21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 980 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 10 december 2012

Middels deze Kamerbrief wil ik ingaan op de schriftelijke vragen die door de leden Van Bommel en Irrgang zijn ingezonden op 26 juni 2012 (Aanhangsel Handelingen II, 2012/2013, nr. 883) en de schriftelijke vragen gesteld door leden Van Dijck en Wilders (Aanhangsel Handelingen II, 2012/2013, nrs. 866 en 884) ingezonden op respectievelijk 17 juli en 19 juli jongstleden. Zoals aangegeven in de Kamerbrief over het uitstel van de beantwoording van deze vragen waren voor de beantwoording van deze vragen de bevindingen van de Trojka met betrekking tot de stand van zaken omtrent de door Griekenland te implementeren afspraken nodig. Inmiddels zijn deze beschikbaar en met de Tweede Kamer gedeeld bij Kamerbrief over het verslag Eurogroep 26 november (d.d. 28 november, Kamerstuk 21 501-07, nr. 972) waar als bijlage ook de voortgangsrapportage is mee gezonden aan de Tweede Kamer. In deze brief en bijgevoegde documentatie is nader ingegaan op de voortgang van het programma en het daarbij voorgestelde pakket aan maatregelen aan de Tweede Kamer ter beoordeling voorgelegd.

Ik hoop u voldoende geïnformeerd te hebben.

De minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Naar boven