21 501-20 Europese Raad

Nr. 922 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 28 oktober 2014

Hierbij bied ik u aan, mede namens de Minister-President, het verslag van de Europese Raad van 23 en 24 oktober 2014.

De Minister van Buitenlandse Zaken, A.G. Koenders

VERSLAG VAN DE EUROPESE RAAD VAN 23 EN 24 OKTOBER 2014

De Europese Raad nam een aantal besluiten ten aanzien van het Klimaat- en Energiepakket 2030. Het gaat om doelen voor broeikasgasemissiereductie, hernieuwbare energie en energiebesparing, de structurele hervorming van het ETS, een ambitieus en kosteneffectief non-ETS-beleid, inzet op duurzame energie en energie-efficiëntie mede gericht op de voorzieningszekerheid, de voltooiing van de interne energiemarkt en de modernisering van de energie-infrastructuur. Het pakket vormt de inzet van de EU in de mondiale klimaatonderhandelingen. De Europese Raad zal ook na deze klimaatonderhandelingen in Parijs de verdere invulling en uitwerking van het pakket blijven volgen en van gedachten wisselen over de verdere strategie.

Tevens werd een uitgebreide discussie gevoerd over de economische situatie in de Europese Unie, zowel tijdens de reguliere Europese Raad als tijdens een Eurozonetop. Voorts werd aandacht besteed aan een aantal internationale kwesties, waarbij met name Ebola en de situatie in Oekraïne onderwerpen van gesprek waren. De bijeenkomst begon met de traditionele gedachtewisseling met de voorzitter van het Europees parlement, Martin Schulz (toespraak bijgevoegd)1. De gehele Europese Raad werd bijgewoond door de inkomende voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker. Er werd stilgestaan bij het feit dat dit de laatste Europese Raad was voor zowel Commissie-voorzitter Barroso als Europese Raad voorzitter van Rompuy.

Klimaat- en Energiepakket 2030

Bij het akkoord over het Klimaat- en Energie Beleidsraamwerk voor 2030 is een bindend doel van ten minste 40% broeikasreductie voor 2030 t.o.v. 1990 overeen gekomen en verder een Europees bindend doel van 27% hernieuwbare energie en een Europees indicatief doel van 27% energiebesparing, waarbij v.w.b. dit laatste doel is afgesproken tot een evaluatie in 2020, indachtig een doel van 30%. De doelen voor hernieuwbare energie en energiebesparing zullen niet worden vertaald naar nationaal bindende doelstellingen. Een Nederlands pleidooi voor een nationaal bindende doelstelling op hernieuwbare energie (waartoe de motie Van Tongeren en Dik-Faber, Kamerstuk 33 858, nr. 23, opriep) kreeg onvoldoende steun. Lidstaten krijgen wel de vrijheid zelf hogere nationale doelen vast te stellen.

Het bindende doel van ten minste 40% broeikasreductie is opgesplitst in 43% reductie in het Europese emissiehandelssysteem (ETS) en 30% in de non-ETS sectoren. Dit laatste doel dient nog vertaald te worden in bindende nationale doelstellingen voor de lidstaten. Alle lidstaten zullen bijdragen aan het reduceren van de CO2-uitstoot.

Het ETS-syteem wordt structureel versterkt. De jaarlijkse reductiefactor wordt verhoogd van 1,74 naar 2,2% per jaar, waardoor het ETS-plafond stapsgewijs wordt verlaagd. Er wordt een marktstabiliteitsreserve ingevoerd, zodat het overschot aan rechten in de markt beperkt wordt en de prijs voor ETS-rechten wordt ondersteund. De positie van mondiaal opererende bedrijven wordt geborgd door voortzetting van het systeem van gratis allocatie, teneinde het risico van carbon leakage te mitigeren. De gratis allocatie zal echter in de toekomst meer aansluiten op de werkelijke productie, zodat bedrijven meer zekerheid hebben over het aantal rechten waarover ze kunnen beschikken.

Conform de inzet van het kabinet komen er via de NER400 faciliteit Europese middelen beschikbaar die uitdrukkelijk ruimte bieden voor co-financiering van Carbon Capture & Storage projecten. Dit geschiedt door de veiling-opbrengst van 400 miljoen ETS-rechten hiervoor te reserveren.

Bij het vaststellen van de reductieopgave in de non ETS-sector voor individuele lidstaten op basis van de BNP/capita sleutel wordt rekening gehouden met het principe van kosteneffectiviteit teneinde te komen tot een eerlijke en gebalanceerde verdeling. Daarnaast wordt een nieuw flexibiliteitsmechanisme in het leven geroepen door het eenmalig mogelijk te maken ETS-rechten in te zetten voor het bereiken van de non ETS reductieopgave. Daardoor worden de kosten voor het bereiken van de non-ETS doelstelling verlaagd. Bovendien zal ook de handel tussen lidstaten die thans reeds binnen non-ETS mogelijk is verder worden verbeterd, teneinde meer flexibiliteit te bieden. Dit samenstel van bepalingen draagt er zorg voor dat Nederland op kosteneffectieve wijze een goede bijdrage aan het non-ETS doel voor zijn rekening zal kunnen nemen.

Om lidstaten met een BBP/hoofd van minder dan 60% van het EU-gemiddelde tegemoet te komen, mogen deze doorgaan met het verstrekken van gratis emissierechten verstrekken aan hun energiesector. Daarbij geldt wel als voorwaarde dat deze fondsen op transparante wijze worden aangewend voor modernisering van de energiesector in die landen. Het gratis verstrekken van rechten is bovendien in omvang beperkt. Daarnaast wordt 2% van de totale ETS-rechten gereserveerd voor om energie-efficiency in die lidstaten te bevorderen en om de energiesystemen te moderniseren. De bestaande regeling om 10% van de veilingopbrengsten te verdelen onder de lidstaten met een BNP van minder dan 90% van het EU-gemiddelde, wordt gehandhaafd.

De Europese Raad onderstreepte het belang van de totstandkoming van een interne markt voor energie en in het bijzonder van interconnecties. In dat verband is de Commissie aangespoord om maatregelen te nemen voor het bereiken van een doel voor elektriciteit-interconnectie van minimaal 10%, om uiteindelijk in 2030 op 15% uit te komen, waarbij de aandacht in het bijzonder uitgaat naar de Baltische landen, Spanje en Portugal. De Commissie zal rapporteren aan de Europese Raad over financieringsmogelijkheden hiertoe onder de bestaande plafonds van het Meerjarig Financieel Kader.

Het kabinet is tevreden met dit akkoord dat tegelijkertijd ambitieus en realistisch is en bovendien een betrouwbaar, voorspelbaar en betaalbaar samenstel aan maatregelen bevat. Met dit akkoord is een belangrijke stap gezet richting het Europese doel voor 2050, te weten een CO2 reductie van 80 tot 95 procent t.o.v. 1990. Dit pakket geeft Europa bovendien een goede uitgangspositie om volgend jaar tijdens de klimaattop in Parijs (COP21) een voortrekkersrol te vervullen op weg naar een mondiaal klimaat-akkoord. Andere belangrijke economieën zullen hieraan eveneens moeten bijdragen, ook met het oog op een gelijk speelveld. Conform de motie Vos en Dijkstra geldt voor het kabinet dat de EU de bereidheid moet hebben om in de in de wereldwijde onderhandelingen verder te gaan als andere landen ook verdergaande stappen willen zetten.

Economie

Zowel tijdens de reguliere Europese Raad als tijdens de Eurozone Top is, in het bijzijn van ECB-president Draghi uitgebreid stilgestaan bij de economische situatie in de Europese Unie. De voorzitter van de Eurogroep, Minister Dijsselbloem, woonde de Eurozone Top eveneens bij. De lage economische groei gecombineerd met lage inflatie en hoge werkloosheid zijn reden tot zorg bij veel leden van de Europese Raad. De discussie richtte zich op de vraag hoe maatregelen ter bevordering van investeringen kunnen bijdragen aan het herstel van de Europese economie. Daarbij is het voornemen van de inkomende Commissie-voorzitter om 300 miljard euro aan extra private en publieke investeringen te mobiliseren verwelkomd. Door Nederland is aangegeven dat structurele hervormingen en begrotingsconsolidatie noodzakelijk zijn, mede om een goede voedingsbodem te leggen voor investeringen. Langs deze drie sporen dient tegelijkertijd gewerkt te worden. Deze notie is in de conclusies van de Europese Raad opgenomen. Thans worden de resultaten van de Taskforce van Commissie en EIB afgewacht. Deze Taskforce zal een inventarisatie maken van betekenisvolle projecten en nagaan welke belemmeringen er bestaan die ertoe leiden dat rendabele projecten niet tot financiering komen. In december zal de Europese Raad op dit onderwerp terugkomen.

Tijdens de Eurozonetop ging de aandacht in het bijzonder uit naar de noodzaak voor nauwere coördinatie van economische beleid, om goed functioneren van de Economische Monetaire Unie te garanderen. De Voorzitter van de Commissie, in nauwe samenwerking met de Voorzitters van de Eurozonetop, de Eurogroep en de ECB, werd opgeroepen op om vervolgstappen voor te bereiden op beter economisch bestuur in de Eurozone.

Herziening EU-afdrachten

De Europese Raad stond stil bij de herziening van BTW- en BNI-afdrachten door lidstaten, waarover de Commissie zeer onlangs een bericht aan de lidstaten heeft gestuurd. Voor sommige lidstaten betekent dit een aanzienlijke additionele afdracht, in het geval van Nederland betreft het een bedrag van 642,7 miljoen euro. Verschillende leden van de Europese Raad, waaronder Nederland, gaven aan verrast te zijn door de cijfers en pleitten voor een intensieve dialoog met de Commissie, teneinde duidelijkheid te krijgen over de wijze waarop de bedragen tot stand zijn gekomen. De Kamer zal op korte termijn over deze kwestie per brief worden geïnformeerd door de Minister van Financiën.

Oekraïne

Tijdens het diner werd over de situatie in Oekraïne gesproken. De Europese Raad herhaalde de noodzaak van een politieke oplossing waarbinnen de onafhankelijkheid, soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne worden gerespecteerd. De annexatie van de Krim werd wederom veroordeeld. De leden van de Europese Raad verwelkomden het Minsk-protocol van 5 september jl. en het Minsk-memorandum van 19 september jl. Deze worden beschouwd als belangrijke stappen in het bereiken van een duurzame politieke oplossing van de crisis en de Europese Raad sprak de verwachting uit dat de betrokken partijen volledig geëngageerd zijn bij de snelle uitvoering ervan. De Europese Raad herhaalde de oproep tot spoedige en ongehinderde toegang tot de MH17 rampplek als onderdeel van een staakt-het-vuren. De Russische Federatie werd door de staatshoofden en regeringsleiders opgeroepen de inspanningen van de OVSE te steunen en haar invloed aan te wenden om de separatisten in Oost-Oekraïne de Minsk-akkoorden na te laten leven. De EU en de lidstaten blijven volledig gecommitteerd aan het vinden van een politieke oplossing voor de crisis in Oekraïne. In dit licht verwelkomden zij de aankomende voorlopige toepassing van het associatieakkoord en moedigden zij Oekraïne aan het nodige hervormingsproces voort te zetten. Tevens toonden de leden van de Europese Raad zich bereid de humanitaire steun voor Oekraïne te vergroten en de OVSE-monitoringscapaciteit uit te breiden. Zij zagen op dit moment geen reden voor het aanpassen van het geldende sanctieregime, maar zullen dit voortdurend blijven toetsen aan de ontwikkelingen. Voorts verwelkomde de Europese Raad de geboekte voortgang ten aanzien van het oplossen van de energiecrisis en zag hij uit naar de afronding van de trilaterale onderhandelingen tussen de Russische Federatie, Oekraïne en de Europese Commissie.

Ebola

De Europese Raad besloot tot een intensievere en beter gecoördineerde ondersteuning van de landen die getroffen zijn door de Ebola epidemie. Verschillende lidstaten maakten nieuwe toezeggingen bekend naar aanleiding van de oproep van de Britse premier Cameron om meer bij te dragen aan de bestrijding van Ebola. De Europese Raad besloot de inkomende Commissaris voor crisis management (Christos Stylianides) tot Europese coördinator/gezant aan te stellen die de inspanningen van de Europese instellingen en de lidstaten beter moet integreren. Daarnaast besloot de Europese Raad tot een Europese regeling die verzorging en medische evacuatie van internationale hulpverleners besmet met Ebola garandeert. De Raad besteedde veel aandacht aan hoe te voorkomen dat Ebola zich verspreidt binnen de Europese Unie. De Raad sprak zich uit voor versterking van exit controle in de getroffen landen als beste methode om Ebola besmettingen in Europa te voorkomen. Hierop dient wel effectief toezicht te komen. Niettemin hebben sommige lidstaten entry controles ingevoerd. Namens Nederland heeft de Minister-President een bijdrage van 5 miljoen euro aan hulpgoederen toegezegd in aanvulling op de eerder toegezegde 30 miljoen euro en de inzet van transportcapaciteit door middel van de Zr. Ms. Karel Doorman.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven