21 501-20 Europese Raad

Nr. 1644 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 25 november 2020

Tijdens het debat over de uitkomst van de Europese top inzake het herstelfonds op 9 september jl. (Handelingen II 2019/20, nr. 99, item 7) heeft de Minister-President toegezegd in reactie op een verzoek van het Kamerlid Omtzigt (CDA) dat het kabinet de mogelijkheden zal verkennen voor het instellen van een commissie die de brede Europese financieel-economische en monetaire situatie onderzoekt en dat het kabinet hierover de Kamer zal informeren. Middels de brief van 13 oktober jl. is het kabinet tegemoetgekomen aan deze toezegging (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1635).

De vaste Kamercommissie voor Financiën heeft in de procedurevergadering van 29 oktober jl. gesproken over de brief van 13 oktober jl. Daarbij heeft de Kamercommissie de Minister van Financiën verzocht om nader te preciseren wanneer de adviescommissie wordt ingesteld en daarbij de Tweede Kamer te informeren over de genomen processtappen. Middels deze brief komt het kabinet tegemoet aan dit verzoek.

In de brief van 13 oktober jl. heeft het kabinet aangekondigd dat het instellingsbesluit waarmee de adviescommissie in het leven kan worden geroepen verder zou worden uitgewerkt. Het kabinet is op dit moment bezig met deze uitwerking, waaronder de precieze taakomschrijving en de samenstelling van de adviescommissie. Zo is het instellende ministerie (het Ministerie van Financiën) momenteel een geschikte voorzitter aan het selecteren. Vervolgens zal het ministerie in overleg met de voorzitter en andere betrokken departementen, waaronder het Ministerie van Buitenlandse Zaken, de overige leden van de commissie benaderen met de vraag om deel te nemen.

Zodra het instellingsbesluit – waarin ook de samenstelling van de commissie is opgenomen – is vastgesteld door de ministerraad, zal uw Kamer hierover worden geïnformeerd. Dit zal naar verwachting voor het kerstreces zijn.

Na de inwerkingtreding van het besluit (met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit wordt geplaatst), kan de adviescommissie aan de slag. Gelet op de duur van eerdere adviescommissies inzake de Europese economie verwacht het kabinet dat het advies niet voor de zomer van 2021 gereed zal zijn.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

Naar boven