21 501-28 Defensieraad

Nr. 223 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 20 augustus 2021

Inleiding

Hierbij ontvangt u de geannoteerde agenda voor de informele Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) die op 1 en 2 september aanstaande in Ljubljana zal plaatsvinden met de ministers van Defensie. Ik ben voornemens deel te nemen aan deze Raad.

Op deze informele RBZ zullen de ministers spreken over het EU Strategisch Kompas, met focus op het deelonderwerp weerbaarheid, over actualiteiten met betrekking tot EU-missies en -operaties en zal een lunch plaatsvinden met de Secretaris-Generaal van de NAVO, Jens Stoltenberg en ondersecretaris voor Vredesmissies van de VN, Jean-Pierre Lacroix met als onderwerpen EU-NAVO en EU-VN samenwerking. Hoewel dit op moment van schrijven nog niet door de Hoge Vertegenwoordiger (HV) of het Sloveense EU-voorzitterschap is gecommuniceerd, valt te verwachten dat tijdens deze informele RBZ ook gesproken zal worden over de crisis in Afghanistan. In dit verband zal Nederland het belang van internationale coördinatie onderstrepen.

Strategisch Kompas

Het doel van het Strategisch Kompas is om richting te geven aan het EU Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB), door te bepalen waartoe de EU op het gebied van veiligheid en defensie de komende vijf tot tien jaar in staat moet zijn, en hoe dat gerealiseerd moet worden. In navolging op de bespreking van de hoofdstukken crisismanagement1, capaciteitsontwikkeling2 en partnerschappen3 zal tijdens deze informele RBZ Defensie het laatste hoofdstuk «weerbaarheid» besproken worden. Dit vormt het sluitstuk van de strategische dialoogfase waarin de lidstaten, EU instellingen en denktanks over de verschillende onderdelen van het Strategisch Kompas brainstormen. Nederland heeft actief aan deze dialoogfase meegedaan, onder meer via het opstellen van diverse non-papers.4

Ten aanzien van het hoofdstuk weerbaarheid gaat het onder meer om de bescherming van de Unie en haar burgers tegen dreigingen van buitenaf, waaronder hybride, cyber en desinformatie, maar ook om samenwerking tussen krijgsmachten bij de bestrijding van pandemieën, de beveiliging van kritieke infrastructuur, het voorbereiden van GVDB-missies en -operaties op hybride dreigingen en de toegang tot de global commons (ruimte, maritiem, cyber, luchtruim).

Medio november zal de HV een conceptversie van het Strategisch Kompas presenteren en worden de onderhandelingen daarover in de Raad opgestart. Het Strategisch Kompas zal dan ook de komende maanden op de agenda’s van de Raad Buitenlandse Zaken en Raad Buitenlandse Zaken Defensie terugkomen. Het Strategisch Kompas zal in maart 2022, tijdens het Franse EU-voorzitterschap, worden afgerond.

Nederlandse positie

Voor Nederland zijn binnen dit hoofdstuk met name cyber- en hybride dreigingen prioritair. Op het gebied van cyber heeft de EU, mede op Nederlands initiatief, reeds een instrumentarium voor diplomatieke respons in gebruik, namelijk «Framework for a Joint EU Diplomatic Response to Malicious Cyber Activities» (Cyber Diplomacy Toolbox). Met oog op het Strategisch Kompas pleit Nederland ook voor een assertiever en beter gecoördineerd optreden van de EU ten aanzien van hybride dreigingen. Daartoe heeft Nederland een non-paper opgesteld dat met uw Kamer gedeeld is.5 Nederland pleit voor het ontwikkelen van een EU hybride toolbox, waarin de verschillende bestaande interne en externe EU-instrumenten op het gebied van het tegengaan van hybride dreigingen samen worden gebracht en integraal ingezet kunnen worden. Hierbij kan gedacht worden aan de reeds ontwikkelde initiatieven op het gebied van desinformatie (EDEO StratCom Task Forces). Om als EU assertiever te kunnen optreden tegen hybride dreigingen zijn er ook nieuwe, te ontwikkelen, responsopties nodig, waaronder de mogelijkheid van sancties en een EU strategie voor het tegengaan van hybride dreigingen bij GVDB-missies en -operaties. Het beschermen van burgers tegen desinformatie en hybride- en cyberdreigingen moet volgens Nederland gebeuren in nauwe afstemming met de NAVO. Hierbij wordt bijvoorbeeld gedacht aan gecoördineerde reacties op cyber- en hybride aanvallen en betere informatiedeling tussen de EU en de NAVO.

EU operationele inzet

De HV zal onder dit agendapunt ingaan op recente ontwikkelingen rondom militaire EU-missies en operaties. Naar verwachting zal de nadruk hierbij liggen op de situatie in Mozambique en de stand van zaken rondom de EU-militaire trainingsmissie (EUTM), waarover de RBZ van 12 juli jl. een besluit nam en die de EU dit najaar zal ontplooien. Deze missie dient ter ondersteuning van het Mozambikaanse leger zodat het beter in staat is de vrede en stabiliteit in de onrustige regio Cabo Delgado te handhaven. Ook zal er worden stilgestaan bij de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Nu de EPF operationeel is, zal het gesprek gaan over de eerste steunmaatregelen die onder de EPF zullen worden ingezet. Het gaat om voortzetting van steun aan de Afrikaanse Unie, zoals onder de Afrikaanse Vredesfaciliteit (APF), en het verlenen van materiële, niet-letale, steun aan Mozambique ten behoeve van de effectiviteit van de EUTM. Er wordt een geïntegreerd steunpakket aangeboden door de te trainen Mozambikaanse eenheden ook te voorzien van de nodige uitrusting zoals EHBO-sets, tenten en uniformen.

Nederlandse positie

Nederland staat positief tegenover de ontplooiing van de EUTM in Mozambique gezien de zorgelijke veiligheidssituatie in het land. Nederland is niet voornemens om een personele bijdrage aan de missie te leveren. Ten aanzien van de EPF is Nederland tevreden met de continuering van de steun aan de Afrikaanse Unie. Ook verwacht Nederland dat de steunmaatregelen ten behoeve van EUTM Mozambique de effectiviteit van de missie ten goede zal komen. Wel dringt Nederland aan op een coherente strategie en strikte waarborgen om potentiele risico’s van het leveren van dergelijke steunmaatregelen te identificeren, evalueren en mitigeren.

EU-NAVO en EU-VN samenwerking

Tijdens de lunch met de Secretaris-Generaal van de NAVO, Jens Stoltenberg en ondersecretaris voor Vredesmissies van de VN, Jean-Pierre Lacroix, zal worden gesproken over de EU-NAVO en EU-VN samenwerking.

Nederlandse positie

Nederland zet in op versterking van de EU-NAVO samenwerking. Dat geldt zowel op politiek niveau alsook ten aanzien van de meer praktische samenwerking tussen beide organisaties. Daartoe heeft Nederland samen met Duitsland een non-paper opgesteld dat op 20 mei jl. vertrouwelijk met de Kamer is gedeeld.6 Nederland ziet vooral mogelijkheden voor meer samenwerking en synergie tussen de EU en NAVO op het gebied van militaire mobiliteit, hybride dreigingen, cyberweerbaarheid, klimaat en defensie en disruptieve technologieën. Nederland zou graag zien dat er ten aanzien van deze thema’s specifieke afspraken worden gemaakt om de informatiedeling en samenwerking tussen de EU en de NAVO te vergroten.

Ook goede samenwerking tussen de EU en de VN is van belang, aangezien beide organisaties vaak in dezelfde landen en regio’s actief zijn, zoals bijvoorbeeld in de Sahel regio. Het EU-VN partnerschap biedt goede kaders voor die samenwerking. Veel EU-lidstaten leveren ook bijdragen aan VN-missies waarbij de meerwaarde ligt bij het leveren van hoogwaardige capabilities (enablers). Op het gebied van rotatieschema’s, trainingen en opleidingen liggen mogelijkheden om EU-VN samenwerking verder te versterken.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten


X Noot
1

Raad Buitenlandse Zaken Defensie d.d. 6 mei 2021, Kamerstuk 21 501-28, nr. 220

X Noot
2

Informele Raad Buitenlandse Zaken Defensie d.d. 28 mei 2021, Kamerstuk 21 501-28, nr. 222

X Noot
3

Raad Buitenlandse Zaken d.d. 12 juli 2021, Kamerstuk 21 501-02, nr. 2390

X Noot
4

Non-papers over militaire mobiliteit en de EU Battle Group (Kamerstuk 21 501-28, nr. 220), EU-NAVO samenwerking (Kamerstuk 28 676, nr. 368) en early warning/early action (EWEA) en hybride dreigingen (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2378).

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2378

X Noot
6

Kamerstuk 28 676, nr. 368

Naar boven