21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2895 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 13 mei 2024

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan van de Raad Algemene Zaken van 21 mei 2024.

De Minister van Buitenlandse Zaken, H.G.J. Bruins Slot

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 21 MEI 2024

Op dinsdag 21 mei a.s. vindt in Brussel de Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. Op de agenda staan vooralsnog de voorbereiding van de Europese Raad van 27–28 juni, de jaarlijkse landenspecifieke rechtstaatdialoog en de artikel 7-procedure aangaande de rechtsstaat in Polen. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan de RAZ.

Voorbereiding Europese Raad van 27 en 28 juni

De RAZ zal stilstaan bij de voorbereiding op de Europese Raad (ER) van 27 en 28 juni. In juni zal de RAZ hier in meer detail op terugkomen. De agenda van de ER is op het moment van schrijven nog niet bekend. Naar verwachting zal gesproken worden over buitenlandpolitieke onderwerpen, mogelijk nader te bepalen naar aanleiding van de actualiteit. Voor informatie over buitenlandpolitieke onderwerpen verwijs ik uw Kamer ook graag naar de geannoteerde agenda’s voorafgaand aan de Raden Buitenlandse Zaken.

Tijdens deze ER zullen naar verwachting twee documenten worden vastgesteld: de Strategische Agenda voor 2024–2029 en de routekaart die het voorbereidende werk zal structureren om de EU klaar te maken voor uitbreiding. Tevens zal de ER naar verwachting opvolging geven aan de financieel-economische agendapunten die aan de orde kwamen tijdens de buitengewone ER van 17–18 april.1

Landenspecifieke rechtsstaatrapportages

Tijdens de RAZ wordt opnieuw een landenspecifieke dialoog gevoerd in het kader van het rechtsstaatmechanisme waarmee de Raad in 2020 is begonnen. De landenhoofdstukken uit de rechtsstaatrapporten van de Commissie vormen de basis voor deze dialoog. Uw Kamer ontving op 8 september 2023 de kabinetsreactie2 op het rechtsstaatrapport 2023 dat op 5 juli 2023 werd gepubliceerd.3 In algemene zin kan het kabinet zich vinden in de constateringen van de Commissie in de geagendeerde landenhoofdstukken, waaronder de opgenomen aanbevelingen.

Cyprus

Cyprus heeft vooruitgang geboekt in het (ingrijpend) hervormen van het justitiële systeem. Nieuwe wetgeving is in werking getreden om de benoeming van rechters voor het Constitutioneel Hof en Hooggerechtshof meer in lijn te brengen met de Europese standaarden. In het rapport uit de Commissie zorgen over de bevoegdheid van de procureur-generaal om te besluiten om strafrechtelijke vervolging niet in te stellen dan wel te beëindigen, omdat er geen rechtsmiddel openstaat tegen zo’n besluit. Verder verloopt de implementatie van de nationale anti-corruptiestrategie volgens schema en is sinds eind 2022 de onafhankelijke anti-corruptie autoriteit (IACA) actief. De Commissie beveelt Cyprus onder meer aan om de IACA te voorzien van voldoende middelen, om transparantie over bezittingen van verkozen overheidsfunctionarissen en de besteding van publieke advertentiemiddelen te verbeteren, en de onafhankelijkheid van het bestuur van de publieke omroep via wetgeving te versterken.

Litouwen

Uit het rechtsstaatrapport van de Commissie blijkt dat Litouwen in 2023 vooruitgang heeft geboekt ten aanzien van de aanbevelingen uit het rapport van 2022. Zo heeft Litouwen het proces van benoeming en samenstelling van het Hooggerechtshof afgerond en is wetgeving om transparantie van rechterlijke benoemingen te verbeteren aangenomen. Ook is Litouwen begonnen met de implementatie van de anti-corruptieagenda voor 2022–2033. Daarnaast boekte Litouwen belangrijke voortgang met het verbeteren van de toegang tot officiële documenten. Wel zijn er zorgen over het salarisniveau van rechters, officieren van justitie, ondersteunend personeel en rechtsbijstandsverleners. De Commissie beveelt Litouwen aan voldoende middelen beschikbaar te stellen voor het justitiële systeem en daarbij rekening te houden met de Europese standaarden. Ook wordt Litouwen aanbevolen om voortgang te maken met de hervorming van het stelsel van rechtsbijstand zodat rechtsbijstandsverleners op adequate wijze kunnen deelnemen.

Letland

Het justitiële system in Letland opereert op efficiënte wijze. Uit het rechtsstaatrapport van 2023 blijkt dat Letland initiatieven neemt om de toedeling van zaken te verbeteren en gerechtelijke middelen efficiënt te besteden. Een nieuw anticorruptieplan voor 2023–2025 is aangenomen en wordt geïmplementeerd. Op integriteitsvlak is vooruitgang geboekt met de komst van nieuwe lobbywetgeving. Verder bestaat een solide basis voor mediavrijheid en mediapluralisme. Journalisten kunnen onder veilige omstandigheden werken, maar de zorgen over online aanvallen van journalisten houden aan. De Commissie beveelt Letland aan voldoende waarborgen te bieden tegen oneigenlijke politieke beïnvloeding in de benoeming van rechters voor het Hooggerechtshof en de Europese standaarden als basis te gebruiken. Ook wordt Letland aanbevolen om de nationale lobbywetgeving, die voorziet in de oprichting van een lobbyregister, op effectieve wijze te implementeren.

Luxemburg

Uit het rechtsstaatrapport van de Commissie blijkt dat Luxemburg in 2023 de verschillende geplande constitutionele hervormingen rondom het justitiële systeem heeft doorgevoerd. Een nieuwe Nationale Raad voor Justitie is ingesteld en met de hervormingen wordt de onafhankelijkheid van het Openbaar Ministerie verder versterkt. Daarnaast heeft Luxemburg meer middelen beschikbaar gesteld voor het onderzoek en de vervolging van economische en financiële delicten en voor de rechtshandhaving. In het rapport worden wel zorgen geuit over de toegang van kinderen tot bijstand door een advocaat in de praktijk. De Commissie beveelt Luxemburg aan om voortgang te maken met het proces van hervorming van het rechtsbijstandsstelsel. Ook zou nieuwe wetgeving over lobbyen bij het parlement en het functioneren van het transparantieregister geëvalueerd moeten worden, en zouden er meer mogelijkheden voor belanghebbenden moeten zijn om deel te nemen aan publieke consultaties tijdens het wetgevingsproces.

Nederland zal in de interventie positieve stappen benoemen maar ook zorgen uiten over de onderwerpen waarop nog geen of beperkte vooruitgang is geboekt. Hierop zullen betreffende lidstaten worden bevraagd. Omdat Luxemburg zelf onderwerp is van deze dialoog zal Nederland op dit punt niet, zoals gebruikelijk, in Benelux-verband optreden.

Rechtsstaat in Polen / Artikel 7

De Artikel 7-procedure staat geagendeerd in de vorm van een stand van zaken bespreking. De Raad is op 20 februari jl.4 en 19 maart jl.5 door Polen geïnformeerd over diens op 19 februari jl. gepresenteerde actieplan voor het herstel van de rechtsstaat en de lopende acties om hier uitvoering aan te geven. Het gaat om een reeks aan wetgevende en niet-wetgevende maatregelen, waaronder een inmiddels door de Sejm aangenomen wetsvoorstel. Met dit wetsvoorstel wordt beoogd de problematiek rondom de Raad voor de Rechtspraak te adresseren. Daarnaast wordt onder meer ook gewerkt aan wetsvoorstellen die het Poolse Grondwettelijk Hof hervormen ten behoeve van het herstel van haar onafhankelijkheid. De Commissie kondigde tijdens de Raad Algemene Zaken van 19 maart jl. aan dat ze naar aanleiding van de positieve ontwikkelingen zal gaan bestuderen of de gronden voor een artikel 7(1) VEU procedure tegen Polen nog steeds aanwezig zijn.6

Op 6 mei jl. heeft de Commissie bekend gemaakt dat ze haar beoordeling heeft afgerond en voornemens is de artikel 7 procedure te beëindigen door de intrekking van het met redenen omkleed voorstel waarmee de Commissie de procedure onder artikel 7, eerste lid, VEU in 2017 startte.7 De Commissie geeft aan dat er geen duidelijk gevaar meer bestaat voor een ernstige schending van de in artikel 2 VEU bedoelde waarden. Polen heeft volgens de Commissie een duidelijk programma gepresenteerd om de rechtsstaat te herstellen, de implementatie daarvan is gaande en Polen erkent dat de rechtsstaat geadresseerd moet worden. Tijdens de aankomende Raad zal de Commissie, na een introductie van Polen, haar beoordeling toelichten. Hierna krijgen de lidstaten de gelegenheid om daarop te reageren.

Het kabinet steunt de ambities en voornemens van Polen om de rechtsstaat te herstellen, en zal de Commissiebeoordeling zorgvuldig gaan bestuderen. Als hieruit blijkt dat er in Polen niet langer een duidelijk gevaar bestaat voor een ernstige schending van de in artikel 2 VEU bedoelde waarden, dan kan het kabinet de beëindiging van de Artikel 7-procedure steunen.8 Het kabinet zal de Commissie in ieder geval oproepen om zorgvuldig te blijven monitoren of de zorgen die ten grondslag liggen aan de Artikel 7-procedure, effectief en duurzaam worden geadresseerd. Het kabinet benadrukt hierbij het belang van de effectieve inzet van het reguliere rechtsstaatinstrumentarium, waaronder het jaarlijkse Commissie rechtsstaatrapport.9


X Noot
2

Kamerstukken II 2022/23, 21501-20, nr. 2085

X Noot
3

2023 Rule of Law Report – Communication and country chapters – European Commission (Europa.eu).

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2839.

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2865.

X Noot
6

Idem.

X Noot
8

De procedure beschreven in Artikel 7(1) VEU kan formeel worden beëindigd als de Commissie haar met redenen omkleed voorstel, waarmee de Artikel 7-procedure tegen Polen in 2017 in gang is gezet, intrekt. De Raad heeft geen formele rol bij dit proces.

X Noot
9

Zie Kamerstukken II 2023/24, 21501-02, nr. 2860. Zie ook Kamerstukken II 2023/24, 21 501-07, nr. 2021.

Naar boven