21 501-28 Defensieraad

Nr. 145 BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 oktober 2016

Op 26 en 27 september jl. is de informele Raad Buitenlandse Zaken met Ministers van Defensie gehouden in Bratislava, Slowakije. Hierbij bied ik u het verslag van deze vergadering aan. De Ministers spraken over de uitwerking van de EU Global Strategy op veiligheids- en defensiegebied. Hierbij zijn ook de Duits-Franse voorstellen voor het versterken van het Gemeenschappelijk Veiligheids- en Defensiebeleid (GVDB) aan de orde gekomen. De Ministers van Defensie hebben daarnaast gesproken over EU-Navo samenwerking en de GVDB-missies en operaties. De Secretaris-Generaal van de Navo, dhr. Stoltenberg, en de plaatsvervangend Secretaris-Generaal van de VN voor vredesoperaties, dhr. Ladsous, woonden delen van de bijeenkomst bij.

In deze brief informeer ik u voorts over de recente ontwikkelingen ten aanzien van de Prepartory Action, overeenkomstig mijn toezegging tijdens het algemeen overleg van 14 september jl. Tot slot informeer ik u over de verlenging van de Nederlandse bijdragen aan EUFOR Althea en KFOR.

Agenda onderwerp 1: EU Global Strategy en het Europese Defensie Actieplan

Tijdens de eerste werksessie spraken de Ministers over de uitwerking van de EU Global Strategy op veiligheids- en defensiegebied die vorm moet krijgen in het Implementation Plan on Security and Defence (hierna: het implementatieplan). In het implementatieplan zullen het ambitieniveau voor het GVDB worden beschreven en de benodigde civiele en militaire capaciteiten worden geïdentificeerd.

Tijdens de discussie over het implementatieplan onderstreepten verschillende lidstaten het belang van een realistisch ambitieniveau. Ook ik heb mij hier duidelijk over uitgesproken. Ik heb gesteld dat de EU zich dient te richten op praktische en doelmatige samenwerking, coherent optreden en het verbeteren van interoperabiliteit. Voorts heb ik het belang van eensgezindheid en gemeenschappelijke actie onderstreept. Als reactie op de Duits-Franse voorstellen voor het versterken van het GVDB, heb ik beklemtoond dat de EU een pragmatische en resultaatgerichte aanpak behoeft; praktische oplossingen voor echte problemen en geen symboolpolitiek. Daarbij heb ik het beter gebruikmaken van bestaande instrumenten en het beter samenwerken met partners zoals de Navo, vooral ook op het gebied van de capaciteitsontwikkeling, als belangrijke actiepunten genoemd. Verschillende lidstaten hebben deze punten gesteund.

Proces en tijdschema Implementation Plan on Security and Defence

Hoge Vertegenwoordiger (HV) Mogherini zal tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 17 oktober a.s. een toelichting geven op het tijdschema voor de uitvoering van de EU Global Strategy over de volle breedte van het externe EU-beleid. Volgens de roadmap van de HV wordt het Implementation Plan on Security and Defence op 15 november a.s. aan de Raad Buitenlandse Zaken met Ministers van Defensie gepresenteerd. De verwachting is dat de HV het implementatieplan vervolgens aan de staatshoofden en regeringsleiders zal voorleggen tijdens de Europese Raad in december. Ook het Europese Defensie actieplan van de Europese Commissie – gericht op onderzoek, het versterken van de interne defensiemarkt en -industrie, en financiële stimuleringsmaatregelen – zal dan gereed zijn.

Gedurende de maand oktober kunnen de lidstaten bijdragen leveren voor het implementatieplan en worden conceptversies van het plan via de werkgroepen met de lidstaten besproken. Door het korte tijdsbestek zal het consultatieproces niet zo uitgebreid zijn als voor de EU Global Strategy. Nationale parlementen zullen via de gebruikelijke procedures worden betrokken. Uw Kamer zal in de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken met Ministers van Defensie op 15 november a.s. worden geïnformeerd over de opzet en de inhoud van het implementatieplan.

Agenda onderwerp 2: EU-Navo samenwerking

Tijdens de werksessie over EU-Navo samenwerking stond HV Mogherini stil bij de gezamenlijke EU-Navo verklaring die op 8 juli jl. tijdens de Navo-top in Warschau is uitgegeven (bijlage bij Kamerstuk 28 676, nr. 252). De HV stelde dat er sprake is van vooruitgang op verschillende deelgebieden. Zo wordt op het gebied van cyberdefensie informatie op stafniveau door de EU en Navo uitgewisseld en wordt bezien hoe de operatie EUNAVFOR MED Sophia door de Navo-operatie Sea Guardian kan worden ondersteund. Ook wordt gewerkt aan een gezamenlijke oefenkalender. Finland treft voorts voorbereidingen voor het oprichten van een Centre of Excellence for countering hybrid threats (conform een maatregel uit de gezamenlijke mededeling over de EU-aanpak van hybride dreigingen (JOIN/2016/018)). Het Finse centrum zal zich richten op doctrine- en conceptontwikkeling, onderzoek en analyses, seminars, trainingen en oefeningen ter ondersteuning van beleidsontwikkeling in lidstaten, de EU en de Navo. Volgens Finland zal het Centre of Excellence in 2017 operationeel zijn.

De Secretaris-Generaal van de Navo, de heer Stoltenberg, onderstreepte dat de samenwerking tussen beide organisaties hechter dan ooit is en ook meer inhoud heeft. Hij beklemtoonde dat de zeven aandachtsgebieden die in de gezamenlijke EU-Navo verklaring werden genoemd, hielpen om de samenwerking concreet gestalte te geven. Ook herhaalde hij het belang van toereikende defensie-uitgaven en investeringen in militaire middelen, waaronder enablers. Dit zou beide organisaties ten goede komen.

De lidstaten spraken steun uit voor het uitwerken van de opties zoals genoemd in de gezamenlijke EU-Navo verklaring. Zij onderstreepten dat het belang van complementaire EU-Navo samenwerking na het uittreden van het Verenigd Koninkrijk nog verder zal toenemen.

Agenda onderwerp 3: GVDB-missies en operaties

Tijdens de lunch spraken de Ministers over de aanvullende taken van de operatie EUNAVFOR MED Sophia en de situatie in Libië. Ook het «regionaliseren» van de GVDB-missies en operaties in de Sahel-regio kwam aan de orde. HV Mogherini beklemtoonde dat een stabiele Sahel-regio van essentieel belang is voor de EU. De EU wil daarom de samenwerking met de G5-landen (Burkina Faso, Mali, Mauritanië, Niger en Tsjaad) versterken en de onderlinge samenwerking tussen die landen bevorderen. Daarbij zal de aandacht ook uitgaan naar het tegengaan van de migratiestromen uit die landen. HV Mogherini onderstreepte voorts het belang van de samenwerking met zowel de Navo als de VN in deze regio. De plaatsvervangend Secretaris-generaal van de VN voor vredesoperaties, de heer Ladsous, verwelkomde deze plannen.

Toezegging en overige mededelingen:

Preparatory Action

Het budgetvoorstel van de Commissie om in 2017 25 miljoen euro voor de Preparatory Action beschikbaar te stellen (met de intentie om voor de periode 2017–2019 in totaal 90 miljoen euro te reserveren), is momenteel onderwerp van bespreking in het Europese Parlement. Het budgetcomité heeft op 28 september jl. met het voorstel ingestemd dat de weg moet vrijmaken voor een – uiteindelijk – regulier Defensie onderzoeksprogramma (European Defence Research Programme (EDRP)) als onderdeel van het negende kaderprogramma voor Europees onderzoek (2021–2028). De plenaire stemming over dit voorstel is voorzien tijdens de laatste week van oktober.

Verlenging Nederlandse bijdragen aan EUFOR Althea en KFOR

Nederland levert thans drie militairen aan European Union Force (EUFOR) Althea in Bosnië-Herzegovina en drie militairen aan KFOR in Kosovo. Het kabinet heeft besloten de Nederlandse bijdragen aan beide operaties te verlengen tot respectievelijk 1 oktober en 15 november 2017. Nederland spant zich op de Westelijke Balkan in voor veiligheid, sociaal-economische ontwikkeling en rechtsstatelijkheid. De Nederlandse bijdragen aan EUFOR Althea en KFOR zijn onderdeel van de Nederlandse geïntegreerde aanpak voor deze regio. Met deze bijdragen ondersteunt Nederland het handhaven van een veilige omgeving in respectievelijk Bosnië-Herzegovina en Kosovo. De Nederlandse militairen in EUFOR Althea vervullen adviesfuncties en ondersteunen de capaciteitsopbouw van de Bosnische krijgsmacht. De Nederlandse militairen in KFOR vervullen staffuncties. De bijdragen worden gefinancierd vanuit het Budget Internationale Veiligheid.

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven