21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1818 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 7 maart 2022

Op 31 januari jl. ontving uw Kamer het eerste kwartaaloverzicht van de definitieve beoordeling van ingediende betaalverzoeken in het kader van de faciliteit voor herstel en veerkracht (Recovery and Resilience Facility, RRF).1 Uw Kamer heeft hierop verzocht om voorafgaand aan de bespreking van een beoordeling van een betaalverzoek door de Europese Commissie in het Economisch en Financieel Comité (EFC) op de hoogte te worden gesteld van de datum en de inhoud van die bespreking. Daarop heb ik toegezegd om de voorlopige beoordeling van betaalverzoeken die de Commissie publiceert ter bespreking in het EFC vanaf nu steeds direct aan uw Kamer te verzenden.2

Bijgaand ontvangt u de voorlopige beoordeling van betaalverzoeken van Griekenland en Italië, die op 28 februari door de Europese Commissie zijn gepubliceerd3. De datum voor bespreking in het EFC is nog niet bekend. In de interne werkafspraken van het EFC is besloten om te streven naar het vaststellen van het advies aan de Commissie 14 tot 16 werkdagen na publicatie van de voorlopige positieve beoordeling van een betaalverzoek. Dit betekent dat het EFC naar verwachting omstreeks 21 maart haar advies zal vaststellen. Indien Nederland of een ander lidstaat noodzaak ziet tot het starten van de zogenoemde noodremprocedure van de RRF naar aanleiding van de nu voorliggende betaalverzoeken, zal ik uw Kamer hierover onverwijld informeren.

De Minister van Financiën, S.A.M. Kaag


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1781

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1811

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven