21 501-07 Raad voor Economische en Financiële Zaken

Nr. 1059 BRIEF VAN DE MINISTERS VAN FINANCIËN EN VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 17 mei 2013

Bij de regeling van werkzaamheden van 16 mei jl. (Handelingen II 2012/13, nr. 83) heeft uw Kamer bij monde van de heer Pechtold verzocht om een brief inzake de besluitvorming in de Ecofin Raad omtrent een aanvullende begroting voor het jaar 2013 en de uitspraken die daarover zijn gedaan door de ministers Dijsselbloem en Timmermans. Met deze brief voldoen wij aan dit verzoek en wordt voldaan aan de toezegging van minister Timmermans in het AO Raad Algemene Zaken van 15 mei jl. om de juridische mogelijkheden te onderzoeken die beschikbaar zijn om extra afdrachten aan de EU-begroting in 2013 te voorkomen.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem

De Minister van Buitenlandse Zaken, F.C.G.M. Timmermans

De Ecofin Raad heeft op dinsdag 14 mei jl. een politiek akkoord bereikt over een aanvullende begroting voor 2013 Zie daarvoor ook het verslag van de Eurogroep en Ecofin Raad van 13 en 14 mei jl. (15 mei 2013 Kamerstuk 21 501-07, nr. 1058). Dit akkoord heeft de vorm van een verklaring, waarin de Ecofin Raad zich bereid verklaart in te stemmen met een aanvullende begroting voor het jaar 2013 ter hoogte van 7,3 miljard euro. Tevens toont de Ecofin Raad zich bereid half oktober opnieuw te bezien of een verdere aanvullende begroting noodzakelijk is die kan oplopen tot maximaal 11,2 miljard euro, teneinde aan alle verplichtingen te kunnen voldoen. Deze afspraken, gesteund door een gekwalificeerde meerderheid van de lidstaten, zijn expliciet gekoppeld aan een nog te bereiken akkoord over het Meerjarig Financieel Kader 2014–2020 (MFK). Indien er geen akkoord over het MFK wordt bereikt, vervalt ook het politiek akkoord over deze aanvullende begroting. In voorkomend geval zal de Nederlandse inspanning er wederom op gericht zijn de Commissie aan te sporen de extra benodigde middelen elders uit de begroting te halen, zodat geen aanvullende begroting nodig is. Minister Timmermans zal hier tijdens de Raad Algemene Zaken van 21 mei as. andermaal voor pleiten. Maar indien er wel een akkoord over het MFK wordt bereikt, zal ook het politieke akkoord over de aanvullende begroting 2013 van kracht blijven, waardoor een extra Nederlandse bijdrage onvermijdelijk wordt. Dit alles onder de voorwaarde dat ook het Europees parlement instemt met de aanvullende begroting. Er zijn geen juridische middelen om alsnog onder de extra bijdrage uit te komen.

Een aanvullende begroting ter waarde van 7,3 miljard euro zal betekenen dat de Nederlandse afdrachten aan de EU met 340 miljoen euro toenemen. Echter, gelet op de mogelijkheid dat de extra afdrachten aan de EU nog verder zullen toenemen, zal het kabinet bij Voorjaarsnota reeds rekening houden met een tegenvaller van 0,5 miljard euro. Bij de presentatie van de Voorjaarsnota zal het kabinet aangeven hoe deze tegenvaller wordt verwerkt.

Hierbij verdient vermelding dat er in de nu aflopende MFK-periode meerdere jaren sprake was van onderuitputting. In die jaren kreeg Nederland cumulatief ca. € 630 miljoen teruggestort. Als gevolg van de begrotingssystematiek van de Europese Unie staan tegenover terugstortingen in enige jaren bijstortingen in andere jaren. De inzet van de Nederlandse regering is er op gericht deze systematische problemen in de toekomst te voorkomen.

Naar aanleiding van de vraag van Uw Kamer tijdens de regeling van werkzaamheden van 16 mei jl. laat ik u weten dat de eenheid van kabinetsbeleid in geen geval in het geding is. Op de overige vragen die uw Kamer heeft gesteld tijdens de regeling van werkzaamheden komt minister Timmermans volgende week terug. Hiervoor zal onder meer navraag in Brussel moeten worden gedaan. Dat geldt ook voor de vraag naar de ambtenarensalarissen waarover uw Kamer eerder is geïnformeerd over de planning van de beantwoording.

Naar boven