21 501-20 Europese Raad

Nr. 968 BRIEF VAN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 april 2015

Met deze brief informeer ik uw Kamer over de mededeling van de Europese Commissie d.d. 25 februari 2015 over het bereiken van het streefcijfer van 10% voor de interconnectie van elektriciteit COM (2015) 82.1 De mededeling is tegelijkertijd gepresenteerd met de mededeling over de Energie Unie (nr. COM (2015) 80. In het afzonderlijke BNC-fiche Energie Unie wordt uitgebreid op de mededeling over de Energie Unie ingegaan (Kamerstuk 22 112, nr. 1952).

Toelichting voorstel

De Europese Raad van oktober 2014 heeft de Europese Commissie gevraagd met voorstellen te komen met betrekking tot het halen van het Europese 10% interconnectiedoel voor elektriciteit in 2020 (Kamerstuk 21 501-20, nr. 922). Dit doel houdt in dat in 2020 van elke lidstaat ten minste 10% van de geïnstalleerde productiecapaciteit voor elektriciteit geïnterconnecteerd is. In de Commissiemededeling van 25 februari geeft de Commissie aan welke maatregelen genomen zijn en welke aanvullende maatregelen zij nodig acht om het interconnectiedoel voor 2020 te halen. De mededeling draagt bij aan de uitvoering van de huidige energie-infrastructuur verordening (347/2013).

De Europese Raad heeft het Europese interconnectiedoel als een prioriteit benoemd, omdat een adequate grensoverschrijdende infrastructuur van groot belang is voor het waarborgen van de voorzieningszekerheid, het bevorderen van grensoverschrijdende handel en het verwezenlijken van een daadwerkelijk geïntegreerde interne energiemarkt. Met de huidige energie-infrastructuur verordening worden projecten van gemeenschappelijk belang (PCI’s) benoemd waarmee mede beoogd wordt om de 10% doelstelling te behalen. Voor PCI-projecten gelden versnelde vergunningsprocedures, grensoverschrijdende kostenallocatie en een aantal projecten kan gebruikmaken van financiële ondersteuning indien die projecten niet op marktconforme wijze rendabel te maken zijn. Hiermee wordt bijgedragen aan een versnelde uitrol van deze (interconnectie) projecten.

De Europese Commissie constateert dat de huidige maatregelen uit de energie-infrastructuur verordening hun vruchten afwerpen. De lidstaten hebben afgelopen jaren hun interconnectiecapaciteit verhoogd. Echter, er zijn nog steeds lidstaten waarbij de interconnectiecapaciteit onder de 10% valt. Als de geplande PCI projecten worden voltooid, zullen naar verwachting alle lidstaten (behalve Spanje en Cyprus) in 2020 het streefcijfer van 10% hebben behaald. Nederland zit met de huidige 17% interconnectiecapaciteit ruim boven dit doel. De Europese Commissie wil zich intensiever gaan bezig houden met de voortgang van PCI’s, met name in landen met de laagste percentages aan interconnectiecapaciteit. In dit kader zal de Commissie onder meer eind 2015 een Energy Infrastructure Forum organiseren. Het is verder van doorslaggevend belang dat de lidstaten de bepalingen van de energie-infrastructuur verordening uitvoeren en volledig toepassen, zodat vertragingen bij de uitvoering van de nodige projecten worden vermeden. De Commissie zal hier blijvend op toezien.

Hiernaast heeft de Europese Raad in oktober 2014 de Commissie gevraagd om regelmatig verslag uit te brengen aan de Europese Raad over de voortgang om in 2030 het streefdoel van 15% te halen. De Commissie geeft aan dat dit doel via de uitvoering van de PCI’s moet worden bereikt. Zij ziet daarnaast een versterkte regionale samenwerking als belangrijk instrument om het Europese interconnectiepercentage verder uit te breiden tot het streefdoel van 15% in 2030.

Nederlandse positie

Nederland hecht belang aan een voorspoedige uitwerking van het energie-infrastructuurpakket. Dit wordt bevestigd in de mededeling waarin de Commissie aangeeft dat de implementatie van het energie-infrastructuurpakket en het bijbehorende PCI-traject de basis vormt voor het bereiken van het streefcijfer van 10% voor de interconnectie voor elektriciteit. Nederland onderschrijft in dit kader de bijdrage die de PCI’s kunnen leveren aan de versterking van de Europese interne energiemarkt. Nederland ondersteunt de Commissie in haar faciliterende rol bij de uitvoering van het PCI traject.

Nederland vindt het belangrijk te benadrukken dat marktpartijen primair verantwoordelijk zijn voor investeringen in infrastructuur en de financiering daarvan. Deze investeringen kunnen worden terugverdiend via de gereguleerde tarieven. Publieke middelen moeten alleen aan infrastructuur projecten worden toegewezen die niet op marktconforme wijze rendabel te krijgen zijn.

Naast de aanleg van nieuwe infrastructuur kan verdere marktintegratie ook op andere manieren bereikt worden, bijvoorbeeld door de koppeling van groothandelsmarkten. Regionale samenwerking is daarbij een goede manier om verdere marktintegratie te bereiken.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp


X Noot
1

Er wordt geen nieuw beleid voorgesteld in de mededeling. Daarom is hier geen apart BNC-fiche voor opgesteld.

Naar boven