21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1903 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 31 oktober 2022

De implementatie van de faciliteit voor herstel en veerkracht (Recovery and Resilience Facility, RRF), die in reactie op de COVID-19-pandemie is opgericht, geeft aanleiding tot verzoeken tot uitbetaling van middelen uit de RRF.

In een brief van 17 september 2021 heeft het demissionaire kabinet aangegeven dat uw Kamer periodiek, namelijk eens per kwartaal, een overzicht zal ontvangen van de definitieve beoordeling van ingediende betaalverzoeken door de Europese Commissie.1 Deze benadering is ingegeven door de wens om de informatievoorziening aan het parlement overzichtelijk te houden. Daarbij is ook aangegeven dat de Tweede Kamer onverwijld zal worden geïnformeerd indien Nederland of een ander lidstaat noodzaak ziet tot het starten van de zogenoemde noodremprocedure van de RRF. Middels deze brief ontvangt u het overzicht over het derde kwartaal van 2022, waarin betaalverzoeken van Slowakije, Spanje en Letland definitief zijn beoordeeld.

In het overzicht in bijlage 1 vindt u de relevante documenten inzake de definitieve beoordeling van de ingediende betaalverzoeken. Het betreft de voorlopige beoordeling van het betaalverzoek door de Europese Commissie, de EFC-opinie over deze beoordeling, en het definitieve besluit van de Commissie over het betaalverzoek in het kader van de comitologieprocedure. Daarnaast geeft bijlage 2 de actuele stand van zaken rondom de uitbetaling van subsidies en leningen uit de RRF.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1781.

Naar boven