21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1469 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 3 november 2017

Op 23 juni j.l. bent u geïnformeerd1 over de afronding van de tweede voortgangsmissie van het ESM-programma voor Griekenland. Daarbij is ook de intentie van het kabinet bekendgemaakt om in de Raad van bewind van het ESM in te stemmen met het verstrekken van een leningdeel van 8,5 miljard euro.

In de geannoteerde agenda voor de eurogroep van 15 september j.l. bent u geïnformeerd2 over de goedkeuring van dit leningdeel door de Raad van bewind van het ESM. In juli is daarvan reeds 7,7 miljard euro aan Griekenland uitgekeerd, waarvan 800 miljoen euro bedoeld was voor het terugdringen van betalingsachterstanden van de overheid. De resterende 800 miljoen euro van het leningdeel was tot eind oktober beschikbaar en kon uitgekeerd worden als de Griekse overheid haar betalingsachterstanden tussen eind april en eind september met in totaal 1,2 miljard euro zou hebben verlaagd (met 800 miljoen euro uit de ESM-lening en 400 miljoen euro uit eigen reserves).

Op 23 oktober heeft de Europese Commissie gerapporteerd over de ontwikkeling van de betalingsachterstanden van de Griekse overheid. Uit die rapportage3 blijkt dat de betalingsachterstanden met 1,5 miljard euro verlaagd zijn. Op basis van deze rapportage heeft de Raad van bewind van het ESM op 26 oktober besloten de uitbetaling van de resterende 800 miljoen euro van het reeds goedgekeurde leningdeel van 8,5 miljard euro goed te keuren.

Met deze lening komt de totale uitstaande lening van het ESM aan Griekenland op 38,2 miljard euro.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Naar boven