Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2014
Hierbij bied ik u het verslag aan van de Informele ministeriële bijeenkomst over cohesiebeleid
van 25 april jl. te Athene. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door het Griekse voorzitterschap.
Er heeft tijdens deze bijeenkomst geen besluitvorming plaatsgevonden. De geannoteerde
agenda heeft u ontvangen op 9 april jl. (Kamerstuk 21 501-08, nr. 507).
Er is gesproken over twee onderwerpen: de steun voor het MKB uit de structuurfondsen
en de status van de ministeriële bijeenkomsten voor cohesiebeleid in de toekomst.
Aan de bijeenkomst ging een informeel diner vooraf, met als thema stedelijke ontwikkelingsvraagstukken.
Steun voor MKB uit structuurfondsen
Tijdens de bijeenkomst benadrukten alle aanwezige lidstaten en instanties het belang
van het MKB voor de economie, zowel op Europees als op nationaal niveau. Het overgrote
deel van de lidstaten heeft in de nieuwe programmaperiode (2014–2020) meer aandacht
voor het MKB bij de inzet van de cohesiemiddelen. Dit gebeurt onder meer door het
MKB centraal te stellen bij overkoepelende thema's als innovatie, vergelijkbaar met
hoe dit in Nederland is opgezet (MKB centrale doelgroep binnen het thema innovatie).
Ook willen lidstaten meer gebruik gaan maken van financiële instrumenten (leningen,
garantiestellingen, revolverende fondsen, etc.). Enkele landen hebben hiertoe al besloten,
maar het merendeel van de lidstaten zit nog in een meer voorbereidende en verkennende
fase. Dit geldt ook voor Nederland.
In relatie tot de financiële instrumenten heeft Nederland aandacht gevraagd voor de
toegenomen complexiteit en verhoogde uitvoeringskosten in de nieuwe periode. Polen
vroeg extra aandacht van de Europese Commissie voor het auditregime, dat in hun ogen
rondom de financiële instrumenten vrij rigide kan zijn. Diverse lidstaten, waaronder
Duitsland, Slovenië, Letland en Nederland hebben aangegeven dat coördinatie van instrumenten
voor het MKB belangrijk is. Er zijn namelijk al veel instrumenten, binnen en buiten
het cohesiebeleid. Deze moeten wel samenhangen. Uitgangspunt is synergie en complementariteit.
Alleen dan kunnen de middelen in hoge mate waarde toevoegen. Enkele landen benadrukten
in dit kader het belang van de «Slimme Specialisatie Strategieën», die hier op een
positieve manier aan bijdragen. Tot slot heeft Nederland aandacht gevraagd voor het
betrekken van het MKB en MKB koepels bij het implementatieproces van de structuurfondsen.
Status ministeriële bijeenkomsten cohesiebeleid
Een groot aantal lidstaten gaf aan met een informeel standpunt te komen, aangezien
de interne discussies over dit onderwerp nog gaande zijn. Wel waren de lidstaten het
in grote mate eens dat meer politieke discussie over de resultaten van het cohesiebeleid
met de verantwoordelijke ministers gewenst is. Eveneens was er overeenstemming dat
een Raad enkel politieke thema's moet behandelen, in tegenstelling tot technische
zaken. Een bespreking van het onderwerp werd het meest wenselijk en kansrijk geacht
in de Raad Algemene Zaken (RAZ). Dit zou mogelijk kunnen plaatsvinden door een RAZ
volledig aan cohesiebeleid te wijden. Duitsland gaf aan ook te denken aan de Raad
voor Concurrentievermogen, hoewel dit geen definitief standpunt betrof.
Over de frequentie en het eventuele structurele karakter waarop politieke discussie
over cohesiebeleid plaats dient te vinden, liepen de meningen uiteen. Het meest genoemd
zijn: 1) structureel jaarlijks een RAZ volledig aan cohesiebeleid wijden; 2) incidentele
bijeenkomst binnen bestaande structuren. Enkele lidstaten, waaronder Zweden en Ierland,
drongen aan op formele agendering van het onderwerp, aangezien het in de voorbije
jaren nu al meerdere keren informeel aan bod gekomen is.
De voorzitter concludeerde dat verdere discussie over de vorm waarin en frequentie
waarop politieke discussie over cohesiebeleid plaats dient te vinden noodzakelijk
is. Het voorzitterschap zal dit onderwerp daarom nog voor de zomer agenderen op een
Raad Algemene Zaken. Het inkomende Italiaanse voorzitterschap heeft inmiddels aangegeven
een extra RAZ in november te organiseren die geheel gewijd zal zijn aan cohesiebeleid.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
S.A.M. Dijksma