21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 960 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 19 november 2012

Zoals ik in het verslag van de Eurogroep van 12 november 2012 aangegeven heb (Kamerstuk 21 501-07, nr. 958), verwacht ik aanstaande dinsdag 20 november 2012 tijdens een extra ingelaste Eurogroep de voortgang van het Griekse leningenprogramma verder te bespreken. Tijdens deze Eurogroep zal mogelijk op basis van een concept rapport van de Trojka gesproken worden over de voortgang van het programma, het uitstel van de deadline van de buitensporigtekortprocedure, de mogelijke additionele financieringsbehoefte en de schuldhoudbaarheid. Op dit moment zijn de benodigde documenten voor deze Eurogroep nog niet beschikbaar.

Tijdens de Eurogroep op 12 november bleek dat significante voortgang is geboekt om te komen tot een overeenstemming tussen de Trojka en Griekenland. Het Griekse parlement heeft twee omvangrijke pakketten met maatregelen aangenomen; een met structurele maatregelen en een voor de begroting van 2013. Beide pakketten zijn positief ontvangen door de Trojka, maar er is nog geen volledige overeenstemming. Pas als er overeenstemming is tussen de Trojka en Griekenland kan er een besluit genomen worden over de voortzetting van het leningenprogramma.

Wel heeft de Eurogroep afgelopen week geconcludeerd dat de aanpassing van de budgettaire doelstellingen, zoals voorgesteld door de Griekse overheid en gesteund door de Trojka, passend zou zijn in het licht van de economische ontwikkelingen. Dit betekent dat Griekenland mogelijk langer de tijd krijgt om in het kader van de buitensporigtekortprocedure het tekort onder de vereiste 3%-norm te brengen. De Ecofin Raad zal hierover een beslissing moeten nemen op basis van een voorstel van de Europese Commissie.

Ik zal dit voorstel beoordelen langs de lijn dat er alleen uitstel kan worden verleend wanneer dit ingegeven is door de economische ontwikkelingen. In de herfstvoorspellingen die 7 november jl. werd gepubliceerd, is de groeivoorspelling neerwaarts aangepast. Voor 2012 wordt een krimp verwacht van 6,0% in plaats van de aanname in het Memorandum of Understanding (MoU) van maart jongstleden van 4,7%. Ook voor 2013 is voorspelling bij gesteld van 0% in de MoU naar 4,2% krimp. De benodigde financiering voor deze verlenging moet gevonden worden binnen de kaders van het tweede leningenprogramma.

De inzet van het kabinet heeft een drietal uitgangspunten. Ten eerste moet Griekenland de afspraken nakomen die zij eerder heeft gemaakt. Het is op dit moment nog niet vast te stellen of de afgesproken maatregelen uit het leningenprogramma zijn uitgevoerd. Hiervoor is de voortgangsrapportage van de Trojka leidend.

Ten tweede is het noodzakelijk te komen tot afspraken met de Griekse overheid die leiden tot grotere zekerheid omtrent de uitvoer van het programma. De Eurogroep heeft Griekenland opgeroepen om maatregelen te implementeren die het toezicht op het programma versterken. Hierbij valt te denken aan maatregelen die het behalen van de budgettaire doelstellingen verder verzekeren. Dit zal moeten gebeuren voordat er tot een eventuele volgende uitkering kan worden overgegaan. Nederland zal hard inzetten op versterkt toezicht en monitoring om in de toekomst achterstanden in het programma te voorkomen.

Ten derde moet er zicht zijn op een houdbare overheidsschuld. Zonder dit perspectief heeft voortzetting van het programma geen kans van slagen. Griekenland moet door middel van de structurele hervormingen de arbeidskosten en prijzen verlagen en zo weer concurrerend gaan worden. Tegelijkertijd is schuldhoudbaarheid daarbij noodzakelijk. Hierbij hanteert het kabinet de volgende randvoorwaarden. De eerste randvoorwaarde is dat er geen extra programmageld bijkomt en dat er niet wordt afgeschreven op de hoofdsom. De tweede randvoorwaarde is dat gekozen oplossingen de programma’s in andere kwetsbare lidstaten niet ondermijnen. De politieke hervormingen die in andere lidstaten zijn ingezet, houden alleen stand als de Eurozone eenduidige maatstaven hanteert. De derde randvoorwaarde is dat de aanpak maximale druk houdt op Griekenland om het hervormingsprogramma door te zetten. De offers die het Griekse volk moet leveren zijn fors, maar lijken onnodig verzwaard door het uitstelgedrag en het beschermen van deelbelangen ten koste van de Griekse samenleving als geheel. Om die reden blijft verdere steun afhankelijk van de mogelijkheid om steun te koppelen aan strikte voorwaarden aan de implementatie van het programma.

Wanneer de voortgangsrapportage beschikbaar is, zal het kabinet hier de Tweede Kamer over informeren. Aanstaande dinsdag worden tijdens de extra ingelaste Eurogroep nog geen definitieve besluiten genomen. De Eurogroep zal pas later een besluit nemen over de voortgang van het Griekse leningenprogramma. Ik zal hierbij de Tweede Kamer de gelegenheid geven zich uit te spreken over de definitieve Nederlandse inzet.

De minister van Financiën, J. R. V. A. Dijsselbloem

Naar boven