21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1889 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 23 september 2022

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Eurogroep en Ecofinraad van 3 en 4 oktober. Ik ben voornemens deel te nemen aan deze vergaderingen.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

Het Commissiedebat Eurogroep/Ecofinraad staat gepland voor donderdag 29 september en wordt samengevoegd met het debat over het IMF.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 3 en 4 oktober 2022

Eurogroep

Macro-economische situatie in de eurozone en beleidsreactie op hoge energieprijzen en inflatiedruk, met inbegrip van een gedachtewisseling met de secretaris-generaal van de OESO

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Ministers zullen van gedachten wisselen over hoe de eurogroep om moet gaan met de huidige macro-economische situatie van hoge inflatie en energieprijzen.

In haar interim- economische raming van 14 juli jl. schat de Europese Commissie in dat de groei in de Eurozone zal teruglopen naar 2,6% bbp in 2022 (neerwaartse bijstelling van – 0,1% t.o.v. de voorjaarsraming) en 1,4% bbp in 2023 (neerwaartse bijstelling – 0,9%). In 2021 bedroeg de groei nog 5,3% bbp. De inflatie in de eurozone is in augustus gestegen tot 9,1% op jaarbasis. Mede door de oorlog in Oekraïne zijn de energieprijzen, in het bijzonder die van gas en elektriciteit, in het afgelopen jaar sterk gestegen. De kerninflatie, waar energie en voedsel niet in worden meegenomen, bedroeg in augustus 5,2% op jaarbasis in de eurozone. De ECB verwacht dat de inflatie in de eurozone over 2022 zal uitkomen op 8,1% en over 2023 en 2024 respectievelijk 5,5% en 2,3%. Inflatie wordt nog steeds voornamelijk door energieprijzen gedreven maar is nu wel steeds breder gedragen. Zo is de inflatie in de dienstensector ook sterk toegenomen.

Om de inflatie het hoofd te bieden heeft de ECB, in lijn met marktverwachtingen, de beleidsrentes met 75 basispunten verhoogd. De belangrijkste beleidsrente, de depositorente, wordt daarmee verhoogd naar 0,75%. De ECB verwacht in haar basispad geen recessie volgend jaar. Maar bij een scenario waarbij de gastoevoer verder afgeknepen wordt, voorziet de ECB volgend jaar wel 0,9% economische krimp.

Onder de huidige omstandigheden is het generiek ondersteunen van de vraag via expansief begrotingsbeleid niet gewenst. Veel lidstaten hebben maatregelen genomen en/of aangekondigd die de koopkracht van huishoudens ondersteunen en maken kosten gerelateerd aan de Russische inval. Nederland vindt het van belang dat lidstaten maatregelen nemen om de socio-economische impact van hogere energieprijzen te mitigeren om de meest kwetsbaren groepen te beschermen, en humanitaire hulp bieden aan vluchtelingen uit Oekraïne. Daarbij blijft het cruciaal dat deze maatregelen tijdelijk en gericht zijn, en niet leiden tot een verdere verhoging van de inflatie. Nederland kan bij deze gedachtewisseling wijzen op het reeds gepresenteerde Prinsjesdagpakket.

De combinatie van lagere economische groei en begrotingsmaatregelen leidt mogelijk tot een verdere verslechtering van de vooruitzichten voor het begrotingssaldo van de lidstaten. Enige verslechtering van de begrotingssituatie in individuele landen is gelet op de huidige omstandigheden en onzekere vooruitzichten te begrijpen. Dat neemt niet weg dat aandacht voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van belang blijft. Om de houdbaarheid van overheidsfinanciën te waarborgen zal een terugkeer naar begrotingsdiscipline noodzakelijk zijn, zodra de situatie het toelaat.

Meerdere lidstaten denken momenteel na over maatregelen om de hoge energieprijzen te adresseren. De Commissie heeft op 14 september een plan gepresenteerd om dit probleem aan te pakken. Daarin worden vier voorstellen gedaan, die zijn gericht op de vraagreductie van elektriciteit, een price cap op de opbrengsten van elektriciteitsproducenten met inframarginale technologieën, de ontlasting van consumenten / prijsregulering op de retailmarkt, en een tijdelijke solidariteitsbijdrage voor fossiele energiebedrijven.

Nederland kan tijdens de gedachtewisseling benadrukken dat compensatie in eerste instantie een nationale aangelegenheid is. Lidstaten kunnen zelf het best inschatten hoe haar kwetsbare burgers het beste te beschermen. Hierbij kunnen lidstaten ook leren van elkaars maatregelen door best-practices. Daar kan de Europese Commissie een coördinerende rol in spelen. Het is daarbij van belang om de prikkels voor verduurzaming en vermindering van gasverbruik zo veel mogelijk intact te houden.

Prioriteiten van de eurozone in de herstel- en veerkrachtplannen (RRP's) en de uitvoering van de aanbevelingen van de eurozone

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal spreken over de bijdrage van de herstel- en veerkrachtplannen (Recovery and Resilience Plans; RRP’s), die lidstaten in het kader van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility; RRF) hebben ingediend, aan de prioriteiten voor de eurozone zoals die zijn vastgesteld in de aanbevelingen van de Raad voor het economisch beleid van de eurozone in 2022.1 Inmiddels hebben alle 27 lidstaten hun RRP ingediend, waarvan er 25 zijn goedgekeurd. Op grond van de RRF-verordening moeten de plannen aan diverse voorwaarden voldoen, waaronder het adresseren van een aanzienlijk deel of alle landspecifieke aanbevelingen (LSA’s) in het kader van het Europees Semester. Daarnaast moeten plannen consistent zijn met uitdagingen en prioriteiten van de eurozone. Volgens de Commissie is dat in sterke mate het geval. De bijdrage van de plannen aan de LSA’s draagt bovendien automatisch ook bij aan de implementatie van de prioriteiten van de eurozone. Het gesprek zal plaatsvinden aan de hand van enkele discussievragen. Deze hebben onder meer betrekking op de nieuwe economische uitdagingen voor de eurozone en hoe deze een plaats kunnen krijgen in de eurozone aanbevelingen voor 2023. Nederland kan de discussie in de Eurogroep aanhoren.

Voorbereiding van internationale vergaderingen

Document: «EU terms of reference for the G20 Finance Ministers and Central Bank Governors Meeting on 12–13 October 2022» en «EU IMFC Statement for the annual IMF Meeting on 13 and 14 October 2022». Na de IMF-jaarvergadering zal de verklaring op https://www.imf.org/en/News worden gepubliceerd.

Aard bespreking: Goedkeuring EU IMFC-verklaring en EU Terms of Reference EU Terms of Reference and Statement to the International Monetary & Financial Committee.

Besluitvormingsprocedure: consensus

Toelichting:

De Ecofinraad zal spreken over de G20-vergadering van Ministers van Financiën en presidenten van Centrale Banken op 12 en 13 oktober a.s. en over de jaarvergadering van het IMF op 13 en 14 oktober a.s.

Onder het Indonesische voorzitterschap van de G20 staat op het gebied van financiën en mondiale economie de respons op de consequenties van Ruslands oorlog in de Oekraïne centraal. De vergadering in oktober zal naar verwachting gaan over het bestrijden van inflatie en steun voor ontwikkelings- en middeninkomenslanden die getroffen zijn door schaarste en stijgende prijzen van energie en voedsel en door oplopende schulden. Ook de financiering van pandemische paraatheid, belastingheffing op digitale economische activiteiten en duurzame financiering en klimaatbeleid staan dit jaar op de G20 Financiën agenda.

De EU-inzet voor de G20-vergadering wordt afgestemd door middel van een «EU Terms of Reference» (EU ToR). Hierin wordt allereerst Ruslands agressie tegen de Oekraïne veroordeeld en de Russische verantwoordelijkheid voor mondiale uitdagingen zoals voedseltekorten en inflatie benadrukt. Verder zal de EU pleiten voor gerichte fiscale steunmaatregelen, het afronden en implementeren van internationale belastingregels, effectievere internationale coördinatie voor schuldenverlichting in lage- en middeninkomenslanden en duurzame financiering en klimaatmitigatiebeleid.

De IMF Jaarvergadering vindt dit jaar plaats in Washington D.C. Dit jaar vertegenwoordigt Nederland de kiesgroep in het International Monetary Financial Committee (IMFC). De Kamer wordt apart over deze inzet geïnformeerd door middel van de DG-conclusies.

De EU-inzet voor het IMFC wordt uitgedrukt in het IMFC-statement. In deze Europese verklaring wordt de Russische oorlog tegen Oekraïne veroordeeld en wordt ingegaan op de impact van de oorlog op de mondiale economie. Daarbij wordt gerefereerd aan hoge energieprijzen en gevolgen voor de wereldwijde voedselzekerheid.

Verder wordt ook ingegaan op het belang om klimaatverandering tegen te gaan en wordt het werk van het IMF, bijvoorbeeld op het gebied van koolstofbeprijzing, op dit thema aangemoedigd. Daarnaast benadrukt de EU het belang van schuldentransparantie en een spoedige implementatie van het Common Framework for Debt Treatments van de G20 en de Club van Parijs en verbetering van schuldentransparantie.

Tijdens de Ecofinraad zullen de EU ToR en het IMFC statement formeel worden aangenomen. Nederland kan hiermee instemmen, aangezien de Europese inzet goed aansluit bij de Nederlandse inzet.

Digitale Euro – Bedrijfsmodellen van publieke en private deelnemers in het digitale euro-ecosysteem

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Mede dankzij de inzet van Nederland is de digitale euro hoog op de agenda van de Eurogroep gekomen. Een mogelijke invoering van de digitale euro vergt een stevige democratische basis. Daarom is afgesproken dat de Eurogroep de belangrijkste politieke dimensies van de digitale euro zal bespreken, gevoed door technische inbreng van de Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Commissie.

Het thema van de komende bespreking is «bedrijfsmodellen van publieke en private deelnemers in het digitale euro-ecosysteem». Naar verwachting zal de discussie zich met name richten op de manieren waarop een digitale euro gedistribueerd zou kunnen worden, en welke taken hierbij aan private partijen toebedeeld zouden kunnen worden.

Om een digitale euro goed beschikbaar te maken voor consumenten en bedrijven, moeten er modaliteiten ontwikkeld worden waarmee gebruikers toegang hebben tot hun tegoeden en transacties kunnen verrichten. Centrale banken hebben, in de regel, weinig tot geen ervaring met het direct bedienen van deze groepen. Voor een goede uitrol van de digitale euro is het echter wel belangrijk dat deze makkelijk bruikbaar is voor gebruikers. Daarnaast zijn er ook andere activiteiten rondom het verrichten van financiële transacties die in de regel door private partijen worden uitgevoerd, zoals het aanbieden en initiëren van verschillende betaaldiensten bij een online aankoop. Om een digitale euro succesvol uit te rollen en zo gebruiksvriendelijk als mogelijk te maken, is het daarom nodig om gebruik te maken van private partijen die expertise hebben met het verlenen van dergelijke diensten. De ECB is aan het onderzoeken voor welke processen het bevorderlijk zou zijn om intermediairs te gebruiken.

In de Kamerbrief2 over de ontwerpkeuzes van een digitale euro van 5 juli jl. heeft het kabinet reeds aangegeven voorstander te zijn van een systeem waarbij gebruik gemaakt wordt van zogenaamde intermediairs die een aantal taken kunnen uitvoeren waar de Centrale Banken geen ervaring mee hebben. Wel is het zo dat deze partijen goed gereguleerd moeten worden en onder adequaat financieel toezicht gebracht dienen te worden. Daarnaast dient het type partijen dat als intermediair op kan treden aan te sluiten bij de verschillende doelstellingen van een digitale euro, bijvoorbeeld op het gebied van autonomie. Nederland zal dit dan ook uitdragen in de discussie.

Ecofinraad

Verordening betreffende REPowerEU-hoofdstukken in herstel- en veerkrachtplannen

Document: n.v.t.

Aard bespreking: algemene benadering

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

Het Tsjechisch voorzitterschap zal in de Raad een General Approach op het REPowerEU-voorstel betreffende aanpassing van de RRF-verordening proberen te bereiken. Op dit moment is er nog geen compromistekst die voorligt. Wel zijn de belangrijkste onderhandelingspunten duidelijk. De oorlog in Oekraïne maakt duidelijk dat de Europese afhankelijkheid van Russische fossiele energie afgebouwd moet worden. Om deze reden presenteerde de Europese Commissie in mei, op verzoek van de Europese Raad, het REPowerEU plan. Het doel van het plan is de afhankelijkheid van Russische fossiele energiebronnen zo snel mogelijk af te bouwen door de transitie naar schone energie te versnellen en de krachten te bundelen om een veerkrachtiger energiesysteem tot stand te brengen.

Onderdeel hiervan is het voorstel voor aanpassing van de HVF-verordening, waarmee de Herstel- en Veerkrachtplannen (HVP) van lidstaten een centrale rol krijgen in de uitvoering van het REpowerEUplan. Concreet stelt de Commissie voor dat lidstaten REPowerEU-hoofdstukken toevoegen aan hun HVP met nieuwe investeringen en hervormingen die energieonafhankelijkheid van Rusland versnellen. Vanuit de EU lidstaten is er grote steun om het plan zo snel mogelijk af te ronden en de afhankelijkheden af te bouwen. Financiering van deze hoofdstukken vindt plaats via drie manieren: gebruik van het ongebruikte HVF-leningendeel, de mogelijkheid voor een vrijwillige schuif van bestaande fondsen naar REPowerEU, en het creëren van nieuwe subsidies door het veilen van ETS-rechten uit de marktstabiliteitsreserve.

Zoals beschreven in de appreciatie van het REPowerEU-plan3 is de Nederlandse inzet op de financiering van subsidies in het REPowerEU-voorstel driedelig. Ten eerste acht het kabinet de noodzaak voor 20 miljard euro aan subsidies niet evident vanwege de andere mogelijkheden tot financiering. Ten tweede is Nederland tegenstander van het gebruik van de Marktstabiliteitsreserve (MSR) voor de financiering van REPowerEU. In een non-paper4, gepubliceerd op 6 september, wordt uiteengezet wat voor Nederland alternatieve financieringsmogelijkheden zijn. Ten derde zet Nederland zich wat betreft de verdeelsleutel in op een sleutel die rekening houdt met welke landen het meest afhankelijk zijn van fossiele energie.

Betreffende de financiering van het plan lijkt er steun voor het inzetten van het ongebruikte leningendeel van de HVF. Dat geldt ook voor flexibiliteit om cohesie- en landbouwgelden over te hevelen naar de HVF, deze mogelijkheid wordt waarschijnlijk uitgebreid naar middelen uit de Brexit Adjustment Reserve. De belangrijkste openstaande punten liggen op de derde financieringsvorm, het subsidiedeel. Er is weerstand van verschillende lidstaten tegen het gebruik van de MSR zoals voorgesteld door de Commissie. Ook is er nog geen duidelijkheid over de te gebruiken verdeelsleutel. Nederland heeft de hoogte van de subsidies eerder ingebracht in de discussie, maar krijgt weinig bijval van andere lidstaten.

Nederland zet zich in voor het bereiken van een General Approach op 4 oktober. REPowerEU biedt de handvatten die nodig zijn om de afhankelijkheid van Russische fossiele energie te verminderen. De inzet op financiering zal conform de inzet zijn zoals in de bovenstaande alinea beschreven. Daarbij ligt de focus, vanwege het krachtenveld, op het voorkomen van financiering van de subsidies middels de MSR en een verdeelsleutel die de afhankelijkheid van lidstaten van fossiele energie goed weergeeft.

Stand van de uitvoering van wetgeving inzake financiële diensten

Document: op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Progress on financial services legislative files».

Aard bespreking: informatievoorziening

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Het voorzitterschap van de Raad voorziet de Ecofinraad op reguliere basis van informatie over de lopende wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten. Nederland kan de updates van het voorzitterschap ten aanzien van financiële diensten dossiers aanhoren.

Momenteel wordt over meerdere herzieningen van bestaande richtlijnen en verordeningen, alsmede nieuwe wetgeving onderhandeld. Een actueel overzicht van de wetgevingsonderhandelingen is medio april aan de Tweede Kamer verzonden.5Over de Nederlandse inzet bij de verschillende onderhandelingen is de Kamer via de betreffende BNC-fiches geïnformeerd. Nederland zet zich conform de in de BNC-fiches geformuleerde inzet in voor het boeken van voortgang op deze dossiers. Daarbij hecht Nederland waarde aan een zorgvuldige bespreking van de voorstellen in de Raad.

Economische en financiële impact van de Russische agressie jegens Oekraïne.

Document: Het Tsjechische voorzitterschap zal naar verwachting voorafgaand aan de vergadering een «issues note» delen. Deze is op dit moment nog niet beschikbaar en zal nagezonden worden.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Ministers zullen van gedachten wisselen over hoe de EU om moet gaan met de economische en financiële impact van de Russische agressie jegens Oekraïne. Twee weken geleden is een zeer vergelijkbaar thema besproken «Russische agressie jegens Oekraïne, hoe om te gaan met de economische en financiële consequenties voor Europa». Het Tsjechische voorzitterschap had voorafgaand aan die vergadering een «issues note» gedeeld. Het ligt voor de hand dat ook nu met name ingegaan zal worden op de stijgende energieprijzen en de oplopende inflatie.

Mede door de oorlog in Oekraïne zijn de energieprijzen, in het bijzonder die van gas en elektriciteit, in het afgelopen jaar sterk gestegen. Het REPowerEU-pakket is gepresenteerd met als doel om de afhankelijkheid van Russische energie te verminderen.6 Ook kwamen de energieministers van de EU-lidstaten eind juli 2022 tot een akkoord met als doel het gasverbruik te verminderen. De hevige schok op de energiemarkt is in dit opzicht een kans om de energietransitie te versnellen en tegelijk een grote uitdaging omdat kolencentrales weer moeten worden geopend om de energiezekerheid te garanderen.

Meerdere lidstaten denken momenteel na over maatregelen om de hoge energieprijzen te adresseren. De Commissie heeft op 14 september een plan gepresenteerd om dit probleem aan te pakken. Daarin worden vier voorstellen gedaan, die zijn gericht op de vraagreductie van elektriciteit, een price cap op de opbrengsten van elektriciteitsproducenten met inframarginale technologieën, de ontlasting van consumenten / prijsregulering op de retailmarkt, en een tijdelijke solidariteitsbijdrage voor fossiele energiebedrijven.

De hoge energieprijzen hebben eraan bijgedragen dat de inflatie is opgelopen tot recordniveaus. Nederland onderschrijft dat het herstellen van prijsstabiliteit prioriteit heeft en het van belang is dat lidstaten maatregelen nemen om de sociaaleconomische impact van hogere energieprijzen te mitigeren om de meest kwetsbaren groepen te beschermen. Daarbij blijft het cruciaal dat deze maatregelen tijdelijk en gericht zijn en niet leiden tot een verdere verhoging van de inflatie. Brede begrotingssteun brengt het risico met zich mee dat dit de inflatie verder opstuwt. Het belang van scherpe keuzes wordt verder vergroot doordat veel lidstaten beperktere begrotingsruimte hebben na de pandemie.

Nederland kan tijdens de gedachtewisseling benadrukken dat compensatie in eerste instantie een nationale aangelegenheid is. Lidstaten kunnen zelf het best inschatten hoe haar kwetsbare burgers het beste te beschermen. Hierbij kunnen lidstaten ook leren van elkaars maatregelen door best-practices. Daar kan de Europese Commissie een coördinerende rol in spelen. Het is daarbij van belang om de prikkels voor verduurzaming en vermindering van gasverbruik zo veel mogelijk intact te houden.

Stand van zaken energieprijzen en energiederivatenmarkten

Document: Op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «High energy prices and financial markets».

Aard bespreking: presentatie en gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Raad zal door de Commissie geïnformeerd worden over de ontwikkelingen op de energiederivatenmarkten, waarover vervolgens gedachten kunnen worden gewisseld door de lidstaten. Dit onderwerp staat op de agenda gelet op de uitzonderlijke situatie op de energiemarkten en energiederivatenmarkten. De hoge prijzen en hoge volatiliteit op deze markten hebben grote impact op de liquiditeitspositie van energiehandelaren, evenals op de energiekosten van huishoudens en ondernemingen. De Commissie heeft een paper gepubliceerd met werkstromen voor het financiële systeem met betrekking tot de energiederivatenmarkten.7 Dit is een aanvulling op het Commissievoorstel tot interventies in de elektriciteitssector, waarover uw Kamer al is geïnformeerd.8

In haar paper geeft de Commissie aan dat zij de komende periode, in samenwerking met de Europese toezichthouders, in drie werkstromen werkt aan een nadere analyse van de ontwikkelingen op de energiederivatenmarkten en van mogelijkheden om daarop mitigerend te interveniëren. Ten eerste wordt gewerkt aan een analyse van het liquiditeitsvraagstuk voor energiehandelaren, waarbij verkend wordt welke mogelijkheden de Europese wetgeving biedt om de nu geldende onderpandeisen te verruimen. Ten tweede wordt een haalbaarheidsstudie gedaan naar het opzetten van een alternatieve prijsbenchmark voor LNG-gasleveringen aan EU-lidstaten, om de afhankelijkheid van de prijs die tot stand komt op het Noordwest-Europese gaspijpleidingennetwerk (de Dutch Title Transfer Facility, TTF), te verlagen. Het Dutch TTF futures derivatencontract is wereldwijd een van de meest gebruikte prijsbenchmark in gas- en energiecontracten, wegens de hoge liquiditeit van de handel in dit contract. Tot slot wordt de bredere toepassing van circuit breakers, die de handel in een financieel instrument tijdelijk kunnen stilleggen, en mogelijke introductie van prijsbandbreedtes op energiederivatenmarkten verkend, om de volatiliteit te beperken.

Nederland steunt het werk van de Commissie en de toezichthouders om te verkennen welke mogelijkheden er zijn om het liquiditeit- en volatiliteitsvraagstuk te adresseren. Nederland kan zich vinden in het beeld van de Commissie en de toezichthouders dat de markten momenteel naar behoren functioneren en een helder prijssignaal afgeven dat de dynamiek tussen vraag en aanbod van gas reflecteert. Over dat beeld lijkt enige consensus in de Raad, al is het krachtenveld op verschillende onderwerpen en wenselijkheid van mogelijke interventies nog onduidelijk. Nederland kan tijdens de Ecofinraad wijzen op het belang van open en transparante (derivaten)markten, zodat handelaren risico’s bij de fysieke handel in onder meer gas, kunnen afdekken. Specifiek kan Nederland daarbij ingaan op de drie hiervoor geschetste werkstromen. Wat betreft de onderpandeisen acht Nederland het van belang dat het clearingraamwerk wordt gerespecteerd, zodat risico’s transparant en op marktwaarde geprijsd blijven. Tegelijkertijd herkent Nederland de problematiek die energiebedrijven hebben om aan hun onderpandverplichtingen te voldoen, en staat Nederland open om te verkennen of het onderpandraamwerk verruimd kan worden, binnen de voorwaarden die de bestaande wetgeving hiervoor stelt. Eveneens heeft Nederland een positieve grondhouding wat betreft de verkenning van alternatieve benchmarks, al lijkt dit meer een structurele oplossingsrichting voor de langere termijn. Nederland steunt de verkenning van maatregelen om de volatiliteit op de derivatenmarkten te adresseren, bijvoorbeeld door geharmoniseerde toepassing van circuit breakers door exploitanten van handelsplatformen.

Economisch herstel: implementatie van de herstel- en veerkrachtfaciliteit

Document: n.v.t.

Aard bespreking: besluitvorming

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

Tijdens de Ecofinraad zal worden stilgestaan bij de stand van zaken ten aanzien van de herstel- en veerkrachtfaciliteit (Recovery and Resilience Facility; RRF), aan de hand van het evaluatierapport dat de Europese Commissie op 29 juli jl. heeft gepubliceerd. 9 Daarnaast ligt het uitvoeringsbesluit van de Raad ter goedkeuring van het Nederlandse herstelplan ter besluitvorming voor.

Op grond van de RRF-verordening was de Commissie verplicht om voor 31 juli 2022 een evaluatierapport op te stellen over de implementatie van de RRF. In dit rapport geeft de Commissie een update van de RRF implementatie, waaronder een kwantitatieve beoordeling van de mate waarin de herstelplannen van lidstaten bijdragen aan de groene en digitale doelen en de zes pilaren uit de RRF-verordening.10 Daarnaast gaat het rapport ook in op de bijdrage van de plannen aan de gelijkheid tussen man en vrouw. Volgens het rapport voldoen de plannen in ruimte mate aan de eisen die de RRF-verordening ten aanzien van deze doelen stelt. Ten aanzien van de implementatie in algemene zin geeft het rapport aan dat er 25 herstelplannen zijn goedgekeurd. Uw Kamer is hierover geïnformeerd in diverse brieven.11 De uitvoering van de herstelplannen heeft inmiddels geleid tot negen verzoeken tot uitbetaling van middelen uit de RRF. Het Rapport geeft aan dat er 56 miljard is uitbetaald bij wijze van voorfinanciering, en 43 miljard euro op basis van behaalde mijlpalen en doelen. Voorlopige beoordelingen van betaalverzoeken die de Commissie publiceert ter bespreking in het EFC worden direct doorgeleid naar uw Kamer. Aanvullend ontvangt uw de Kamer elk kwartaal een overzicht van de definitief beoordeelde betaalverzoeken. Het rapport wijst ook op het belang van de RRF als instrument om de doelen in het kader van RepowerEU te bereiken, en in dat kader de inzet van het nog niet volledig benutte leningendeel van de RRF ten behoeve van de RepowerEU-doelen. Uw Kamer is hierover separaat geïnformeerd.12 Tot slot verwijst het rapport naar recente richtlijnen die de Commissie heeft gegeven voor het aanpassen van herstelplannen. Een van de legitieme redenen voor het aanpassen van de plannen is de definitieve verdeling van het subsidiedeel, die op 30 juni jl. werd vastgesteld.13 Deze definitieve verdeling bevat slechts zeer geringe verschillen ten opzichte van de geschatte verdeling zoals die was opgenomen in het overzicht dat uw Kamer ontving op 5 juli jl.14

Op 8 juli jl. heeft Nederland formeel een herstelplan ingediend bij de Europese Commissie. De Europese Commissie heeft op 8 september de positieve beoordeling van het herstelplan in de vorm van een concept-uitvoeringsbesluit van de Raad aan Minister-President Rutte overhandigd. Tijdens de Ecofinraad zal Nederland een toelichting geven op de inhoud van het herstelplan. De Raad is nog in afwachting van een Commissievoorstel voor een uitvoeringsbesluit voor Hongarije.

Voorbereiding G20 vergadering van Ministers van Financiën en Presidenten van Centrale Banken en de IMF Jaarvergadering

Document: «EU terms of reference for the G20 Finance Ministers and Central Bank Governors Meeting on 12–13 October 2022» en «EU IMFC Statement for the annual IMF Meeting on 13 and 14 October 2022». Na de IMF-jaarvergadering zal de verklaring op https://www.imf.org/en/News worden gepubliceerd.

Aard bespreking: Goedkeuring EU IMFC-verklaring en EU Terms of Reference EU Terms of Reference and Statement to the International Monetary & Financial Committee.

Besluitvormingsprocedure: Consensus

Toelichting:

De Ecofinraad zal spreken over de G20-vergadering van Ministers van Financiën en presidenten van Centrale Banken op 12 en 13 oktober a.s. en over de jaarvergadering van het IMF op 13 en 14 oktober a.s.

Onder het Indonesische voorzitterschap van de G20 staat op het gebied van financiën en mondiale economie de respons op de consequenties van Ruslands oorlog in de Oekraïne centraal. De vergadering in oktober zal naar verwachting gaan over het bestrijden van inflatie en steun voor ontwikkelings- en middeninkomenslanden die getroffen zijn door schaarste en stijgende prijzen van energie en voedsel en door oplopende schulden. Ook de financiering van pandemische paraatheid, belastingheffing op digitale economische activiteiten en duurzame financiering en klimaatbeleid staan dit jaar op de G20 Financiën agenda.

De EU-inzet voor de G20-vergadering wordt afgestemd door middel van een «EU Terms of Reference (EU ToR). Hierin wordt allereerst Ruslands agressie tegen de Oekraïne veroordeeld en de Russische verantwoordelijkheid voor mondiale uitdagingen zoals voedseltekorten en inflatie benadrukt. Verder zal de EU pleiten voor gerichte fiscale steunmaatregelen, het afronden en implementeren van internationale belastingregels, effectievere internationale coördinatie voor schuldenverlichting in lage- en middeninkomenslanden en duurzame financiering en klimaatmitigatiebeleid.

De IMF Jaarvergadering vindt dit jaar plaats in Washington D.C. Dit jaar vertegenwoordigt Nederland de kiesgroep in het International Monetary Financial Committee (IMFC). De Kamer wordt apart over deze inzet geïnformeerd door middel van de DG-conclusies.

De EU-inzet voor het IMFC wordt uitgedrukt in het IMFC-statement. In deze Europese verklaring wordt de Russische oorlog tegen Oekraïne veroordeeld en wordt ingegaan op de impact van de oorlog op de mondiale economie. Daarbij wordt gerefereerd aan hoge energieprijzen en gevolgen voor de wereldwijde voedselzekerheid.

Verder wordt ook ingegaan op het belang om klimaatverandering tegen te gaan en wordt het werk van het IMF, bijvoorbeeld op het gebied van koolstofbeprijzing, op dit thema aangemoedigd. Daarnaast benadrukt de EU het belang van schuldentransparantie en een spoedige implementatie van het Common Framework for Debt Treatments van de G20 en de Club van Parijs en verbetering van schuldentransparantie.

Tijdens de Ecofinraad zullen de EU ToR en het IMFC statement formeel worden aangenomen. Nederland kan hiermee instemmen, aangezien de Europese inzet goed aansluit bij de Nederlandse inzet.

Raadsconclusies Klimaatfinanciering

Document: ECOFIN Climate Finance Conclusions. Op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst onder de titel ECOFIN Climate Finance Conclusions.

Aard bespreking: aanname Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

De Raad zal de Raadsconclusies klimaatfinanciering aannemen. De Raadsconclusies leggen de EU-inzet voor COP27 inzake klimaatfinanciering vast. De COP27 vindt van 7-18 november a.s. plaats in Egypte.

De Raadsconclusies roepen op tot een ambitieuze bijdrage van EU-landen aan de implementatie van de doelen uit het Parijsakkoord. Daarnaast worden EU-initiatieven op het gebied van klimaat en energie beschreven, zoals REPowerEU en het Fit-for-55-pakket. De conclusies benadrukken het belang van het in lijn brengen van financiële stromen met een transitiepad naar een lage uitstoot van broeikasgassen en klimaatbestendige ontwikkeling. De conclusies benadrukken ook de noodzaak van hogere investeringen in de klimaattransitie, waaronder in klimaatadaptatie, en de belangrijke rol die internationale financiële instellingen (IFI’s) hierin hebben. De conclusies beschrijven voorts de ontwikkeling van de EU-bijdrage aan collectieve doelstelling van jaarlijks 100 miljard dollar klimaatfinanciering. Tot slot roepen de conclusies op tot het zo snel mogelijk uitfaseren van financiering van projecten in de fossiele energiesector door IFI’s en de exportkredietverzekering, behalve in uitzonderlijke omstandigheden.

Nederland kan zich goed vinden in de inzet zoals geschetst in de Raadsconclusies. De Kamer wordt op korte termijn geïnformeerd over de kabinetsbrede inzet voor de COP27.

Fiscale en niet-fiscale taken van de douane autoriteiten in de EU

Document: op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst, in het Engels onder de titel «Fiscal and non-fiscal role of the EU customs – Exchange of views». De meest recente versie is te vinden onder nummer: 12527/22.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure n.v.t.

Toelichting:

Tijdens de Ecofin van 4 oktober a.s. vindt een gedachtewisseling plaats over de rol van de douane-autoriteiten in de EU op het gebied van fiscale en niet-fiscale taken. Het doel van het Tsjechische voorzitterschap is om met de lidstaten stil te staan bij de huidige en toekomstige rol van de douane-autoriteiten in de EU.

In het discussiedocument schetst het Tsjechische voorzitterschap een aantal ontwikkelingen rond de douane-unie. Zo wordt gememoreerd aan de diversiteit van taken van de douane die in een sterk veranderende omgeving uitgevoerd moet worden, het beschermen van de financiële belangen van de EU en de lidstaten, het zorgen voor de veiligheid van goederen die de EU in- en uitgaan en het faciliteren van de handel.

De niet-fiscale taken die aan douane-autoriteiten worden gegeven nemen toe door meer nadruk op veiligheid, milieu en klimaateisen en ook de sancties in reactie op de oorlog tegen Oekraïne. Tegelijkertijd blijft het belang van de fiscale taken, oftewel van een juiste financiële inning en afdracht van douanerechten, groot en worden lidstaten bij onjuiste inning en afdracht hiervoor door de Europese Commissie verantwoordelijk gehouden.

Daarnaast schetst het discussiedocument dat de internationale handel sterk groeit, mede vanwege alle e-commercezendingen. Hierbij verwijst het discussiedocument naar het rapport van de zogenaamde Wise Persons Group van eerder dit jaar, waarin een beeld wordt geschetst van de uitdagingen waar de douane-unie momenteel voor staat. Het discussiedocument roept in herinnering dat in het rapport het belang wordt benadrukt van een nieuw te ontwikkelen aanpak op data en ICT, het opzetten van een raamwerk voor samenwerking tussen douanediensten en andere autoriteiten en het versterken van de centrale coördinatie om als douanediensten beter te kunnen samenwerken.

De Ministers worden uitgenodigd om te reflecteren op de uitdagingen van de douane-unie. Daarbij ligt expliciet de vraag voor hoe de juiste balans te vinden tussen de niet-fiscale en de fiscale taken. Tevens wordt de vraag gesteld of, en zo ja op welke, gebieden de centrale coördinatie van samenwerking moet worden versterkt.

Deze gedachtewisseling vindt ook plaats in de context dat de Commissie heeft aangekondigd om in december van dit jaar met een voorstel tot hervorming van de EU-douaneregelgeving te komen. De Commissie heeft in de afgelopen maanden met de lidstaten gesproken over de denkrichtingen van de hervormingen. Daarbij wordt steeds benadrukt dat hervorming noodzakelijk is door verzwaring van de taken van de douane-autoriteiten. Die verzwaring komt enerzijds door de EU-brede toename van het aantal te verwerken aangiften door o.a. e-commerce, en anderzijds door de groei aan nieuwe toezichtstaken die de douane toebedeeld krijgt in nieuwe wetgeving op niet-fiscaal terrein (o.a. in relatie tot ontbossing, consumentenveiligheid, toezicht op sancties).

Het kabinet herkent de ontwikkeling dat de douane-autoriteiten in de EU naast de meer traditionele taak van heffing en inning van invoerrechten, steeds vaker verantwoordelijk worden gesteld voor andere nieuwe taken. Hierbij kan gedacht worden aan de hierboven benoemde toezichtstaak bij ontbossing of de recent voorgestelde toezichtstaak bij dwangarbeid. Dit soort taken vraagt van de Douane vaak andersoortige werkzaamheden en het kunnen inpassen daarvan is daardoor niet altijd vanzelfsprekend. Bij het maken van nieuwe EU-regelgeving, zowel op douanegebied als op andere terreinen, is het daarom voor het kabinet van belang dat steeds vroegtijdig in het proces gekeken wordt naar de uitvoerbaarheid daarvan door de douane-autoriteiten in de EU. Ten aanzien van het vinden van de juiste balans tussen fiscale en niet-fiscale taken is het voor het kabinet belangrijk om vooraf duidelijkheid te hebben wat in redelijkheid van de lidstaten kan worden verwacht, zodat het risico op nabetalingen aan de EU beperkt wordt.

Het kabinet ziet uitdagingen in de samenwerking tussen de douanediensten van de 27 lidstaten die samen verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de goederen die van buiten de EU binnenkomen. Gebieden waarvoor nadere samenwerking verder onderzocht kan worden zijn de ontwikkeling van ICT-systemen en de ondersteuning bij EU-brede risicoanalyses. Bij deze onderwerpen zouden de lidstaten in de ogen van het kabinet leidend moeten zijn zodat ook de nationale uitvoeringsaspecten tijdig en afdoende kunnen worden meegenomen.15

Het goed functioneren en potentiële aanpassingen van de douane-unie zijn voor Nederland van groot belang omdat Nederland als lidstaat één van de grootste handelsvolumes van buiten de EU heeft. Het kabinet is dan ook positief over het agenderen van dit onderwerp op de Ecofinraad en ziet graag dat hiermee de discussie op EU-niveau over het doorvoeren van verbeteringen binnen de douane-unie wordt verder gebracht.

Stand van de uitvoering van de wetgeving inzake financiële diensten

Document: op dit moment nog niet beschikbaar. Het document wordt voorafgaand aan de vergadering op het Delegates Portal geplaatst onder de titel «Progress on financial services legislative files».

Aard bespreking: informatievoorziening

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Europese Commissie voorziet de Ecofinraad op reguliere basis van informatie over de lopende wetgevingsvoorstellen op het terrein van financiële diensten. Nederland kan de updates ten aanzien van financiële diensten dossiers aanhoren.

Momenteel wordt over meerdere herzieningen van bestaande richtlijnen en verordeningen, alsmede nieuwe wetgeving onderhandeld. Een actueel overzicht van de wetgevingsonderhandelingen is medio april aan de Tweede Kamer verzonden.16Over de Nederlandse inzet bij de verschillende onderhandelingen is de Kamer via de betreffende BNC-fiches geïnformeerd. Nederland zet zich conform de in de BNC-fiches geformuleerde inzet in voor het boeken van voortgang op deze dossiers. Daarbij hecht Nederland waarde aan een zorgvuldige bespreking van de voorstellen in de Raad.

Naar boven