21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1866 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 5 juli 2022

De implementatie van de faciliteit voor herstel en veerkracht (Recovery and Resilience Facility, RRF), die in reactie op de COVID-19-pandemie is opgericht, geeft aanleiding tot verzoeken tot uitbetaling van middelen uit de RRF.

In een brief van 17 september 2021 heeft het demissionaire kabinet aangegeven dat uw Kamer periodiek, namelijk eens per kwartaal, een overzicht zal ontvangen van de definitieve beoordeling van ingediende betaalverzoeken door de Europese Commissie.1 Deze benadering is ingegeven door de wens om de informatievoorziening aan het parlement overzichtelijk te houden. Daarbij is ook aangegeven dat de Tweede Kamer onverwijld zal worden geïnformeerd indien Nederland of een ander lidstaat noodzaak ziet tot het starten van de zogenoemde noodremprocedure van de RRF. Middels deze brief ontvangt u het overzicht over het tweede kwartaal van 2022, waarin betaalverzoeken van Kroatië en Portugal definitief zijn beoordeeld.

In het overzicht in bijlage 1 wordt per casus kort ingegaan op het betaalverzoek, de beoordeling van de Commissie en de bespreking in het Economisch en Financieel Comité (EFC) dat op grond van de RRF-verordening zijn opinie geeft. Daarnaast geeft bijlage 2 de actuele stand van zaken rondom de uitbetaling van subsidies en leningen uit de RRF.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1781.

Naar boven