21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1639 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 22 november 2019

Tijdens het AO Eurogroep/Ecofinraad van 6 november jl. heb ik toegezegd uw Kamer te informeren over de stappen die zijn gezet met betrekking tot het Begrotingsinstrument voor Convergentie en Concurrentievermogen (BICC), en het verwachte vervolgproces. Daarbij heeft uw Kamer verzocht om ook te beschrijven hoe de afspraken worden vertaald naar regelgeving. Met deze brief geef ik invulling aan deze toezegging.

Over de vormgeving van het BICC zijn in de Eurogroep van 13 juni en 9 oktober afspraken gemaakt, welke zijn vastgelegd in twee term sheets.1 De elementen van het BICC zijn hierin in samenhang opgenomen. U bent hierover geïnformeerd in de verslag van de Eurogroep van 13 juni en 9 oktober.2 Zoals aangegeven in deze verslagen is het kabinet tevreden over de gemaakte afspraken over de vormgeving van het BICC. Zoals ik verder heb aangegeven in de beantwoording van de vragen in het schriftelijk overleg over het BICC van 5 november jl., worden deze afspraken nu uitgewerkt in twee EU-verordeningen.3

De eerste verordening legt de kenmerken en werking van het BICC vast. Het Commissievoorstel voor een verordening voor een hervormingsondersteuningsprogramma dient hiervoor als uitgangspunt. Uw kamer is geïnformeerd over het oorspronkelijke Commissievoorstel in een BNC-fiche.4 Het zal op belangrijke punten worden aangepast, conform de afspraken in de term sheets. Daarbij zal het hervormingsinstrument (reform delivery tool) worden vervangen door het BICC (en eveneens door een soortgelijk instrument voor de niet-eurolanden). De aangepaste verordening zal onder meer vastleggen welke informatie lidstaten moeten opnemen in de hervormings- en investeringspakketten die ze indienen bij de Commissie; de criteria waarop de Commissie deze pakketten toetst; de manier waarop de Commissie middelen toewijst aan lidstaten, de allocatiesleutel voor de verdeling onder lidstaten; de afspraken voor nationale cofinanciering; en de regels voor uitbetaling. De afspraken die lidstaten hebben gemaakt in de Eurogroep zijn daarbij leidend. Nederland zet zich ervoor in dat de afspraken in de term sheets daarbij goed worden opgevolgd.

De tweede verordening heeft als doel om de governance door de eurolanden van het BICC te realiseren. Omdat de juridische basis van de hierboven beschreven eerste verordening alleen governance door alle EU-lidstaten mogelijk maakt, is daarvoor een aparte verordening met een aparte juridische basis nodig. Uw Kamer is over het Commissievoorstel voor deze verordening geïnformeerd in een BNC-fiche.5 De verordening regelt dat de aanbevelingen die jaarlijks worden gedaan voor het economische beleid in de eurozone in het kader van het Europees Semester, worden aangevuld met hervormings- en investeringsprioriteiten voor het BICC. Deze zullen voor de lidstaten het uitgangspunt vormen voor het indienen van hervormings- en investeringsplannen in het kader van het BICC. Met deze verordening wordt invulling gegeven aan de afspraak in de term sheet van 13 juni dat de strategische sturing van het BICC door de Eurotop en de Eurogroep zal plaatsvinden, in aansluiting op het al bestaande Europees Semester. Op basis van de afspraken in de eurogroep van 9 oktober zal het Commissievoorstel voor de verordening nog worden aangepast. Zoals aangegeven in het verslag van de eurogroep van 9 oktober zal de landspecifieke doorvertaling van de strategische sturing worden geschrapt, en de betrokkenheid van de Eurogroep nader worden benoemd.

De inhoud van het aangepaste Commissievoorstel voor een hervormingsondersteuningsprogramma en het Commissievoorstel voor een governanceraamwerk voor het BICC wordt gelijktijdig en in onderlinge samenhang behandeld in Raadsverband. De Raadspositie ten aanzien van beide verordeningen zal naar verwachting eind december dan wel begin 2020 worden afgerond. Op basis van die Raadspositie vinden begin volgend jaar de trilogen plaats met het Europees parlement (EP), dat het recht van medebeslissing heeft. Deze zullen naar verwachting in de eerste helft van 2020 kunnen worden afgerond. Het BICC wordt onderdeel van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor 2021–2027. In de Eurogroep van 9 oktober jl. (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1629) is de afspraak bevestigd dat de omvang van het BICC ook zal worden bepaald in de context van de MFK-onderhandelingen. Als de wetgeving is vastgesteld door de Raad en het EP, en de omvang duidelijk is, kan de implementatie van het BICC in 2021 beginnen.

Tot slot is een aantal lidstaten nog voorstander van een intergouvernementele overeenkomst (IGA) waarmee eurolanden additionele bijdragen kunnen leveren aan het instrument, bovenop de financiering uit de reguliere middelen van de EU-begroting zoals vastgesteld in het MFK. Afgesproken is dat de discussie over de noodzaak, inhoud, modaliteiten en omvang van een IGA zal doorgaan in ambtelijke voorportalen van de Eurogroep. Deelname aan zo’n IGA is vrijwillig, zoals is bevestigd door de Juridische Dienst van de Raad (en ook gemeld in het hierboven genoemde verslag van de Eurogroep van 9 oktober). Ook het besluit over een IGA zal in de context van de MFK-onderhandelingen worden genomen.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Naar boven