21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1110 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 december 2013

Hierbij zend ik u het verslag van de Eurogroep en ECOFIN Raad van 9 en 10 december te Brussel.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

Verslag van de Eurogroep en ECOFIN Raad van 9 en 10 december 2013 te Brussel

Het officiële verslag van het Voorzitterschap van de Raad is te vinden via:

http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_Data/docs/pressdata/en/ecofin/140041.pdf

Eurogroep – 9 december 2013

1. IMF interim artikel IV missie naar de eurozone

De Eurogroep heeft de gesproken over de interim missie van het IMF In het kader van de artikel IV procedure voor de Eurozone. De reguliere IMF artikel IV missie van de Eurozone zal in het voorjaar van 2014 plaatsvinden. Over de bevindingen ten aanzien van de economische vooruitzichten en de risico’s heerst een grote mate van overeenstemming tussen de Eurogroep en het IMF. De Eurogroep kon zich in het algemeen vinden in de beleidsterreinen waarop volgens het IMF actie nodig is de komende tijd. Dit betreft met name de Bankenunie, de noodzaak van structurele hervormingen en groeivriendelijke consolidatie van de overheidsfinanciën.

2. Ierland

De Eurogroep heeft gesproken over de uitkomsten van de twaalfde voortgangsmissie van de Trojka naar Ierland. De Trojka heeft op 8 november jl. de twaalfde voortgangsmissie afgerond. De tranche zal in totaal 1,4 miljard euro bedragen. Hiervan is 0,8 miljard euro afkomstig van het EFSM en 0,6 miljard euro van het IMF. Er is geen tranche meer voorzien uit het EFSF of van de bilaterale partners. Met het vrijgeven van deze tranche is het volledige bedrag onder het leningenprogramma uitgekeerd aan Ierland. De Tweede Kamer is per brief geïnformeerd over de conclusies van het voortgangsrapport (met Kamerstuk 21 501-07, nr. 1103, d.d. 9 december 2013). De Eurogroep heeft een verklaring afgegeven over de positieve afronding van de twaalfde en laatste voortgangsmissie. De verklaring is als bijlage toegevoegd aan dit verslag1.

3. Griekenland

De Eurogroep heeft gesproken over de voortgang die is geboekt ten opzichte van de bespreking in de vorige Eurogroep van 14 november omtrent de implementatie van het leningenprogramma. Griekenland en de Trojka hebben constructief samengewerkt de afgelopen weken, maar voor een positieve afronding van de voortgangsmisse is meer progressie nodig, met name op het gebied van structurele hervormingen. Ten aanzien van de vier voorwaarden, de zogenaamde milestones, die opgesteld zijn tijdens de vorige review, is voortgang geboekt, maar ook hier voldoet Griekenland nog niet aan alle eisen. Mogelijk kan Griekenland de implementatie van de milestones voor het einde van dit jaar afronden. De Trojka zal dit de komende weken beoordelen. Bij een positief oordeel van de Trojka over de implementatie van de milestones, kan de Eurogroup Working Group (EWG) een beslissing nemen over de uitkering van het tweede deel, 0,5 miljard euro, van de tranche die bestemd was voor het derde kwartaal, die aan deze milestones verbonden was. Een positief oordeel van de Trojka, maakt tevens de weg vrij voor de uitkering van de resterende inkomsten op de SMP-portefeuille voor 2013 (0,5 miljard euro). Ten aanzien van de lopende review gaf de Trojka aan dat op specifieke terreinen doorgewerkt zal worden met Griekenland en hiervoor zal de Trojka in januari weer af reizen naar Athene om de voortgang te beoordelen. De uitkomsten van deze missie zullen vervolgens eind januari besproken worden in de Eurogroep.

4. Cyprus

De Eurogroep heeft gesproken over de uitkomsten van de tweede voortgangsmissie van de Trojka naar Cyprus. Deze missie vond plaats van 29 oktober tot 7 november 2013. De Tweede Kamer is eerder per brief geïnformeerd over de conclusies van het voortgangsrapport (met Kamerstuk 21 501, nr. 1104, d.d. 9 december 2013). De Eurogroep heeft een verklaring afgegeven over de positieve afronding van de tweede voortgangsmissie. Deze verklaring is als bijlage toegevoegd aan dit verslag2. De positieve afronding van deze voortgangsmissie maakt de weg vrij voor de uitkering van de derde tranche van 100 miljoen euro afkomstig van het ESM en 86 miljoen euro van het IMF.

5. Post Programme Surveillance

De Eurogroep heeft gesproken over post programme surveillance (PPS). Nadat een EFSF, EFSM of ESM steunprogramma afloopt komt een land onder post programme surveillance te staan, totdat minimaal 75 procent van de leningen is terugbetaald. PPS ziet specifiek op het behoud van de maatregelen die tijdens de programmaperiode zijn geïmplementeerd uit het Memorandum van Overeenstemming (MoU) en vormt hierdoor een aanvulling de bestaande procedures, zoals in het Europees Semester. De afspraken over PPS zijn vastgelegd in het two-pack. Hierin zijn o.a. afspraken vastgelegd over een informatieverplichting voor de lidstaat, reguliere review missies en dat de Raad aanbevelingen kan aannemen over correctieve maatregelen, mocht dit nodig zijn. Het doel hiervan is het verkleinen van het risico dat een lidstaat terugvalt op beleid dat de financiële stabiliteit en de terugbetaalcapaciteit in gevaar kan brengen. Onder post-programme surveillance zullen reguliere missies worden gehouden door de Commissie en de ECB, maar met een minder hoge frequentie dan waarmee de huidige voortgangsmissies worden uitgevoerd. De Eurogroep heeft verder besproken dat PPS voor landen met een volledig macro-economische aanpassingsprogramma uitgebreider zal zijn dan de PPS voor lidstaten met een bankenprogramma.

6. Bankenunie

Zie het verslag van de Ecofin Raad van 10 december 2013 hieronder.

7. MIscellaneous

a. Slovenië

Slovenië heeft in de Eurogroep kort de stand van zaken toegelicht omtrent de doorlichting van de bankbalansen en stresstesten die worden uitgevoerd bij Sloveense banken. De resultaten werden vervolgens op donderdag 12 december bekend gemaakt. In reactie hierop heeft de voorzitter van de Eurogroep een verklaring uitgegeven, waarin het vertrouwen wordt uitgesproken dat Slovenië de bankensector adequaat zal stabiliseren. De verklaring is bijgevoegd bij dit verslag3.

b. Werkprogramma Eurogroep I-2014

Tijdens de Eurogroep is het werkprogramma voor komend halfjaar gepresenteerd. Het voorgestelde werkprogramma is aangenomen en is te vinden op de site van de Raad van de Europese Unie via: http://www.consilium.europa.eu/uedocs/cms_data/docs/pressdata/en/ecofin/140000.pdf

c. Parlementaire enquête van het Europees Parlement

De Eurogroep is tevens geïnformeerd over een parlementaire enquête van het Europees Parlement naar de rol, structuur en werkzaamheden van de Trojka in de programmalanden. Er is een enquête gestuurd aan de instellingen (Commissie, ECB en IMF), de landen met een volledig macro-economisch aanpassingsprogramma (Griekenland, Ierland, Portugal en Cyprus), de voorzitter van de Eurogroep en de voorzitter van de Europese Raad.

ECOFIN Raad – 10 december 2013

1. Spaartegoedenrichtlijn

De Ecofin Raad sprak over het voorstel van de Commissie voor een hernieuwde spaartegoedenrichtlijn. De aanpassing van de spaartegoedenrichtlijn is met name bedoeld om de omzeiling van de huidige richtlijn tegen te gaan. De meeste lidstaten, waaronder Nederland zijn een voorstander van het automatisch uitwisselen van gegevens over spaartegoeden en steunen de voorgestelde aanpassingen van de Commissie, maar er is nog geen unanieme instemming bereikt. Het voorzitterschap zal niettemin proberen om overeenstemming te bereiken voor het einde van jaar, in lijn met het verzoek van de Europese Raad ten aanzien van dit dossier.

2. BRRD en DGSD

De Ecofin Raad sprak over de richtlijn voor herstel en afwikkeling van banken (BRRD) en de herziening van de richtlijn depositogarantiestelsels (DGSD), die deel uitmaken van de totstandkoming van een bankenunie. Beide richtlijnen hebben tot doel het betreffende instrumentarium te harmoniseren. De richtlijnen bevinden zich momenteel in de triloogfase. Doel van de bespreking in de Ecofin was om het Voorzitterschap een mandaat te geven voor het afronden van de onderhandelingen met het Europees Parlement (EP) over beide richtlijnvoorstellen.

Een tweetal onderwerpen stond centraal tijdens deze discussie. Allereerst de wens van het EP om in de BRRD de mogelijkheid te hebben om in het geval van een «systeemcrisis» versneld – d.w.z. zonder volledige toepassing van het bail-in instrument – over te gaan tot inzet van publieke middelen in resolutie. Ten tweede de mogelijkheid om DGS-middelen in te zetten voor «early intervention».

Ten aanzien van beide punten heeft het Voorzitterschap het mandaat meegekregen om zo dicht mogelijk bij de oorspronkelijke Raadsakkoorden te blijven om zodoende een ongewenste obstructie van het bail-in instrument te voorkomen.

3. Europees resolutiemechanisme

De Ecofin Raad heeft gesproken over de onderhandelingen inzake het Europees Resolutiemechanisme (Single Resolution Mechanism, SRM), maar is niet tot overeenstemming gekomen over een Raadsakkoord. Met het oog op het bereiken van een Raadsakkoord voor het einde van dit jaar zullen de Eurogroep en Ecofin Raad respectievelijk op 17 en 18 december verder spreken over het SRM. De Nederlandse inzet tijdens de Ecofin Raad was langs de lijnen zoals uiteengezet in de brief aan uw Kamer naar aanleiding van het verzoek van de heer van Hijum om een reactie op de motie Harbers c.s. over de vormgeving van het SRM d.d. 9 december jl.4, alsmede de inzet zoals geformuleerd in de kabinetsreactie op het SRM-voorstel van de Europese Commissie5 en in de beantwoording van het verslag van een schriftelijk overleg d.d. 1 oktober jl.6.

4. Betalingsbalansfaciliteit voor niet-eurolidstaten

De Ecofin Raad heeft gesproken over het Commissievoorstel om de huidige verordening ten aanzien van de betalingsbalansfaciliteit voor niet-eurolidstaten (BoP-faciliteit) te vervangen. Sinds 2002 kunnen, op basis van de BoP-faciliteit, leningen worden verstrekt door de Commissie aan niet-eurolanden met feitelijke of dreigende problemen met betrekking tot de lopende rekening van de betalingsbalans of het kapitaalverkeer. De aanname van dit voorstel vereist unanieme instemming van de Raad. Meerdere lidstaten, waaronder Nederland, hebben aangegeven nog niet met het huidige voorstel in te kunnen stemmen. Het voorzitterschap concludeerde dat het voorstel nog verdere uitwerking behoeft.

5. Presentatie Jaarverslag van de Europese Rekenkamer over de EU begroting 2012

De Europese Rekenkamer heeft het Jaarverslag over de EU begroting 2012 gepresenteerd in de Ecofin Raad. Het Jaarverslag van de Europese Rekenkamer speelt een rol in de standpuntbepaling ten aanzien van Decharge van de EU begroting, meer specifiek het Dechargeadvies van de Raad. De Ecofin Raad van februari 2014 beslist over het Dechargeadvies van de Raad met gekwalificeerde meerderheid. Vervolgens beslist het Europees Parlement of zij overgaat tot het verlenen van kwijting aan de Europese Commissie.

6. Europees Semester

De Ecofin Raad heeft van gedachten gewisseld over het Alert Mechanism Report en de Annual Growth Survey die de Europese Commissie publiceerde op woensdag 13 november jl. Verder heeft de Ecofin Raad gesproken over de Implementatie van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP) en de opinie van de Commissie ten aanzien van de ingediende Economic Partnership Programmes (EPPs). Deze documenten zijn allen onderdeel van het Europees Semester. De Tweede Kamer is nader geïnformeerd over deze documenten in de Kamerbrief Commissiepublicaties: begrotingen, economische groei en onevenwichtigheden van 19 november jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 87).

De Ecofin Raad heeft de Raadsaanbevelingen in het kader van de buitensporigtekortprocedures en opinies ten aanzien van de EPPs van Spanje, Frankrijk, Malta, Nederland en Slovenië aangenomen.

Voor Polen is in het kader van de buitensporigtekortprocedure vastgesteld dat geen effectieve actie is genomen en is de deadline om het buitensporigtekort te corrigeren verlengd naar 2015.7 Verder heeft de Commissie aangekondigd dat ze een aanbeveling zal doen om een buitensporigtekortprocedure te openen voor Kroatië.

Het Alert Mechanism Report en de Annual Growth Survey zullen door de lidstaten verder besproken worden tijdens de komende Europese Raad van 19 en 20 december in het kader van versterking EMU. Van de bespreking in de Ecofin Raad zal het voorzitterschap verslag uitbrengen aan de president van de Europese Raad.

Overig – Verklaring over fiscaliteit in niet-fiscale dossiers

Op initiatief van het Verenigd Koninkrijk hebben vrijwel alle lidstaten, inclusief Nederland, een verklaring uitgegeven en marge van de Ecofin Raad over het opnemen van fiscale onderwerpen in niet-fiscale Europese richtlijnen die niet met unanimiteit worden aangenomen. Nederland hecht sterk aan het bewaken van het unanimiteitsprincipe en benadrukt in het algemeen dat besluiten met de juiste procedure aangenomen dienen te worden. Europese regelgeving die tot veranderingen in de nationale belastingwetgeving leidt, dient aangenomen te worden met unanimiteit in de Ecofin Raad.


X Noot
1

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
2

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
3

Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer.

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1108, d.d. 9 december 2013.

X Noot
5

Kamerstuk 33 732, nr. 2.

X Noot
6

Kamerstuk 33 732, nr. 3.

Naar boven