21 501-08 Milieuraad

Nr. 430 BRIEF VAN DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 juni 2012

Hierbij doe ik u mede namens de staatssecretaris van Buitenlandse Zaken, de heer Ben Knapen, de geannoteerde agenda toekomen van de Informele Milieuraad die op 7 en 8 juli a.s. zal plaatsvinden.

Ik hoop u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.

De staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, J. J. Atsma

Geannoteerde agenda voor de Informele EU Milieuraad op 7 en 8 juli 2012 in Nicosia (Cyprus)

Blauwdruk water

Inhoud

De Informele Milieuraad zal van gedachten wisselen over de aanstaande «Blueprint to Safeguard Europe’s Water Resources». Deze blauwdruk, die tot doel heeft de Europese watervoorraden (zowel kwantitatief als kwalitatief) te beschermen, zal dit najaar door de Commissie worden gepresenteerd.

In de aanloop naar de blauwdruk wordt het huidige EU waterbeleid onder de loep genomen. Deze evaluatie heeft een tweeledig doel. Enerzijds wordt vastgesteld wat er met het bestaande beleid is bereikt en welke leemtes en tekortkomingen er mogelijkerwijs bestaan en anderzijds wordt op basis van kennis ten aanzien van de kwetsbaarheid van het (water-)milieu verkend of de bestaande instrumenten voldoende zijn of dat nieuwe instrumenten overwogen moeten worden.

De blauwdruk wordt gebaseerd op: (1) een lopende evaluatie van de beheersplannen die zijn opgesteld voor 110 Europese stroomgebieden die onder de Kaderrichtlijn Water vallen, (2) een beoordeling van de tenuitvoerlegging van de strategie voor waterschaarste en droogte (COM 2007/414/final) en (3) ontwikkelde kennis over de kwetsbaarheid van milieubronnen (zoals water, biodiversiteit en bodem) voor klimaatverandering en menselijk ingrijpen.

Stand van zaken

De Commissie is bezig met het verbeteren van het beleidsinstrumentarium opdat beleidsdoelen op de meest een efficiënte en effectieve manier kunnen worden bereikt. Dit heet «smart regulation policy». Als onderdeel hiervan heeft de Commissie een zogenaamde «fitness check» uitgevoerd op de bestaande EU-waterwetgeving. De Commissie heeft onderzocht of de in deze wetgeving geformuleerde doelstellingen in de praktijk worden gerealiseerd en of dat op een efficiënte wijze gebeurt. Ook is gekeken naar eventuele implementatieproblemen, de jurisprudentie, de naleving van de regelgeving (inclusief zaken als klachten van derden) en ingebrekestellingprocedures. De uitkomst van de «fitness check» zal op korte termijn worden gepubliceerd. Op basis van bovenstaande heeft de Commissie op 15 maart 2012 een kleine 60 beleidsopties (onderverdeeld in 12 categorieën) gepubliceerd. Deze waren tot en met 7 juni 2012 onderhevig aan publieke consultatie. Nederland heeft deze consultatie beantwoord en tevens een position paper ingestuurd.

Nederlandse positie

Nederland wil, vanuit onze sterke positie als waterland, een bijdrage leveren aan het proces van totstandkoming van de blauwdruk. Nederland is van mening dat er geen nieuwe Europese wetgevingsinitiatieven op het gebied van water noodzakelijk zijn. Eventuele aanvullingen of aanpassingen van beleid moeten primair passen in het bestaande kader. Nederland gaat er vanuit dat eventueel nieuw beleid met betrekking tot waterschaarste, droogte en klimaatadaptatie een plaats gaat krijgen in de tweede generatie stroomgebiedbeheersplannen, die uiterlijk in 2015 moeten zijn vastgesteld.

Klimaatadaptatie

Inhoud

De agendering van klimaatadaptatie is een vervolg op het in 2009 uitgebrachte Witboek klimaatadaptatie. Ook tijdens de Informele Milieuraad van het Poolse EU-voorzitterschap in juli 2011 is gesproken over klimaatadaptatie.

De Milieuraad zal bestaan uit presentaties door de Commissie en het voorzitterschap over mogelijkheden tot financiering van aanpassing aan klimaatverandering en een presentatie door een vertegenwoordiger van de European Investment Bank over de bijdrage door de private sector. Vervolgens vindt een plenaire discussie plaats aan de hand van nog te ontvangen vragen. In maart 2013 zal de Commissie een EU adaptatiestrategie uitbrengen in de vorm van een Commissie Mededeling. De hoofdlijn van deze strategie zal worden gevormd door het op kosteneffectieve wijze integreren van aanpassing aan klimaatverandering in de bestaande regelgeving en het daarbij toepassen van huidige en toekomstige financiële instrumenten. In deze strategie zal de status van het opstellen van nationale adaptatiestrategieën door de lidstaten naar verwachting ook een belangrijk element zijn.

Stand van zaken

Momenteel wordt door de Commissie, bij de implementatie van het Witboek klimaatadaptatie van 2009, gewerkt langs de volgende lijnen:

  • 1. Oprichting van een platform voor kennisuitwisseling en -ontwikkeling. Dit is in maart 2012 gelanceerd met een interactieve website, welke wordt onderhouden door het Europees Milieu Agentschap in Kopenhagen.

  • 2. Integratie van klimaatadaptatie in de relevante EU-beleidsterreinen, ondermeer bij herziening van het gemeenschappelijk landbouwbeleid, in relatie tot waterschaarste/wateroverlast en bij de tweede generatie stroomgebiedbeheersplannen volgend uit de Kaderrichtlijn water. Hier ligt een verbinding met het onderwerp Blauwdruk Water tijdens deze Raad.

  • 3. Aanpassing en ontwikkeling van (ook financieel) instrumentarium. Dit betreft onder meer de klimaatbestendigheid van Europese investeringen in grootschalige infrastructuur en gebiedsontwikkeling. Dit krijgt aandacht bij de vormgeving van de Europese meerjarenbegroting.

  • 4. Aandacht voor gevolgen van klimaatverandering in het extern EU-beleid, daar waar EU belangen in het geding zijn (bijvoorbeeld grondstoffen en voedselvoorziening).

Nederlandse positie

In de kabinetsreactie op het Witboek (Kamerstuk 22 112, nr. 865, 28 mei 2009) heeft Nederland zich positief opgesteld ten aanzien van het initiatief van de Commissie om aanpassingsmaatregelen in EU-verband zoveel mogelijk te laten aansluiten bij bestaand instrumentarium. Nederland is daarbij van mening dat adaptatie aan klimaatverandering primair een zaak is van de lidstaten zelf, waarvan de uitvoering samen met het lokale en/of regionale niveau gebiedsgericht en integraal moet worden opgepakt. In Nederland zijn bestendigheid tegen zeespiegelrijzing en overstromingen vanuit de rivieren en de beschikbaarheid van voldoende zoetwater belangrijke prioriteiten in het Deltaprogramma. Daarbij is er ook bijzondere aandacht voor stedelijke gebieden, welke te maken kunnen krijgen met extreme temperaturen en toenemende wateroverlast. De investeringsdynamiek van stedelijke gebieden biedt kansen om steden duurzamer in te richten. Nederland hanteert bij de discussie over klimaatadaptatie de volgende uitgangspunten:

  • Over de rolverdeling tussen EU, lidstaten, regio’s en lokale overheden moeten goede afspraken worden gemaakt.

  • Maatwerk moet mogelijk blijven bij nationale adaptatie strategieën.

  • Verbanden tussen mitigatie en adaptatie moeten optimaal worden benut.

  • Ruimtelijke ordening moet tot de nationale competentie blijven behoren.

Naar boven