21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1450 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 4 juli 2017

Hierbij zend ik u de geannoteerde agenda voor de Eurogroep en Ecofinraad van 10 en 11 juli te Brussel.

Het is mogelijk dat nog punten worden toegevoegd aan de agenda of dat bepaalde onderwerpen worden afgevoerd of worden uitgesteld tot de volgende vergadering.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Geannoteerde agenda t.b.v. de Eurogroep en Ecofinraad van 10 en 11 juli 2017 te Brussel

Eurogroep

Agendaonderwerp: Thematische discussie over groei en banen – insolventie

Document: https://www.bankingsupervision.europa.eu/ecb/pub/pdf/ssm.stock_taking2017.en.pdf

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Eurogroep spreekt voor de vierde keer over insolventie. Vanwege de koppeling tussen insolventie en economische groei in het Eurogebied is het onderwerp opnieuw geagendeerd. Ineffectieve insolventieprocedures kunnen de toegang tot financiering en kredietgroei en daarmee economische ontwikkeling remmen. Efficiënte procedures kunnen bijdragen aan het verbeteren van financieringscondities en schokabsorbtievermogen binnen de muntunie. Tijdens eerdere discussies in de Eurogroep is het probleem rond insolventieraamwerken in sommige lidstaten verkend en zijn algemene principes geformuleerd gericht op de efficiency van nationale insolventieraamwerken. Elementen die van belang zijn voor efficiënte insolventie zijn snelheid, kosten, voorspelbaarheid en heldere regels over grensoverschrijdende insolventie. De eerder geformuleerde principes kunnen gebruikt worden door lidstaten voor het waar nodig verbeteren van hun insolventieraamwerken.In de derde discussie in november 2016 is de stand van zaken besproken aan de hand van studies die zijn gedaan om de voornaamste uitdagingen voor het functioneren van nationale insolventieprocedures in kaart te brengen en te verhelpen.

De discussie in de aankomende Eurogroep bouwt voort op de discussie over insolventie met de bespreking van de tweede en uitgebreidere inventarisatie van de ECB over nationale toezichtpraktijken en insolventieraamwerken in relatie tot NPL’s. In de eerste inventarisatie is gekeken naar acht lidstaten met hoge NPL’s. Het tweede rapport is uitgebreid met alle landen die deelnemen aan het Single Supervisory Mechanism (SSM), waaronder ook Nederland. Hierdoor kan een completer beeld gepresenteerd worden. Het rapport constateert dat de afwikkeling van NPL’s in veel lidstaten efficiënter kan, bijvoorbeeld door out-of-court settlements op te zetten. Ook wijst het SSM op het belang van een proactieve en tijdige benadering van de NPL-problematiek. Daarnaast werkt de Europese Commissie aan het verbeteren van de beschikbaarheid en kwaliteit van de data over insolventie. De Commissie zal in de Eurogroep mondeling de stand van zaken toelichten.

Hoewel het rapport wijst op mogelijke verbeteringen in de insolventieraamwerken in Europese landen, is Nederland ten aanzien van NPL’s vooral van mening dat banken zelf verantwoordelijkheid dragen voor het oplossen van NPL’s. Verbeteringen in de efficiëntie van nationale insolventieprocedures kunnen voor een deel bijdragen aan het verminderen van NPLs, maar vooral in de toekomst zorgen voor het voorkomen van NPL’s. Tot slot zal Nederland het belang van kwaliteit en beschikbaarheid van vergelijkbare data omtrent insolventieprocedures benadrukken. De vergelijkingen van de ECB als het gaat om verschillende toezichtpraktijken zijn ook relevant voor de discussie over hoe banken vanuit toezicht beter geprikkeld kunnen worden om hun NPL problemen aan te pakken (zie ook het agendapunt over NPL’s).

Agendaonderwerp: Recente ontwikkelingen in de bankensector

Document: n.v.t.

Aard bespreking: Update

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Na recente ontwikkelingen in de Europese bankensector zal de Eurogroep worden bijgepraat door de Europese Centrale Bank (ECB), Single Resolution Board (SRB) en Europese Commissie (EC). Dit agendapunt biedt een moment om meer te horen over de samenwerking tussen de betrokken partijen, alsook over eventuele lessen die hieruit getrokken kunnen worden voor de toekomst.

Zoals bekend bij uw Kamer heeft zich begin juni een resolutiecasus voorgedaan bij de Spaanse bank Banco Popular Español. Daarbij concludeerde de ECB dat Banco Popular Español faalde of waarschijnlijk zou falen («failing or likely to fail»). De SRB heeft op haar beurt geconcludeerd dat er geen alternatieve oplossingen voor Banco Popular Español beschikbaar waren en dat resolutie van de bank in het publiek belang was. De SRB heeft daarop maatregelen genomen waardoor de bedrijfsactiviteiten van de in resolutie geplaatste bank doorgang vinden als onderdeel van de Santander groep. Bij deze casus is sprake geweest van een bail-in tot en met junior.1

Tevens heeft Italië recentelijk twee banken geliquideerd, te weten Banca Popolare di Vicenza en Veneto Banca. In deze casus was het zo dat volgens de ECB Banca Popolare di Vicenza en Veneto Banca faalden of waarschijnlijk zouden falen («failing or likely to fail»). De SRB concludeerde dat er geen alternatieve (private) oplossingen beschikbaar waren, maar volgens de SRB was resolutie niet in het publiek belang. Daarom zijn beide banken geliquideerd onder nationaal insolventierecht, waarbij Italië met goedkeuring van de EC staatssteun heeft ingezet. Op grond van de staatssteunregels heeft in deze casus lastendeling (bail-in t/m junior) plaatsgevonden. Zie ook de beantwoording op Kamervragen op dit onderwerp.2

Agendaonderwerp: Ierland: zevende postprogrammasurveillancemissie

Document: nog niet beschikbaar

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Europese Commissie en de ECB zullen een terugkoppeling geven over de zevende PPS-missie naar Ierland. De belangrijkste bevindingen zijn dat de economische vooruitzichten in Ierland positief blijven, maar dat Brexit en onzekerheid rondom internationaal belasting- en handelsbeleid risico’s met zich meebrengen. Als gevolg van de aanzienlijke economische groei neemt het begrotingstekort verder af, ondanks dat de bezuinigingsinspanningen afnemen. In het rapport wordt geconcludeerd dat begrotingsdiscipline nodig blijft om de kwetsbaarheid van overheidsfinanciën voor economische schokken verder te verminderen. Ten aanzien van de financiële sector wordt gesteld dat het herstel verder gestalte krijgt. Het aantal NPL’s is echter nog steeds aan de hoge kant. Ook wordt in het rapport aandacht besteed aan de huizenprijzen, die de afgelopen jaren fors zijn toegenomen. Deze stijging hangt met name samen met een aanbodtekort en niet zozeer met een toename van kredietverlening. De instellingen concluderen dat de risico’s voor de capaciteit van Ierland om de leningen van het EFSM en het EFSF terug te betalen klein blijven.

Agendaonderwerp: Euro area fiscal stance

Document: N.v.t.

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: N.v.t.

Toelichting:

Er is een discussie voorzien over adviezen van de Commissie en de European Fiscal Board (EFB) over de fiscal stance van de eurozone voor het komende jaar. De Commissie gebruikt verschillende methoden om de ontwikkeling van de fiscal stance te meten en kijkt doorgaans naar de ontwikkeling van het structureel saldo voor de eurozone als geheel (als deze verslechtert dan is de fiscal stance expansief, als deze verbetert is deze restrictief). Het oordeel van de Commissie is dat een «broadly neutral» fiscal stance passend is voor 2018. Ook de EFB komt tot de conclusie dat een neutrale fiscal stance passend zou zijn voor 2018. De EFB heeft op 20 juni hierover een paper uitgebracht en zal dit in de Eurogroep toelichten. De argumenten van de Commissie en de EFB zijn vergelijkbaar. Beide zien geen reden voor een expansieve fiscal stance, aangezien op basis van de lenteraming van de Commissie de output gap voor de eurozone als geheel sluit in 2018. Aan de andere kant stellen de Commissie en de EFB dat er nog onevenwichtigheden in de eurozone zijn en speelt het risico van negatieve lange termijn effecten bij langdurig lage groei, lage arbeidsparticipatie en beperkte bedrijvigheid. Om tot een neutrale fiscal stance te komen voor 2018 is volgens de EFB wel budgettaire bijsturing nodig van de lidstaten. Het huidige beleid van lidstaten wordt namelijk als licht expansief ingeschat omdat uit de lenteraming van de Commissie volgt dat het structurele primair overschot in de eurozone bij onveranderd beleid daalt van 1,2% in 2016 tot 0,9% en in 2017 (een daling van het overschot van 0,3% jaar op jaar). Het kabinet is van mening dat de aantrekkende economie aangegrepen moet worden voor het afbouwen van schulden en opbouwen van buffers, de eisen uit het SGP zouden daarbij leidend moeten zijn.

Agendaonderwerp: Reflectiepaper EMU

Document: Het reflectiepaper is te vinden op: https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/reflection-paper-emu_nl.pdf

Aard bespreking: Gedachtewisseling

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Op 1 maart 2017 heeft de Europese Commissie het Witboek over de toekomst van Europa gepubliceerd.3 Ter bevordering van een brede discussie heeft de Commissie in dit Witboek aangekondigd vijf reflectiepapers te zullen publiceren over respectievelijk de ontwikkeling van de sociale dimensie van de EU, het verdiepen van de Economische en Monetaire Unie (EMU), globalisering, de toekomst van Europa’s defensie en de toekomst van de financiën van de EU. Op 31 mei 2017 heeft de Commissie het reflectiepaper over de EMU gepubliceerd.4 Tijdens de Eurogroep zullen de lidstaten voor het eerst van gedachten wisselen over dit reflectiepaper.

Het reflectiepaper van de Commissie bevat een uitgebreide introductie over het belang van de gemeenschappelijke munt, en de voordelen van de munt voor ondernemers en consumenten. Er wordt stilgestaan bij de belangrijke initiatieven die in reactie op de mondiale financiële crisis en de Europese schuldencrisis zijn genomen om de EMU te versterken.

De Commissie concludeert dat, ondanks de significante stappen die in afgelopen jaren zijn gezet, verdere stappen wenselijk zijn. In het reflectiepaper gaat zij in op een aantal denkrichtingen ten aanzien van een «financiële unie», convergentie, een «begrotingsunie» en de architectuur van de EMU. Deze denkrichtingen geven volgens de Commissie een perspectief op hoe de EMU er in 2025 uit zou kunnen zien, maar moeten niet als een blauwdruk worden gelezen. Bij de presentatie van de denkrichtingen wordt onderscheid gemaakt tussen denkbare maatregelen voor de korte termijn (tot en met 2019) en de lange termijn (2020 tot 2025). De Commissie heeft thans geen concrete voorstellen gepubliceerd.

Het kabinet is ervan overtuigd dat een stabiele en sterke Europese muntunie, mits juist vormgegeven, een belangrijke voorwaarde is voor economische groei en werkgelegenheid in Nederland en Europa. Er zijn de afgelopen jaren talrijke belangrijke stappen in deze richting gezet, zoals de oprichting van de bankenunie, de oprichting van het ESM, de versterking van Europese begrotingsregels zoals vastgelegd in het Stabiliteits- en Groeipact en de introductie van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure. Aan de hand van assistentieprogramma’s is bovendien een aantal lidstaten in staat gesteld om hun economie te versterken en hun schuld op een houdbaar pad te brengen. Mede door deze maatregelen is de economie in het eurogebied aangetrokken: de economische groei voor het eurogebied wordt geraamd op 1,7% in 2017 en 1,8% in 2018. Daarnaast blijft de werkloosheid dalen en nemen tekort- en schuldniveaus verder af.

Op dit moment ligt voor het kabinet de prioriteit bij het toepassen en handhaven van de afspraken en regels die de afgelopen jaren overeengekomen zijn en het afmaken van reeds gestarte initiatieven. Het kabinet acht het onderscheid in het reflectiepaper tussen mogelijke maatregelen voor de korte en voor de lange termijn daarom van groot belang, waarbij het kabinet prioriteit geeft aan de maatregelen voor de korte termijn zoals het afmaken van de bankenunie en de kapitaalmarktunie. Voor de bankenunie is de routekaart zoals overeengekomen door de Raad tijdens het Nederlands voorzitterschap leidend.5 Met betrekking tot de lange termijn neemt het kabinet een actieve houding aan bij het bepleiten van denkrichtingen die ondersteunend zijn aan, of in het verlengde liggen van de bestaande Nederlandse inzet. Daarbij kan worden gedacht aan het beter laten aansluiten van de bestedingen van het EU-budget op de implementatie van structurele hervormingen, een effectiever toegepast SGP met meer «checks and balances», en het ontwikkelen van het ESM tot een Europees Monetair Fonds6, inclusief een ordentelijk proces van herstructurering indien overheidsschulden van lidstaten die steun aanvragen niet houdbaar zijn.

Ecofinraad

Agendaonderwerp: Mandatory Disclosure

Document: COM(2017) 335

Aard bespreking: Presentatie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

De Commissie zal tijdens de Ecofin Raad een presentatie geven over het op 21 juni gepubliceerde voorstel over Mandatory Disclosure. In reactie op de publicatie van de Panama Papers hebben de lidstaten tijdens de Ecofin Raad van 25 mei 2016 de Commissie gevraagd om wetgevende maatregelen op het gebied van Mandatory Disclosure te overwegen. Met de publicatie van dit voorstel op 21 juni jl. geeft de Commissie gevolg aan dit verzoek. In de ogen van de Commissie zorgt dit voorstel ervoor dat er beter inzicht wordt verkregen in potentieel agressieve structuren waardoor het risico wordt verkleind op uitholling van de belastinggrondslag. Verder zal dit voorstel, naar verwachting, een preventieve werking hebben op het opzetten van potentieel agressieve structuren.

Concreet ziet dit voorstel op de automatische uitwisseling van grensoverschrijdende potentieel agressieve structuren waarbij de tussenpersonen (denk hierbij fiscale adviseurs, advocaten, notarissen, trustkantoren etc.) in principe verantwoordelijk zijn om deze informatie te verstrekken aan de belastingdienst waar de tussenpersonen gevestigd zijn. Indien een tussenpersoon niet aan de verplichting kan voldoen, verschuift die plicht naar de belastingplichtige zelf. Deze belastingdienst verstuurt vervolgens de informatie naar een door de Commissie beheerde centrale database waar de belastingdiensten van alle andere lidstaten toegang tot hebben.

Als de voorgestelde structuur voldoet aan één van de door de Commissie voorgestelde criteria die verschillende potentieel agressieve structuren omschrijven, dan moet de desbetreffende tussenpersoon deze informatie doorgeven aan de belastingdienst waar de tussenpersoon is gevestigd. Er zijn situaties denkbaar dat de tussenpersoon deze informatie niet kan doorgeven omdat deze aan geheimhouding is gehouden of dat de tussenpersoon niet gevestigd is in de EU. Als dat zich voordoet, dient de belastingplichtige de informatie aan de belastingdienst doorgeven. De belastingdienst stuurt deze informatie vervolgens door naar een door de Commissie beheerde centrale database. De belastingdiensten van de andere lidstaten hebben vervolgens toegang tot deze informatie.

Het voorstel dient vanaf 1 januari 2019 in de nationale wetgeving te zijn geïmplementeerd. Verder stelt de Commissie voor dat alle potentieel schadelijke structuren die zijn opgezet in de periode tussen de aanname van deze richtlijn en 1 januari 2019, in het eerste kwartaal van 2019 moeten worden gepubliceerd.

Nederland zal de presentatie aanhoren. Het kabinet is bezig met het opstellen van een beoordeling van dit voorstel in de vorm van een BNC fiche dat als uitgangspunt kan dienen voor een gedachtewisseling over dit onderwerp met het Parlement. Het kabinet streeft ernaar dit BNC-fiche begin september naar de Kamer te sturen.

Agendaonderwerp: Werkprogramma Estland

Document: wordt nog gepubliceerd door het voorzitterschap

Aard bespreking: presentatie

Besluitvormingsprocedure: n.v.t.

Toelichting:

Estland is in de tweede helft van 2017 voorzitter van de Raad van de EU. Tijdens de Ecofin zal het Estse voorzitterschap het werkprogramma presenteren. Hierin zijn de dossiers die het voorzitterschap verwacht het komende half jaar te behandelen en de prioriteiten van het voorzitterschap opgenomen.

Agendaonderwerp: Niet-presterende leningen (NPLs)

Document: rapport van een ambtelijke werkgroep (doc. 9854/17)

Aard bespreking: Aanname Raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: unanimiteit

Toelichting:

Op de informele Ecofin is eerder dit jaar gesproken over de problematiek rondom niet-presterende leningen (NPLs). Ondanks dat de problematiek rondom NPLs veelal nationaal van aard zijn, kunnen gezamenlijke strategieën worden ontwikkeld voor de aanpak van NPLs. Uitgangspunt hierbij is dat de verantwoordelijkheid voor het oplossen van de problematiek in de eerste plaats bij de betreffende banken zelf ligt.

Een ambtelijke werkgroep heeft vier gebieden om het probleem van grote hoeveelheden NPLs aan te pakken nader onderzocht: 1) de rol van toezichthouders; 2) structurele factoren waaronder insolventieraamwerken; 3) het ontwikkelen van secundaire markten voor NPLs en; 4) herstructurering van de bankensector. De discussie over het rapport leidt tot het aannemen van Raadsconclusies. Deze conclusies zullen het belang van het aanpakken van NPLs benadrukken en ingaan op de mogelijkheden daartoe. Zo zal aandacht uitgaan naar het versterken van toezicht en verhogen van de transparantie omtrent NPLs. Ook besteden de conclusies aandacht aan het belang van balansdoorlichtingen. Verder zal naar verwachting ingegaan worden op de mogelijkheden om secundaire markten verder te stimuleren en de noodzaak tot het waar nodig efficiënter maken van insolventieprocedures.

Nederland acht aanpak van NPLs van groot belang en vindt dat de verantwoordelijkheid voor het oplossen van NPLs in de eerste plaats bij banken zelf ligt. Nederland zet in op het benadrukken van het belang van adequaat toezicht en meer transparantie, en zal daarbij specifiek aandacht vragen voor nut en noodzaak van balansdoorlichtingen (asset quality reviews, AQRs). In het kader van alle eventuele beleidsopties zal Nederland benadrukken dat deze verenigbaar dienen te zijn met het staatssteunraamwerk en de regels hoe om te gaan met falende banken.

Agendaonderwerp: Raadsconclusies Kapitaalmarktunie – Mid-Term Review

Document: Concept-raadsconclusies (nog niet beschikbaar)

Aard bespreking: aanname raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: consensus

Toelichting:

In de Ecofin zullen Raadsconclusies worden aangenomen over de mid-term review van het actieplan Kapitaalmarktunie, dat op 7 juni jl. door de Commissie is gepubliceerd. Uw Kamer heeft hierover een kabinetsreactie ontvangen.7

Sinds de presentatie van het voornoemde actieplan in september 2015 is in verschillende gremia gewerkt aan het uitwerken van de voorgestelde acties in wetgevende en niet-wetgevende handelingen van de Europese Commissie. De uitwerking van de verschillende acties gaat tot nu toe voorspoedig, daar de Europese Commissie op 20 van de 33 acties vooruitgang heeft geboekt. De Europese Commissie grijpt de mid-term review aan om negen nieuwe prioritaire acties voor te stellen die aan het actieplan kapitaalmarktunie worden toegevoegd.

In de kabinetsreactie is het merendeel van de aanvullende acties ondersteund, zoals op het gebied van beleggingsondernemingen, beleggingsinstellingen en het versterken van de positie van ESMA. De voorstellen tot het ontwikkelen van een raamwerk voor vergunningen en paspoorten voor FinTech benadert het kabinet kritisch,de Europese Commissie dient eerst nut en noodzaak aan te tonen. Over twee voorstellen heeft het kabinet een negatief oordeel. Het betreft het versterken van de rechten van crediteuren, wat ons inziens nationaal dient te gebeuren en bestaande investeringsbeschermingsovereenkomsten, waar nog een rechtszaak over loopt.

De Raadsconclusies verwelkomen de nieuwe prioritaire voorstellen in de mid-term review, de gemaakte vorderingen en onderstrepen het belang van de kapitaalmarktunie als gezamenlijk project voor alle lidstaten, waarbij het belang van subsidiariteit, proportionaliteit, het behoud van financiële stabiliteit en investeerders- en consumentenbescherming worden benadrukt. Ook worden de acties op het terrein van het verbeteren van de toegang tot kapitaalmarkten voor het mkb, FinTech en versterking van rechten van investeerders verwelkomd. Verder wordt uitgekeken naar de voorstellen op het gebied van duurzaamheid, langetermijnfinanciering en de Europese Toezichthoudende Autoriteiten. Ook wordt de Europese Commissie uitgenodigd om de bouwstenen uit het aangevulde actieplan kapitaalmarktunie in 2019 te voltooien en iedere zes maanden over de voortgang te rapporteren.

Er bestaat brede steun onder de lidstaten voor het actieplan kapitaalmarktunie, waarbij de standpunten van de lidstaten voor de onderlinge acties uiteen kunnen lopen.

Agendaonderwerp: Europees Semester – landenspecifieke aanbevelingen

Document: landenspecifieke aanbevelingen van de Europese Commissie: https://ec.europa.eu/info/publications/2017-european-semester-country-specific-recommendations-commission-recommendations_en

Aard bespreking: aanname raadsconclusies

Besluitvormingsprocedure: gekwalificeerde meerderheid

Toelichting:

De landenspecifieke aanbevelingen zijn door de Europese Raad van 22 en 23 juni in algemene zin bekrachtigd. De Ecofinraad van juli zal de aanbevelingen formeel aannemen waarmee de cyclus van de landenspecifieke aanbevelingen wordt afgerond. De Kamer is op 6 juni per brief (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1231) geïnformeerd over de kabinetsappreciatie van de aanbevelingen. Het kabinet schrijft daarin dat het zich grotendeels kan herkennen in de door de Commissie voorgestelde aanbevelingen, maar van mening is dat een extra stimulans van de binnenlandse vraag niet noodzakelijk is.

Het kabinet heeft de analyse uit de kabinetsreactie onder de aandacht gebracht van de Commissie en de Raad. Daarop heeft de Raad besloten om de budgettaire aanbeveling voor Nederland en Duitsland aan te passen. Tijdens deze Ecofinraad wordt dit besluit formeel aangenomen. De Raad legt in de nieuwe aanbeveling niet de nadruk op een extra stimulans, maar stelt dat Nederland budgettair en structureel beleid dient in te zetten om de potentiële groei en de binnenlandse vraag te ondersteunen. Het kabinet kan instemmen met deze aanbeveling.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1444.

X Noot
2

Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 2223.

X Noot
5

Deze routekaart is te vinden op de website van de Raad van de Europese Unie: http://www.consilium.europa.eu/nl/press/press-releases/2016/06/17-conclusions-on-banking-union/.

X Noot
6

Zie ook Aanhangsel Handelingen II 2016/17, nr. 1673.

X Noot
7

Kamerstuk 22 112, nr. 2362.

Naar boven