te geven. De richtsnoeren zijn bedoeld om bedrijven die willen samenwerken om tekorten op te lossen, houvast te geven zodat de levering van essentiële producten en diensten optimaal kan worden geborgd. De richtsnoeren verduidelijken onder welke voorwaarden samenwerking is toegestaan, maar het oordeel of dit in een specifiek geval zo is, blijft aan de mededingingstoezichthouder, zodat misbruik maken van de richtsnoeren niet mogelijk is. Als bedrijven toch nog twijfelen of hun samenwerkingsinitiatieven wel of niet verenigbaar zijn met de Europese mededingingsregels en of zij hebben voldaan aan de voorwaarden die in de richtsnoer worden genoemd, kunnen zij de Europese Commissie of hun nationale mededingingsautoriteit (in Nederland de ACM) om informeel advies vragen. Dat geldt ook voor de invulling van het criterium «risico op een tekort», wat sterk van de omstandigheden afhankelijk is en dus in de praktijk door de mededingingsautoriteiten beoordeeld moet worden. Ik heb van de ACM begrepen dat zij in deze uitzonderlijke tijden regelmatig om dergelijk informeel advies wordt gevraagd over of samenwerking is toegestaan onder de mededingingsregels, en partijen zoveel mogelijk probeert te faciliteren bij het bestrijden van de crisis zonder de belangen van consumenten op de korte en lange termijn uit het oog te verliezen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

Herstel van de Europese economie

De leden van de CDA-fractie onderschrijven het belang van een spoedig en volledig herstel van de interne markt, zodra dit vanuit het oogpunt van volksgezondheid verantwoord is, en een betere handhaving evenals een gecoördineerde afbouw van maatregelen en een actuele informatievoorziening richting burgers en bedrijven.

Het is de leden van de CDA-fractie bekend dat de Task Force interne-markthandhaving op 7 april 2020 voor het eerst bijeen is geroepen om te spreken over de belemmeringen voor het goederenverkeer binnen de EU die als gevolg van de coronacrisis zijn ingesteld, met name exportverboden en grenscontroles. Wat is de uitkomst geweest van deze gesprekken? Welke rol speelt het netwerk van nationale handhavingscoördinatoren?

Tijdens de bijeenkomsten riep de Europese Commissie lidstaten op om exportbeperkingen op de interne markt op te heffen, geen blokkades aan grenzen op te werpen en het vrij verkeer zo soepel mogelijk te laten verlopen. Zij wees daarbij op de richtsnoeren over de Groene corridors (grensovergangen die het ongehinderde vervoer van goederen moeten garanderen, om zo het goederenvervoer tijdens de COVID-19 crisis in stand te houden)2 en het vrij verkeer van werknemers die zij eerder publiceerde. Voorts riep zij lidstaten op om concrete problemen aan te dragen. Tot slot noemde de Commissie enkele voorbeelden van coördinerende maatregelen die zij had genomen, zoals gezamenlijke aanbestedingen en het Clearing House dat probeert vraag en aanbod van medische apparatuur te matchen.

In de discussie meldden sommige lidstaten maatregelen en beperkingen die zij hadden aangesteld. Andere lidstaten wezen op het gevaar van repercussies van derde landen als gevolg van ingestelde exportbeperkingen. Ook brachten enkele lidstaten eventuele tekorten van bepaalde medische producten of grondstoffen ter sprake. Lidstaten riepen de Commissie op om te rapporteren over vraag en aanbod van (medische) producten en over wat er aan de grenzen gebeurt. Met de bijeenkomst wilde de Commissie een sterke boodschap afgeven aan lidstaten. Zij komt mogelijk nog met een vervolg en denkt nog na over de permanente invulling van de Task Force.

Het netwerk van nationale handhavingscoördinatoren is nog niet start gegaan en heeft zodoende nog geen rol kunnen spelen. Niet duidelijk is wanneer dit van start gaat en hoe het precies wordt vormgegeven.

De leden van de CDA-fractie delen de constatering dat de coronacrisis heeft laten zien dat kwetsbaarheden in waardeketens, door eenzijdige afhankelijkheid op het gebied van essentiële producten voor de volksgezondheid, ongewenst is. Zij lezen dat tijdens deze videoconferentie zal worden gesproken over langetermijnoplossingen voor herstel. In haar brief geeft de Staatssecretaris aan dat het kabinet hierbij de balans zoekt tussen een open economie enerzijds en bescherming van economische en publieke belangen anderzijds. Deze leden zijn het hiermee eens en vragen hoe het kabinet in dit licht aankijkt tegen wederkerigheid, bijvoorbeeld waar het gaat om toegang tot de markt van derde landen die zelf ook toegang hebben tot de Europese markt en waar het gaat om de rol van grote platforms, hun bijdrage aan het opvangen van de klappen van de coronacrisis en hun machtspositie. Is het kabinet het met deze leden eens dat de coronacrisis de positie van deze grote platforms verder versterkt? Ziet het kabinet zijn om juist in deze tijd een eerlijk(er) speelveld te borgen en te creëren? Hoe zou dat kunnen? Kan het kabinet de daarnaast nader ingaan op (bewuste) verstoring van waardeketens, bijvoorbeeld wanneer landen als China de coronacrisis aangrijpen om hun aandeel in Europa’s economie te vergroten? Is de Staatssecretaris bereid dit thema tijdens deze raad aan de orde te stellen?

Het kabinet is voorstander van open markten, en hecht hierbij aan een hoge mate van wederkerigheid. Daarom hebben de Europese Commissie en het kabinet de laatste tijd verschillende voorstellen gedaan om de concurrentiekracht en mededinging op de Europese markt te verbeteren. Denk hierbij aan de voorstellen over de Europese industriestrategie 3 , aanbestedingen 4 en platforms en mededinging. 5 Het kabinet heeft ook een voorstel gedaan voor een level playing field instrument.6 Specifiek op het gebied van de macht van platforms zal ik de situatie blijven monitoren en doe een moreel appel op grote techbedrijven om hun verantwoordelijkheid proactief te nemen gegeven hun sterke positie. In het kader van de coronacrisis voert het kabinet daarnaast verschillende analyses uit rondom internationale waardeketens om kwetsbaarheden in kaart te brengen om te voorkomen dat zowel bewuste als onbewuste verstoringen in waardeketens zich manifesteren.

In het derde kwartaal 2020 komt het kabinet met zijn voorstel over ex ante mededingingsregels. Hoe ziet de tijdsplanning voor implementatie van deze regels er uit? Overweegt het kabinet zich sterk te maken voor een versnelde implementatie van deze ex ante (mededingings)regelgeving? Zo ja, hoe?

De huidige ontwikkelingen in de coronacrisis versterken inderdaad het belang van de Nederlandse beleidsinzet over mededinging en platforms. Ook vicevoorzitter van de Europese Commissie Margrethe Vestager stelt dat het goed functioneren van platformmarkten nog urgenter is geworden door de coronacrisis en dat het ontwikkelen van een bevoegdheid om vooraf platforms te kunnen controleren cruciaal is. Het risico dat consumenten en bedrijven niet om een aantal van deze grote platforms meer heen kunnen, zodat zij een poortwachterspositie kunnen krijgen, heeft al langere tijd mijn aandacht. Daarom heb ik in mei 2019 mijn beleidsinzet voor modernisering van het mededingingsinstrumentarium naar uw Kamer gestuurd.7 Een onderdeel daarvan is een ex-ante instrument om in te kunnen grijpen bij platforms met een poortwachterspositie. Omdat deze platforms in de hele EU actief zijn, dient dit instrument op Europees niveau te worden ingesteld. Ik heb me hier de afgelopen periode dan ook sterk voor gemaakt in Europa. De Europese Commissie heeft inmiddels in haar strategie «Shaping Europe’s Digital Future» aangekondigd met een voorstel te komen. Dit voorstel wordt begin 2021 verwacht en sneller dan dit is waarschijnlijk niet mogelijk. De Commissie moet namelijk een aantal stappen doorlopen voor er een voorstel is. Momenteel verzamelt zij data t.b.v. haar impact assessment. Ook zal zij binnenkort beginnen met een consultatie. Vervolgens wordt op basis hiervan een voorstel opgesteld. Ik vind dit een zeer belangrijk onderwerp en span mij er nadrukkelijk voor in om de genoemde stappen zo (voor)spoedig mogelijk te laten verlopen, onder meer door het verder uitwerken van mijn beleidsinzet om de Europese Commissie van ideeën te voorzien, zoals uitgelegd in de brief die ik in april jl. naar uw Kamer zond.8

Richtsnoeren aanbesteden en mededinging

De leden van de CDA-fractie vinden het goed dat de Europese Commissie de coronacrisis als «onvoorzienbare gebeurtenis» aanmerkt en daarmee spoedaanbestedingsprocedures mogelijk zijn, en dat er kaders zijn gesteld waarbinnen ruimte is voor onderlinge afspraken over bijvoorbeeld productie en daarbij een route voor een «comfortbrief». Kan worden aangegeven in hoeverre Nederland of Nederlandse partijen hier al gebruik van maken?

Op TenderNed (publicatieplatform voor aanbestedingen) zijn sinds de start van de intelligente lockdown op 13 maart jl. acht spoedaanbestedingen aangekondigd door aanbestedende diensten. Dit beeld wijkt niet af van voorafgaande weken, maanden of jaren.

Wat betreft het gebruik maken van de mogelijkheid om advies op te vragen van de mededingingstoezichthouder via mondeling of schriftelijk comfort heb ik, zoals aangegeven in mijn antwoord op de vraag van leden van de VVD-fractie hierover, van de ACM begrepen dat dit ook gebeurt en dat zij partijen zoveel mogelijk probeert te faciliteren bij het bestrijden van de crisis zonder de belangen van consumenten op de korte en lange termijn uit het oog te verliezen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie

Herstel van de Europese economie

De leden van de GroenLinks-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de informele Raad voor Concurrentievermogen die via videoverbinding op 15 mei 2020 zal plaatsvinden. Hier zullen met name de langetermijnmaatregelen besproken worden om de economie te herstellen van de huidige coronacrisis. Deze leden zijn erg benieuwd hoe andere lidstaten nadenken over het economisch herstel op de lange termijn en kijken dan ook uit naar het verslag van deze Raad en de beantwoording van hun vragen.

De leden van de GroenLinks-fractie maken zich grote zorgen over de manier waarop Nederland en onze buurlanden omgaan met de huidige economische gevolgen van de coronacrisis. Is dat dezelfde manier als de aanpak van de crisis in 2008? Zij maken zich zorgen dat er niet voldoende gekeken wordt naar andere grote opgaves zoals de huidige biodiversiteits- en klimaatcrisis en de groeiende kloof tussen arm en rijk. Het kabinet schrijft dat het van mening is dat dit alles moet worden bezien vanuit een balans tussen een open economie en bescherming van economische en publieke belangen. Kan nader worden uitgelegd wat hiermee bedoeld wordt? Kunnen deze leden ervan uitgaan dat het kabinet bij het vinden van maatregelen en oplossingen met een brede blik naar de huidige economische crisis kijkt, waarbij gedacht wordt aan win-win-oplossingen in gezamenlijkheid met andere belangrijke opgaves?

De huidige crisis is anders dan de financiële crisis. Het coronavirus is een exogene schok. De gezondheidsmaatregelen om de verspreiding van het virus te remmen hebben een ongelofelijke impact op de economie van de gehele EU. Grote delen van de economie zijn abrupt tot stilstand gekomen en we zullen met het virus moeten leven totdat er een vaccin is. Dit maakt het heel anders dan de financiële crisis. De huidige crisis vraagt daarom ook deels om andere maatregelen. Wel wordt er nu geprofiteerd van het feit dat na de crisis in 2008 is getracht de EU weerbaarder te maken tegen schokken. Zo zijn de buffers van banken versterkt en zijn er ook destijds noodpakketten voorbereid waar nu op voortgeborduurd wordt. Dit heeft ervoor gezorgd dat de EU en de afzonderlijke lidstaten dit keer sneller kon reageren met noodmaatregelen.

Voor het herstel van de Europese economie zijn straks andere maatregelen nodig. Herstelmaatregelen moeten prikkels voor lidstaten bevatten om structurele hervormingen door te voeren en investeringen te richten op het toekomstig verdienvermogen onder meer door te focussen op de groene en digitale transities, zodat de economieën in lidstaten houdbaar en duurzaam versterkt worden en de EU sterker uit de coronacrisis komt.9

Om sterker uit de coronacrisis te komen moet ook de balans worden bewaakt tussen een open economie en bescherming van economische en publieke belangen. De huidige crisis kan zorgen voor een protectionistische tendens bij landen. Het kabinet wil waken voor een overreactie. Een open economie met sterke internationale verbindingen brengt een grote mate van welvaart met zich mee, mede dankzij specialisatie en het benutten van comparatieve voordelen. Een open economie brengt echter ook afhankelijkheden en kwetsbaarheden met zich mee, die momenteel door de coronapandemie worden blootgelegd. Deze kwetsbaarheden voor publieke en economische belangen moeten geadresseerd worden, maar tegelijkertijd moeten we onze economische kernwaarden als vrije handel en eerlijke concurrentie borgen. Hiertussen zoekt het kabinet naar de juiste balans.

De leden van de GroenLinks-fractie zijn verheugd te horen dat verschillende lidstaten, waaronder Nederland, achter een herstelplan scharen waarin de Green Deal een centrale rol in neemt. Goed nieuws. Toch zijn deze leden benieuwd welke groene coronamaatregelen en actie andere lidstaten nu al nemen. Zo hebben deze leden vernomen dat Duitsland werkt aan een herstelplan dat streeft naar een klimaatneutrale economie. Wat vindt het kabinet van een dergelijk plan en kan het nog meer inspirerende voorbeelden uit buurlanden noemen? Kan het kabinet daarnaast delen in hoeverre het met andere gelijkgezinde landen samenwerkt om een groen herstelplan te verwezenlijken?

De leden van de GroenLinks-fractie maken zich zorgen over de andere kant van het spectrum. Deze leden hebben gehoord dat er toch weer lidstaten zijn die de uitvoering van de New Green Deal uit willen stellen, terwijl deze leden er van overtuigd zijn dat de combinatie van uiterst belang is. Juist omdat een goede coördinatie rondom deze uitvoering van de Green Deal kan voldoen aan de behoefte voor economisch herstel op de korte termijn en het behalen van duurzaamheidsdoelen op de lange termijn. Kan de laatste stand van zaken in een krachtenveld worden geschetst? In andere woorden hoe denken andere lidstaten op dit moment over deze combinatie van opgaves? Welke landen liggen dwars en hoe is het kabinet van plan om deze landen te overtuigen?

Zoals hierboven aangegeven steunt het kabinet samen met 17 andere lidstaten een open brief over een herstelplan dat in lijn moet zijn met de duurzame ambities van de EU. In de brief wordt naast klimaatneutraliteit in 2050 ook het belang van ophoging van het 2030-doel benadrukt. Hieruit blijkt dat er brede steun is voor het standpunt dat de herstelmaatregelen in lijn moeten zijn met de doelen van de Green Deal en geen investeringen te doen die deze doelen schaden. Daarnaast moet rekening gehouden worden met een eerlijke transitie. Dit is ook een van de pijlers is van de Green Deal. Hoewel er inderdaad geluiden zijn uit andere lidstaten om de uitvoering van de Green Deal uit te stellen is een formeel verzoek hierover aan de Commissie uitgebleven. Een aantal voornamelijk Oost-Europese lidstaten pleit voor financiering in de vorm van subsidies. In het verslag van de informele Energieraad van 28 april jl. is uw Kamer geïnformeerd over de prioriteiten van de lidstaten.10 Naar verwachting zal het thema opnieuw ter sprake komen bij de Milieuraad op 22 juni en de informele Milieuraad op 13 en 14 juli. Hier zal de Kamer op de gebruikelijke manier over worden geïnformeerd. Het kabinet staat in eerste instantie in nauw contact met klimaatambitieuze EU-lidstaten. Nu de juiste herstelmaatregelen nemen is economisch slim en zorgt ervoor dat we de economie toekomstbestendig maken.


X Noot
3

Zie Fiche: een nieuwe industriestrategie voor Europa, Kamerstuk 22 112, nr. 2862

X Noot
4

Zie Kamerbrief over een effectief internationaal aanbestedingsinstrument, Kamerstuk 35 207, nr. 33

X Noot
5

Zie Kamerstuk 35 134, nr. 2

X Noot
6

Zie Kamerstuk 21 501–30, nr. 470

X Noot
7

Zie Kamerstuk 27 879, nr. 71

X Noot
8

Zie Kamerstuk 35 134, nr. 13

X Noot
9

Zie voor een appreciatie van de «roadmap for recovery» het verslag van Verslag videoconferentie Europese Raad 23 april 2020. Kamerstuk 21 501-20, nr. 1536

X Noot
10

Zie Kamerstuk 21 501-33, nr. 808

Naar boven