21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

DL BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN EN DE MINISTER VAN ECONOMISCHE ZAKEN EN KLIMAAT

Aan de Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 18 oktober 2021

Tijdens de Ecofinraad van 28 oktober, die middels een videoconferentie zal worden gehouden, staat de bespreking van drie uitvoeringsbesluiten van de Europese Raad in het kader van de Recovery and Resilience Facility (RRF) op de agenda, namelijk van Estland, Finland en Roemenië. Hierbij ontvangt u een kabinetsappreciatie van de voorliggende uitvoeringsbesluiten. Deze brief dient tevens als geannoteerde agenda voor deze Ecofinraad. Ik ben niet in de gelegenheid deel te nemen aan deze vergadering en laat mij vervangen door de Staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst. Na de Ecofinraad zal de formele besluitvorming over de uitvoeringsbesluiten plaatsvinden door middel van een schriftelijke procedure.1 Nederland is voornemens om in te stemmen met de uitvoeringsbesluiten.

De faciliteit voor herstel en veerkracht opgericht (Recovery and Resilience Facility, RRF) is opgericht in reactie op de COVID19-pandemie. In een brief van 12 januari jl. is de Tweede Kamer geïnformeerd over de RRF-verordening.2 Sinds de inwerkingtreding van deze verordening hebben 25 lidstaten hun herstelplan in het kader van de RRF ingediend. De Tweede Kamer is in een brief van 3 mei jl. geïnformeerd over het proces rondom deze plannen.3 Op grond van de RRF-verordening moet de Europese Commissie (de Commissie) de plannen beoordelen en, indien zij tot een positieve beoordeling komt, een voorstel doen voor een uitvoeringsbesluit van de Raad. Met dat uitvoeringsbesluit wordt de beoordeling van een plan goedgekeurd. Daarnaast worden in het uitvoeringsbesluit de hervormingen en investeringen die een lidstaat zal ondernemen vastgelegd, inclusief de bijbehorende mijlpalen en doelen, alsook de financiële bijdrage waarop de lidstaat aanspraak kan maken. Het uitvoeringsbesluit vormt dus het juridische document waarmee de herstelplannen van de lidstaten worden geformaliseerd. De Raad besluit met gekwalificeerde meerderheid over de uitvoeringsbesluiten en heeft hier op grond van de RRF-verordening in de regel een maand de tijd voor vanaf het moment waarop de Commissie een voorstel heeft gedaan.

In de brieven van 12 januari en 3 mei jl. is aangegeven dat de Tweede Kamer een kabinetsappreciatie zal ontvangen zodra de Commissie een voorstel doet voor de uitvoeringsbesluiten. Dat zal in tranches gebeuren, in gelijke tred met de publicatie van voorstellen door de Commissie. De Tweede Kamer ontving reeds kabinetsappreciaties van de eerste 19 uitvoeringsbesluiten. Dit gebeurde in vijf tranches, op 30 juni, 7 juli, 21 juli, 30 augustus en 30 september.4 De Raad heeft hiermee inmiddels formeel ingestemd.

De gepubliceerde voorstellen bestaan uit een uitvoeringsbesluit dat de toetsing aan de voorwaarden beschrijft met een uitgebreide annex die de mijlpalen en doelen, streefdata en de daaraan gekoppelde uitbetalingen vastlegt. Daarnaast heeft de Commissie werkdocumenten opgesteld, waarin de beoordeling van de plannen nader wordt toegelicht. Al deze documenten kunnen worden gevonden op de website van de Europese Commissie.5 Eventuele vertrouwelijke achtergronddocumenten zijn ter inzage beschikbaar, zoals aangegeven in de brief van 31 mei jl.6

Aan het opstellen van deze documenten ging een intensieve dialoog vooraf tussen de betrokken lidstaat en de Commissie, waarbij de laatste erop toezag dat de ingediende plannen zouden voldoen aan de criteria uit de RRF-verordening. Zoals aangegeven in de brief van 3 mei jl. zijn deze criteria talrijk:

  • Een plan moet een bijdrage leveren aan elk van zes pilaren7.

  • Een plan moet bijdragen aan de doeltreffende aanpak van alle of een significant deel van de uitdagingen die zijn vastgesteld in de landspecifieke aanbevelingen van 2019 en 2020 in het kader van het Europees Semester.

  • Een plan moet het groeipotentieel en de economische, sociale en institutionele veerkracht versterken en de werkgelegenheid stimuleren.

  • Maatregelen in het plan mogen geen (significante) afbreuk doen aan de Europese klimaat- en duurzaamheidseisen, het zogenaamde do no signficant harm (DNSH) principe.

  • Tenminste 37% van de middelen uit een plan moet worden besteed aan de klimaattransitie en tenminste 20% aan de digitale transitie.

  • De maatregelen die in het plan zijn opgenomen dienen een structureel effect te sorteren voor de betrokken lidstaat.

  • Lidstaten moeten toelichten hoe de maatregelen in het plan zullen bijdragen aan gendergelijkheid en gelijke kansen voor iedereen.

  • Lidstaten moeten regelingen treffen voor een doeltreffende monitoring en uitvoering van de plannen, waaronder het opstellen van mijlpalen en doelen en een tijdschema voor de implementatie van hervormingen en investeringen tot uiterlijk eind augustus 2026.

  • Lidstaten moeten in hun herstelplannen een redelijke en aannemelijke onderbouwing geven van de totale geraamde kosten.

  • Lidstaten dienen maatregelen te treffen om corruptie, fraude en belangenverstrengeling te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

  • De hervormingen en investeringen moeten coherente acties vormen, waarbij maatregelen elkaar versterken en complementair zijn.

  • Tot slot moet een lidstaat die een lening aanvraagt, in aanvulling op het subsidiedeel, voldoen aan de daarvoor gestelde criteria, in het bijzonder het ondernemen van aanvullende hervormingen en investeringen.

Voor de kabinetsappreciatie van de voorgestelde uitvoeringsbesluiten van de Raad is de vraag leidend of de Commissie de criteria uit de RRF-verordening zoals hierboven weergegeven goed heeft getoetst. De kabinetsappreciatie concentreert zich daarbij op de Commissiebeoordeling van de aansluiting van het plan op de landspecifieke aanbevelingen. Voor het kabinet is het belangrijk dat RRF-middelen conditioneel zijn aan structuurversterkende hervormingen, waarvan de belangrijkste worden benoemd in de landspecifieke aanbevelingen. Daarnaast concentreert de kabinetsappreciatie zich op de vraag of de mijlpalen en doelen goed geformuleerd zijn. Deze mijlpalen en doelen zijn immers leidend bij het beoordelen of de implementatie van het plan voldoende is om te kunnen overgaan tot uitbetalingen. Tot slot gaat de kabinetsappreciatie ook in op de beoordeling door de Commissie van de maatregelen die de lidstaat treft om corruptie, fraude en belangenverstrengeling te voorkomen, op te sporen en te corrigeren.

Met een goedgekeurd uitvoeringsbesluit wordt groen licht gegeven voor het verstrekken van voorfinanciering aan een lidstaat ter grootte van 13% van de omvang van een plan. De verdere uitbetaling van middelen vindt plaats zodra een lidstaat mijlpalen en doelen heeft gehaald. De Tweede Kamer is in een brief van 17 september geïnformeerd over de implementatiefase van de RRF en de wijze waarop het kabinet voornemens is om de Tweede Kamer hierover te informeren.8

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, S.A. Blok


X Noot
1

Er kunnen geen formele besluiten in videoconferenties worden genomen, aangezien zij informeel van aard zijn. Coreper kan, gelet op de uitzonderlijke omstandigheden die COVID-19 meebrengt, per geval besluiten om de schriftelijke procedure te gebruiken voor besluitvorming door de Raad.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1737

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1753

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-07, nrs. 1766, 1769, 1772, 1773 en 2021Z16786.

X Noot
6

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1760

X Noot
7

De groene transitie; de digitale transformatie; slimme, houdbare en inclusieve groei; sociale en territoriale cohesie; gezondheid en economische, sociale en institutionele veerkracht; beleid voor de volgende generaties.

X Noot
8

Kamerstuk 2021Z15835.

Naar boven