nr. 1
BRIEF VAN DE MINISTER VAN DEFENSIE
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
's-Gravenhage, 8 maart 2000
Inleiding
Op 28 februari jl. kwamen de defensieministers van de Europese Unie voor
een informele vergadering bijeen in Sintra, Portugal. Het belangrijkste gespreksonderwerp
vormde de uitwerking van de in Helsinki overeengekomen «headline goal»
voor Europese grondstrijdkrachten.
Uitwerking «headline goal»
Een voorstel van Hoge Vertegenwoordiger Solana voor de stapsgewijze uitwerking
van de «headline goal» kon op veel steun rekenen en zal op de
Algemene Raad van 20 maart aanstaande voorliggen voor formele goedkeuring.
Hij voorziet vijf stappen:
– de vertaling van de «headline goal» in defensieplannen;
– de vaststelling van reeds beschikbare, nationale capaciteiten;
– de vaststelling welke extra behoeften er zijn om de «headline
goal» te verwezenlijken;
– de vertaling naar nationale defensieplannen, waarbij met name
de tekortkomingen aandacht vragen;
– een periodiek «review»-proces, in de vorm van een
kalender met ijkpunten.
HV Solana onderstreepte dat een dit jaar te houden eerste «force
generation conference», zoals eerder door Nederland voorgesteld, een
belangrijk ijkpunt zou kunnen zijn. In Sintra is, vanwege de brede steun voor
dit voorstel, besloten dit jaar een dergelijke bijeenkomst te organiseren.
In hun bijdragen spraken de ministers steun uit voor deze gefaseerde uitwerking
van de «headline goal». Hierbij werd door verschillende sprekers
het belang van optimale gebruikmaking van Weu- en vooral Navo-expertise benadrukt.
De uitgangspunten van de «headline goal» zijn de politieke controle
van de EU en de noodzaak om duplicatie met Weu en Navo te voorkomen. Voor
de nieuwe interimorganen – en vooral het interim Militaire
Comité – is een sleutelrol voorzien bij de uitwerking op hoofdpunten
van de «headline goal». Maar veel van de technische uitwerking
zal binnen de Navo moeten gebeuren.
Tenslotte namen de ministers kennis van het Frans-Nederlandse voorstel
voor de uitwerking van een maritieme «headline goal». Ik beklemtoonde
hierbij dat de EU uiteindelijk naast de in Helsinki afgesproken «headline
goal» voor landstrijdkrachten ook doelstellingen moet formuleren op
het gebied van maritieme en luchtstrijdkrachten. Het voorstel voor een maritieme
«headline goal» zal ook besproken worden op de Algemene Raad van
20 maart a.s.
Verschillende ministers gingen in op de noodzaak duidelijkheid te verkrijgen
over de investeringen die nodig zullen zijn om de Europese doelstellingen
op het gebied van verhoogde militaire capaciteit waar te kunnen maken. Naast
doelmatigheid en verdergaande internationale verwevenheid van de defensie-inspanningen
zullen additionele investeringen nodig zijn. De ministers kwamen overeen dat
dit wezenlijke aspect van de in Helsinki geformuleerde «headline goal»
niet vergeten mag worden, omdat anders de geloofwaardigheid ervan wordt ondermijnd.
Overige zaken
De ministers namen kennis van de vooruitgang die al is geboekt bij de
instelling van de interimorganen, het Comité voor politieke en veiligheidsvraagstukken
en het Militaire Comité. Zij stemden in met de concept-besluiten over
de taken van deze organen, die formeel tijdens de Algemene Raad van 20 maart
a.s. worden bekrachtigd. De interimorganen zijn begin deze maand voor het
eerst bijeengeroepen. Vooral het interim Militaire Comité zal een belangrijke
rol moeten spelen, ondersteund door de militaire experts bij het Raadssecretariaat,
bij de uitwerking van de in Helsinki overeengekomen «headline goal».
In de marge van de vergadering heb ik met mijn Duitse collega Scharping
afgesproken een binationale werkgroep op te richten. Deze werkgroep zal met
name bezien hoe het hoofdkwartier kan worden aangepast tot een snel inzetbaar
hoofdkwartier, beschikbaar voor Navo- en EU-operaties, en welke kosten hieraan
zijn verbonden. Ook wordt nagegaan hoe andere landen bij het legerkorpshoofdkwartier
zouden kunnen worden betrokken. Het is de bedoeling dat de werkgroep op korte
termijn aanbevelingen aan de ministers van Defensie doet.
De Minister van Defensie,
F. H. G. de Grave