Kamerstuk
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 21501-07 nr. 1058 |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Vergaderjaar | Dossier- en ondernummer |
---|---|---|---|
Tweede Kamer der Staten-Generaal | 2012-2013 | 21501-07 nr. 1058 |
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Den Haag, 15 mei 2013
Hierbij zend ik u het verslag van de vergadering van de Eurogroep en ECOFIN Raad1 van 13 en 14 mei te Brussel.
De minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem
Het officiële verslag van het Voorzitterschap over de Ecofin Raad, inclusief de aangenomen Raadsconclusies kunt u vinden op:
http://www.consilium.Europa.eu/uedocs/cms_Data/docs/pressdata/en/ecofin/137122.pdf
De Eurogroep en Ecofin Raad spraken over de economische situatie naar aanleiding van de Voorjaarsraming van de Commissie. Hierbij is onder andere stilgestaan bij de stand van zaken van de overheidsfinanciën van lidstaten. Het Stabiliteits- en Groeipact bevat de mogelijkheid de deadline van buitensporigtekortprocedures te verlengen indien de economische situatie hier aanleiding toe geeft. De implicaties voor de buitensporigtekortprocedures van lidstaten zullen aan bod komen op de Ecofin Raad van juni. Besluitvorming vindt plaats op basis van de voorstellen die de Commissie voorafgaand aan de Raad zal voorleggen.
Tevens heeft Italië tijdens dit agendapunt in de Eurogroep de prioriteiten van de nieuwe regering toegelicht. De Eurogroep heeft de plannen verwelkomd ten aanzien van een ambitieuze hervormingsagenda om het groeipotentieel van Italië te vergroten.
De Eurogroep heeft de uitkering verwelkomd van de derde subtranche van 2,8 miljard euro op 3 mei jl. Hierover is de Tweede Kamer eerder per brief geïnformeerd (kenmerk BFB 2013 – 4647M, d.d. 29 april 2013). Daarnaast is de Eurogroep geïnformeerd over de uitkomsten van de tweede voortgangsmissie van het tweede macro-economische aanpassingsprogramma van Griekenland. De Trojka en Griekenland hebben overeenstemming bereikt over de bijgewerkte beleidsdoelstellingen van het programma. Ook heeft Griekenland de budgettaire doelstellingen van 2012 gehaald en goede voortgang gemaakt met de structurele hervormingen. De Tweede Kamer wordt per brief apart geïnformeerd over de inhoud van de volledige voortgangsrapportage (kenmerk BFB2013–5069M, d.d. 15 mei 2013).
De Eurogroep kon naar aanleiding van de voortgangsrapportage concluderen dat aan de vereiste is voldaan om de beslissing over de uitkering van de volgende EFSF tranche van 7,5 miljard euro te delegeren aan de EWG en de EFSF board. De uitkering zal plaatsvinden in twee subtranches. Het besluit om de eerste tranche van 4,2 miljard euro uit te keren kan deze week worden genomen, nadat door de Trojka is geconcludeerd dat Griekenland de overeengekomen doelstellingen (prior actions) heeft geïmplementeerd. De uitkering van de tweede tranche staat gepland voor juni 2013, onder voorwaarde van de implementatie van de doelstellingen (milestones) zoals voor die subtranche zijn afgesproken. Bij dit verslag is een verklaring gevoegd die de Eurogroep heeft een afgegeven over de voortgang van het Griekse programma.
De Eurogroep is geïnformeerd over de uitkomsten van de zevende voortgangsmissie in het kader van het macro-economische aanpassingsprogramma van Portugal. De Trojka en Portugal hebben overeenstemming bereikt over de compenserende maatregelen voor de begroting van 2013 voor het gat dat was ontstaan doordat het Constitutionele Hof elementen van de initiële begroting ongrondwettig verklaarde. Daarnaast is overeenstemming bereikt over maatregelen die de overheidsuitgaven structureel verlagen en die ten grondslag liggen aan de begroting voor 2014. Dit was een belangrijke programmadoelstelling voor de zevende voortgangsmissie en hiermee is de weg vrijgemaakt om de beslissing over de uitkering van de volgende EFSF tranche van 2,1 miljard euro te delegeren aan de EWG en de EFSF board. De Trojka zal zo spoedig mogelijk de volledige voortgangsrapportage afronden en de Tweede Kamer zal apart per brief worden geïnformeerd over de inhoud van deze voortgangsrapportage.
Zoals eerder besloten door de Eurogroep en ECOFIN Raad (zie hiervoor het verslag van de Eurogroep en informele ECOFIN Raad van 12 en 13 april met kenmerk BFB 2013–2700M, d.d. 18 april 2013) kan met de positieve afronding van de zevende voortgangsmissie ook worden overgegaan tot verlenging van de looptijden van de EFSF en EFSM leningen.
De Eurogroep verwelkomde de uitkering van de eerste subtranche uit het leningenprogramma voor Cyprus van 2,0 miljard euro op 13 mei jl., volgend op de implementatie van de extra voorwaarden/prior actions die als voorwaarde waren opgenomen in het Memorandum of Understanding (MoU). De tweede subtranche van maximaal 1 miljard euro wordt voor 30 juni 2013 uitgekeerd. Zie ook de bijgevoegde verklaring van de Eurogroep.
Een voorwaarde voor uitkering van de eerste tranche door het ESM was de afronding van het onderzoek naar de implementatie van de anti-witwasmaatregelen bij financiële instellingen. Moneyval en de private partij hebben hun onderzoek afgerond en daarmee is voldaan aan deze voorwaarde. Het samenvattend rapport van het onderzoek doe ik u hierbij toekomen. Daarin werden substantiële tekortkomingen geconstateerd, niet zozeer in de wet- en regelgeving zelf, maar vooral in de implementatie ervan. Cyprus zal nu, zoals eerder al was vastgelegd in het Memorandum of Understanding (MoU), samen met de Trojka een actieplan opstellen om de geconstateerde tekortkomingen aan te pakken. Dit actieplan moet afgerond zijn voor de publicatie van het eerste voortgangsrapport van de Trojka in het derde kwartaal van 2013. De uitvoering van het actieplan wordt door de Trojka gemonitord en de voortgang van de implementatie zal een integraal onderdeel vormen van de programmavoorwaarden. Ik zal de Tweede Kamer hiervan op de hoogte houden.
De Eurogroep en Ecofin Raad spraken over de diepteonderzoeken die in het kader van de macro-economische onevenwichtighedenprocedure (MEOP) op 10 april jl. werden gepubliceerd. De bespreking betrof met name de twee lidstaten Spanje en Slovenië, waarvoor de onevenwichtigheden door de Commissie als buitensporig zijn aangemerkt. Beide landen hebben hun beleidsprioriteiten en plannen toegelicht in lijn met de ingediende nationale hervormingsprogramma’s en stabiliteits- en convergentieprogramma’s. Het proces omtrent de MEOP hangt nu af van de analyse van de Commissie van deze ingediende programma’s. De Commissie zal de analyse naar verwachting eind mei hebben voltooid. Naar aanleiding van de uitkomsten doet de Commissie eventueel een voorstel om Spanje en/of Slovenië in de correctieve arm van de MEOP te plaatsen. Dit zal vervolgens op de Eurogroep en Ecofin Raad van juni verder aan bod komen.
Verder heeft de Ecofin Raad algemene Raadsconclusies aangenomen over de diepteonderzoeken ter onderstreping van het belang van dit nieuwe instrument. Hierin worden de diepteonderzoeken naar de onevenwichtigheden in 13 lidstaten verwelkomd en worden lidstaten opgeroepen om de implementatie van beleidsmaatregelen ter correctie van de onevenwichtigheden voort te zetten.
De Eurogroep sprak over de samenhang tussen de verschillende onderdelen van een Bankenunie en de stand van zaken van de verschillende elementen. Concreet is gesproken over het Europese bankentoezicht (SSM), een resolutiemechanime (SRM), harmonisatie van kapitaaleisen (CRD IV), de banken herstel en resolutie richtlijn (RRD), de richtlijn aangaande depositogarantiestelsels (DGSD) en het ESM-instrument voor directe herkapitalisatie van banken. De Eurogroep benadrukte de noodzaak van tijdige en consistentie voortgang op deze dossiers. Verder is besloten dat de Eurogroep vragen van lidstaten aangaande bankentoezicht zal indienen bij de ECB, waar de ECB antwoord op zal geven. Dit geldt voor vragen van zowel eurolanden als niet-eurolanden die deelnemen aan het Europees bankentoezicht (SSM). De verklaring die de Eurogroep hierover heeft afgegeven is toegevoegd aan dit verslag.
Voorafgaand aan de Ecofin Raad vond de jaarvergadering (Raad van Gouverneurs) van de Europese Investeringsbank (EIB) plaats. De president van de EIB, Hoyer, onderstreepte tijdens de vergadering het belang van de recente kapitaalverhoging, die de EIB in staat stelt anticyclisch te opereren en in de komende jaren het leenvolume met 40% te verhogen. De president gaf aan dat de EIB, ondanks het verhoogde leenvolume, geen afbreuk zou doen aan de kwaliteit van de kredietverlening. De president signaleerde daarnaast dat er verkennende gesprekken zijn met de ECB en de Europese Commissie over mogelijkheden om fragmentatie van de kredietmarkten voor het midden- en kleinbedrijf (MKB) tegen te gaan. Ook wees hij op verkenning van een rol van de EIB bij de bestrijding van jeugdwerkloosheid binnen het EIB-mandaat. Op beide onderwerpen zijn geen concrete voorstellen gedaan. Nederland vroeg vooral aandacht voor de noodzaak voor de EIB zich te richten op specifieke knelpunten voor groei en financiering in de verschillende lidstaten van de Europese Unie. Maatwerk en flexibiliteit moet hierbij mogelijk zijn, zoals op het gebied van lange termijn exportfinanciering. Tegen deze achtergrond sprak Nederland daarnaast steun uit voor versterking van de katalyserende rol van de EIB bij MKB financiering.
De Ecofin Raad heeft een discussie gevoerd over de richtlijn inzake herstel en afwikkeling van banken en beleggingsondernemingen (Recovery and Resolution Directive, RRD). De RRD is een richtlijn over crisismanagement bij banken en beleggingsondernemingen, deels vergelijkbaar met de Nederlandse Interventiewet. Het doel is de nationale autoriteiten van instrumenten te voorzien om de schade van een faillissement van een bank zoveel mogelijk te voorkomen, de nadelige effecten voor consument en belastingbetaler te ondervangen en het instrumentarium per land te harmoniseren. Aan de hand van een vooraf opgesteld discussiestuk hebben de lidstaten van gedachten gewisseld over de vormgeving van de richtlijn. Er is met name gesproken over het bail-in instrument en in hoeverre de toepassing hiervan geharmoniseerd moet worden, dan wel ruimte gelaten moet worden voor flexibiliteit in de nationale toepassing van het bail-in instrument. Het voorzitterschap zal de uitkomsten van de discussie verwerken en beoogt, conform de conclusies van de Europese Raad van december 2012 en maart 2013, om in juni 2013 overeenstemming in de Raad te hebben. De Ecofin Raad van juni zal hier opnieuw over spreken.
De Ecofin Raad heeft een politiek akkoord bereikt over de 2e aanvullende EU begroting voor 2013 van 11,2 miljard euro die in maart door de Commissie werd gepresenteerd. De Raad heeft zich nu gecommitteerd aan een tweestapsbenadering, waarbij als eerste stap 7,3 miljard euro van deze aanvullende begroting wordt aangenomen, aangevuld met een verklaring dat later in het jaar opnieuw wordt bezien of de begroting toereikend is. Daarbij is afgesproken dat deze eerste stap onderdeel is van een akkoord met het Europees Parlement (EP) over het Meerjarig Financieel Kader (MFK) voor 2014–2020. Het EP stelde eerder het aannemen van een aanvullende begroting voorwaardelijk voor het starten van de MFK-onderhandelingen. Nederland en een aantal andere lidstaten, waaronder het VK, Denemarken, Zweden en Finland, hebben niet ingestemd met dit politiek akkoord; voor Nederland is 7,3 miljard euro te veel als mogelijke eerste stap om eventueel een MFK-akkoord te bereiken. Voor Nederland is nog steeds onvoldoende onderbouwd dat deze middelen nu nodig zijn en is onvoldoende gepoogd om de middelen te vinden middels bezuinigingen elders. Aangezien deze middelen nog onder het plafond vallen van het lopende Meerjarig Financieel Kader kan over deze aanvullende begroting met gekwalificeerde meerderheid van stemmen worden besloten. Er waren te weinig lidstaten tegen dit politiek akkoord voor een blokkerende minderheid. Het is echter nog geen formeel akkoord, daarvan zal pas sprake zijn als er een akkoord bereikt is met het EP over zowel de uiteindelijke aanvullende EU begroting voor 2013, als het Meerjarig Financieel Kader voor 2014–2020.
De Ecofin Raad heeft gesproken over het voorstel van de Europese Commissie voor aanpassingen op de spaartegoedenrichtlijn. Eind 2009 is de spaartegoedenrichtlijn geëvalueerd, waaruit bleek dat de spaartegoedenrichtlijn in bepaalde gevallen niet waterdicht is. Zodoende heeft de Commissie een hernieuwde spaartegoedenrichtlijn voorgesteld om omzeiling van de richtlijn tegen te gaan. Het voorzitterschap beoogde voortgang te boeken op de vastgelopen onderhandelingen over deze spaartegoedenrichtlijn naar aanleiding van de aankondiging van Luxemburg om per 2015 het bankgeheim op te heffen. Enkele landen, waaronder Luxemburg, blokkeerden tot nu toe vooruitgang op dit dossier. De Ecofin Raad heeft nog geen consensus bereikt, met name door de koppeling die gemaakt werd met de uitkomst van onderhandelingen over soortgelijke aanpassingen van de spaartegoedenverdragen met de derde landen (Zwitserland, Liechtenstein, Monaco, Andorra en San Marino). Om een gelijk speelveld te creëren willen enkele lidstaten dat eerst deze onderhandelingen worden gevoerd, voordat de aanpassingen op de richtlijn in de EU worden aangenomen. Zodoende heeft de Ecofin Raad wel overeenstemming bereikt over het verlenen van een mandaat aan de Europese Commissie om onderhandelingen te openen met de derde landen om de verdragen met deze landen over de toepassing van de spaartegoedenrichtlijn aan te passen. Op de Europese Raad van 22 mei a.s. zal de spaartegoedrichtlijn wederom aan de orde worden gesteld.
De president van de Europese Raad, van Rompuy, heeft de Ecofin Raad toegesproken om een gevoel van urgentie over te brengen voor de aanpak van belastingontwijking en -fraude. Van Rompuy deed dit mede met het oog op de Europese Raad van 22 mei waar veel belastingonderwerpen zullen terugkomen die nu in de Ecofin Raad zijn besproken. De Ecofin Raad heeft Raadsconclusies aangenomen over het Actieplan voor de aanpak van belastingfraude en belastingontduiking. De conclusies beklemtonen een daadkrachtig optreden van de lidstaten en de Commissie op het gebied van de bestrijding van belastingfraude en belastingontduiking. Daarbij zal nauw worden samengewerkt met onder meer de OESO en de G20. Van Rompuy heeft aangegeven deze Raadsconclusies mee te zullen nemen in de voorbereidingen van de Europese Raad van 22 mei a.s.
Daarnaast hebben Duitsland, Frankrijk, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk (de G5) vorige maand een brief aan Eurocommissaris Semeta gestuurd over het starten van een proef voor automatische informatie uitwisseling tussen deze landen, gebaseerd op het FATCA model dat de G5 destijds met de VS heeft onderhandeld. In de brief worden andere EU landen uitgenodigd mee te doen met de proef. Het uiteindelijke doel is te komen tot een mondiaal systeem voor automatische informatie-uitwisseling ter bestrijding van belastingontduiking. Verschillende lidstaten, waaronder Nederland, hebben aangegeven zich bij dit initiatief te willen aansluiten (zie ook de bijgevoegde verklaring).
De Ecofin Raad heeft kort stil gestaan bij de contractuele afspraken tussen lidstaten en de EU-instellingen en de mogelijke financiële ondersteuning die daar aan gekoppeld kan worden. De Commissie publiceerde hierover op 20 maart jl. een mededeling. Ook heeft de Ecofin Raad kennis genomen van de mededeling van de Commissie over het ex ante coördineren van grote nationale economische hervormingen. De Kamer is per brief geïnformeerd over de inhoud van de mededelingen en de kabinetsinzet ten aanzien van deze onderwerpen (kenmerk AEP / 13068646 d.d. 22 april 2013). In aanloop naar de Europese Raad van juni 2013 zal dit onderwerp terugkomen op de agenda van de Ecofin Raad.
De Ecofin Raad heeft een terugkoppeling ontvangen van de IMF en Wereldbank voorjaarsvergadering die 19 en 20 april plaatsvonden in Washington DC en van de G20 vergadering voor de ministers van financiën en centralebankpresidenten die en marge hiervan plaats had. De Tweede Kamer zal per brief apart over de IMF en Wereldbank voorjaarsvergadering worden geïnformeerd.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-21501-07-1058.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.