21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2787 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 4 december 2023

De vaste commissie voor Europese Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over:

de brief van 17 november 2023 inzake de geannoteerde agenda Raad Algemene Zaken – Cohesiebeleid van 30 november 2023 in Brussel (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2785) en

de brief van 20 november 2023 inzake het verslag van de informele Raad Algemene Zaken (RAZ) Cohesie van 28 en 29 september 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 914)

De vragen en opmerkingen zijn op 30 november 2023 aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat voorgelegd. Bij brief van 30 november 2023 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Bromet

Adjunct-griffier van de commissie, Hoedemaker

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de Minister

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de formele Raad Algemene Zaken Cohesiebeleid van 30 november 2023. Zij hebben hierover nog enkele vragen.

1

Deze leden lezen dat het cohesiebeleid vanaf 2027 herzien zal moeten worden en dat de verdeelsleutel aangepast dient te worden. Er zou meer aandacht moeten komen voor huidige uitdagingen als klimaatverandering en demografische druk. Ook zou het cohesiebeleid flexibeler en simpeler moeten. Hoe kijkt de Minister hiernaar en hoe kijkt de Minister in haar algemeenheid naar de effectiviteit van het huidige cohesiebeleid (ook specifiek voor Nederland)?

Antwoord

Ten eerste is het nog niet zeker dat de verdeelsleutel aangepast dient te worden. Mocht deze vraag wel op tafel komen, dan vindt Nederland het van belang dat deze discussie altijd in de bredere discussie van het Meerjarig Financieel Kader (MFK) wordt gevoerd, omdat dit samenhangt met overige instrumenten. Indien besloten wordt de verdeelsleutel aan te passen, benadrukt Nederland dat het hierbij van belang is datdit wordt beoordeeld op basis van betrouwbare, adequate en duidelijk meetbare data.

In 2024 en begin 2025 worden er verschillende evaluaties uitgevoerd over het cohesiebeleid in Nederland, o.a. over het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO), Interreg en het Just Transition Fund (JTF). Ook wordt de ezk-cofinanciering geëvalueerd die aan deze programma's wordt toegevoegd. In deze onderzoeken worden de effectiviteit, efficiëntie en impact van de verschillende programma's geëvalueerd. De uitkomsten zullen gecommuniceerd worden aan de Kamer en de lessen hieruit zullen gebruikt worden om verbeteringen door te voeren in de lopende programmaperiode en de nieuwe periode, vanaf 2028.

2

Op welke manier kan het cohesiebeleid een bijdrage leveren aan de verbetering van de strategische autonomie van de EU?

Antwoord

Nederland onderschrijft het belang van meer aandacht voor open strategische autonomie in de Europese Unie, daarbij hecht Nederland grote waarde aan een internationale rechtsorde waarin handel en investeringen vrijelijk hun weg vinden. Ook onderschrijft Nederland de doelstellingen van het Europese cohesiebeleid, namelijk het versterken van landen en regio’s die op deelterreinen achterlopen t.o.v. andere delen in de EU. Cohesiebeleid draagt daarmee dus bij aan het versterken van de Unie als geheel en dus ook de open strategische autonomie van de EU. Nederland verwelkomt dan ook dat er wordt gesproken over de relatie tussen Open strategische autonomie en cohesiebeleid. Maar voor Nederland is het van belang dat deze discussie niet vooruitloopt op de onderhandelingen over het Commissievoorstel voor een tussentijdse herziening van het Meerjarig Financieel Kader, in het bijzonder het voorstel voor een platform voor strategische technologieën voor Europa (STEP) aangezien (de fondsen onder) het cohesiebeleid daar ook een rol speelt in het versterken van de Europese positie in strategische technologieën.

3

Hoe kijkt de Minister naar het huidige cohesiebeleid ten aanzien van eventuele toekomstige uitbreiding van de EU? Wat zullen verdere consequenties zijn van uitbreiding van de EU op het cohesiebeleid en worden deze nu al meegenomen in de overwegingen?

Antwoord

De meeste kandidaat-lidstaten staan pas aan het begin van een lang proces en toetreding van nieuwe lidstaten is momenteel nog niet aan de orde. Voor het kabinetsbeleid omtrent EU-uitbreiding en specifiek de appreciatie van het uitbreidingspakket 2023 dat de Europese Commissie op 8 november jl. publiceerde, wordt u verwezen naar de aankomende Kamerbrief met kabinetsappreciatie hieromtrent.

Voornoemde leden lezen dat het kabinetsstandpunt zich richt op structurele hervormingen en investeringen in innovatie, digitalisering, vergroening, menselijk kapitaal en sociale inclusie. Naast deze prioriteiten hechten de leden van de VVD-fractie groot belang aan de rechtsstaat en democratie.

4

Deelt de Minister deze positie? Kan de Minister tijdens de Raad Algemene Zaken Cohesiebeleid uitdragen dat dit ook onderdeel is van een toekomstbestendig cohesiebeleid? Is het mogelijk dat een toekomstig cohesiebeleid strengere rechtsstaatsvereisten bevat?

Antwoord

Deze positie deel ik met u. Nederland hecht grote waarde aan de rechtsstaat en democratie en benadrukt dit ook op Europees niveau. Dit zal dan ook worden uitgedragen tijdens de Raad Algemene Zaken Cohesiebeleid in Brussel op 30 november. Het is nog te vroeg om in te gaan op toekomstige rechtsstaatvereisten in het cohesiebeleid. De discussies over hoe cohesiebeleid er in de volgende periode (vanaf 2028) uit moet komen te zien, zijn net van start gegaan. De Europese Unie heeft al meerdere instrumenten tot haar beschikking om rechtsstatelijke problemen in de Unie te adresseren. Een aantal van deze instrumenten, zowel preventief als handhavend van karakter, is de laatste jaren mede door inzet van Nederland tot stand gekomen.

De aan het woord zijnde leden lezen dat het kabinet niet met Raadsconclusies vooruit wil lopen op de discussie over het Meerjarig Financieel Kader (MFK). Zij ondersteunen deze positie en benadrukken het belang van herprioritering voor de MFK-herziening.

5

Kan de Minister al een inschatting maken van mogelijke financiële gevolgen van het toekomstige cohesiebeleid voor Nederland?

Antwoord

Nee, dit is nog niet aan de orde.

Tot slot hebben de leden van de VVD-fractie kennisgenomen van de Raad zijn ambitie om een sterk en toekomstbestendig cohesiebeleid mede te bereiken door simplificatie van het beleid, met name op financieel gebied. Afgelopen jaren hebben enkele versimpelingen al plaatsgevonden, maar het is een blijvend aandachtspunt. Deze leden lezen hier echter niks over terug op de geannoteerde agenda, waar er enkel aandacht is voor nieuwe criteria.

6

Deelt de Minister de visie dat voor een sterk cohesiebeleid deze ook simpel en gestroomlijnd moet zijn? Wat is de Nederlandse inzet om het cohesiebeleid zo simpel en gestroomlijnd mogelijk te houden?

Antwoord

De laatste jaren zijn onder cohesiebeleid meerdere nieuwe fondsen opgericht. Er is consensus dat dit leidt tot complexiteit in uitvoering en tot overlap. Ook de oprichting van de Herstel- en Veerkracht Faciliteit leidde tot druk op de uitvoering in veel lidstaten. Nederland is voorstander van het kijken naar verbetering en vereenvoudiging van bestaande instrumenten. Daarnaast benadrukt Nederland om terughoudend te zijn bij het oprichten van nieuwe fondsen in de toekomst.

Naar boven