21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1441 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 29 mei 2017

Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 22 en 23 mei 2017 te Brussel.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Verslag van de Eurogroep en Ecofinraad van 22 en 23 mei 2017 te Brussel

Eurogroep

Lenteraming en inflatieontwikkelingen

De Eurogroep heeft de economische situatie in de Eurozone besproken, inclusief de inflatieontwikkelingen tegen de achtergrond van de lenteraming van de Europese Commissie die op 11 mei zijn gepubliceerd. Het economische herstel kent een steeds bredere basis en consumenten geven weer meer geld uit. De inflatie in het eurogebied is de afgelopen maanden behoorlijk gestegen, voornamelijk door ontwikkelingen in energieprijzen. De verwachting is dat de komende maanden de inflatie weer af zal nemen.

Zevende post-programme surveillance missie Spanje

De Eurogroep heeft een terugkoppeling gekregen van de uitkomsten van de zevende post-programme surveillance missie voor Spanje. De Commissie, de ECB en het ESM hebben hieraan deelgenomen en gaven elk in de Eurogroep een toelichting. De Commissie gaf aan dat de groei aanhoudend goed is en dat de bankensector herstelt. Wel blijft de werkloosheid nog hoog. Spanje gaf aan dat er inderdaad een hoge groei is en dat de werkloosheid hoog was maar inmiddels terugloopt.

Het doel van post-programme surveillance is het verkleinen van het risico dat een land dat steun heeft ontvangen terugvalt op «oud beleid», wat risico’s voor de financiële stabiliteit met zich mee kan brengen en mogelijk de terugbetaalcapaciteit van een land in gevaar brengt.

Griekenland

Tweede voortgangsmissie

De Eurogroep heeft de overeenstemming tussen de instellingen en Griekenland over een beleidspakket voor de afronding van de tweede voortgangsmissie verwelkomd.

Daarbij zijn de volgende afspraken gemaakt: Voor de arbeidsmarkt is besloten om eerdere hervormingen tot aan het einde van het programma te handhaven en om de regels voor collectief ontslag en stakingsrecht aan te passen. In de begroting voor de middellange termijn worden voor 2019 en 2020 besparingen op pensioenuitkeringen naar voren gehaald en wordt de heffingskorting voor de inkomstenbelasting verlaagd. Tegelijkertijd is ook overeenstemming bereikt over welke groeibevorderende maatregelen ingevoerd kunnen worden als blijkt dat daarvoor, boven de doelstelling van het primaire begrotingssaldo van 3,5%, structurele begrotingsruimte ontstaat. Het gaat daarbij om het verlagen van belastingtarieven en het verhogen van de uitgaven voor gerichte sociale zekerheid, activerend arbeidsmarktbeleid en publieke infrastructuur. Verder is overeenstemming bereikt over aanpassingen in de hervorming van de energiemarkt, naar aanleiding van een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over het bevorderen van concurrentie op de markt voor bruinkool. Naast het veilen van productiecapaciteit om de marktmacht van het staatselektriciteitsbedrijf te verminderen zal deze Public Power Corporation ook een aantal bruinkoolcentrales verkopen. Ook is overeengekomen wat er nog gedaan moet worden om de in januari opgerichte onafhankelijke belastingdienst (IAPR) te vervolmaken en het nieuwe privatiseringsfonds (HCAP) volledig operationeel te maken. Ondertussen gaat de uitvoering van het privatiseringsplan van het reeds bestaande privatiseringsfonds (HRADF) ook door. Om een snellere afbouw van de voorraad niet presterende leningen (NPL’s) in het Griekse bankwezen te bewerkstelligen is afgesproken dat wetgeving wordt ingevoerd en aangepast op het vlak van faillissementswetgeving, arbitrage (out-of-court workout) en het creëren van een markt voor niet presterende leningen.

De Eurogroep en het IMF hebben zich positief uitgesproken over de voorgang die Griekenland heeft gemaakt met het implementeren van de bestaande en aanvullende afspraken. De Europese Commissie heeft gerapporteerd over de voortgang met het uitvoeren van de zogenoemde prior actions. Dat zijn maatregelen die genomen moeten zijn voordat de instellingen kunnen oordelen dat het programma op schema ligt. Dat oordeel is nodig voor het afronden van de tweede voortgangsmissie en het uitbetalen van een volgend leningdeel door het ESM. Griekenland werkt de komende weken aan de afronding van de resterende punten, zodat de Europese Commissie een definitieve voortgangsrapportage op kan stellen.

Zodra het gewijzigde aanvullende memorandum van overeenstemming, de definitieve voortgangsrapportage en een voorstel voor de hoogte en vormgeving van het volgende leningdeel beschikbaar zijn zal de Tweede Kamer voorafgaand aan besluitvorming in de Raad van gouverneurs en Raad van bewind van het ESM conform het informatieprotocol ESM/EFSF-besluiten1 geïnformeerd worden.

In samenhang met de afronding van de maatregelen in de tweede voortgangsmissie is gesproken over de deelname van het Internationaal Monetair Fonds (IMF). De Eurogroep heeft in dat verband opnieuw gesproken over de houdbaarheid van de Griekse schuld. In mei 2016 zijn mogelijke schuldmaatregelen geïdentificeerd, die na volledige implementatie aan het einde van het programma ingezet kunnen worden als dit nodig is om de bruto financieringslasten van Griekenland op acceptabele niveaus te houden2.

Die mogelijke schuldmaatregelen zijn voor het IMF een belangrijk onderdeel in zijn schuldhoudbaarheidsanalyse. Daarom is verder gesproken over hoe de implementatie van de in mei vorig jaar geïdentificeerde mogelijke maatregelen er volgend jaar, aan het einde van het programma, uit zou kunnen zien. Dit om het management van het IMF in staat stellen een programma voor Griekenland aan de Executive Board van het Fonds voor te leggen. Tijdens de Eurogroep is diepgaand over de maatregelen gesproken. De komende weken wordt deze discussie voortgezet en voor de Eurogroep van 15 juni wordt het onderwerp opnieuw geagendeerd.

Ecofinraad

Richtlijn fiscale geschilbeslechting ter voorkoming van dubbele belasting

De Raad heeft een akkoord bereikt over de Richtlijn fiscale geschilbeslechting ter voorkoming van dubbele belasting. Tijdens het overleg opende het voorzitterschap door te benadrukken dat het huidige voorstel de juiste balans bevat. Ook bracht het voorzitterschap in herinnering dat bij de informele Ecofin op Malta in april er veel lidstaten waren die deze richtlijn als een welkom instrument beschouwen voor het geven van belastingzekerheid.

In grensoverschrijdende gevallen is het mogelijk dat twee landen menen een heffingsrecht te hebben op dezelfde inkomensbron (zoals loon, winst, dividendbetaling etc.). Hierdoor wordt de belastingplichtige geconfronteerd met dubbele belastingheffing. Daarnaast kan een belastingplichtige worden geconfronteerd met belastingheffing die niet in overeenstemming is met de bepalingen van een bilateraal belastingverdrag. Om toch een oplossing te bieden voor dit soort situaties zijn in de bilaterale belastingverdragen en in het Europese Verdrag ter afschaffing van dubbele belasting in geval van winstcorrecties tussen verbonden ondernemingen (hierna: EU Arbitrageverdrag) bepalingen opgenomen die landen de mogelijkheid bieden om een onderlinge overlegprocedure te voeren, met als doel om dubbele of onterechte heffing weg te nemen. Deze overlegprocedures kennen echter vaak geen resultaatsverplichting wat kan betekenen dat een belastingplichtige met dubbele of onterechte belastingheffing blijft zitten als de betrokken landen er niet uit komen.

Deze richtlijn biedt belastingplichtige de zekerheid dat, mochten de lidstaten er na 3 jaar niet uitkomen, het vraagstuk wordt voorgelegd aan een Arbitrage Comité waar onafhankelijke experts een uitspraak doen over de kwestie. Op deze manier heeft de belastingplichtige zekerheid op een uitkomst binnen een bepaalde periode.

Veel lidstaten gaven aan veel belang te hechten aan de onafhankelijkheid van het arbitragepanel zoals die nu is vastgelegd. Ook benadrukten veel Ministers het belang van de transparantie van het systeem. Daarnaast was er een aantal lidstaten (waaronder Nederland) dat ervoor pleitte de mogelijkheid van een permanent orgaan voor geschilbeslechtingsprocedures nader te onderzoeken.

Nederland gaf aan liever een bredere toepassing van het mechanisme te hebben gezien maar de uitkomst als compromis te kunnen steunen. Daarnaast benadrukte Nederland dat het tegengaan van belastingontwijking en het voorkomen van dubbele belastingoplegging beide belangrijk zijn.

In de vergadering zijn enkele verklaringen afgegeven die aan het verslag zijn toegevoegd3. Op verzoek van Italië heeft de Commissie een interpretatieve verklaring afgegeven over de toepassing van anti-misbruikmaatregelen. De verklaring bevestigt dat de regel dat een lidstaat een zaak voor arbitrage kan weigeren als er geen sprake is van dubbele belasting, ook geldt, aldus de Commissie, voor gevallen waar er geen sprake is van dubbele belasting en de lidstaat anti-misbruikmaatregelen heeft toegepast. De verklaring leidt niet tot een gewijzigde toepassing van de Richtlijn. Ook is een verklaring aan het verslag toegevoegd waarin de Lidstaten zich uitspreken voor verder werk om te onderzoeken of het mogelijk is een «staand arbitragecomité» op te zetten. Hongarije heeft een verklaring laten opnemen in het verslag dat de verwijzing naar art 273 VWEU in de gezamenlijke verklaring niet betekent dat Lidstaten zich automatisch committeren aan een rol voor het Europese Hof van Justitie en de daaraan verbonden overdracht van bevoegdheden aan het Hof.

Nadat het Europees Parlement een advies heeft uitgebracht over het voorstel zal het voorstel formeel voor aanname door de Raad worden behandeld.

Gemeenschappelijke heffingsgrondslag voor de vennootschapsbelasting (CCTB)

De Ecofinraad heeft een oriënterende gedachtewisseling gehad over het richtlijnvoorstel voor een gemeenschappelijke grondslag voor de vennootschapsbelasting («CCTB»). Sinds de publicatie van dit richtlijnvoorstel in oktober 2016 is dit richtlijnvoorstel in enkele Raadswerkgroepvergaderingen besproken. Hierbij is met name gekeken naar drie onderdelen van het richtlijnvoorstel:

  • een aftrek voor speur- en ontwikkelingswerk

  • een aftrek of bijtelling die afhankelijk is van de toe- of afname van het eigen vermogen

  • een tijdelijke grensoverschrijdende verliesverrekening binnen de EU

Het Maltese voorzitterschap gaf als introductie op dit onderwerp aan dat de intentie van de bespreking niet was om de technische details van de drie onderdelen door te nemen maar om politieke richting te geven aan de besprekingen.

EU-commissaris Moscovici stelde dat de CCTB het juiste antwoord is op de roep uit de maatschappij om zowel voor eerlijke belastingen te zorgen als op de noodzaak voor een concurrerend ondernemersklimaat. Hij gaf aan te begrijpen dat er een vraag is naar flexibiliteit bij lidstaten en dat hierover gesproken kan worden om compromissen te sluiten, maar dat hier voorzichtig mee om moet worden gegaan om de positieve effecten van de voorstellen niet te ondermijnen.

In de discussie hebben vrijwel alle lidstaten geïntervenieerd om hun positie duidelijk te maken. Veel lidstaten gaven aan de gestelde doelen van het voorstel te onderschrijven. Sommige lidstaten, waaronder enkele grote lidstaten, drongen aan op voortgang op dit dossier. Een aantal lidstaten, waaronder Nederland, gaf aan zorgen te hebben over de subsidiariteit en de proportionaliteit van het voorstel en verwees hierbij ook naar de positie die nationale parlementen hierin innamen. Verder gaf een aantal lidstaten, onder andere in relatie tot het stimuleren van speur- en ontwikkelingswerk (S&O), aan dat het van belang is voor lidstaten om beleidsvrijheid te behouden voor het bereiken van economische groei en concurrentiekracht. In aanvulling hierop spraken veel Ministers zich uit voor maximale flexibiliteit voor lidstaten. Ook gaf een aantal landen, waaronder Nederland, aan dat de gevolgen voor de belastinginkomsten en economische groei voor de lidstaten moeten worden onderzocht. Veel lidstaten toonden zich bereid om pragmatisch verder te praten over het CCTB-voorstel. De Commissie gaf in reactie op de lidstaten aan in samenwerking met de lidstaten bereid te zijn te kijken naar de impact van het voorstel.

Kapitaalverkeer

De Raad heeft het jaarlijkse rapport van het Economisch en Financieel Comité (EFC) over vrij verkeer van kapitaal en het verslag van de Europese Commissie inzake het «versnellen van de kapitaalmarktunie: aanpakken van nationale belemmeringen voor kapitaalstromen» besproken. De voorzitter van het EFC presenteerde hierbij het rapport en stelde dat het van belang is belemmeringen voor kapitaalverkeer weg te nemen en zo (extra) investeringen mogelijk te maken. De Commissie vatte het rapport over de kapitaalmarktunie kort samen en gaf aan dat er een roadmap overeen is gekomen. Geen van de lidstaten intervenieerde.

Macro-economische onevenwichtighedenprocedure: diepteonderzoeken

De Ecofinraad heeft algemene conclusies aangenomen over de diepteonderzoeken die de Commissie heeft uitgevoerd en de implementatie van de landenspecifieke aanbevelingen van 20164. De Commissie heeft geoordeeld dat Frankrijk, Kroatië, Italië, Bulgarije, Cyprus en Portugal kampen met «buitensporige onevenwichtigheden, die vragen om doortastende beleidsactie en specifieke monitoring».

In de conclusies wordt de noodzaak tot het nemen beleidsmaatregelen en het committeren aan structurele hervormingen in alle lidstaten onderstreept. Dit is nog van groter belang als macroeconomische onevenwichtigheden een goede functionering van de eurozone in de weg staan. De Raad benadrukt hierbij dat onevenwichtigheden op een duurzame manier moeten worden geadresseerd.

De voorzitter van het EFC gaf nog aan dat de lidstaten in de voorportalen zich positief hadden uitgesproken over de toenemende kwaliteit van de analyse in de rapporten van de Commissie. De Commissie gaf aan dat ze de raadsconclusies steunt en een brede steun te zien voor de bevindingen van de Commissie. Daarnaast gaf de Commissie aan dat tweederde van de aanbevelingen uit 2016 is geïmplementeerd door de lidstaten. Het gebrek aan implementatie van de aanbevelingen laat volgens de Commissaris de afgelopen jaren een verschil zien tussen lidstaten en het beleidsgebied van de aanbevelingen.

Bij de volgende Ecofinraad in juni zal het Europees semester opnieuw op de agenda staan met de landenspecifieke aanbevelingen.

Terugkoppeling G20 en IMF voorjaarsvergadering

De Europese Commissie, de ECB en de huidige voorzitter van de Ecofin Malta hebben een terugkoppeling gegeven van de G20 vergadering van Ministers van Financiën en centrale bank gouverneurs en de IMF voorjaarsvergadering op 20 t/m 22 april in Washington DC. De Duitse Minister van financiën vroeg aandacht voor het Duitse initiatief als G20-voorzitter met Compact for Africa. Hierop volgde geen discussie tussen de Ministers.

EIB Raad van gouverneurs

En marge van de Ecofinraad kwam de Raad van Gouverneurs van de Europese Investeringsbank (EIB) bijeen. De president van de EIB heeft een verklaring afgegeven over de resultaten en de jaarcijfers over 2016. Verder is de jaarrapportage van de Audit Committee besproken en zijn het voorzitterschap en de benoeming van het Audit committee behandeld.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501–07, nr. 1217

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1370 en Kamerstuk 21 501-07, nr. 1406

X Noot
3

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

X Noot
4

Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Naar boven