21 501-08 Milieuraad

Nr. 611 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 15 februari 2016

Hierbij doe ik u, mede namens de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, de geannoteerde agenda toekomen van de Milieuraad die op 4 maart zal plaatsvinden in Brussel.

Tevens treft u in de bijlage een voortgangsoverzicht aan van actuele Europese wetgevingsinitiatieven op het gebied van Infrastructuur en Milieu1.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, S.A.M. Dijksma

MILIEURAAD, 4 MAART 2016

Op 4 maart 2016 zal de Milieuraad plaatsvinden in Brussel, de eerste onder het Nederlands EU Voorzitterschap. Het eerste agendapunt is een beleidsdebat over de follow-up van de klimaattop in Parijs. Vervolgens zal de Raad met een verklaring komen omtrent hormoonverstorende stoffen. Na de lunch staat een beleidsdebat geagendeerd over het Circulaire Economie pakket, dat de Europese Commissie op 2 december vorig jaar heeft gepresenteerd. Vervolgens zal een korte gedachtewisseling plaatsvinden over het Europees Semester. Onder diversenpunten zal de Commissie de Raad informeren over het Minamata Verdrag, een mondiaal verdrag ter bestrijding van de negatieve effecten van kwik.

Follow up klimaattop Parijs

Van 30 november tot en met 12 december vond de 21e bijeenkomst plaats van de Partijen bij het VN-klimaatverdrag (21st Conference of the Parties to the United Nations Framework Convention on Climate Change – CoP 21). Op 12 december 2015 hebben de 195 deelnemende landen in Parijs met consensus ingestemd met een universeel, juridisch bindend klimaatakkoord. Partijen verbinden zich hierin aan de gezamenlijke ambitie de wereldwijde temperatuurstijging te beperken tot ruim onder 2 graden Celsius, met een streven naar anderhalve graad. Omdat de toezeggingen die landen in de aanloop naar Parijs deden onvoldoende zijn om deze doelen te halen, is een ambitiemechanisme afgesproken. Alle partijen – waaronder de EU – moeten daarvoor hun bijdragen elke vijf jaar gezamenlijk evalueren en aangeven of en hoe zij hun inspanningen aanscherpen. Eerste discussies hierover zullen in 2018 starten. Binnenkort ontvangt uw Kamer de appreciatie van het Kabinet op het akkoord, in vervolg op de initiële appreciatie die u in december hebt ontvangen (Kamerstuk 31 793, nr. 134). Naast een succesvol resultaat voor het klimaat kan dit akkoord ook worden beschouwd als een mooi voorbeeld van hoe het door middel van multilaterale samenwerking mogelijk is om wereldwijde uitdagingen aan te gaan en van de kracht van eensgezinde samenwerking en leiderschap in EU-verband. Het verder uitwerken en uitvoeren van de in Parijs gemaakte afspraken zal de komende periode een belangrijke rol spelen in zowel Europese als nationale discussies.

Tijdens de Milieuraad staat een beleidsdebat over de follow-up van CoP 21 geagendeerd. Voorafgaand hieraan zal de Commissie een analyse uitbrengen van het Akkoord van Parijs en de gevolgen hiervan voor het EU klimaat- en energiebeleid. Daarbij zal de Commissie ook de vervolgstappen voor de EU uiteenzetten. De ambitie van het voorzitterschap is om na de Milieuraad als voorzitter een brief te sturen aan de vaste voorzitter van de Europese Raad met daarin de belangrijkste uitkomsten van het debat in de Milieuraad.

Inzet Nederland

Nederland hecht eraan dat de EU en haar lidstaten het Akkoord van Parijs tijdig tekenen en ratificeren, en dat de EU actief en constructief blijft participeren in mondiale discussies over de wijze waarop de collectieve inspanning in lijn kan worden gebracht met de ambities die in Parijs zijn vastgesteld.

Indicatie Krachtenveld

EU lidstaten zijn positief over de uitkomsten van CoP 21 en de Europese Raad heeft het akkoord in december 2015 verwelkomd als een historische uitkomst. De discussie in de Milieuraad zal meer duidelijkheid geven over hoe lidstaten de gevolgen van het akkoord zien voor het 2030 Klimaat- en Energie raamwerk.

Circulaire economie

Begin vorig jaar besloot de Europese Commissie om het reeds gepubliceerde afvalpakket in te trekken om eind 2015 met een nieuw pakket voor de transitie naar een circulaire economie te komen. Dit nieuwe voorstel is op 2 december 2015 gepubliceerd en bestaat uit een mededeling met actieplan en een afvalpakket. Tijdens de Milieuraad is een beleidsdebat over het actieplan voorzien.

Het circulaire economie-pakket is één van de prioriteiten van het Nederlands EU-voorzitterschap. Daarbij wil het kabinet naast het milieubelang ook aandacht vragen voor het economisch belang van het pakket. Ook wil het kabinet een integrale aanpak bevorderen. Hier geeft Nederland als EU-voorzitter invulling aan door het pakket te agenderen in zowel de Milieuraad als de Raad voor Concurrentiekracht. Het onderdeel voedselverspilling en -verliezen wordt daarnaast geagendeerd in de Landbouw- en Visserijraad (Kamerstuk 31 532, nr. 157).Daarbij is het streven om op basis van deze discussies toe te werken naar conclusies in de Milieuraad van 20 juni ten aanzien van het actieplan. Ten aanzien van het afvalpakket wil Nederland een voortvarende start maken met de onderhandelingen, om het ambitieniveau en spoedige afronding na het Nederlands voorzitterschap te bevorderen.

Tijdens de stakeholderbijeenkomst op 25 en 26 januari hebben bedrijven, maatschappelijke organisaties en overheden zich uitgesproken over het circulaire economie-pakket. Deze inbreng zal worden meegenomen naar de Milieuraad van 4 maart. Bespreking in de Milieuraad zal onder meer gericht zijn op het inventariseren van belangen en prioriteiten van lidstaten, samenhang tussen maatregelen op EU-niveau en op lidstaat-niveau, en het belang van voortvarende en effectieve uitvoering.

De nadruk zal daarbij liggen op het actieplan, aangezien de onderhandelingen over het afvalpakket nog in de beginfase verkeren.

Inzet Nederland

Voor een daadwerkelijke transitie naar een circulaire economie wil het kabinet voorbij onze landsgrenzen kijken. Een Europese transitie vergroot de kansen voor groei en werkgelegenheid en versterkt de Nederlandse en Europese concurrentiepositie. Het kabinet is voorstander van Europees beleid om het speelveld gelijk te trekken, koplopers meer ruimte te bieden en meer zekerheid te geven voor investeringen. Daarnaast moet de transitie gefaciliteerd worden door belemmeringen in regelgeving weg te nemen en voor meer coherentie te zorgen in Europese regelgeving en instrumenten. Zo is bijvoorbeeld betere aansluiting nodig tussen het beleid voor chemische stoffen, voor producten en voor afval.

Indicatie krachtenveld

Het Europees Parlement heeft zich stevig uitgesproken voor regelgeving en beleid dat de transitie naar een circulaire economie in Europa stimuleert.

Lidstaten hebben op het afvalpakket over het algemeen positief gereageerd en steunen het op hoofdlijnen. De doelstellingen vinden sommigen te ambitieus en anderen niet ambitieus genoeg. Veel lidstaten hebben problemen met de manier waarop de mogelijkheid om uitstel te krijgen om aan de doelstellingen te voldoen is ingevuld.

Ten aanzien van het actieplan hebben lidstaten over het algemeen positief gereageerd. Veel lidstaten voelen zich gehoord door de Europese Commissie en zien hun, in de consultatie ingebrachte, punten terug in de mededeling.

Hormoonverstorende stoffen

Hormoonverstorende stoffen hebben door veranderingen in de hormoonhuishouding een nadelig effect op de gezondheid of het milieu. De regelgeving inzake biociden en gewasbeschermingsmiddelen vereist het vaststellen van criteria door de Europese Commissie voor het identificeren van hormoonverstorende stoffen. Dit had de Europese Commissie uiterlijk in december 2013 moeten realiseren. Het Europese Hof heeft geoordeeld dat de Europese Commissie ten onrechte nog geen criteria voor het identificeren van hormoonverstorende stoffen heeft vastgesteld. Aan de Raad wordt voorgesteld aan te dringen op uitvoering van het vonnis door de Commissie en tevens wordt de Commissie uitgenodigd toe te lichten hoe uitvoering aan het vonnis wordt gegeven. Tijdens de Milieuraad zal Nederland als voorzitter de uitspraak nadrukkelijk aan de orde stellen om van de Commissie te vernemen hoe ze de uitspraak gaat uitvoeren en welke versnelling daarmee gerealiseerd zal worden.

Inzet Nederland

Nederland heeft, zoals u weet, bij herhaling bij de Commissie aangedrongen op het zo snel mogelijk vaststellen van wetenschappelijke criteria voor hormoonverstorende stoffen. Ik verwijs in dat kader ook naar de Nederlandse reactie op de publieke consultatie van de Commissie over hormoonverstorende stoffen van januari 2015.

Indicatie Krachtenveld

Meerdere lidstaten dringen aan op snelle uitvoering van de Hofuitspraak door de Europese Commissie. Ook het Europees Parlement dringt hier op aan.

Overige punten

De Milieuraad zal kort van gedachten wisselen over het Europees Semester. De Europese Commissie heeft op 26 november 2015 haar jaarlijkse groeianalyse uitgebracht (Annual Growth Survey, AGS). De AGS vormt het startsein van het Europese Semester en hiermee blikt de Europese Commissie vooruit op de belangrijkste beleidsuitdagingen en prioriteiten voor economische groei en werkgelegenheid voor het komende jaar. De Commissie stelt voor om het economisch beleid van de EU te richten op dezelfde prioriteiten als in 2015: het opnieuw aanzwengelen van de investeringen, het verder moderniseren van economieën door het bevorderen van structurele hervormingen en het voeren van verantwoord begrotingsbeleid. In de AGS roept de Commissie lidstaten onder andere op om het hulpbronnengebruik nog doelmatiger te maken en te komen tot een economie die een sterker circulair karakter heeft. In de Milieuraad van maart wordt lidstaten de gelegenheid gegeven kort te reflecteren op de AGS.

Verder zal de Europese Commissie onder diversen een korte toelichting geven omtrent de stand van zaken rond het Minamata Verdrag. Dit mondiale verdrag, met als doel bescherming tegen de negatieve effecten van kwik, is nog niet van kracht. De verwachting is dat de daarvoor benodigde 50 ratificaties eind 2016 of begin 2017 bereikt zijn. Momenteel hebben 20 landen, waaronder de VS, het Verdrag geratificeerd. In Nederland en in de EU bestaat reeds strikte regelgeving om verspreiding van kwik in het milieu tegen te gaan. Het Verdrag resulteert daarom in beperkte aanpassing van het bestaande EU acquis. Daartoe wordt de bestaande EU-verordening aangepast. Nederland wacht met ratificeren op de nieuwe EU-verordening (in plaats van tijdelijk voor Nederland nieuwe wetgeving vast te stellen). Wanneer de EU-verordening is vastgesteld zal t.b.v. de ratificering door Nederland het Verdrag ter goedkeuring aan het parlement aangeboden worden.

Het Nederlandse voorzitterschap is gericht op spoedige ratificatie van het Verdrag voor de EU en de lidstaten. Daarmee wordt naar verwachting het aantal ratificaties bereikt dat nodig is om het Verdrag inwerking te laten treden. De EU heeft zich sterk ingezet om tot een mondiaal kwikverdrag te komen.

Over eventuele aanvullingen in de diversenpunten zal ik u tijdens het Algemeen Overleg Milieuraad op 18 februari mondeling informeren.


X Noot
1

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven