21 501-03 Begrotingsraad

Nr. 151 BRIEF VAN DE MINISTER VAN FINANCIËN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 16 oktober 2020

Op 12 oktober jl. presenteerde de Europese Commissie (hierna Commissie) de negende en tiende aanvullende begroting voor 2020 (Draft Amending Budget 9 en 10; DAB9 en DAB10). In DAB9 stelt de Commissie voor om zowel het vastleggingen- als het betalingenniveau met in totaal 735 miljoen euro te verhogen. De additionele middelen zijn bestemd voor het Europees Solidariteitsfonds. Verder stelt de Commissie voor om in DAB10 de vastleggingen met 36 miljoen euro te verhogen en de betalingen met in totaal 1,6 miljard euro. De voorgestelde additionele betalingen zijn met name het gevolg van de bijstelling van de ramingen in september, onder andere door de COVID-19 crisis. Met deze brief informeer ik uw Kamer over de voorstellen, de gevolgen voor de Rijksbegroting en de Nederlandse inzet. Hiermee vervangt deze brief de BNC-fiches over deze voorstellen.

Voorstel negende aanvullende begroting 2020

DAB9 betreft een aanvraag voor de inzet van het Solidariteitsfonds1. Lidstaten of kandidaat-lidstaten van de Europese Unie die zijn getroffen door een natuurramp kunnen onder bepaalde voorwaarden financiële steun aanvragen uit dit fonds. De reikwijdte van het Solidariteitsfonds is aan het begin van de COVID-19 crisis uitgebreid met noodsituaties als gevolg van publieke gezondheidsdreigingen.2 De financiële steun wordt uitgekeerd in de vorm van een subsidie voor noodhulp en herstelwerkzaamheden. Het voorstel voor de inzet van het Solidariteitsfonds in DAB9 volgt op negen separate verzoeken van enkele lidstaten; twee aanvragen in het kader van een natuurramp en zeven aanvragen voor een vooruitbetaling in het kader van COVID-19.

Zo heeft Kroatië een verzoek ingediend dat betrekking heeft op geleden schade aan publieke en private gebouwen (waaronder huizen, ziekenhuizen en scholen) als gevolg van een aardbeving. Polen heeft een verzoek ingediend naar aanleiding van schade als gevolg van overstromingen. Hier zijn private en publieke gebouwen, productiefaciliteiten, landbouwgrond en infrastructuur getroffen. De Commissie stelt voor om Kroatië, in navolging van de vooruitbetaling van 89 miljoen euro, 595 miljoen uit te keren en 7 miljoen euro aan Polen. Deze middelen worden onder andere ingezet voor herstelwerkzaamheden en tijdelijke huisvesting.

Tot slot hebben Kroatië, Duitsland, Griekenland, Hongarije, Ierland, Portugal en Spanje een aanvraag gedaan voor vooruitbetaling van steun uit het Solidariteitsfonds in het kader van de gevolgen van de COVID-19-pandemie. In totaal hebben 22 landen, waarvan 19 lidstaten, een verzoek ingediend voor inzet van het Solidariteitsfonds. De overige drie landen zijn kandidaat-lidstaten Albanië, Montenegro en Servië. Zeven lidstaten hebben verzocht om een vooruitbetaling. Op basis van een voorlopige beoordeling voldoen de aanvragen van deze zeven lidstaten aan de gestelde voorwaarden. Daartoe stelt de Commissie voor om deze landen een vooruitbetaling van 25% van de verwachte financiële steun te verlenen. Het gaat om een vooruitbetaling van financiële steun van 133 miljoen euro.

In totaal bedraagt de voorgestelde financiële steun uit het Solidariteitsfonds in DAB9 735 miljoen euro in zowel betalingen als vastleggingen. In de bijlage is in tabel 1 de verdeling van financiële steun per land opgenomen.

Voorstel tiende aanvullende begroting 2020

DAB10 heeft betrekking op de Global transfer die de Commissie jaarlijks uitvoert. Begin september inventariseert de Commissie de stand van de uitputting van de betalingen voor het lopende begrotingsjaar. Onderuitputting op begrotingslijnen (minder uitgaven dan verwacht) wordt verdeeld over begrotingslijnen waar een tekort aan budget wordt verwacht voor het lopende jaar. De Commissie probeert met de Global Transfer de implementatie van de Europese begroting te optimaliseren. Met name als gevolg van de Covid-19 crisis en maatregelen constateert de Commissie dat de onderuitputting onvoldoende is om te compenseren voor de hoger dan geraamde betalingen. Om het verschil te overbruggen stelt de Commissie in DAB10 voor om het betalingenniveau van de EU-begroting voor 2020 met 1,6 miljard euro te verhogen.

Deze additionele middelen worden ingezet op de begrotingslijnen waar extra betalingen volgens de Commissie in 2020 gewenst zijn. Het gaat met name om een versnelling van betalingen als gevolg van de COVID-19 crisis. In het kader van deze crisis wordt onder andere steun verleend aan het MKB (via COSME) om de liquiditeit van bedrijven te versterken. Daarnaast wordt steun verleend aan boeren die zijn getroffen door de COVID-19-crisis (via het European Agricultural fund for Rural Revelopment; EAFRD)3. De Commissie heeft ook om aanvullende middelen verzocht om partnerlanden te helpen de consequenties van de COVID-19 crisis te verzachten. Als laatste verloopt de implementatie van de middelen van het Connecting Europe Facility (CEF) sneller dan geraamd. De Commissie verzoekt daarom het betalingsniveau voor dit programma te verhogen.

Naast de geïnventariseerde benodigdheden geeft de Commissie ook aan een tegenvaller te verwachten aan de inkomstenzijde van de EU-begroting door wisselkoersschommelingen. In DAB74 is reeds een tekort van 400 miljoen euro door wisselkoersschommelingen gecompenseerd door additionele BNI-afdrachten. Sindsdien heeft de wisselkoers van met name het Britse pond zich verder negatief ontwikkeld waardoor er opnieuw een tekort is ontstaan. Om het risico op een begrotingstekort te verkleinen vraagt de Commissie om 716 miljoen euro aan aanvullende middelen. In totaal inventariseert de Commissie in de Global Transfer 2,1 miljard euro aan extra middelen voor 2020. Dit bedrag wordt voor 595 miljoen euro gecompenseerd via herschikking uit andere begrotingsposten. De Commissie verzoekt daarom in DAB10 om 1,6 miljard euro aan aanvullende betalingen om het resterende verschil te dekken.

Appreciatie negende aanvullende begroting 2020

Het kabinet steunt het verlenen van financiële steun aan lidstaten bij natuurrampen en bij grote gezondheidscrises.5 Het kabinet is zodoende voornemens in te stemmen met DAB9 en zet in op spoedige aanname door de Raad en het Europees Parlement.

Appreciatie tiende aanvullende begroting 2020

Gelet op de COVID-19 crisis en bijbehorende maatregelen steunt het kabinet het voorstel in DAB10 en is voornemens in te stemmen met deze aanvullende begroting. Verder zal Nederland een kritische noot plaatsen bij het grote aantal aanvullende begrotingen in 2020 hetgeen de voorspelbaarheid van de nationale afdrachten bemoeilijkt. Tot slot zal Nederland andere lidstaten binnen de Raad steunen die pleiten voor het betrekken van DAB10 bij de onderhandelingen over de Europese begroting 2021. Op die manier kunnen de effecten van het versnellen van betalingen in DAB10 op de Europese begroting voor 2021 als geheel worden beoordeeld.

Gevolgen voor de Nederlandse afdrachten

In de vastgestelde Europese begroting voor 2020 werd een ruime marge aangehouden onder de plafonds, omdat toentertijd de verwachting was dat het beleid en de daaruit volgende betalingen later zouden worden uitgevoerd. Hierdoor resteerde relatief veel ruimte tussen de begroting en het uitgavenplafond voor onvoorziene uitgaven. Mede door de COVID-19 pandemie en de daaropvolgende Europese reacties heeft de Commissie veel DAB’s ingediend die een opwaarts effect hebben gehad op de omvang van de Europese uitgaven. Hiermee wordt de eerder aangehouden marge alsnog goeddeels ingezet. Hoewel het Europees betalingsniveau voor 2020 toeneemt blijft het niveau onder het plafond dat in het akkoord over het MFK 2014–2020 is vastgelegd. Ten tijde van Voorjaarsnota en tijdens het opstellen van de Miljoenennota was er nog onvoldoende informatie beschikbaar om de ramingen van de Nederlandse afdrachten in de begroting van Buitenlandse Zaken hierop aan te passen. Met de presentatie van DAB8 was deze informatie beschikbaar en is uw Kamer geïnformeerd over de opwaartse effecten op de Nederlandse afdrachten.6 Het voorstel van DAB9 leidt wederom tot een verhoging van de Europese begroting in 2020 (735 miljoen euro; vastleggingen en betalingen). Naar verwachting kan DAB9 nog dit jaar verwerkt worden in de afdrachten van de lidstaten. De raming van de Nederlandse afdrachten zal daarom vanwege DAB9 met 28 miljoen euro met de 2e suppletoire begroting 2020 opwaarts worden bijgesteld.

Het voorstel voor DAB10 leidt tot een toename van de uitgaven op de Europese begroting met 1.569 miljoen euro. In DAB10 zit daarnaast een aanpassing van de inkomsten uit boetes met 128 miljoen euro en een wisselkoersverlies van 716 miljoen euro. Voor Nederland leidt DAB10 tot een opwaartse bijstelling van de afdrachten met 105 miljoen euro. Naar verwachting zal deze aanvullende begroting niet meer tijdig door de Raad en het Europees Parlement goedgekeurd worden om nog in 2020 tot afdrachten te leiden. Het budgettaire effect hiervan zal naar verwachting neerslaan in 2021 en derhalve bij de 1e suppletoire begroting van 2021 worden verwerkt.

Vervolgproces en krachtenveld

Op dit moment is de verwachting dat DAB9 met een versnelde procedure wordt behandeld. Om het Europees Parlement in de gelegenheid te stellen om DAB9 tijdens de plenaire sessie van november aan te nemen, wordt de gebruikelijke besluitvormingsprocedure van acht weken ingekort. De schriftelijke procedure voor de aanname van DAB9 door de Raad zal worden afgerond op 30 oktober. Er zal in de Raad gestemd worden op basis van gekwalificeerde meerderheid. Vervolgens moet het EP met meerderheid van stemmen besluiten over deze aanvullende begroting. Naar verwachting zullen de lidstaten instemmen met DAB9.

DAB10 wordt naar verwachting volgens de reguliere procedure behandeld. De besluitvormingsprocedure bedraagt hierdoor acht weken. Er zal in de Raad gestemd worden op basis van gekwalificeerde meerderheid. Het is echter nog onbekend wanneer de Raad DAB10 zal behandelen.

Nederland zal samen met een aantal gelijkgestemde lidstaten pleiten voor behandeling samen met de onderhandelingen over de jaarbegroting 2021 en een kritische noot plaatsen bij het aantal aanvullende begrotingen in 2020. Naar verwachting zullen de lidstaten uiteindelijk instemmen met het voorstel.

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

Annex

Tabel 1 geeft een overzicht weer hoeveel steun uit het Solidariteitsfonds landen kunnen verwachten.

Tabel 1: Overzicht van financiële steun uit het Solidariteitsfonds (miljoen euro)

Land

Steun

Kroatië

603

Polen

7

Duitsland

15

Griekenland

5

Hongarije

27

Ierland

23

Portugal

38

Spanje

17

Totaal

735

Tabel 2 geeft een overzicht van alle gepubliceerde aanvullende begrotingen in 2020.

Tabel 2: Overzicht van aanvullende Europese begrotingen in 2020 (miljoen euro)

Omschrijving

Vastlegging

Betaling

Inkomsten

DAB1 – Migratie & corona

567

77

DAB2 – Emergency Support Instrument

3.000

1.530

DAB3 – Surplus

3.218

DAB4 – EUSF

279

279

DAB5 – Migratie

585

168

DAB6 – Herstelstrategie Covid-19

DAB7 – Lenteraming

-283

DAB8 – Betalingen ESI en CRII+

6.190

DAB9 – EUSF

735

735

 

DAB10 – Global transfer

36

1.569

 

X Noot
1

Verordening (EG) 2012/2002 tot oprichting van het Solidariteitsfonds van de Europese Unie.

X Noot
2

Bijlage bij de Kamerbrief «Noodpakket banen en economie». Kamerstuk 35 420, nr. 2.

X Noot
3

Kamerbrief «Noodpakket banen en economie». Kamerstuk 35 420, nr. 284.

X Noot
4

Kamerbrief «aangepast voorstel Europese begroting 2021 en zevende aanvullende begroting 2020». Kamerstuk 21 501–03, nr. 146

X Noot
5

Bijlage bij de Kamerbrief «Noodpakket banen en economie». Kamerstuk 35 420, nr. 2.

X Noot
6

Kamerstuk 21 501-03, nr. 147

Naar boven