21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1885 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 2 september 2022

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda van de Eurogroep en informele Ecofinraad van 9 en 10 september in Praag. Ik ben voornemens deel te nemen aan deze vergaderingen.

De Presidency Issues Notes die door het Tsjechische voorzitterschap voor verschillende agendaonderwerpen van de informele Ecofinraad worden opgesteld zijn helaas nog niet beschikbaar. Ik zal deze met u delen zodra deze beschikbaar zijn.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag

Geannoteerde agenda Eurogroep en Ecofinraad 9 en 10 september 2022

Eurogroep

Economische situatie en coördinatie van het economisch beleid in de eurozone inclusief een uitwisseling van standpunten met de voorzitter van het Comité van Economische en Monetaire Aangelegenheden van het Europees parlement (ECON)

Document: op dit moment nog niet beschikbaar.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting: De Eurogroep zal van gedachten wisselen over de economische situatie en het noodzakelijke beleid voor de eurozone. Bij de gedachtewisseling wordt ook de voorzitter van het Comité van Economische en Monetaire Aangelegenheden van het Europees parlement betrokken.

In haar interim economische raming van 14 juli jl. schat de Europese Commissie in dat de groei in de Eurozone zal teruglopen naar 2,6% BBP in 2022 (neerwaartse bijstelling van – 0,1% t.o.v. de voorjaarsraming) en 1,4% BBP in 2023 (neerwaartse bijstelling van – 0,9%). In 2021 bedroeg de groei nog 5,3% BBP. De Commissie verwacht dat de inflatie verder zal toenemen, naar 7,6% jaar op jaar in 2022 (was 6,1% tijdens de voorjaarsraming) en 4,0% in 2023 (was 2,7%). De inflatiepiek zal naar verwachting met 8,4% worden bereikt in het derde kwartaal van 2022. Sindsdien laten gas-, en elektriciteitsmarkten echter een verdere prijsstijging zien. Een verkrappend monetair beleid in reactie op de oplopende prijzen en het krimpen van de reële koopkracht als gevolg van de oplopende prijzen zijn belangrijke verklaringen voor de lagere groei. De Europese Commissie wijst hierbij ook op de directe en indirecte gevolgen van de Russische inval in de Oekraïne. Zo is de Europese economie kwetsbaar voor ontwikkelingen in energiemarkten als gevolg van haar afhankelijkheid van Russische fossiele brandstoffen. Naast de hoge prijzen voor energie en voedsel werken deze prijzen inmiddels breder door in prijzen van andere goederen en diensten. De Europese Commissie wijst ook op het lage consumentenvertrouwen (vergelijkbaar met begin pandemie) en het dalende vertrouwen onder bedrijven.

Onder de huidige omstandigheden is het generiek ondersteunen van de vraag via expansief begrotingsbeleid niet gewenst. Veel lidstaten hebben maatregelen genomen en/of aangekondigd die de koopkracht van huishoudens ondersteunen en maken kosten gerelateerd aan de Russische inval. Nederland vindt het van belang dat lidstaten maatregelen nemen om de sociaaleconomische impact van hogere energieprijzen te mitigeren om de meest kwetsbaren groepen te beschermen en humanitaire hulp bieden aan vluchtelingen uit Oekraïne. Daarbij blijft het cruciaal dat deze maatregelen tijdelijk en gericht zijn en zo min mogelijk leiden tot een verdere verhoging van de inflatie.

De combinatie van lagere economische groei en begrotingsmaatregelen leidt mogelijk tot een verdere verslechtering van de vooruitzichten voor het begrotingssaldo van de lidstaten. Enige verslechtering van de begrotingssituatie in individuele landen is gelet op de huidige omstandigheden en onzekere vooruitzichten te begrijpen. Dat neemt niet weg dat aandacht voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën van belang blijft. Om de houdbaarheid van overheidsfinanciën te waarborgen zal een terugkeer naar begrotingsdiscipline noodzakelijk zijn, zodra de situatie het toelaat.

Daarnaast blijft het volgens Nederland van belang dat lidstaten aandacht besteden aan het versterken van hun economie om duurzame economische groei en weerbaarheid te vergroten. Bovenal is het cruciaal dat lidstaten structurele hervormingen implementeren die bijdragen aan economische groei en de veerkracht van de economie alsook knelpunten in de aanbodzijde van de economie oplossen. De Recovery and Resilience Facility (RRF), die vereist dat lidstaten plannen opstellen voor zowel structurele hervormingen als investeringen, kan hiervoor een stimulans bieden.

Eurogroep in inclusieve samenstelling

Digitaal centralebankgeld – inclusief update over het digitale euro project

Document: n.v.t.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Mede dankzij de inzet van Nederland is de digitale euro hoog op de agenda van de Eurogroep gekomen. Een mogelijke invoering van de digitale euro vergt een stevige democratische basis. Daarom is afgesproken dat de Eurogroep de belangrijkste politieke dimensies van de digitale euro zal bespreken, gevoed door technische inbreng van de Europese Centrale Bank (ECB) en de Europese Commissie.

In de aanstaande Eurogroep-bespreking, in inclusief format, worden de laatste ontwikkelingen besproken op het gebied van digitaal centralebankgeld (Central Bank Digital Currencies; CBDC). Naar verwachting zal de ECB een update geven over het digitale euro-project. Daarnaast zal er een update gegeven worden door EU-lidstaten die niet deelnemen aan de euro over hun ervaringen met (de ontwikkeling van) digitaal centralebankgeld. Mogelijk zal de Europese Commissie ingaan op de resultaten van de consultatie over de digitale euro.

De komende Eurogroep-bespreking is geen onderdeel van het reguliere werkprogramma voor de digitale euro, waarin op kwartaalbasis er thematisch over de digitale euro gesproken wordt.1 De volgende bespreking in het kader van dit werkprogramma zal plaatsvinden in de Eurogroep van 3 oktober a.s., waarin gesproken zal worden over «bedrijfsmodellen van publieke en private participanten in het digitale euro-ecosysteem».2

Voor Nederland is bij de bespreking in komende Eurogroep van belang om meer inzicht te krijgen in de meest recente ontwikkelingen op het gebied van digitaal centralebankgeld. De lessen van andere EU-landen buiten de Eurozone dragen bij aan dat inzicht. De Nederlandse inzet op het gebied van de digitale euro heb ik geschetst in mijn brief van 5 juli jongstleden.3 De digitale euro vergt een zorgvuldige afweging tussen de mogelijkheden en de risico’s die met de introductie daarvan gepaard zouden gaan. Deze bespreking kan bijdragen aan het inzichtelijk krijgen van de beoogde mogelijkheden, risico’s en kanttekeningen van de introductie van een digitale euro. Nederland zet zich in voor een zorgvuldige afweging van de betrokken belangen en de waarborging van democratische legitimiteit. Daarbij wordt in het bijzonder gelet op waarborgen omtrent privacy en de risico’s m.b.t. financiële stabiliteit. Ook zet Nederland zich in voor een neutrale, toegankelijke digitale euro die niet programmeerbaar is.

Informele Ecofinraad

Werklunch: Russische agressie tegen Oekraïne: hoe om te gaan met de financieringsbehoefte van Oekraïne

Document: het Tsjechische voorzitterschap zal naar verwachting voorafgaand aan de vergadering een «issues note» delen. Deze is op dit moment nog niet beschikbaar en zal nagezonden worden.

Aard bespreking: gedachtewisseling en mogelijk aanname verklaring

Besluitvormingsprocedure: mogelijke aanname verklaring o.b.v. consensus

Toelichting:

De Ministers zullen naar verwachting een gedachtewisseling hebben over de financieringsbehoefte van Oekraïne naar aanleiding van de Russische inval. In dit kader wordt waarschijnlijk en marge van de informele Ecofin een verklaring aangenomen over financiële steun van de EU aan Oekraïne. Ook zal het voorzitterschap mogelijk van gedachten willen wisselen over de financiële aspecten van de Commissiemededeling van 18 mei jl. waarin de eerste uitgangspunten werden geschetst voor de toekomstige wederopbouw van Oekraïne4.

De Russische aanvalsoorlog in Oekraïne heeft de toegang van Oekraïne tot financiële markten ernstig bemoeilijkt. Volgens recente cijfers van het IMF heeft Oekraïne een aanzienlijk financieringsgat van ca. 5 miljard dollar per maand. Oekraïne heeft daarom aangegeven zo snel mogelijk financiële steun nodig te hebben, omdat al verleende steun door andere landen en de internationale financiële instellingen onvoldoende is om het financieringstekort te dekken. Nederland heeft eerder al een financiële bijdrage van 100 miljoen euro gedaan voor begrotingssteun via een garantie aan de Wereldbank5. En het kabinet heeft recent een aanvullende bilaterale lening van 200 miljoen euro aan begrotingssteun via het IMF aan uw Kamer voorgelegd6. Op EU-niveau heeft de Commissie op 18 mei jl.7 aangekondigd met voorstellen te komen voor Macro-Financiële Bijstand (MFB) aan Oekraïne met een omvang tot 9 miljard euro. Op de Europese Raden van 30–31 mei8 en 23–24 juni9 jl. hebben regeringsleiders al aangekondigd dat zij klaarstaan om 9 miljard aan MFB te verstrekken op basis van de nog te verschijnen Commissievoorstellen. De Commissie heeft op 1 juli een voorstel gedaan voor een eerste stap in additionele MFB met een omvang tot 1 miljard euro10, waar de Ecofinraad van 11–12 juli jl. mee heeft ingestemd. De betreffende MFB is op 1 en 2 augustus jl. verstrekt aan Oekraïne.

Naar verwachting zal de Commissie binnenkort een voorstel presenteren voor een tweede stap in additionele MFB met een omvang van 5 miljard euro aan leningen. Aangezien de ruimte op de EU-begroting zeer beperkt is om additionele voorzieningen te treffen voor deze steun, zal de Commissie vragen om aanvullende bilaterale garanties van de EU-lidstaten. Deze garanties zullen moeten worden verstrekt naar rato van het BNI-aandeel van lidstaten in het BNI van de EU27 (het BNI-aandeel van Nederland in 2022 is 5,9%). MFB is het gebruikelijke en meest gepaste instrument voor financiële bijstand via de EU die past binnen de Nederlandse visie op Europese obligaties11. Zodra het voorstel wordt gepubliceerd zal het kabinet de Kamer informeren via een Kamerbrief met appreciatie. Een definitief besluit over het eventueel verstrekken van een bilaterale garantie zal het kabinet voorleggen aan de Kamer door middel van een toetsingskader risicoregelingen en een begrotingswet waarin de garantie wordt verwerkt op de begroting van het Ministerie van Financiën. Een Commissievoorstel voor een derde stap in additionele MFB van ca. 3 miljard euro wordt later dit jaar verwacht.

En marge van de informele Ecofin zal waarschijnlijk een verklaring worden aangenomen waarin de lidstaten aangeven klaar te staan om het nog te verschijnen Commissievoorstel voor 5 miljard euro aan MFB te steunen als volgende stap in de toezegging van de EU om 9 miljard euro aan liquiditeitssteun te verstrekken aan Oekraïne. In de verklaring zeggen alle lidstaten toe om de benodigde bilaterale garanties te verstrekken, onder voorbehoud van nationale procedures. Daarnaast staat in de verklaring dat lidstaten gecommitteerd zijn om Oekraïne blijvend te ondersteunen en te streven naar «fair burden sharing», waarbij rekening wordt gehouden met de steun die lidstaten tot dusver bilateraal hebben verstrekt.

Nederland heeft een positieve grondhouding ten aanzien van voorstellen van de Commissie om in totaal 9 miljard euro aan MFB te verlenen en is bereid hiervoor de benodigde bilaterale garanties aan de Unie te verlenen. Vanwege het grote liquiditeitstekort en de sterke daling van de internationale reserves van Oekraïne is financiële steun urgent. De ruimte op de EU-begroting is echter zeer beperkt waardoor additionele garanties van lidstaten noodzakelijk zijn om steun op EU-niveau mogelijk te maken. Verder is gezamenlijke actie op EU-niveau efficiënter dan steun per lidstaat omdat de Commissie goedkoper kan lenen dan veel lidstaten en de administratieve lasten voor de Oekraïense regering zo beperkt worden tot onderhandelen met één partij (Commissie). Nederland is voorstander van het aannemen van een mogelijke verklaring over een tweede stap aan MFB met een omvang van 5 miljard euro. Naar verwachting zullen alle lidstaten instemmen met deze verklaring.

Naast de liquiditeitsbehoefte op korte termijn zal het voorzitterschap waarschijnlijk ook willen spreken over financiële aspecten van de Commissiemededeling van 18 mei jl. waarin de eerste uitgangspunten werden geschetst voor de toekomstige wederopbouw van Oekraïne. Het betreft een eerste gedachtewisseling van een discussie die nog in het beginstadium zit. Er wordt voorgesteld dat steun vanuit de EU kan bestaan uit een bijdrage aan een zogenoemde RebuildUkraine Facility en uit steun vanuit bestaande EU-programma’s. Aangezien de ruimte binnen het huidige MFK beperkt is, zullen volgens het voorzitterschap nieuwe financieringsbronnen moeten worden geïdentificeerd. Ministers zullen van gedachten wisselen over de noodzaak en herkomst van deze financieringsbronnen.

Het kabinet pleit voor een goede «needs assessment» met eigenaarschap van Oekraïne en in samenwerking met de internationale partners alvorens over de vormgeving en financiering van de wederopbouw een besluit kan worden genomen. De Wereldbank zal in samenwerking met de Europese Commissie naar verwachting medio september een needs assessment uitbrengen. Wat betreft financiële instrumenten staat het kabinet open voor zowel het verstrekken van leningen als het overwegen van giften, indien daar internationaal draagvlak voor ontstaat. Een combinatie van leningen en giften voor de wederopbouwfase lijkt opportuun, gelet op de verwachte financiële situatie van Oekraïne. Het kabinet vindt het belangrijk om oog te houden voor de toekomstige schuldenlast van Oekraïne. Bij de vormgeving van de wederopbouwsteun is het van belang dat voorwaarden worden gesteld op het gebied van onder andere (hervormingen van) de rechtsstaat, corruptie en de economie.

Werksessie I: Russische agressie jegens Oekraïne, hoe om te gaan met de economische en financiële consequenties voor Europa

Document: het Tsjechische voorzitterschap zal naar verwachting voorafgaand aan de vergadering een «issues note» delen. Deze is op dit moment nog niet beschikbaar en zal nagezonden worden.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Ministers zullen van gedachte wisselen over hoe de EU om moet gaan met de economische en financiële consequenties van de Russische agressie jegens Oekraïne. Het Tsjechische voorzitterschap zal van tevoren een werkdocument verspreiden, deze is op het moment van schrijven nog niet beschikbaar. Het ligt voor de hand dat er met name ingegaan zal worden op de stijgende energieprijzen en de oplopende inflatie.

Mede door de oorlog in Oekraïne zijn de energieprijzen, in het bijzonder die van gas en elektriciteit, in het afgelopen jaar sterk gestegen. Het REPowerEU-pakket is gepresenteerd met als doel om de afhankelijkheid van Russische energie te verminderen.12 Ook kwamen de energieministers van de EU-lidstaten eind juli 2022 tot een akkoord met als doel het gasverbruik te verminderen. De hevige schok op de energiemarkt is in dit opzicht een kans om de energietransitie te versnellen; en tegelijk een grote uitdaging omdat kolencentrales weer moeten worden geopend om de energiezekerheid te garanderen.

Meerdere lidstaten denken momenteel na over maatregelen om de hoge energieprijzen te adresseren. De Commissie heeft aangekondigd zelf ook met een plan te willen komen om dit probleem aan te pakken. Om deze redenen heeft het Tsjechisch voorzitterschap besloten een extra Energieraad in te lassen op 9 september.

De hoge energieprijzen hebben eraan bijgedragen dat de inflatie is opgelopen tot recordniveaus. Nederland onderschrijft dat het herstellen van prijsstabiliteit prioriteit heeft en het van belang is dat lidstaten maatregelen nemen om de sociaaleconomische impact van hogere energieprijzen te mitigeren om de meest kwetsbaren groepen te beschermen. Daarbij blijft het cruciaal dat deze maatregelen tijdelijk en gericht zijn en niet leiden tot een verdere verhoging van de inflatie. Brede begrotingssteun brengt het risico met zich mee dat dit de inflatie verder opstuwt. Het belang van scherpe keuzes wordt verder vergroot doordat veel lidstaten beperktere begrotingsruimte hebben na de pandemie.

Nederland kan tijdens de gedachtewisseling benadrukken dat compensatie in eerste instantie een nationale aangelegenheid is. Lidstaten kunnen zelf het best inschatten hoe haar kwetsbare burgers het beste te beschermen. Hierbij kunnen lidstaten ook leren van elkaars maatregelen door best-practices. Daar kan de Europese Commissie een coördinerende rol in spelen. Het is daarbij van belang om de prikkels voor verduurzaming en vermindering van gasverbruik zo veel mogelijk intact te houden. Voor het kabinet is het van belang om het probleem van de gestegen energieprijzen zoveel mogelijk bij de bron aan te pakken, namelijk door de krapte op de markt van aardgas te verminderen. Het kabinet ziet ruimte voor verbeteringen betreffende het marktontwerp voor elektriciteit, en acht het tegelijkertijd van belang dat er geen maatregelen worden genomen die de leveringszekerheid, energietransitie en betaalbaarheid op lange termijn schaden.

Werksessie II « Framework for Income Taxation in the EU»

Document: het Tsjechische voorzitterschap zal naar verwachting voorafgaand aan de vergadering een «issues note» delen. Deze is op dit moment nog niet beschikbaar en zal nagezonden worden.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Naar verwachting zal tijdens deze sessie een gedachtewisseling plaatsvinden over het gebruik van International Financial Reporting Standards (IFRS) als gemeenschappelijke belastinggrondslag binnen de Europese Unie (EU). Er is op moment van schrijven nog weinig verdere informatie bekend over deze sessie, maar mogelijkerwijs heeft het Tsjechische voorzitterschap dit onderwerp geagendeerd met het oog op de aankondiging van de Europese Commissie om in 2023 het BEFIT (Business in Europe: Framework for Income Taxation) richtlijnvoorstel te presenteren.

Dit voorstel gaat over het creëren van een raamwerk voor gemeenschappelijke vennootschapsbelastingregels. Volgens de Europese Commissie kan en moet de EU met haar interne markt verder gaan in de hervorming c.q. modernisering van de internationale regels voor de belastingheffing van ondernemingen. BEFIT zal één pakket vormen van vennootschapsbelastingregels («rulebook») voor de EU, op basis van een gemeenschappelijke heffingsgrondslag en de verdeling van winsten tussen lidstaten volgens een formule (formuletoerekening). Dit voorstel zal voortbouwen op Pijler 1 en Pijler 2.13

Zoals aangegeven in het BNC-fiche14 van 25 juni 2021 steunt het kabinet de doelen die de Europese Commissie met BEFIT wil bereiken met het oog op het versterken van de interne markt. Een uniforme vennootschapsbelasting voor de gehele EU kan voor bedrijven die in meer dan één EU-lidstaat actief zijn leiden tot een enorme verlaging van administratieve lasten. Bovendien kan het mismatches tussen de verschillende vennootschapsbelastingstelsels binnen de EU (in de vorm van dubbele belasting of dubbele niet-belasting) voorkomen. Ook draagt een uniforme vennootschapsbelasting bij aan een robuuster en toekomstbestendig systeem voor de belastingheffing van ondernemingen. Tenslotte bouwt BEFIT voort op de benadering in de aangekondigde mondiale overeenstemming over Pijler 1 en 2, waardoor BEFIT gezien kan worden als het Europese sluitstuk van de hervorming van de vennootschapsbelasting. Het voorstel om IFRS als gemeenschappelijk grondslag binnen de EU te gebruiken, vloeit voort uit de Pijler 2 modelregels en richtlijnvoorstel, waarbij de IFRS onder andere gebruikt wordt als basis om vast te stellen of wordt voldaan aan het criterium van een effectief minimumbelastingtarief van 15%.

Het kabinet ziet het BEFIT-voorstel en het idee om de IFRS als een gemeenschappelijke grondslag te gebruiken met interesse tegemoet. Ten aanzien van beide onderwerpen geldt tegelijkertijd dat een gedegen appreciatie pas kan worden verstrekt als er een concreet voorstel ten tafel ligt, dat uiteraard middels een BNC fiche eerst aan de Kamer voorgelegd zal worden.

Werksessie III: raamwerk voor economische governance

Document: het Tsjechische voorzitterschap zal naar verwachting voorafgaand aan de vergadering een «issues note» delen. Deze is op dit moment nog niet beschikbaar en zal nagezonden worden.

Aard bespreking: gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Ministers zullen van gedachte wisselen over gezond begrotingsbeleid voor de toekomst en het raamwerk voor economische governance. Publieke schulden zijn als gevolg van de coronapandemie flink toegenomen. Daarnaast is het Europese financieel-economische beeld sinds het voorjaar verder versoberd. Dit hangt samen met de aanhoudende oorlog in Oekraïne, de daarmee gepaard gaande onzekerheid en de verdere toename van de energieprijzen.

Geconfronteerd met een economische en gezondheidscrisis hebben lidstaten noodzakelijke maatregelen getroffen, gefaciliteerd door de opening en verlenging van de General Escape Clause (GEC). Nederland erkent het belang dat lidstaten mogelijkheden hebben om de meest kwetsbaren groepen te beschermen. Aandacht voor de houdbaarheid van de overheidsfinanciën blijft echter van belang. Om de houdbaarheid van overheidsfinanciën te waarborgen zal een terugkeer naar begrotingsdiscipline noodzakelijk zijn, zodra de situatie het toelaat.

Daarom vindt Nederland het van belang dat het debat over de economic governance review en de herziening van het Stabiliteits -en Groeipact (SGP) op gang blijft. Nederland stelt zich constructief op ten opzichte van de SGP-modernisering, wanneer deze is gericht op de houdbaarheid van de schulden en opwaartse economische convergentie. Effectieve handhaving is hierbij een vereiste.

De verwachting is dat de Europese Commissie in oktober met een communicatie over de modernisering van het SGP komt. Daarna volgen mogelijk wetgevende voorstellen.


X Noot
4

Kamerstukken 36 045 en 22 112, nr. 92

X Noot
5

Kamerstuk 36 048, nr. 3.

X Noot
6

Kamerbrief d.d. 31 augustus 2022 inzake Nederlandse financiële steun aan Oekraïne via het IMF

X Noot
7

Kamerstukken 36 045 en 21 112, nr. 92.

X Noot
8

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1805.

X Noot
9

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1824.

X Noot
10

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1876

X Noot
11

Kamerstuk 21 501–07, nr. 844

X Noot
13

Pijler 1 van het akkoord regelt een andere verdeling van belastbare winsten en heffingsrechten tussen landen voor de grootste en meest winstgevende multinationals, waaronder grote digitale bedrijven. Hierdoor kunnen landen waar een multinational klanten of gebruikers heeft (zogeheten «marktlanden») meer winstbelasting heffen, ook indien de multinational in dat land fysiek niet aanwezig is. Pijler 2 van het akkoord bevat afspraken over een wereldwijd minimumniveau van belastingheffing. Pijler 2 bewerkstelligt dat grote multinationals altijd ten minste effectief 15% aan belasting over hun winst betalen.

X Noot
14

Kamerstuk 22 112, nr. 3148: BNC fiche mededeling/aanbeveling Belastingheffing van ondernemingen in de 21e eeuw, 25 juni 2021.

Naar boven