21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1457 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 8 september 2017

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en informele Ecofinraad van 15 en 16 september te Tallinn.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Geannoteerde agenda t.b.v. de Eurogroep en Informele Ecofinraad van 15 en 16 september 2017 te Tallinn

Eurogroep

Thematische bespreking: economische veerkracht in de EMU

Document: Wordt door de Commissie nog gepubliceerd voor de Eurogroep.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep zal een thematische bespreking houden over economische veerkracht (economic resilience). Het Vijfpresidentenrapport en het Reflectiepaper over de toekomst van de EMU stellen dat het van belang is dat lidstaten in de eurozone in economisch opzicht veerkrachtig zijn. Economische veerkracht wordt gezien als de mate waarin economieën in staat zijn om economische schokken te voorkomen en op te vangen, zodat een langdurig negatief effect op de economische ontwikkeling, bijvoorbeeld een persistent hoge werkloosheid, wordt voorkomen. Het gaat hier bijvoorbeeld over het aanpassingsvermogen op arbeids- en productmarkten, een gezonde en gediversifieerde financiële sector en de opbouw van begrotingsbuffers, die in combinatie met effectieve automatische stabilisatoren in de begroting een economische neergang op kunnen vangen.

De Eurogroep zal een inhoudelijke discussie voeren over het begrip economische veerkracht en spreken over beleidsmaatregelen die eraan bijdragen om deze te versterken. De bespreking kan gebruikt worden om onderwerpen voor toekomstige thematische besprekingen in de Eurogroep te identificeren.

De bespreking sluit aan bij de Nederlandse inzet voor een ambitieuze agenda van structurele hervormingen om de veerkracht van de economieën van lidstaten te versterken. Nederland is van mening dat het voorkomen van economische onevenwichtigheden de kans op negatieve economische schokken kan verkleinen, en dat het doorvoeren van structurele hervormingen het aanpassingsvermogen van lidstaten vergroot. Dit is beide van belang voor het beter functioneren van de muntunie.

Griekenland

Document: n.v.t.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Na het akkoord over het Griekse steunprogramma in de Eurogroep van 15 juni jl. heeft de Raad van gouverneurs van het ESM in juli het aanvullende memorandum van overeenstemming goedgekeurd. De Raad van bewind van het ESM keurde daarna het volgende leningdeel van 8,5 miljard euro goed. Daarvan is 7,7 miljard euro in juli uitgekeerd. De resterende 800 miljoen euro komt beschikbaar als Griekenland de voorraad onbetaalde rekeningen van de overheid voldoende heeft teruggebracht. Eind juli heeft Griekenland voor het eerst sinds 2014 een obligatie-uitgifte gedaan.

In de Eurogroep van 15 september zullen de instellingen vooruitkijken naar de komende voortgangsmissie. Ook zal mogelijk de stand van zaken met het terugdringen van de betalingsachterstanden van de overheid besproken worden.

Ecofinraad

Verdieping van de EMU en maximalisatie van de effectiviteit van de EU-financiën

Document: Presidency Issues Note on Deepening the EMU and Maximising the Impact of EU Finances. Document wordt nog openbaar gemaakt voor de Ecofin door het Estse voorzitterschap.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De informele Ecofinraad zal een discussie voeren over verdieping van de EMU en maximalisatie van de effectiviteit van de EU-financiën. Op 31 mei 2017 heeft de Europese Commissie een reflectiepaper gepubliceerd over verdieping van de EMU. De Kamer is hier in de geannoteerde agenda voor de Eurogroep/Ecofinraad van 10 en 11 juli over geïnformeerd. In het paper gaat de Commissie onder andere in op het belang van het versterken van convergentie tussen lidstaten en wordt het idee besproken om een macro-economische stabilisatiecapaciteit voor de Eurozone op te zetten. Daarnaast geeft het paper in overweging om een sterkere koppeling aan te brengen tussen nationale hervormingen en EU-financiën.

Zoals ook aangegeven in de Geannoteerde Agenda voor de Eurogroep van juli jl. zijn er de afgelopen jaren talrijke belangrijke stappen gezet om de EMU te versterken, zoals de oprichting van de bankenunie, de oprichting van het ESM, de versterking van Europese begrotingsregels zoals vastgelegd in het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) en de introductie van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP). Op dit moment ligt voor het kabinet de prioriteit bij het toepassen en handhaven van de afspraken en regels die de afgelopen jaren overeengekomen zijn en het afmaken van reeds gestarte initiatieven. Met betrekking tot de lange termijn neemt het kabinet een actieve houding aan bij het bepleiten van denkrichtingen die ondersteunend zijn aan of in het verlengde liggen van de bestaande Nederlandse inzet. Daarbij kan onder meer worden gedacht aan het beter laten aansluiten van de bestedingen van de EU-begroting op de implementatie van structurele hervormingen. Nationale hervormingen op het gebied van de arbeids-, product- en dienstenmarkt versterken de schokbestendigheid en convergentie van lidstaten. De landenspecifieke aanbevelingen binnen het Europees Semester zouden hierbij een rol kunnen spelen.

Zoals bekend is het kabinet geen voorstander van een macro-economische stabilisatiecapaciteit voor de eurozone. Er zijn betere alternatieven om schokken op te vangen. Een conjuncturele neergang kunnen landen opvangen via hun eigen buffers; de regels van het SGP zijn hier ook op ingericht. Ook flexibele economieën en goed functionerende kapitaalmarkten dragen bij aan de schokabsorptiecapaciteit. Voor een asymmetrische schok met grote gevolgen is het noodfonds ESM in het leven geroepen.

Verdieping van de EMU: De interactie tussen regels en instituties

Document: Presidency Issues Note on the interaction of rules and institutions within the context of deepening the EMU. Document wordt nog openbaar gemaakt voor de Ecofin door het Estse voorzitterschap.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Ecofinraad spreekt over de interactie tussen regels en instituties in het kader van de discussie over de verdieping van de EMU. De economische governance in het eurogebied is gebaseerd op gezamenlijke afspraken (regels) die worden gehandhaafd en toegepast door verschillende gezamenlijke instellingen (instituties). Zo zijn er afspraken gemaakt in het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) en in het kader van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP). De Europese Commissie en de lidstaten in de Raad zien door middel van beleidscoördinatie toe op naleving van deze afspraken.

De discussie over regels en instituties gaat over de vraag of de huidige governance-structuur afdoende is voor een weerbare en veerkrachtige EMU, of dat hiervoor nieuwe regels en instituties nodig zijn.

Het kabinet is van mening dat de afgelopen jaren belangrijke stappen zijn gezet om de governance in het Eurogebied te versterken, zoals de oprichting van de bankenunie, de oprichting van het ESM, de versterking van de Europese begrotingsregels zoals vastgelegd in het SGP en de introductie van de MEOP.

Volgens het kabinet ligt de prioriteit momenteel bij het toepassen en handhaven van de afspraken en regels die de afgelopen jaren zijn overeengekomen en het afmaken van reeds gestarte initiatieven, zoals de bankenunie en de kapitaalmarktunie. Naleving van de overeengekomen afspraken draagt bij aan de weerbaarheid en veerkracht van de eurozone, bijvoorbeeld via de opbouw van buffers in de overheidsbegroting en via de afbouw van macro-economische onevenwichtigheden. Hierbij ziet het kabinet naast regels en instituties eveneens een belangrijke rol voor goed functionerende markten om economische weerbaarheid te versterken.

Voor de lange termijn neemt het kabinet een actieve rol aan bij het bepleiten van maatregelen om de EMU verder te versterken. Zoals ook aangegeven in de Geannoteerde Agenda voor de Eurogroep van juli jl. kan hierbij gedacht worden aan het beter laten aansluiten van de bestedingen van het EU-budget op de implementatie van structurele hervormingen, een effectiever toegepast SGP met meer «checks en balances», en het ontwikkelen van het ESM tot een Europees Monetair Fonds, inclusief een ordentelijk proces van herstructurering indien overheidsschulden van lidstaten die steun aanvragen niet houdbaar zijn.

Kapitaalmarktunie: Technologische innovatie en financiële regulering

Document: Presidency Issues Note on technological innovation and financial regulation en Bruegel paper on the Capital Markets Union and the Fintech Opportunity. Documenten worden nog openbaar gemaakt door het Estse voorzitterschap.

Aard bespreking: Gedachtewisseling.

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Raad zal spreken over de kapitaalmarktunie in samenhang met FinTech. Voor deze sessie is een discussiestuk opgesteld door het voorzitterschap, vergezeld van een analyse van de denktank Bruegel.

De notitie van het voorzitterschap geeft een algemene inleiding over de kansen die FinTech biedt voor zowel consumenten als alternatieve aanbieders die kunnen inspelen op nieuwe behoeften van klanten. Er wordt ingegaan op het werk dat de verschillende internationale instanties tot nu toe hebben gedaan om op de ontwikkeling van FinTech in te spelen, zoals de recent opgerichte FinTechTask Force van de Europese Commissie en de recente consultatie. Voorts wordt ingegaan op mogelijke richtingen voor het verder faciliteren van FinTech in Europese wet- en regelgeving.

De Europese Commissie heeft in de mid-term review van het actieplan Kapitaalmarktunie FinTech genoemd als één van negen nieuwe prioritaire actiepunten. Een door de Europese Commissie opgerichte FinTech Task Force brengt hiervoor de uitdagingen in kaart. Eerder dit jaar is door de Commissie een consultatie naar FinTech uitgevoerd, waarop door de Minister van Financiën gezamenlijk met toezichthouders Autoriteit Consument en Markt (ACM), de Autoriteit Financiële Markten (AFM) en De Nederlandsche Bank (DNB) is gereageerd.

Nederland staat positief en met een open houding tegenover FinTech als bron van financiële vernieuwing. FinTech biedt nieuwe kansen en kan de concurrentie in de financiële sector bevorderen met toetreding van nieuwe spelers. FinTech heeft de potentie om de diversiteit van de financiële sector te vergroten, waardoor bijvoorbeeld de afhankelijkheid van de in Nederland sterk geconcentreerde bankensector verminderd kan worden. Nederland heeft eerder steun uitgesproken voor de agenda van de EC voor het stimuleren en accommoderen van FinTech-oplossingen door technologieneutrale wet- en regelgeving. Daarbij zet Nederland in op een bottom-up approach voor het accommoderen van nieuwe oplossingen/toetreders door 1) het benutten van bestaande ruimte in wet- en regelgeving (e.g. sandbox/hub) en 2) harmonisatie van de toepassing hiervan door nationale (toezicht)autoriteiten. Daar de FinTech-sector met afstand het meest ontwikkeld is in het VK, met DUI, FRA en NED volgend, zal het zwaartepunt van de discussie bij deze landen liggen.

Uitdagingen van de digitale economie voor de vennootschapsbelasting

Document: Presidency Issues Note on corporate taxation challenges of the digital economy. Document wordt nog openbaar gemaakt voor de Ecofin door het Estse voorzitterschap.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Estland heeft de digitale economie bovenaan de agenda gezet van het Estse EU-voorzitterschap. In relatie tot de vennootschapsbelasting wordt dikwijls gesuggereerd dat digitalisering van de economie meer mogelijkheden biedt voor het ontwijken en ontduiken van vennootschapsbelasting. Het Estse voorzitterschap wil tijdens de informele Ecofinraad een gedachtewisseling houden over de uitdagingen van de digitale economie voor de vennootschapsbelasting en de mogelijkheden die dit zou bieden voor belastingontwijking.

Eerder onderzoek in OESO- en EU-verband had tot uitkomst dat het niet mogelijk is om de digitale economie te onderscheiden van de «gewone» economie. Maatregelen tegen belastingontwijking en belastingontduiking die slechts gericht zijn op de digitale economie lijken daarom niet effectief. Op het gebied van de bestrijding van belastingontwijking en -ontduiking door multinationals zijn de afgelopen tijd, met steun van Nederland, al veel resultaten geboekt. Uitwisseling van informatie is verbeterd en maatregelen tegen belastingontwijking zijn in bindende Europese regels vastgelegd. Aan nieuwe maatregelen tegen belastingontwijking zal Nederland ook actief meewerken.

Een belangrijk onderwerp ziet op de vraag of de huidige toedeling van heffingsrechten wel werkt in relatie met de digitale economie. De huidige verdeling sluit aan bij waardecreatie in de onderneming die kijkt naar (menselijke) functies, gebruikte activa en gemanaged risico in de onderneming. Ondernemingen die digitale diensten leveren, hebben vaak geen van deze elementen in het land van de consument. Sommige (consumenten)landen hebben daar moeite mee en willen een heffingsrecht op basis van hun marktpotentieel of de waarde die de consument door zijn informatieverstrekking aan de onderneming toevoegt. Daarvoor zullen de regels veranderd moeten worden. Onder huidige regels wordt, om te voorkomen dat bij elke geringe buitenlandse activiteit de heffingsrechten moet worden verdeeld, gewerkt met een drempel in de vorm van het vaste inrichtingsbegrip. Ondernemingen die digitale diensten leveren zullen vaak geen vaste inrichting (hierna vi) hebben in het land van de consument.

In de discussie over het herverdelen van heffingsrechten wordt het idee opgebracht om met het concept van een virtuele vi te gaan werken. Dan zal ook een verandering moeten plaatsvinden in de methode waarop winst aan de vi wordt toegerekend en dan zal er een waarde aan marktpotentieel of consumentengedrag gegeven moeten worden.

Nederland is bereid om de digitale economie in EU verband te bespreken. Daarbij heeft NL een voorkeur om de herverdelingsdiscussie in OESO-verband te blijven bespreken, vanwege het mondiale karakter. Verder blijft voor het kabinet het uitgangspunt dat winst moet worden belast waar de waarde wordt gecreëerd.

Kostenefficiëntie en duurzaamheid van douane IT-systemen

Document: Presidency Issues Note on Sustainable and Cost-Efficient Customs IT Systems for the Future. Document wordt nog openbaar gemaakt voor de Ecofin door het Estse voorzitterschap.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Al sinds lange tijd wordt in EU-verband gesproken over de wenselijkheid c.q. noodzaak tot het opzetten van één Europese Douane IT-strategie. Dit mede naar aanleiding van het feit dat het nieuwe Douane Wetboek van de Unie nog niet volledig geïmplementeerd heeft kunnen worden doordat de benodigde IT daarvoor nog ontbreekt. De beschikbaarheid van voldoende financiële middelen is in dat verband een belangrijk punt van zorg. Het voorzitterschap heeft een discussiestuk verspreid en zal tijdens de informele Ecofin een presentatie verzorgen, waarna een oriënterend debat zal plaatsvinden.

Naar verwachting zal het debat zich toespitsen op de vraag of een gecentraliseerde aanpak de juiste is en of toegewerkt moet worden naar één permanente IT-structuur voor de Europese douanediensten (een Douane IT Agentschap). Estland is hiervan een groot voorstander.

Hoewel alle lidstaten het erover eens zijn dat IT-ontwikkeling sneller, efficiënter en kostenbewuster moet gebeuren, lopen de meningen uiteen over in hoeverre de ontwikkeling gecentraliseerd moet worden opgepakt. Veel lidstaten vinden het tempo waarin het voorzitterschap nu gaat te hoog en de ambities geschetst in het discussiestuk te vergaand omdat er een lange IT-historie (legacy) is die het moeilijk maakt om direct samen ontwikkelingen op te pakken. Ook de diversiteit in inrichting van de nationale IT-organisaties speelt hier parten. Er is nog geen begin van een onderbouwing voor de stelling van het voorzitterschap dat een gecentraliseerde IT aanpak voor de Unie en Lidstaten als geheel goedkoper zal blijken dan de huidige situatie. Daarnaast bestaan bij bepaalde lidstaten principiële bezwaren tegen de eventuele oprichting van een nieuw Agentschap.

Nederland vindt het belangrijk dat eerst een gedegen business case uitgewerkt wordt alvorens te besluiten of en welke vorm van centraal geleide aanpak de juiste is. Daarbij moet aandacht zijn voor de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling tussen partijen. Nederland ziet bij bepaalde vormen van een gecentraliseerde aanpak een risico van een verdergaande harmonisatie van de uitvoering en de daarmee mogelijk gepaard gaande ongewenste bevoegdheidsoverdracht aan de EU. Als er al sprake is van overdracht van werkzaamheden aan een agentschap, dan moet dat wat Nederland betreft plaatsvinden met behoud van bevoegdheden van de lidstaten.

Vijfde aanvullende Europese begroting voor 2017

Door middel van deze geannoteerde agenda wordt u ook op de hoogte gebracht van een onderwerp dat niet op de agenda staat van de Eurogroep of informele Ecofin. Op 28 juli heeft de Commissie de vijfde aanvullende begroting voor 2017 gepresenteerd. Het betreft een tweeledig voorstel voor de financiering van het Europees Fonds voor duurzame ontwikkeling (EFSD) en voor het verhogen van de noodhulpreserve (EAR) zoals overeengekomen in de tussentijdse herziening van het MFK1. Het EFSD is het belangrijkste instrument voor de implementatie van het Europese plan voor externe investeringen (EIP) om investeringen te ondersteunen in Afrikaanse landen en nabuurschaplanden. Het EIP is er vooral op gericht banen te scheppen en de onderliggende oorzaken van migratie aan te pakken. De EAR wordt verhoogd om over voldoende capaciteit te blijven beschikken om te reageren op onvoorziene omstandigheden, met name op de nieuwe uitdagingen.

In het akkoord over de begroting voor 2017 is afgesproken om de bijdrage voor het EFSD in de begroting te verwerken zodra de betreffende verordeningen zijn aangenomen door de Raad en het Europees Parlement. Dit is ook gemeld in de Kamerbrief over het verslag van de Ecofin begrotingsraad van 16 november 2016.2 Inmiddels is de tekst aangenomen door het Europees Parlement en volgt de definitieve aanname door de Raad naar verwachting in september 2017.

Voor het EFSD gaat het om 275 miljoen euro aan vastleggingen. De vastleggingen voor EAR worden met 20 miljoen euro (22,8 miljoen in lopende prijzen) verhoogd naar 300 miljoen euro. In totaal gaat het om 297,8 miljoen euro aan hogere vastleggingen in deze aanvullende begroting voor 2017.

De verhoging van vastleggingen voor het EFSD wordt gefinancierd middels het flexibiliteitsinstrument. De bijbehorende betalingen kunnen worden gedekt uit vertraging bij het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF). Deze vertraging komt voort uit de late goedkeurig van de rechtsgrondslagen en de daardoor vertraagde aanwijzing van nationale autoriteiten. Daarnaast is de implementatie van twee herplaatsingregelingen zoals bekend vertraagd. De Commissie verwacht dat de hogere vastleggingen voor EAR binnen de huidige begroting voor 2017 kunnen worden betaald.

De verhoging van vastleggingen voor het EFSD wordt gefinancierd middels het flexibiliteitsinstrument. De bijbehorende betalingen kunnen worden gedekt uit vertraging bij het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF). Deze vertraging komt voort uit de late goedkeurig van de rechtsgrondslagen en de daardoor vertraagde aanwijzing van nationale autoriteiten. Daarnaast is de implementatie van twee herplaatsingregelingen zoals bekend vertraagd. De Commissie verwacht dat de hogere vastleggingen voor EAR binnen de huidige begroting voor 2017 kunnen worden betaald.

Aangezien zowel de bijdrage aan het EFSD als de verhoging van de EAR reeds eerder zijn overeengekomen, kan Nederland instemmen met de aanvullende begroting. De vijfde aanvullende begroting heeft in principe geen gevolgen voor de raming van de Nederlandse afdrachten in 2017, aangezien de totale betalingen in 2017 ongewijzigd blijven.

Omschrijving

Uitgaven

Inkomsten

 

Vastleggingen

Betalingen

 

DAB1 – Solidariteitsfonds VK, Cyprus, Portugal

70,4

70,41

 

DAB2 – Surplus

   

6.404,6

DAB3 – Jeugdwerkloosheid (YEI)

500,0

   

DAB4 – Solidariteitsfonds Italië

1.166,8

– 70,4

 

DAB5 – EFSD en EAR

297,8

   
X Noot
1

In de initieel voorgestelde aanvullende begroting was de inzet van het solidariteitsfonds 71,5 miljoen euro. Dit is neerwaarts aangepast in de finale aanvullende begroting, vanwege reeds uitgekeerde voorfinanciering. http://eur-lex.europa.eu/legal-content/EN/TXT/PDF/?uri=CELEX:32017B0851&from=EN.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-02, nr. 1696.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-03, nr. 101.

Naar boven