21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1919 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 9 januari 2023

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van 16 en 17 januari a.s. Ik ben voornemens deel te nemen aan deze vergaderingen.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad van 16 en 17 januari 2023

Eurogroep

Uitbreiding eurogebied – update over introductie van de euro in Kroatië

Document: n.v.t.

Aard bespreking: de Eurogroep wordt geïnformeerd over de voortgang.

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal worden bijgepraat over de introductie van de euro in Kroatië per 1 januari 2023. De Raad van de Europese Unie (de Raad) ging op 12 juli 2022 definitief akkoord met de toetreding van Kroatië tot de eurozone. De transitie van de kuna naar de euro bij cashbetalingen vindt plaats in de eerste twee weken van januari 2023. Daarna kan alleen nog met de euro betaald worden. Nederland zal de informatie aanhoren.

Digitale euro – inventarisatie van afgelopen Eurogroepvergaderingen

Document: op het moment van schrijven nog niet beschikbaar.

Aard bespreking: gedachtewisseling en vaststelling verklaring

Besluitvormingsprocedure: consensus.

Toelichting:

De Eurogroep zal stilstaan bij de besprekingen over de digitale euro in de afgelopen periode. Naar verwachting zal de Eurogroep op basis van deze besprekingen een terugkijkende verklaring vaststellen. De Eurogroepvoorzitter zal ook een vooruitblik geven op het werkprogramma voor de digitale euro in 2023. Op het moment van schrijven van deze geannoteerde agenda zijn zowel de conceptverklaring als het conceptwerkprogramma nog niet beschikbaar.

In het afgelopen jaar stond de digitale euro in vier Eurogroepvergaderingen op de agenda. In de Eurogroep van 4 april jl. is onder meer gesproken over privacy en mogelijke beleidsdoelstellingen van de digitale euro.1 Tijdens de Eurogroep van 11 juli jl. is gesproken over de impact van een digitale euro op het financiële stelsel en het gebruik van contant geld.2 Tijdens de Eurogroepvergadering van 10 september jl. gaven de Europese Centrale Bank (ECB) en Zweden een toelichting op de laatste ontwikkelingen van digitaal centralebankgeld.3 Ten slotte is tijdens de Eurogroepvergadering van 3 oktober jl. onder meer gesproken over de rol van publieke en private deelnemers in het digitale euro-ecosysteem en mogelijke bedrijfsmodellen.4

De Europese Commissie (de Commissie) heeft aangekondigd in het tweede kwartaal van 2023 een wetsvoorstel uit te zullen brengen voor de introductie van de digitale euro. Met dit wetsvoorstel wordt de besluitvorming over een invoering van de digitale euro en over de essentiële bouwstenen ervan bij de medewetgevers (de Raad van de Europese Unie (de Raad) en het Europees Parlement) neergelegd. De medewetgevers zullen dus bepalen of de digitale euro er komt en hoe de essentiële onderdelen van de digitale euro eruit komen te zien.

Nederland zal tijdens deze Eurogroep waar mogelijk de Nederlandse aandachtspunten, wensen en zorgen bij de Commissie, de ECB en andere lidstaten onder de aandacht te brengen, zoals geformuleerd in de brief van de Minister van Financiën van 7 juli 20225 en in debatten over de digitale euro in de Tweede Kamer op 23 november jl. en 14 december jl. (Kamerstuk 27 863, nr. 132 en Handelingen II 2022/23, nr. 35, tweeminutendebat digitale euro) Nederland zal hier zowel in het kader van een mogelijke verklaring van de Eurogroep als het werkprogramma aandacht voor vragen.

Een digitale euro kan helpen om in de toekomst onze strategische autonomie te vergroten in het betalingsverkeer en kan er tevens voor zorgen dat door de overheid uitgegeven geld een centrale plek blijft houden, als aanvulling op contant geld. Een mogelijke invoering vraagt een zorgvuldige afweging en kan alleen op basis van politieke besluitvorming. De eerste voorwaarde voor Nederland bij een mogelijke invoering van de digitale euro is in ieder geval dat er duidelijke voordelen moeten zijn voor consumenten, bedrijven en de bredere economie. Nederland staat open voor alternatieven voor een rekening gebaseerde digitale euro, zoals een token-gebaseerde oplossing. Cruciale andere voorwaarden voor Nederland voor een eventuele invoering van de digitale euro zijn dat de privacy is gewaarborgd, dat er overeenstemming is met het anti-witwasraamwerk, dat er waarborgen zijn voor de financiële stabiliteit en dat een digitale euro niet programmeerbaar is.

Coördinatie van het begrotingsbeleid in de eurozone – casestudy’s over steun aan huishoudens en bedrijven in het kader van de hoge energieprijzen

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling.

Besluitvorming: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal bespreken op welke manier eurolanden steun aan huishoudens en bedrijven verlenen in het kader van de hoge energieprijzen. De Eurogroep zal hierbij van gedachten wisselen over de vormgeving van deze steun en wat daarbij de belangrijkste praktische en beleidsmatige afwegingen zijn. Deze bespreking zal plaatsvinden aan de hand van casestudy’s van eurolanden.

Nederland zal een presentatie geven over het Nederlandse tijdelijke energieprijsplafond. Deze presentatie zal ingaan op de werking van de Nederlandse energiemarkt en hoe het energieprijsplafond is ontworpen.

Nederland zal in deze gedachtewisseling het belang van beleidscoördinatie benadrukken. Uitwisseling over hoe landen steun verlenen aan burgers en bedrijven is een belangrijke invulling hiervan. Voor Nederland is het daarbij van belang om de prikkels voor verduurzaming en vermindering van gasverbruik zo veel mogelijk intact te houden.

Economische situatie en IMF-missie over het beleid in de eurozone

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling.

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de huidige macro-economische situatie in de eurozone en een terugkoppeling ontvangen van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) over de IMF-missie die onlangs heeft plaatsgevonden. Tijdens de IMF-missie zijn gesprekken gevoerd met verschillende Europese instellingen (zoals de Europese Commissie en de Europese Centrale Bank) over de macro-economische verwachtingen en het economisch beleid. Op basis van de missie zal het IMF een rapport opstellen met daarin de appreciatie van de macro-economische vooruitzichten en het gevoerde beleid. De verwachting is dat het rapport ook aandacht zal besteden aan de gevolgen van de hoge energieprijzen en inflatie in de eurozone. Nederland kan de terugkoppeling van het IMF aanhoren.

Eurozone aspecten van de herziening van het SGP

Document: n.v.t.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de eurozone-aspecten van de hervorming van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) en de Macro-economische onevenwichtigheidsprocedure (MEOP). De relevante eurozone-aspecten van het SGP en de MEOP worden hieronder opgesomd, met per onderwerp de mogelijke Nederlandse inbreng in de Eurogroep.

Verordening 472/2013 regelt de versterking van het economische en budgettaire toezicht op lidstaten in de eurozone die ernstige moeilijkheden ondervinden of dreigen te ondervinden voor hun financiële stabiliteit. Het betreft onder meer algemene doelen, eisen en principes voor het opstellen en uitvoeren van macro-economische aanpassingsprogramma’s alsook het post-programma toezicht – waar op dit moment Ierland, Portugal, Spanje, Cyprus en Griekenland onder vallen – en het verscherpt toezicht, waar Griekenland tot afgelopen zomer onder viel. De Commissie noemde in haar mededeling van 9 november jl.6 dat de intensiteit en de focus van het post-programma toezicht kan worden aangepast naar rato van de risico’s die worden vastgesteld in de betreffende lidstaat. In de eerste jaren van het post-programma toezicht, wanneer de onevenwichtigheden naar verwachting het grootst zullen zijn, zal het toezicht het meest intensief zijn en daarna naar verhouding afnemen. Nederland staat hiervoor open omdat het de effectiviteit van het post-programma toezicht kan verbeteren, maar is van mening dat het toezicht tijdig geïntensiveerd moet worden indien risico’s toenemen.

Onder verordening 473/2013 zijn eurolanden verplicht om hun ontwerpbegroting jaarlijks bij de Europese Commissie (de Commissie) in te dienen en te laten beoordelen, waarbij de Commissie op basis van de individuele begrotingen ook een beoordeling maakt van het begrotingsbeleid van de eurozone als geheel. De Commissie stelt voor om de beoordeling van de ontwerpbegrotingen in het SGP te behouden. Nederland is van mening dat het jaarlijks beoordelen van de ontwerpbegrotingen door de Commissie een belangrijk aspect is van het Europees Semester en de monitoring van naleving van het SGP en is daarom ook voorstander van het behoud hiervan.

Daarnaast bestaat een deel van het handhavingsinstrumentarium voor het SGP alleen voor eurolanden. In verordening 1173/2011 is in de correctieve arm van het SGP opgenomen dat eurolanden een financiële sanctie kan worden opgelegd indien zij onvoldoende actie ondernemen om hun begrotingstekort terug te dringen. Voor het opleggen van sancties aan eurolanden geldt een besluitvormingsprocedure waarbij de Commissie verhoudingsgewijs meer zeggenschap heeft ten opzichte van de Raad (via zogenoemde Reverse Qualified Majority Voting, RQMV). De Commissie schetste in haar mededeling van 9 november jl. dat het verkleinen van de financiële sancties kan bijdragen aan de effectiviteit van de handhaving van het SGP. Het kabinet staat open voor het verkleinen van de financiële sanctie, maar is van mening dat de huidige financiële sanctie ook behouden moet blijven. De financiële sancties kunnen in de ogen van het kabinet een oplopend karakter krijgen: indien geen effectieve actie wordt ondernomen binnen een buitensporigtekortprocedure (Excessive Deficit Procedure, EDP) kan een kleine sanctie worden opgelegd, waarna de sanctie groter van omvang wordt (tot maximaal de huidige sanctie van 0,2% van het bruto binnenlands product) indien een lidstaat geen corrigerende maatregelen voor de voorgeschreven deadline neemt. Hierover is het parlement ook geïnformeerd op 28 november jl.7 Daarnaast heeft de Commissie in haar mededeling van 9 november jl. genoemd dat een nieuw handhavingsinstrument kan worden opgetuigd t.a.v. de implementatie van investeringen en hervormingen, hetgeen ook kan leiden tot financiële sancties voor eurolanden. Nederland zal de Commissie vragen in welke gevallen dit tot sancties voor eurolanden kan leiden.

Ook noemt de Commissie te willen streven naar meer focus op macro-economische onderwerpen die potentieel spillover effecten naar de Unie of eurozone hebben. Tevens wil de Commissie in het indicatoren scorebord van de MEOP onderscheid maken tussen eurolanden en niet-eurolanden. Het kabinet waardeert dat de Commissie streeft naar een MEOP met een duidelijke focus op macro-economische elementen met (mogelijke) spillover effecten naar andere lidstaten en de Unie of eurozone als geheel. Het kabinet is echter kritisch dat de Commissie in het MEOP-scorebord twee categorieën voorstelt met andere waardes voor eurolanden en niet-eurolanden voor de MEOP-indicatoren. Met het oog op een mogelijke latere toetreding van niet-eurolanden tot de eurozone is het onwenselijk om beide groepen ongelijk te behandelen.

Eurozone-aanbevelingen voor 2023

Document: nog niet beschikbaar. Het document wordt later op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Council recommendation on the economic policy of the euro area».

Aard bespreking: bespreking t.b.v. goedkeuren door de Raad.

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal de aangepaste Raadsaanbevelingen voor het economisch beleid in de eurozone in 2023 bespreken. De door de Europese Commissie (de Commissie) voorgestelde ontwerpaanbevelingen voor de eurozone zijn op 22 november jl. gepubliceerd als onderdeel van het herfstpakket van het Europees Semester. Hierover heeft het kabinet op 19 december jl. een brief met een kabinetsappreciatie naar het parlement verstuurd.8 In de brief wordt als onderdeel van het herfstpakket ook stilgestaan bij de ontwerpaanbevelingen voor de eurozone.

In de voorliggende aanbevelingen, die zijn aangepast naar aanleiding van besprekingen in de ambtelijke voorportalen van de Eurogroep en de Raad, beveelt de Raad aan om in 2023 het gebruik van generieke budgettaire steunmaatregelen te vermijden. Eurolanden kunnen wel gerichte maatregelen inzetten om de impact van de hoge energieprijzen en inflatie voor kwetsbare huishoudens en bedrijven te mitigeren. Ook beveelt de Raad aan om gecoördineerd begrotingsbeleid te voeren om de houdbaarheid van publieke schulden te waarborgen en de potentiële economische groei op een duurzame manier te verhogen. De Raad beveelt tevens aan om het niveau van publieke investeringen hoog te houden en private investeringen te stimuleren om zo de economische en sociale veerkracht te vergroten en bij te dragen aan de digitale en groene transitie. Daarnaast roept de Raad op om koopkrachtverlies te beperken, met name voor lage inkomens, door middel van loongroei. Zogenaamde tweederonde-effecten voor de inflatie dienen hierbij te worden voorkomen. Ook wordt onderstreept dat steun aan bedrijven tijdelijk moet zijn en gericht moet zijn op levensvatbare bedrijven. De prikkel voor gasbesparingen moet hierbij blijven bestaan. Uit de aanbeveling volgt dat het van belang is om het ondernemingsklimaat te verbeteren door onder andere de effectiviteit van insolventieraamwerken te versterken. Tot slot beveelt de Raad aan om de macro-economische stabiliteit te waarborgen, kredietkanalen tot de economie te behouden en het risico op financiële fragmentatie te voorkomen.

Nederland kan zich vinden in de aanbevelingen zoals die voorliggen in de Eurogroep. Na bespreking in de Eurogroep zal de Raad van de Europese Unie de aanbevelingen goedkeuren. Hierna zal Europese Raad deze aanbevelingen bekrachtigen, waarna de Raad de aanbevelingen formeel aanneemt.

Ecofinraad

Presentatie werkprogramma Zweeds voorzitterschap

Document: https://swedish-presidency.consilium.europa.eu/media/nlihve0l/the-swedish-presidency-programme.pdf

Aard bespreking: presentatie en gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Zweden is in de eerste helft van 2023 de voorzitter van de Raad van de Europese Unie. In deze Ecofinraad zal Zweden het werkprogramma presenteren en aangeven wat de prioriteiten zijn voor het komende halfjaar.

Het werkprogramma voor de Ecofinraad voor de eerste helft van 2023 is ten tijde van het schrijven van deze geannoteerde agenda nog niet gepubliceerd. Wel heeft het Zweeds voorzitterschap de prioriteiten voor het komend halfjaar aangekondigd. Het Zweeds voorzitterschap geeft aan dat ook de eerste helft van 2023 in het teken zal staan van de gevolgen van de oorlog in Oekraïne. Het voorzitterschap streeft er verder naar een gecoördineerde aanpak voor het Europese concurrentievermogen bovenaan de politieke agenda te houden.

Het voorzitterschap gaat in op de economische uitdagingen en onzekerheid, met hoge inflatie, een ernstige energiecrisis en snel stijgende rentetarieven die consumptie, productie en investeringen afremmen. Het voorzitterschap streeft naar eenheid in deze uitdagende situatie en naar effectief gebruik van bestaande, gezamenlijke instrumenten. Vervolgens wordt een aantal belangrijke thema’s voor het komende halfjaar benoemd. Dit betreft, onder andere, de noodzaak van financiële steun aan en wederopbouw van Oekraïne, hervormingen en investeringen in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility, RRF) en in het bijzonder REPowerEU, implementatie van het Europees Semester, herziening van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP), deactiveren van de algemene ontsnappingsclausule uit het SGP voor 2024, herziening van de richtlijn energiebelastingen, de voorstellen voor btw in het digitale tijdperk, aanpak van belastingontwijking, aanpak van witwassen en terrorismefinanciering, de digitale euro, aanpassing van het Financieel Reglement, het voorstel voor nieuwe eigen middelen en hervorming van de douane-unie.

De algemene prioriteiten van het Zweedse voorzitterschap zijn te vinden op de website van het voorzitterschap.9 Nederland kan de presentatie van het Zweeds voorzitterschap aanhoren.

Economische en financiële impact van de Russische agressie jegens Oekraïne

Document: n.v.t.

Aardbespreking: gedachtewisseling.

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De afgelopen maanden heeft de Ecofinraad meermaals gesproken over de economische en financiële impact van de Russische agressie tegen Oekraïne en over Europese steunmaatregelen. Zo heeft de Raad kort na de Ecofinraadvergadering van 6 december jl. ingestemd met het wetgevingspakket voor macro-financiële bijstand (MFB) aan Oekraïne in 2023 in de vorm van 18 miljard euro in concessionele leningen met lange looptijden.10 Naar verwachting wordt de leenovereenkomst tussen de Commissie en Oekraïne in januari 2023 getekend. Dit betekent dat de budgettaire verwerking in de nationale begroting van 2023 naar verwachting gebeurt bij de eerste suppletoire begroting voor 2023.

De Ministers zullen tijdens deze Ecofinraad opnieuw een gedachtewisseling hebben over economische en financiële aspecten van de Russische inval in Oekraïne. De Europese instellingen zullen de Ecofinraad naar verwachting voorzien van een update van de situatie in Oekraïne, de door de EU ingestelde sancties en de (financieel-economische) ontwikkelingen in de EU. Nederland zal hierbij uitdragen dat blijvende solidariteit met Oekraïne essentieel zal blijven. Het kabinet zal zich blijven inzetten voor steun aan Oekraïne op het gebied van humanitaire noden, early recovery en uiteindelijk ook bij wederopbouw. Deze hulp moet zowel bilateraal als vanuit de EU gegeven worden, waarbij nauw wordt samengewerkt met internationale partners en organisaties.

Uitvoeringsbesluit van de Raad onder de herstel- en veerkrachtfaciliteit

Document: https://commission.europa.eu/system/files/2022–12/COM_2022_737_1_EN.pdf

Aard bespreking: aanname uitvoeringsbesluit van de Raad.

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid.

Toelichting:

Tijdens de Ecofinraad zal een aanpassing van het Luxemburgse herstel- en veerkrachtplan (HVP) ter besluitvorming voorliggen. Met de goedkeuring van het Hongaarse herstelplan in december 2022 hebben alle 27 lidstaten een goedgekeurd plan onder de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility, RRF).

Luxemburg heeft een aanvraag bij de Europese Commissie (de Commissie) ingediend voor een aanpassing van het HVP dat middels een uitvoeringsbesluit van de Raad op 13 juli 2021 is goedgekeurd.11 Op grond van de definitieve subsidieallocatie op 30 juni 2022, zijn de beschikbare RRF-middelen voor Luxemburg neerwaarts bijgesteld van de aanvankelijk geschatte 93,5 miljoen euro naar 82,7 miljoen euro.12 Op 30 november 2022 heeft Luxemburg daarom een verzoek ingediend tot een aanpassing van het HVP die uitdrukking geeft aan de aanpassing van de beschikbare subsidies onder de RRF. De RRF-verordening biedt hiertoe de mogelijkheid.13

De Commissie oordeelt dat het Luxemburgse herstelplan ook na de aanpassing voldoet aan de eisen van de RRF-verordening. De wijzigingen in het plan zijn beperkt. Van de oorspronkelijke acht hervormingen en twaalf investeringen vervalt één investering. Hervormingen waar Nederland veel waarde aan hecht zoals die op het gebied van anti-witwassen blijven onveranderd. Nederland zal daarom instemmen met het voorstel tot aanpassing van het uitvoeringsbesluit van de Raad inzake het Luxemburgse herstel- en veerkrachtplan.

Europees Semester 2023

Document: De concept Raadsconclusies en Raadsaanbevelingen zijn op het moment van schrijven nog niet beschikbaar. Deze documenten worden voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst onder de titels «Alert Mechanism Report 2023 Council conclusions», Annual Sustainable Growth Survey 2023 Draft Council conclusions» en «Council recommendations on the economic policy of the euro area».

Aard bespreking: besluitvorming – aanname Raadsconclusies Alert Mechanism Report (AMR) en Annual Sustainable Growth Startegy (ASGS) en goedkeuring eurozone-aanbevelingen.

Besluitvormingsprocedure: Aanname Raadsconclusies met consensus, goedkeuring eurozone-aanbevelingen met gekwalificeerde meerderheid waarbij alleen de eurolanden stemmen.

Toelichting:

De Europese Commissie (de Commissie) heeft op 22 november jl. verscheidene documenten gepubliceerd als onderdeel van het Herfstpakket van het Europees Semester, waaronder het jaarlijkse rapport over het waarschuwingsmechanisme (Alert Mechanism Report, AMR) van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP), de jaarlijkse analyse van duurzame groeiprioriteiten van de Europese Unie (EU) voor 2022 (Annual Sustainable Growth Survey, ASGS) en het voorstel voor de Raadsaanbevelingen over het economisch beleid van de eurozone (Euro Area Recommendations, eurozone aanbevelingen).14 Het kabinet heeft op 19 december jl. een brief met een appreciatie van het herfstpakket naar het parlement verstuurd.15

In de Ecofinraad liggen de eurozone-aanbevelingen en de Raadsconclusies voor het AMR en de ASGS ter besluitvorming voor. De eurozone-aanbevelingen worden de dag voor de Ecofinraad in de Eurogroep besproken. Na goedkeuring door de Ecofinraad zal de Europese Raad de aanbevelingen bekrachtigen, waarna de Ecofinraad deze formeel aanneemt.

In de ASGS blikt de Commissie vooruit op de belangrijkste economische beleidsuitdagingen voor het komende jaar. De prioriteiten zijn net als de afgelopen jaren onderverdeeld in vier gebieden: 1) klimaatbeleid, 2) productiviteit, 3) rechtvaardigheid en 4) macro-economische stabiliteit en hebben tot doel om de economie duurzamer, veerkrachtiger en inclusiever te maken. In de Raadsconclusies worden deze prioriteiten door de Raad verwelkomd en wordt daarnaast aandacht besteed aan de hoge energieprijzen en inflatie.

Het AMR spoort mogelijke macro-economische onevenwichtigheden op en bepaalt welke lidstaten worden onderworpen aan nader onderzoek. Deze onderzoeken moeten uitwijzen of en in welke mate de betreffende lidstaten te kampen hebben met macro-economische onevenwichtigheden en in hoeverre deze een risico vormen voor de lidstaten zelf, de eurozone, of de Europese Unie als geheel. De Commissie is voornemens om dit jaar in tien lidstaten met bestaande onevenwichtigheden de ontwikkeling ervan nader te onderzoeken. Dit zijn Frankrijk, Duitsland, Nederland, Portugal, Roemenië, Spanje, Zweden, Cyprus, Griekenland en Italië. Hiervan zijn in Cyprus, Griekenland en Italië ernstige onevenwichtigheden geconstateerd. De aanleiding voor het diepteonderzoek in Nederland is het overschrijden van grenswaarden van het MEOP scoreboard. Het onderzoek zal zich richten op de lopende rekening, private schulden en de ontwikkeling van de huizenprijzen. Daarnaast wil de Commissie ook onderzoeken starten naar potentiële nieuwe onevenwichtigheden in Tsjechië, Estland, Letland, Litouwen, Luxemburg en Slowakije. In de Raadsconclusies wordt het AMR verwelkomd en wordt het belang van een voortdurende implementatie van de MEOP voor het opsporen, voorkomen en corrigeren van onevenwichtigheden benadrukt. Daarnaast wordt aangegeven dat veranderende macro-economische omstandigheden de risico’s op onevenwichtigheden vergroten.

In de voorliggende Raadsaanbevelingen voor het economisch beleid van de eurozone beveelt de Raad aan om in 2023 het gebruik van generieke budgettaire steunmaatregelen te vermijden. Eurolanden kunnen wel gerichte maatregelen inzetten om de impact van de hoge energieprijzen en inflatie voor kwetsbare huishoudens en bedrijven te mitigeren. Ook beveelt de Raad aan om gecoördineerd begrotingsbeleid te voeren om de houdbaarheid van publieke schulden te waarborgen en de potentiële economische groei op een duurzame manier te verhogen. De Raad beveelt tevens aan om het niveau van publieke investeringen hoog te houden en private investeringen te stimuleren om zo de economische en sociale veerkracht te vergroten en bij te dragen aan de digitale en groene transitie. Daarnaast roept de Raad op om de teruggang in koopkracht te beperken, met name voor lage inkomens, door middel van loongroei waarbij zogenaamde tweede ronde effecten voor de inflatie voorkomen dienen te worden. Ook wordt onderstreept dat steun aan bedrijven tijdelijk moet zijn en gericht op levensvatbare bedrijven. De prikkel voor gasbesparingen moet hierbij blijven bestaan. Uit de aanbeveling volgt dat het van belang is om het ondernemingsklimaat te verbeteren door onder andere de effectiviteit van insolventieraamwerken te versterken. Tot slot beveelt de Raad aan om de macro-economische stabiliteit te waarborgen, kredietkanalen tot de economie te behouden en het risico op financiële fragmentatie te voorkomen.

Nederland is voornemens om in te stemmen met de Raadsconclusies voor zowel het Alert Mechanism Report als de Annual Sustainable Growth Survey en de goedkeuring van de eurozone aanbevelingen te steunen.

Naar boven