21 501-28 Defensieraad

25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 199 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 april 2020

Inleiding

Hierbij bied ik u het verslag aan van de videoteleconferentie (VTC) met de EU Ministers van Defensie inzake het COVID-19 virus.

Geagendeerde onderwerpen

De vergadering stond volledig in het teken van de militaire aspecten van de impact van het virus. De ministers gingen daarbij in op de militaire ondersteuning die nationaal wordt verleend door de ministeries van Defensie van de verschillende lidstaten en op hoe de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) en de EU Militaire Staf (EUMS) de inzet van de EU-lidstaten kunnen ondersteunen. Nederland heeft toegelicht hoe Defensie de civiele autoriteiten ondersteunt en heeft aangegeven regelmatig informatie over de nationale Defensie inzet met overige lidstaten te willen delen. Vele lidstaten, waaronder Nederland, ondersteunden een mogelijke faciliterende en ondersteunende rol voor de Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) en de EU Militaire Staf (EUMS), waarbij werd gewezen op het feit dat dit niet moet leiden tot duplicatie met nationale mechanismen en het werk van NAVO. Afgesproken is dat binnen bestaande mandaten ook in EU-verband door de Hoge Vertegenwoordiger (HV) binnen EDEO een Task Force zal worden opgericht die de uitwisseling van informatie over militaire ondersteuning die nationaal wordt verleend door de ministeries van Defensie van de verschillende lidstaten zal faciliteren met het oog op afstemming tussen de EU-lidstaten indien dat is gewenst. Het belang van afstemming tussen activiteiten die plaatsvinden in EU-kader en in NAVO-verband werd daarbij tijdens de VTC meermaals benadrukt. Door verschillende lidstaten werd aandacht gevraagd voor de bestrijding van desinformatie in relatie tot het COVID-19 virus.

Daarnaast hebben de ministers besproken wat de impact van het COVID-19 virus is op de missies en operaties die plaatsvinden in het kader van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB). Voor wat betreft de impact van het virus op de GVDB-missies en -operaties onderstreepten de lidstaten, waaronder Nederland, dat voorop dient te staan dat de gezondheid van al diegenen die betrokken zijn bij de EU-missies en operaties wordt geborgd. Alle lidstaten gaven aan belang te hechten aan een gecoördineerde en coherente aanpak ten aanzien van de GVDB-missies en -operaties, waarbij unilaterale stappen vermeden dienen te worden. Tegelijkertijd werd benadrukt dat GVDB-missies en -operaties waar mogelijk operationeel blijven om de stabiliteit in de betreffende landen zoveel mogelijk te waarborgen.

Tot slot werd er kort gesproken over de strategische implicaties van de uitbraak van het virus op het terrein van Veiligheid en Defensie, waarbij de eerste mogelijke beleidsmatige gevolgen voor de middellange en lange termijn werden aangestipt. Nederland heeft aangestuurd op een nadere discussie op basis van een uitgewerkte analyse, waarbij is aangegeven dat Nederland hier graag aan meewerkt. De HV zal een voorzet voor deze discussie aanbieden aan de EU-lidstaten.

De Minister van Defensie, A.Th.B. Bijleveld-Schouten

Naar boven