Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 21501-28 nr. 264 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2023-2024 | 21501-28 nr. 264 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 6 februari 2024
Hierbij bied ik u het verslag aan van de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) Defensie van 30–31 januari 2024 te Brussel, waaraan ik heb deelgenomen.
Militaire EU-steun aan Oekraïne
De bespreking begon met een videoboodschap van de Oekraïense Minister van Defensie Umerov, waarbij hij in ging op de actuele situatie en de Oekraïense behoefte aan militaire steun. Hij pleitte voor het opschalen van de productiecapaciteit van de defensie-industrie en voor samenwerking tussen de EU en de Oekraïense defensie-industrie.
In de daaropvolgende bespreking was er onder de Ministers brede steun voor het voortzetten en intensiveren van de militaire EU-steun aan Oekraïne, zowel via de EU-trainingsmissie EUMAM (EU Military Assistance Mission), als via EU-financiering van wapen en munitieleveranties. Via EUMAM zijn intussen circa 40.000 Oekraïense militairen getraind en de Hoge Vertegenwoordiger (HV) stelde dat de doelstelling is om voor het eind van de zomer nog eens 20.000 militairen te trainen. Tevens werd een stand van zaken gedeeld over het voorstel om binnen de Europese Vredesfaciliteit (EPF) een Ukraine Assistance Fund (UAF) te creëren. Een ruime meerderheid van de lidstaten, inclusief Nederland, steunt dit voorstel waarbij er 5 mld. euro beschikbaar wordt gesteld voor 2024.
De HV en de Commissaris voor de Interne Markt gaven daarnaast een update over de voortgang van leveringen van munitie aan Oekraïne. Er werd geconstateerd dat de doelstelling om 1 miljoen granaten te doneren voor maart 2024 niet gehaald zal worden. De HV verwacht dat in maart 2024 circa 500.000 granaten aan Oekraïne geleverd zullen zijn en dat voor het einde van 2024 meer dan 1 miljoen granaten zijn geleverd. Het gaat hierbij om leveringen uit eigen voorraden van lidstaten en leveringen op basis van bestellingen bij de defensie-industrie, deels via gezamenlijke aanschaf door groepen van lidstaten. De HV gaf aan dat de munitiebehoefte van Oekraïne ook na 2024 groot zal zijn. Hij riep lidstaten daarom op door te blijven gaan met het aanschaffen van munitie ten behoeve van Oekraïne. Ik heb deze oproep ondersteund en gewezen op de aanschaf die Nederland reeds heeft gedaan en nog voornemens is te doen. Het kabinet acht het blijvend steunen van Oekraïne van het grootste belang.
Paraatheid Europese Defensie-industrie
Er was eensgezindheid onder de lidstaten dat de Europese Defensie Technologische en Industriële Basis (EDTIB) moet worden versterkt en dat de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie moet worden vergroot. Dit vanwege de noodzaak om de steun aan Oekraïne te kunnen voortzetten en om de gereedheid van de krijgsmachten van de lidstaten te vergroten in het licht van de toegenomen dreiging vanuit Rusland. Commissaris Breton gaf aan dat de productiecapaciteit van artilleriemunitie door de Europese defensie-industrie in maart a.s. op 1 miljoen granaten zal staan en aan het eind van 2024 stijgt naar 1,4 miljoen granaten per jaar. Daarnaast gaf de Commissaris een toelichting op de Europese Defensie Industrie Strategie (EDIS) en het Europese Defensie Investeringsprogramma (EDIP), die hij naar verwachting eind februari zal presenteren. Deze voorstellen zullen eraan moeten bijdragen dat de EU meer in staat is om zelf het benodigde defensiemateriaal te produceren. Ook zullen de voorstellen maatregelen bevatten die gezamenlijke aanschaf van capaciteiten stimuleren en de defensie-industrie ondersteunen bij het verder opschalen van productiecapaciteit.
Ik heb aangegeven dat Nederland uitkijkt naar de voorstellen EDIS en EDIP, die een belangrijke bijdrage zullen leveren aan het versterken van de EDTIB. Daarbij heb ik benadrukt dat snelle opschaling van de productiecapaciteit, om eerder genoemde redenen, hoogst noodzakelijk is. Het is daarom ook belangrijk dat lidstaten bestellingen bij de industrie blijven plaatsen, waar mogelijk gezamenlijk met andere lidstaten. Het kabinet heeft vorig jaar onder andere voor 260 miljoen euro gezamenlijk met andere lidstaten 155mm munitie aangeschaft voor Oekraïne, deels via het Europees Defensie Agentschap (EDA) en deels via het Duits geleide inkoopproject. Het kabinet zal dit jaar voor nog eens 87 miljoen euro aan 155mm munitie bestellen voor Oekraïne via het Duits geleide inkoopproject. Daarnaast blijft Nederland zelf munitiebestellingen plaatsten ten behoeve van het aanvullen van de eigen voorraden en voor Oekraïne. Waar nodig zullen lidstaten ook munitie in derde landen bestellen. Ook heb ik ook gewezen op het belang van betere toegang van de defensie-industrie tot private financiering.
Actuele Zaken
Tijdens de lunchbespreking werd in aanwezigheid van VN USG Lacroix, NAVO plv. SG van Weel en EP SEDE-voorzitter Loiseau gesproken over de ontwikkelingen in de Rode Zee, de Sahel en West-Afrikaanse kuststaten.
Situatie Rode Zee
Er was onder de lidstaten brede steun voor het voorstel van de HV voor de EU maritieme veiligheid operatie (EUNAVFOR ASPIDES) om de vrijheid van navigatie in de Rode Zee te beschermen. De planning is dat het Raadsbesluit daartoe wordt genomen tijdens de RBZ van 19 februari 2024. Het doel van de operatie is het begeleiden van commerciële schepen en om deze te beschermen indien ze worden aangevallen op grond van zelfverdediging. Ik heb benadrukt dat het belangrijk is dat er een diplomatiek spoor wordt ingezet om het draagvlak in de regio zeker te stellen en dat de operatie nauw zal samenwerken met de Operatie Prosperity Guardian. Een aantal lidstaten gaf aan dat het overweegt om schepen te leveren voor deze EU-operatie. Het kabinet onderzoekt op dit moment of en zo ja in welke vorm Nederland een bijdrage kan leveren en zal de Kamer daarover op korte termijn informeren.
Sahel en West-Afrikaanse Kuststaten
Er werd gesproken over de ontwikkelingen in de Sahelregio, waar de politieke en veiligheidssituatie complex is en de EU haar inzet op veiligheid en defensiebeleid volgens de HV zal moeten aanpassen. De EU is voornemens om tijdens de RBZ van 19 februari 2024 een conceptaanpak voor de Sahel landen te presenteren. De HV rapporteerde dat Mali, Niger en Burkina Faso hun vertrek uit ECOWAS hebben aangekondigd en dat Niger de EU gevraagd heeft om haar militaire en civiele missies in het land te beëindigen. Alle militairen zijn inmiddels teruggetrokken en er worden voorbereidingen getroffen voor het beëindigen van de civiele missie op korte termijn. De HV wees erop dat het mandaat voor EUTM Mali in mei dit jaar afloopt en dat de EU binnenkort een besluit zal moeten nemen over hoe verder te gaan met deze missie. In de West-Afrikaanse kuststaten wordt op dit moment een nieuwe veiligheidssamenwerking opgezet, waarvoor EU defensie-attaches concrete handelingsopties in kaart brengen. Ik heb aangegeven dat ik bezorgd ben over de verslechterende situatie in de Sahel en de toenemende dreiging van extremistische groeperingen in West-Afrika. Het is van belang dat de EU bijdraagt aan het indammen van deze dreiging. In dat kader heb ik begin januari 2024 een bezoek gebracht aan de regio, waar ik onder andere de Nederlandse financiële bijdrage van drie miljoen euro over een periode van drie jaar aan de International Counterterrorism Academy (AILCT) heb aangekondigd en met mijn Ivoriaanse en Senegalese collega heb gesproken over het onderzoeken van nadere samenwerking.
De jarenlange betrokkenheid van de internationale gemeenschap in de Sahel heeft niet geleid tot duurzame stabiliteit. Hier moeten we lessen uit trekken, waaronder het belang van lokaal eigenaarschap, vraag gestuurde missies en flexibele ondersteuning. Het kabinet is positief over de versterkte kleinschalige en vraaggestuurde samenwerking tussen de EU en de West Afrikaanse kuststaten op gebied van veiligheid en het genoemde veiligheids- en defensie-initiatief, waar deze lessen het uitgangspunt vormen.
Militaire Mobiliteit
Voorafgaand aan de RBZ ondertekende ik namens Nederland samen met Duitsland en Polen een intentieverklaring voor een geharmoniseerde militaire mobiliteitscorridor door deze drie landen. Doel is het vergemakkelijken van het verplaatsen van troepen door deze landen. De uitwerking hiervan zal zich richten op het wegnemen van zaken die militaire verplaatsingen vertragen, zowel op infrastructureel als administratief gebied, en op logistieke ondersteuning.
Toezegging overwinsten defensie-industrie
Tot slot kom ik graag terug op de toezegging aan het lid Piri tijdens het commissiedebat NAVO DMM op 10 juli 2023 (Kamerstuk 28 676, nr. 438) over overwinsten in de defensie-industrie. Er is een sterke groeiverwachting voor de wereldwijde defensie-industrie. Tegelijkertijd kampt de sector ook met schaarste op het gebied van grondstoffen in combinatie met toegenomen vraag en met krapte op de arbeidsmarkt. Ook zijn de leveringsketens in de defensiemarkt veelal internationaal georiënteerd met toeleveringsketens buiten Europa.
Defensie besteedt veelal in concurrentie aan, wat bijdraagt aan een redelijke prijs voor het geleverde product. Als Defensie niet onder concurrentiestelling aanbesteedt, voert de Audit Dienst Rijk controle uit alvorens het contract wordt gesloten. Dit kan ertoe leiden dat Defensie niet met een leverancier in zee gaat omdat er sprake kan zijn van te hoog gecalculeerde winsten in de offerte.
Gezien het belang van samenwerking met de industrie, alsmede de rol van de industrie in het versterken van veiligheid in Europa en strategische autonomie, blijft Defensie samen met het Ministerie van Economische Zaken in gesprek met de sector om productie op duurzame wijze te verhogen.
De Minister van Defensie, K.H. Ollongren
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-28-264.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.