21 501-08 Milieuraad

Nr. 462 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 21 mei 2013

Deze brief informeert Uw Kamer over de recente resultaten van twee internationale onderhandelingstrajecten met het doel de milieuschadelijke gevolgen van met name kwik te beperken. Op 19 januari 2013 is in Genève overeenstemming bereikt over de tekst van een mondiaal kwikverdrag. Een maand eerder werden in UN-ECE kader de partijen bij het zware metalen Protocol, dat vigeert onder het Verdrag betreffende grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand, het eens over herziening van dit Protocol.

Mondiaal kwikverdrag (Minamata Verdrag)

In februari 2009 heeft de UNEP Beheersraad een besluit aangenomen om onderhandelingen te gaan voeren om te komen tot een mondiaal kwikverdrag1. De onderhandelingen in Genève (13–19 januari 2013) zijn afgesloten met als succesvol resultaat overeenstemming over de tekst voor een kwikverdrag, het Minamata Verdrag. De schadelijke gevolgen van kwik werden voor het eerst in de vijftiger jaren van de vorige eeuw onderkend in het vissersplaatsje Minamata in Japan, waar de lokale bevolking met onbekende ziekteverschijnselen in aanraking kwam. Bij de lozing van kwikhoudend afvalwater van een chemisch bedrijf ter plaatse zijn meer dan 2000 slachtoffers gevallen. Ter nagedachtenis aan deze ramp heeft het Verdrag de naam van deze vissersplaats gekregen.

Doel van het Minamata Verdrag

Het doel van dit Verdrag is: het beschermen van de gezondheid van de mens en het milieu tegen blootstelling aan kwik door de aanwezigheid van kwik in het milieu te beperken en door het gebruik van kwik waar mogelijk geleidelijk uit te faseren.

Kwik vormt een grensoverschrijdend mondiaal milieuprobleem. De stof verspreidt zich met name via de lucht en het water in het milieu. De Minamataramp in de vijftiger jaren heeft aangetoond dat kwik kan leiden tot aantasting van het zenuwgestel van zowel mens als dier.

De effectiviteit van dit Verdrag wordt in belangrijke mate bepaald door de bereidheid van landen om tot dit Verdrag toe te treden. De economische afhankelijkheid van goudwinning in met name ontwikkelingslanden is hierbij een zorgpunt.

Betekenis voor Nederland

In Nederland en in de EU bestaat reeds strenge regelgeving om verspreiding van kwik in het milieu tegen te gaan. De voorlopige inschatting is dat ratificatie van het Verdrag niet zal hoeven te leiden tot wijzigen van de Nederlandse wetgeving. Voor de uitvoering van de verplichtingen rond inzameling, opslag en verwerking van kwikhoudend afval op Europese schaal moet nog een aantal stappen gezet worden. Voor de uitvoering van de verplichtingen rond inzameling, opslag en verwerking van kwikhoudend afval moet binnen de EU ingevuld worden hoe de inzameling van kwikhoudende afvalstoffen in de EU op een milieuverantwoorde wijze opgezet gaat worden. Bij de opslag is het van belang om aan te geven onder welke voorwaarden kwikhoudende afvalstoffen opgeslagen kunnen worden, zowel in tijdelijke als definitieve opslagen. Voor de definitieve opslagen zal een keuze gemaakt moeten worden of kwik als metaal dan wel in gebonden vorm wordt opgeslagen.

Nederlandse inzet

De inzet van Nederland, die gelijk was aan de EU inzet, was erop gericht zoveel als mogelijk de EU-regelgeving over kwik in dit Verdrag op te nemen met als doel het op mondiaal niveau beperken van de blootstelling van mens en milieu aan kwik.

Inhoud van het Minamata Verdrag

De belangrijkste bepalingen van het Minamata Verdrag zijn:

  • een verbod (op termijn) van de kwikmijnbouw;

  • een verbod vanaf 2020 op de belangrijkste producten die kwik bevatten, zoals batterijen, schakelaars, lampen, thermometers en barometers;

  • maatregelen om het gebruik van kwikhoudend amalgaam door tandartsen te reduceren;

  • het toepassen van best beschikbare technieken bij nieuwe productieprocessen voor (kwik)emissies naar de lucht;

  • een verbod vanaf 2025 om kwik op de markt te brengen dat vrijkomt bij de ontmanteling van chloor-alkalifabrieken;

  • milieuvriendelijk opslaan en recycling van kwik;

  • capaciteitsopbouw en technologieoverdracht voor de ontwikkelingslanden en de landen met een overgangseconomie;

  • een financieel mechanisme (GEF Trust Fund en voor capaciteitsopbouw en technische assistentie een internationaal programma) om de ontwikkelingslanden en de landen met een overgangeconomie te steunen bij de uitvoering van dit Verdrag;

De verplichte jaarlijkse contributie voor Nederland, nadat zij partij is geworden bij dit Verdrag, zal worden vastgesteld volgens de VN scale of assessment en naar verwachting circa € 100.000,– gaan bedragen.

Vervolgstappen

Het Minamata Verdrag zal opengesteld worden voor ondertekening tijdens de diplomatieke conferentie in Japan van 9 tot 11 oktober 2013. Dan zullen ook afspraken gemaakt dienen te worden over de financiering van activiteiten om de ontwikkelingslanden en de landen in transitie in gelegenheid te stellen het Verdrag te ratificeren. Daarna zal het Verdrag de parlementaire goedkeuringsprocedure doorlopen. Als deze goedkeuringsprocedure succesvol wordt doorlopen kan Nederland het Verdrag ratificeren.

Het Verdrag zal in werking treden wanneer 50 partijen het Verdrag hebben geratificeerd. De verwachting is dat dit rond 2018 zal plaatsvinden.

Herziening zware metalen Protocol

Eind 2013 werden de partijen bij het zware metalen Protocol2 het eens over de herziening van dit Protocol (kwik is één van de zware metalen in dit Protocol). Met de herziening is bereikt dat het protocol toegankelijker is gemaakt voor landen die om uiteenlopende redenen nog niet tot het Protocol zijn toegetreden. Het gaat daarbij met name om landen ten oosten en zuidoosten van de EU3. De uitkomst is dat landen die vóór 1 januari 2020 nieuw toetreden gebruik kunnen maken van langere overgangstermijnen (oplopend tot 2030) om best beschikbare technieken toe te passen op al bestaande installaties. Het alternatief is om de betreffende industriële installaties vóór deze datum te sluiten. Om de parallel lopende onderhandelingen over het mondiale kwikverdrag onder UNEP niet te verstoren is er voor gekozen om de bestaande bepalingen die de uitstoot van zware metalen tegengaan niet substantieel aan te scherpen of uit te breiden. Wel is afgesproken dat in 2013 en 2014 wordt bezien wat aanvullend op het mondiale kwikverdrag nog via een volgende herziening van het zware metalen Protocol zou kunnen worden bereikt.

Vervolgstappen

De partijen bij het Protocol, waaronder de EU, zullen de wijzigingen volgens hun interne procedures moeten goedkeuren. Het herziene Protocol treedt in werking zodra twee derde van de huidige partijen de wijzigingen in het Protocol hebben bekrachtigd. Naar verwachting kan het herziene Protocol binnen een jaar aan Uw Kamer worden voorgelegd voor parlementaire goedkeuring. Niet uitgesloten is dat de EU-landen gezamenlijk besluiten pas te ratificeren nadat de EU dit heeft gedaan. Ten aanzien van de herziening van het Gotenburg Protocol waarover Uw Kamer is geïnformeerd bij brief van 25 juni 20124, is een dergelijke afspraak inmiddels gemaakt.

Naleving verdragsverplichtingen

Tot slot maak ik van de gelegenheid gebruik Uw Kamer te melden dat Nederland voldoet aan de verplichtingen die het Protocol oplegt voor de uitstoot van zware metalen kwik, lood en cadmium. Hierop is een uitzondering: de uitstoot van cadmium in 2010 lag boven het niveau wat volgens het zware metalen Protocol voor Nederland is toegestaan. Nadere inventarisatie heeft uitgewezen dat in 2011 de uitstoot van cadmium weer onder de maximaal toegelaten hoeveelheid ligt. Een grote bron van cadmium emissies naar de lucht toe is weggevallen omdat het bedrijf inmiddels is gesloten. De andere bron is inmiddels voorzien van een betere filtertechniek. De cijfers voor 2012 zijn nog niet beschikbaar.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld


X Noot
1

Besluit 25/5 van de Beheersraad van UNEP, februari 2009.

X Noot
2

In 1998 te Aarhus (Denemarken) gesloten protocol bij het Verdrag van 1979 inzake grensoverschrijdende luchtverontreiniging over lange afstand ter bestrijding van verzuring, eutrofiëring en ozon op leefniveau, Trb. 1998, 287. Het Verdrag vigeert onder de Economische Commissie voor Europa van de Verenigde Naties (VNECE) die bestaat uit 51 landen uit Europa en de voormalige Sovjet-Unie, de Verenigde van Amerika en Canada.

X Noot
3

Rusland leidde een coördinatiegroep waaraan ook Azerbeidzjan, Armenië, Kazachstan, Kirgizië, Moldavië, Tadzjikistan, Oezbekistan, Oekraïne en Wit-Rusland deelnamen.

X Noot
4

Kamerstuk 30 175, nr. 152

Naar boven