21 501-20 Europese Raad

Nr. 808 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 1 juli 2013

Hierbij bied ik u aan, mede namens de Minister-President, het verslag van de Europese Unie van 27 en 28 juni 2013.

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

VERSLAG VAN DE EUROPESE RAAD D.D. 27 EN 28 JUNI 2013

De Europese Raad behandelde twee hoofdthema’s, te weten jeugdwerkloosheid en kredietverlening aan de private sector, met name het midden- en kleinbedrijf. Daarnaast werden tijdens de Europese Raad de landenspecifieke aanbevelingen van het Europese Semester bekrachtigd. En marge van de Europese Raad werd een akkoord met het Europees Parlement over het Meerjarige Financieel Kader (MFK) bereikt.

De Europese Raad begon met een bijeenkomst met de Europese sociale partners en de traditionele gedachtewisseling met de voorzitter van het Europees Parlement, Martin Schultz (toespraak bijgevoegd)1.

Jeugdwerkloosheid

De Europese Raad heeft het aanpakken van de jeugdwerkloosheid als een absolute prioriteit bestempeld. Er is besloten tot een allesomvattende benadering, waarbij alle beschikbare programma’s worden aangewend. De Europese Raad besloot onder meer tot het per 1 januari 2014 operationaliseren van het Youth Employment Initiative in lidstaten die kampen met een jeugdwerkloosheid van hoger dan 25%. Daarbij zal de 6 miljard euro die voor de gehele zevenjarige periode van het nieuwe MFK is gereserveerd voor jeugdwerkloosheid naar voren worden gehaald, teneinde te komen tot besteding in de jaren 2014–2015. Hier staat het naar achteren schuiven van andere uitgaven tegenover, zodat de afgesproken plafonds voor deze jaren gerespecteerd kunnen worden. Voorts is vastgelegd dat de ongebruikte marges in de vastleggingen voor de jaren 2014–2017 (volgens de Commissie maximaal 2,5 miljard euro) in de periode 2016–2020 in alle lidstaten kunnen worden aangewend voor nieuwe projecten ter bevordering van groei en werkgelegenheid, met nadruk op bestrijding van de jeugdwerkloosheid.

Minister-President Rutte heeft in zijn interventie deze maatregelen ondersteund. Tegelijkertijd heeft hij benadrukt dat de oplossing voor het ernstige probleem van jeugdwerkloosheid niet kan worden verwacht van de aanwending van Europese middelen alleen. Eerst en vooral dient de oplossing te worden gevonden in het structureel hervormen van de arbeidsmarkten in de lidstaten die kampen met hoge jeugdwerkloosheid. In de conclusies van de Europese Raad worden de lidstaten opgeroepen om tot hervormingen over te gaan, zoals het moderniseren van het beroepsonderwijs, het bevorderen van stages en het versterken van de banden tussen scholen en bedrijfsleven. Tijdens de conferentie die op 3 juli a.s. in Berlijn zal worden gehouden zullen lidstaten best practices op dit terrein uitwisselen. Nederland zal in Berlijn worden vertegenwoordigd door de Minister-President en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Kredietverlening

De Europese Raad heeft de noodzaak onderstreept van het op gang brengen van de kredietverlening aan het bedrijfsleven, met prioriteit voor het midden- en kleinbedrijf. Het gezamenlijke rapport van de Europese Commissie en de Europese Investeringsbank (EIB) werd in dit verband verwelkomd. De Europese Raad heeft de EIB opgeroepen ten volle gebruik te maken van de kapitaalvergroting ter hoogte van 10 miljard euro, ten einde een bijdrage te leveren aan het aanjagen van de economie. De Europese Raad heeft de EIB opgeroepen de leenactiviteit in de Unie in de periode 2013–2015 met ten minste 40% te verhogen.

In het gezamenlijke rapport van de Commissie en de EIB worden mogelijkheden genoemd voor financiële instrumenten met gezamenlijke risicodeling, waarbij leningen van de EIB worden gecombineerd met gelden die uit Europese fondsen beschikbaar komen. De EIB en de Commissie wordt gevraagd de mogelijkheden daartoe uit te werken voor de Europese Raad van oktober 2013. Minister-President Rutte heeft een actievere rol van de EIB bij het financieren van het Europese MKB toegejuicht en tevens benadrukt dat de financiële soliditeit van de EIB daarbij behouden moet blijven, teneinde de leningen van de EIB tegen een zo laag mogelijk rentepercentage op de markt aan te kunnen bieden.

Pact voor Groei en Banen

De Europese Raad stond tevens stil bij de stand van zaken m.b.t. de implementatie van het Pact voor Groei en Banen dat een jaar geleden werd overeengekomen. Geconstateerd werd dat weliswaar reeds veel werk is verzet, maar dat additionele inspanningen nodig zijn, met name op het terrein van de interne markt, innovatie, digitale agenda, handel in diensten, energie en belastingen. De Europese Raad verwelkomde de mededeling van de Commissie inzake de vermindering van de regeldruk voor het MKB. In oktober zal de Commissie een werkprogramma presenteren met nadere voorstellen voor het verminderen van deze regeldruk.

De Minister-President heeft samen met een aantal gelijkgezinde lidstaten aandacht gevraagd voor een goede voorbereiding van de Europese Raad van oktober a.s. over innovatie, de digitale markt en diensten. De Europese Raad heeft hiertoe een verzoek aan de Commissie gericht.

Bestuur van de EMU

De ER heeft de akkoorden verwelkomd die respectievelijk de Eurogroep van 20 juni en de ECOFIN-Raad van 21 juni bereikten over de belangrijkste kenmerken van het instrument van directe herkapitalisatie van banken uit het ESM en de richtlijn inzake herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen (Bank Recovery and Resolution Directive, BRRD). Voorts heeft de ER de tijdlijn van de totstandkoming van de bankenunie, zoals geformuleerd tijdens zijn bijeenkomsten van december 2012 en maart 2013, herbevestigd.

De ER heeft besloten in oktober a.s. terug te komen op een versterkte coördinatie van het economisch beleid en de sociale dimensie van de EMU. Het is de bedoeling hierover tijdens de ER van december a.s. besluiten te nemen, in het bijzonder over eventuele lidstaatcontracten en bijbehorende solidariteitsmechanismen. De Commissie heeft aangekondigd in het najaar een voorstel voor ex-ante coördinatie van nationale economische hervormingen uit te brengen.

Europees Semester

De Europese Raad heeft de landenspecifieke aanbevelingen van het Europees semester onderschreven. De Europese Raad heeft daarbij aangegeven dat het stimuleren van groei en begrotingsconsolidatie wederzijds versterkend zijn.

Toetreding van Letland tot de euro

De Europese Raad besprak de aanvraag van Letland tot invoering van de euro en verwelkomde het feit dat Letland volgens de analyse van de Commissie en de ECB voldoet aan alle convergentiecriteria uit het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie. De ECOFIN-Raad zal naar verwachting op 9 juli a.s. besluiten tot opheffing van de Letse derogatie, waarna Letland per 1 januari 2014 kan toetreden tot de euro. Letland heeft in een Letter of Intent maatregelen toegezegd om te garanderen dat de convergentie naar EMU-eisen duurzaam is. Deze zijn nader toegelicht in het verslag van de Eurogroep en de ECOFIN-Raad van 20 en 21 juni jl. (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1067) dat uw Kamer reeds toeging.

Meerjarig Financieel Kader

De Europese Raad verwelkomde het akkoord over het Meerjarig Financieel Kader voor 2014–2020 dat voorafgaande aan de Raad werd bereikt tussen de hoofdonderhandelaars van de Raad, de Commissie en het Europees Parlement. Tijdens de ER verbond EP-voorzitter Schultz zich ertoe dit akkoord te zullen verdedigen tijdens de plenaire stemming in het Europees Parlement begin juli a.s. Langs de lijnen van dit akkoord worden de conclusies van de Europese Raad van 7–8 februari omgezet in een MFK-verordening en een Inter-institutioneel akkoord.

Het akkoord komt grotendeels overeen met het pakket dat in de Raad Algemene Zaken van 25 juni jl. werd besproken en is toegelicht in het verslag van de Raad Algemene Zaken (Kamerstuk 21 501-02, nr. 1273) dat uw Kamer op 27 juni jl. toeging. De afspraken over de tussentijdse evaluatie, de verklaring over Eigen Middelen en de bepalingen over transparantie en verantwoording zijn ongewijzigd gebleven. Met betrekking tot flexibiliteit voor de betalingsplafonds is overeengekomen om meer ruimte te creëren. Tevens is toegevoegd dat niet alleen middelen ter bestrijding van jeugdwerkloosheid vervroegd kunnen worden ingezet (2014–2015), maar ook middelen voor MKB, jeugd en onderzoek en innovatie. De additionele flexibiliteit voldoet aan de randvoorwaarden van het kabinet: de totaalplafonds zoals afgesproken door de Europese Raad van februari jl. worden gerespecteerd en de flexibiliteit is in omvang begrensd (respectievelijk 7, 9 en 10 miljard voor de jaren 2018, 2019 en 2020). Overigens hebben deze afspraken geen consequenties voor de Nederlandse afdrachtenkorting ter hoogte van 1 miljard euro.

Onderdeel van het MFK-akkoord is dat de Raad uiterlijk 9 juli a.s. een formeel besluit neemt over de eerste tranche van 7,3 miljard voor een aanvullende begroting 2013. De Ecofin Raad van 14 mei jl. bereikte hierover al een politiek akkoord. Nederland heeft zich bij die gelegenheid tegen dit besluit verklaard en zal ook bij het formele besluitvormingsmoment tegen deze aanvullende begroting stemmen. Er is echter geen sprake van een blokkerende minderheid.

De ER heeft het EP en de Raad verzocht om binnen de flexibiliteit die het MFK biedt (inclusief het Flexibiliteitsinstrument) in het kader van de jaarbegroting de mogelijkheden te onderzoeken om de moeilijke situatie in Cyprus te adresseren. Dit vloeit voort uit de afspraken die de ER in februari 2013 reeds maakte over andere programmalanden, op het moment dat Cyprus nog geen programmaland was.

Uitbreidings- en Associatieproces

De Europese Raad heeft besloten toetredingsonderhandelingen met Servië te openen. De eerste IGC zal daartoe gehouden worden uiterlijk in januari 2014. Het onderhandelingsraamwerk zal worden vastgesteld door de Raad en bevestigd door de Europese Raad in december 2013. Tevens zullen onderhandelingen over een Stabilisatie en Associatieakkoord met Kosovo worden gestart.

Overige punten

De Europese Raad heeft de Commissie opgeroepen nauw samen te werken met de lidstaten die recentelijk door overstromingen zijn getroffen, teneinde te verzekeren dat steun uit EU-fondsen voor de getroffen regio’s zonder vertraging beschikbaar komt.

De Europese Raad zal in juni 2014 een discussie houden over de strategische richtsnoeren voor de ruimte van vrijheid, veiligheid en recht. Dit betreft de opvolger van het Stockholm-programma waarin de meerjarige programmering op JBZ-terrein wordt vastgelegd.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer

Naar boven