21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1129 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 maart 2014

Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en ECOFIN Raad van 10 en 11 maart 2014 te Brussel.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Verslag van de Eurogroep en ECOFIN Raad van 10 en 11 maart 2014 te Brussel

Het officiële verslag van de ECOFIN Raad van het Voorzitterschap van de Raad is te vinden via:

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/141448.pdf

Eurogroep

1. Economische situatie in de eurozone

De Eurogroep heeft gesproken over de economische situatie in de eurozone naar aanleiding van de publicatie van de winterraming van de Europese Commissie met de vooruitzichten voor onder andere de economische en budgettaire ontwikkelingen in de lidstaten. De economie in de eurozone ontwikkelt zich positief de laatste maanden en het vertrouwen in de economie neemt hierdoor toe.

In de Eurogroep heeft de Commissie ook een toelichting gegeven op de diepteonderzoeken die op 5 maart jl. werden gepubliceerd in het kader van de Macro-Economische Onevenwichtigheden Procedure (MEOP). Voor drie lidstaten, Slovenië, Italië en Kroatië, zijn de onevenwichtigheden als buitensporig aangemerkt. Voor Slovenië was dit ook vorig jaar het geval. De Commissie stelt vast dat de buitensporige onevenwichtigheden op het terrein van concurrentiekracht, de schuldenlast van bedrijven, de groei in publieke schuld en zwakke corporate governance persisteren. Ook in Italië vormt de overheidsschuld en het concurrentievermogen een buitensporige onevenwichtigheid. Deze onevenwichtigheid bestond vorig jaar ook al, maar werd toen nog niet buitensporig bevonden. Kroatië loopt voor het eerst mee in deze procedure en wordt aangesproken op buitensporige kwetsbaarheden die voortvloeien uit aanzienlijke externe financiële verplichtingen, afnemende exportresultaten, de hoge schuldenlast van bedrijven en een snel groeiende staatsschuld in een context van lage groei, alsmede een gering aanpassingsvermogen.

Voor Spanje stelt de Commissie dat de buitensporige onevenwichtigheid die vorig jaar nog werd vastgesteld op het terrein van de financiële sector, de externe positie en private sector schuld niet langer als buitensporige wordt aangemerkt. Volgens de Commissie is de aanpassing van de onevenwichtigheden duidelijk gevorderd en hebben de recente positieve groeicijfers het risico van de onevenwichtigheden verminderd. De Commissie zal de uitkomsten van de diepteonderzoeken meenemen in de landenspecifieke aanbevelingen die gepubliceerd zullen worden in mei. De Macro-Economische Onevenwichtigheden Procedure is van groot belang om onevenwichtigheden vroegtijdig te identificeren en daarmee de voorwaarden te scheppen voor houdbare groei.

De Eurogroep heeft ook opvolging gegeven aan de eerdere bespreking in november vorig jaar van de conceptbegrotingen voor 2014, beter bekend als de «draft budgetary plans» (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1099). Toen werd in een extra Eurogroep gesproken over de opinie van de Commissie over de conceptbegrotingen 2014 die de lidstaten van de eurozone hadden ingediend, zoals afgesproken onder het two pack. In dit kader heeft de Commissie op 5 maart jl. «autonomous recommendations» afgegeven. Deze aanbeveling volgt uit het two pack en betreft een eenzijdige aanbeveling van de Commissie aan een eurolidstaat in een buitensporigtekortprocedure om deze aan te sporen een extra inspanning te leveren binnen de termijn die strookt met het terugdringen van het buitensporig tekort. Twee lidstaten kregen een dergelijke aanbeveling, Frankrijk en Slovenië worden middels deze aanbeveling aangespoord om in 2014 voor 0,2 respectievelijk 0,5 procent bbp aan extra maatregelen te nemen om ervoor te zorgen dat de structurele inspanning in lijn wordt gebracht met de gevraagde structurele inspanning in het kader van de buitensporigtekortprocedure en hierover te rapporteren in het aankomende Stabiliteitsprogramma.

Lidstaten zullen in april de stabiliteits- en convergentieprogramma’s en de nationale hervormingsprogramma’s indienen en worden verzocht om hierbij de uitkomsten van de diepteonderzoeken van de Commissie en de uitkomsten van de bespreking van de conceptbegrotingen in de extra Eurogroep van 22 november 2013 mee te nemen. De Eurogroep en de ECOFIN zullen hier in het voorjaar verder over komen te spreken.

2. Griekenland

De Eurogroep heeft gesproken over de implementatie van de maatregelen uit het tweede leningenprogramma door Griekenland. De Trojka is op 24 februari jl. teruggekeerd naar Athene om de voortgangsmissie te hervatten die in december vorig jaar was afgebroken. Deze voortgangsmissie is tot op heden niet afgerond doordat Griekenland nog niet heeft voldaan aan alle maatregelen die als voorwaarde zijn gesteld voor het uitkeren van de volgende tranche. De Eurogroep heeft Griekenland aangespoord om spoedige afronding van de missie mogelijk te maken. Verder heeft de Eurogroep stil gestaan bij de uitkomsten van de stresstest en balansdoorlichting van de zes Griekse banken die heeft plaatsgevonden onder verantwoordelijkheid van de nationale centrale bank van Griekenland en bij de inschattingen van het benodigde bedrag voor herkapitalisatie die uit deze doorlichting volgde. De Eurogroep heeft aangegeven er vanuit te gaan dat de kapitaalbehoefte zoveel mogelijk privaat zal worden aangetrokken. De Griekse banken zullen dit jaar opnieuw door de asset quality review en stresstesten van de Europese Centrale Bank worden beoordeeld.

3. Cyprus

De Eurogroep heeft de conclusie van de Trojka verwelkomd dat Cyprus heeft voldaan aan de voorwaarden voor uitkering van de vierde tranche uit het leningenprogramma. De Eurogroep heeft hierover een verklaring uitgegeven, deze is als bijlage meegestuurd met dit verslag1. Over de uitkomsten van de voortgangsmissie is de Tweede Kamer vorige week geïnformeerd per brief (Kamerstuk 21 501-07, nr. 1128). De vierde tranche zal in totaal 236 miljoen euro bedragen. Hiervan is 150 miljoen euro afkomstig van het ESM en 86 miljoen euro van het IMF.

4. Portugal

De Eurogroep ontving een terugkoppeling van de Trojka over de belangrijkste bevindingen uit de elfde voortgangsmissie. De misse werd afgerond op 28 februari jl. en de Trojka gaf aan dat Portugal op schema ligt met de implementatie van het programma. De persverklaring die de Trojka uitgaf na afloop van de missie is als bijlage meegestuurd met dit verslag2.

5. ESM directe herkapitalisatie

De Eurogroep heeft gesproken over het operationele raamwerk voor het ESM instrument voor directe herkapitalisatie van banken. Er is goede voortgang geboekt in het oplossen van de laatste openstaande kwesties en de Eurogroep is dichtbij overeenstemming. De Eurogroep zal hier opnieuw over spreken nadat de onderhandeling over het Europees Resolutiemechanisme (SRM) zijn afgerond. Na een akkoord in de Eurogroep kan overgegaan worden tot parlementaire behandeling in een aantal lidstaten, waaronder Nederland, alvorens de Raad van Gouverneurs van het ESM kan besluiten tot instelling van het instrument.

Bijzondere vergadering over het intergouvernementele verdrag

Tijdens een speciale bijeenkomst na afloop van de Eurogroep is gesproken over het intergouvernementele verdrag inzake het Europese resolutiefonds (IGA).

Er is zeer goede voortgang geboekt ten aanzien van de IGA. Ten aanzien van de voor Nederland essentiële verankering van de bail-in regels hebben de Ministers aangegeven dat toepassing van de bail-in regels een voorwaarde is voor de overdracht van contributies aan het fonds en het gebruik van het fonds.

Wat betreft de armslag van het Europees resolutiefonds bleek dat vrijwel alle andere lidstaten voor enige versnelling van de risicodeling en de opbouw zijn. Wat betreft de versterking van de leenmogelijkheid van het fonds is gesproken over een mogelijke verdere uitwerking van elementen van het voorstel.

De besluitvorming over de overdracht tussen nationale compartimenten heeft zich gericht op de mate van betrokkenheid van de lidstaten bij een besluit van de Single Resolution Board (SRB). De Ministers hebben gesproken over de mogelijkheid dat tijdens de transitieperiode de individuele lidstaten bezwaar mogen maken onder bepaalde specifieke voorwaarden.

Wat betreft de verdeelsleutel van de resolutiekosten bij grensoverschrijdende resoluties, is nader gesproken over de invulling van de Terms of Reference, en over het bieden van de mogelijkheid aan lidstaten om de SRB te vragen de criteria uit de Bank Recovery and Resolution Directive (art. 98, lid 3b) mee te nemen als zij vinden dat er sprake is van een oneerlijke kostenverdeling.

Het streven is dat zowel de onderhandelingen over de SRM Verordening als de over IGA voor het eind van de termijn van het Europees Parlement zijn afgerond.

ECOFIN Raad

1. Oekraïne

Tijdens de ontbijtbijeenkomst van de ECOFIN Raad zijn de Ministers geïnformeerd over de economische en financiële aspecten van de ontwikkelingen in Oekraïne. In dit kader is ingegaan op macro-financiële steun voor Oekraïne (onderdeel van de door de Europese Commissie gepresenteerde inventarisatie aan mogelijkheden voor steun aan Oekraïne – zie Kamerstuk 21 501-02, nr. 1351). Een IMF-programma is een voorwaarde voor macrofinanciële steun vanuit de EU, daarom wordt de uitkomst van de IMF-missie naar Kiev afgewacht. Een bedrag van 610 miljoen euro aan macrofinanciële steun is al in een eerder stadium goedgekeurd door de Raad en het Europees Parlement. De eerste tranche hiervan kan op korte termijn worden uitgekeerd als een IMF-programma overeengekomen is. De Europese Commissie komt naar verwachting eind volgende week met een voorstel voor additionele macrofinanciële steun voor Oekraïne. De Raad zal hier vervolgens een besluit over nemen. De Tweede Kamer zal nader worden geïnformeerd zodra het Commissievoorstel gepubliceerd is.

2. Follow-up G20 vergadering van 22-23 februari

De ECOFIN Raad heeft een terugkoppeling ontvangen van de G20 vergadering van Ministers van Financiën en presidenten van de centrale banken die op 22-23 februari plaats vond onder Australisch voorzitterschap. De terugkoppeling was conform het communiqué van de G20 over deze vergadering, te vinden op de website van de G20.

3. Voorbereiding Europese Raad van 20 en 21 maart

De ECOFIN Raad heeft in voorbereiding op de Europese Raad van 20 en 21 maart a.s. gesproken over het energie en klimaat beleidskader. De Commissie publiceerde op 22 januari jl. het witboek «een beleidsraamwerk voor klimaat en energie 2020–2030» ter voorbereiding op een wetgevend voorstel eind 2014. De Europese Raad zal dit witboek bespreken. De discussie in de ECOFIN ging met name over de benodigde actie van lidstaten om de beleidsdoelstellingen te realiseren, manieren om hernieuwbare energie te bevorderen, maatregelen om het verschil in energieprijzen tussen de EU en haar concurrenten aan te pakken en de voltooiing van de Europese interne energiemarkt. Het voorzitterschap van de ECOFIN Raad zal in een brief aan de voorzitter van de Europese Raad de uitkomsten van de discussie rapporteren. Nederland heeft in de ECOFIN Raad het belang van de interne energiemarkt benadrukt en er daarnaast op aangedrongen dat we in Europa actief aan de slag moeten met hernieuwbare energie, waarbij nationale flexibiliteit behouden moet blijven.

4. Spaartegoedenrichtlijn

De Ecofin Raad heeft gesproken over de aanpassing van de spaartegoedenrichtlijn. De meeste lidstaten, waaronder Nederland, zijn voorstander van het automatisch uitwisselen van gegevens over spaartegoeden en steunen de voorgestelde aanpassingen van de Commissie, maar er is nog geen unanieme instemming bereikt. De lidstaten zijn wel dicht bij een akkoord en op de Europese Raad van 20 en 21 maart a.s. zal het onderwerp opnieuw aan de orde komen.

5. Bankenunie – Europees Resolutiemechanisme

De onderhandelingen tussen de Raad en het Europees Parlement (EP) ten aanzien van de Verordening inzake het Single Resolution Mechanism (SRM) zijn in de laatste fase aangekomen. Het streven is de onderhandelingen over her SRM voor het eind van de termijn van het Europees Parlement te hebben afgerond. De onderhandelingen over het SRM hangen nauw samen met de uitkomst van het intergouvernementele verdrag inzake het Europese resolutiefonds (zie verslag hierboven).

In de Ecofin Raad is gesproken over het mandaat waarmee het Voorzitterschap de politieke triloog met het EP tot een goed einde kan brengen. De Raad heeft de belangrijkste onderwerpen doorgenomen waarop enige flexibiliteit ten opzichte van het raadsakkoord uit december 2013 kan worden getoond richting het EP. De Raad heeft hierbij gesproken over de rol van de Raad in het besluitvormingsproces. Tevens is gesproken over de rol van de ECB en de SRB bij de bepaling of een instelling falende is, of dreigt te falen. Ook heeft de Raad gekeken naar hoe de besluitvorming in de SRB verbeterd en versneld kan worden. Tot slot heeft de Raad gesproken over de vaststelling van de bijdragen die banken moeten gaan afdragen aan het resolutiefonds, deze vaststelling zal plaatsvinden op basis van Council implementing acts. De onderhandeling tussen de Raad en het Europees Parlement worden op basis van een hernieuwd mandaat voortgezet.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

Naar boven