21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2782 VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Vastgesteld 14 november 2023

De vaste commissie voor Buitenlandse Zaken heeft een aantal vragen en opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Buitenlandse Zaken over de brief van 3 november 2023 over o.a. de Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 13 november 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2777), de Kabinetsappreciatie Commissie mededeling naar een meer weerbaar, concurrerend en duurzaam Europa (Kamerstuk 22 112, nr. 3800), Fiche: Mededeling visie klimaat en veiligheid (Kamerstuk 22 112, nr. 3794), Huidige stand van zaken repatriëring Israël en Palestijnse Gebieden (Kamerstuk 23 432, nr. 498), Stand van zaken vertrek Nederlanders uit de Gazastrook (Kamerstuk 23 432, nr. 499)) en Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 oktober 2023 in Luxemburg (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2776).

De vragen en opmerkingen zijn op 7 november 2023 aan de Minister van Buitenlandse Zaken voorgelegd. Bij brief van 10 november 2023 zijn de vragen beantwoord.

De voorzitter van de commissie, Rudmer Heerema

Adjunct-griffier van de commissie, Blom

Inhoudsopgave

blz.

     

I

Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

2

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

11

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

16

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

19

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

23

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

27

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

30

 

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

33

     

II

Volledige agenda

34

I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties en reactie van de bewindspersoon

Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken op 13 november 2023. Zij hebben een aantal vragen en opmerkingen.

Russische agressie tegen Oekraïne

De leden van de VVD-fractie hebben enkele vragen ten aanzien van de Russische agressie tegen Oekraïne. Enkele maanden geleden begon Oekraïne met een tegenoffensief. De realiteit is weerbarstig, waardoor de resultaten van dit tegenoffensief minder zijn dan gehoopt. Deze leden vragen daarom wat nu het concrete plan is voor de volgende fase. Vindt het huidige kabinet de huidige en geplande steun van de Europese Unie (EU) en Europese lidstaten aan Oekraïne voldoende?

1. Antwoord van het kabinet:

Het kabinet kan, voor zover het al over die informatie zou beschikken, met het oog op de operationele veiligheid geen uitspraken doen ten aanzien van de Oekraïense plannen. Voor het kabinet is de inzet voor de komende tijd echter duidelijk. Nederland blijft de (militaire) steun aan Oekraïne maximaal voortzetten voor zo lang als dat nodig is om Oekraïne in staat te stellen successen te boeken op de grond. Over wat daarvoor exact nodig is, is er zowel bilateraal tussen Nederland en Oekraïne als via de verschillende coördinatiefora voortdurend contact.

Daarbij acht dit kabinet het van groot belang om steun voor Oekraïne ook meerjarig vast te leggen. We kunnen het ons niet permitteren om steun aan Oekraïne te laten verminderen, aangezien dit de EU en haar veiligheid direct raakt. Steun van uw Kamer speelt hierbij uiteraard een belangrijke rol. Om de militaire steun van de EU en de EU-lidstaten op meerjarige basis te kunnen voortzetten wordt de komende periode gesproken over de bijdrage aan de veiligheidsarrangementen ten behoeve van Oekraïne. Belangrijke componenten van het EU-arrangement zijn onder andere de EUMAM-trainingsmissie, leveringen met behulp van de Europese Vredesfaciliteit (EPF) en de versterking van de Europese defensie-industrie.

Is er een concrete visie op de doelen die in 2024 worden nagestreefd en welke steun vanuit Europese landen daarvoor nodig is?

2. Antwoord van het kabinet:

De doelen voor het kabinet zijn in 2024 hetzelfde als voorheen: het behouden van een soeverein, democratisch en vrij Oekraïne binnen de internationaal erkende grenzen en tegelijkertijd aantonen dat de illegale Russische agressie niet loont. Daarom blijft het kabinet Oekraïne in 2024 en ook daarna maximaal ondersteunen. Daarnaast geven Nederland en de bijna 30 andere landen die de G7-verklaring mede hebben ondertekend via hun de respectievelijke bilaterale veiligheidsarrangementen invulling aan hun visie voor de bijdrage aan de Oekraïense veiligheid voor de middellange- en lange termijn.

Voor specifieke vragen rond het leveren van militaire steun aan Oekraïne verwijzen de leden van de VVD-fractie graag naar de inbreng van deze leden voor de Raad Buitenlandse Zaken Defensie op 14 november jongstleden. In aanvulling daarop vragen zij wat de concrete inzet is van Nederland om de munitieproductie daadwerkelijk omhoog te krijgen. Wordt er bijvoorbeeld gekeken naar het opstarten van initiatieven om op korte termijn en tijdelijke basis wapens en munitie buiten de EU te kopen voor Oekraïne, als de Europese defensiesector niet snel genoeg kan leveren? Kan het kabinet ook toelichten wanneer leveringen in gevaar komen als de Europese Vredesfaciliteit (EPF) ten behoeve van Oekraïne niet opgehoogd wordt? Hoe kan hier eventueel (tijdelijk) omheen gewerkt worden, zodat leveringen door kunnen gaan? Aangezien de EU-ambitie om één miljoen artilleriegranaten aan Oekraïne te leveren loopt tot maart 2024, nog zonder plannen voor verlenging, zijn deze leden ook benieuwd hoe eventuele garanties er volgens het kabinet uit moeten zien. Is het idee om langjarige contracten door lidstaten af te laten sluiten, of is het de bedoeling om vanuit een verlengde en opgehoogde EPF voor meerdere jaren te komen tot financiering van munitieleveringen aan Oekraïne? Wat zijn andere belemmeringen die steun vanuit de EU en individuele lidstaten aan Oekraïne in de weg zitten en die weggenomen kunnen worden? Tot slot, wanneer wil het kabinet meer resultaat bereiken, zodat producenten eindelijk hun capaciteit substantieel en structureel uitbreiden?

3. Antwoord van het kabinet

Het kabinet zet zich op alle mogelijke manieren in om Oekraïne te voorzien in haar munitiebehoefte, door zowel bij de Europese defensie-industrie als buiten de EU-munitie aan te kopen voor Oekraïne. Dit is een grote uitdaging vanwege wereldwijde munitietekorten en doordat het opschalen van de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie tijd kost.

De wereldwijde tekorten aan munitie vormen op dit moment de belangrijkste belemmering voor het voorzien van Oekraïne in haar munitiebehoefte. Dit onderstreept het belang van een Europese Defensie Technologische en Industriële Basis (EDTIB) die in staat is te voorzien in de toegenomen munitiebehoefte van de lidstaten. De Europese defensie-industrie is al fors aan het opschalen en zowel de gezamenlijke bestellingen van lidstaten als het EU-instrument Act in Support of Ammunition Production (ASAP) dragen hier aan bij. Ook zal de Commissie begin 2024 een Europese Defensie Industrie Strategie presenteren met daarin voorstellen om de opschaling van de productiecapaciteit verder te versnellen.

Ook het voorstel van de Ukraine Assistance Fund onder het EPF draagt bij aan het vermogen munitieleveringen aan Oekraïne voort te zetten. De EPF dient onder andere als een mechanisme om lidstaten te compenseren voor de leveringen van militair materieel aan Oekraïne. Levering blijft op de eerste plaats afhankelijk van de inzet van de lidstaten. Gezien de brede steun voor Oekraïne zullen zij hier vermoedelijk niet mee ophouden als EPF-steun gestaakt wordt. Tegelijkertijd vormt de EPF wel een belangrijke aanvullende prikkel om Oekraïne blijvend te steunen. Nederland zal zich dus inzetten om de financiële duurzaamheid van de EPF te waarborgen.

Tevens benadrukt het kabinet het belang van het versterken van EU-NAVO-samenwerking waar het gaat om initiatieven om de defensie-industriële productiecapaciteit op te schalen. Ten slotte is het Ministerie van Defensie met internationale partners, waaronder België, de Nederlandse Industrie voor Defensie en Veiligheid (NIDV) en ondernemers in gesprek over mogelijkheden voor het opschalen van productiecapaciteit voor militaire goederen en munitie in de Europese context. Daarbij wordt rekening gehouden met relevante factoren, zoals eventuele verdringingseffecten.

Ook hebben de leden van de VVD-fractie nog een vraag rondom Oekraïense manschappen. Hoe wil het kabinet eraan bijdragen dat Oekraïne genoeg inzetbare militairen heeft?

4. Antwoord van het kabinet

Het kabinet levert een bijdrage aan diverse trainingsactiviteiten voor Oekraïense manschappen ten behoeve van het versterken van de capaciteiten van het Oekraïense leger. Met deze inzet draagt Nederland, samen met internationale partners, bij aan de gereedheid en uiteindelijk de mate van inzetbaarheid van Oekraïense militairen. Zoals bij uw Kamer bekend is spant het kabinet zich daarnaast in om het Oekraïense leger van militair materieel te voorzien zodat de Oekraïense militairen effectief en inzetbaar zijn.

Welke trainingsactiviteiten vinden er op dit moment plaats en kunnen deze trainingsactiviteiten eventueel opgeschaald worden?

5. Antwoord van het kabinet

Het kabinet draagt bij aan diverse trainingsactiviteiten voor Oekraïense militairen, namelijk de EU Military Assistance Mission in support of Ukraine (EUMAM) en Operatie Interflex. Nederland draagt doorlopend bij aan de hoofdkwartieren van EUMAM en heeft in 2023 met ongeveer 400 militairen bijgedragen aan EUMAM-trainingen. EUMAM heeft eind vorige maand 30.000 Oekraïense militairen getraind en heeft vanwege dit succes de doelstelling verhoogd naar 40.000 voor eind 2023. Het kabinet heeft op 25 oktober jl. in het verslag van de NAVO-Ministers van Defensie (DMM)1 bekend gemaakt de bijdrage aan Interflex ook in 2024 voort te zetten. Hiermee traint Nederland in 2024 nog eens acht lichtingen Oekraïense militairen. Een opschaling aan trainingsactiviteiten zal op basis van wensen en behoeften van Oekraïne door het kabinet worden bezien.

Zitten de Westerse trainingsactiviteiten nu aan hun maximale capaciteit? Waar zit de beperkende factor? Gaat het om een gebrek aan politieke wil om de training uit te breiden, is de beschikbaarheid van instructeurs en/of oefenterreinen de beperkende factor, of is het lastig voor Oekraïne om militairen voor langere tijd naar het buitenland te sturen, eventueel ook omdat reservisten vanwege strikte Westerse veiligheidseisen hier niet altijd hun gewenste oefeningen kunnen doen?

6. Antwoord van het kabinet

Het ontbreekt zowel bij het kabinet als internationale partners niet aan (politieke) wil om in te zetten op trainingsactiviteiten voor Oekraïense militairen. Echter, moet er met veel factoren rekening gehouden worden als het gaat om trainingen, waaronder de beschikbaarheid van Oekraïense militairen, verdringing voor de eigen krijgsmacht en beschikbare capaciteiten. Zo is bijvoorbeeld de opleiding van infanteriecompagnieën die gepland stond voor september, waar Nederland ongeveer 150 militairen aan zou bijdragen, vanwege operationele redenen door Oekraïne geannuleerd. Wel draagt Nederland in oktober met ongeveer 70 militairen bij aan een opleiding voor een infanteriecompagnie. Ook blijft Nederland materieel gerelateerde modules aanbieden.

Ten slotte willen de leden van de VVD-fractie er graag op aandringen om zoveel mogelijk bedrijven die bijdragen aan omzeiling van EU-sancties op de sanctielijst te zetten. Voor welke stappen zet Nederland zich nu in om het omzeilen van sancties harder aan te pakken en de EU-capaciteiten in het handhaven van sancties te verbeteren?

7. Antwoord van het kabinet

De aanpak van sanctie-omzeiling blijft voor het kabinet onverminderd een belangrijke prioriteit. Op voorstel van Nederland stond het 11de pakket in het teken van het tegengaan van sanctie-omzeiling. Onderdeel van de uitbreiding van het EU-instrumentarium onder het 11de pakket in het tegengaan van omzeiling is de aanpak dat eerst wordt ingezet op intensivering van de samenwerking met derde landen door diplomatieke outreach en technische ondersteuning. EU sanctiegezant O’Sullivan heeft al veel landen met risico op sanctie-omzeiling bezocht. Indien deze diplomatieke outreach onvoldoende resultaat oplevert, kunnen passende maatregelen worden getroffen om de betrokkenheid van individuele marktdeelnemers uit derde landen bij omzeiling aan te pakken. Het 11de pakket biedt als laatste mogelijkheid exportrestricties op te leggen aan derde landen t.a.v. dual-use goederen en andere goederen en technologie die kunnen bijdragen aan de Russische oorlogsindustrie. De inzet van Nederland is erop gericht om, waar nuttig en nodig, in te zetten op aanvullende maatregelen tegen personen en entiteiten die bijdragen aan illegale omzeilingspraktijken. Daarbij gelden de algemene uitgangspunten van EU-eenheid en juridische houdbaarheid. Daarnaast blijft Nederland inzetten op verdere verbetering van gegevensdeling en uitbreiding van de centrale analyse capaciteit van de EU-instellingen voor het tegengaan van omzeiling in de vorm van een anti-omzeilingscontactpunt in Brussel. Binnen de Commissie werken ondertussen zeven DG’s en diensten structureel samen om handelsstromen te analyseren en deze te koppelen aan analyses van Oekraïne over producten die op het slagveld worden gevonden. Het zal nodig blijven om verdere stappen te zetten, zoals ook Rusland creatieve manieren zal blijven zoeken om de sancties te omzeilen.

Armenië en Azerbeidzjan

De leden van de VVD-fractie hebben enkele vragen over Armenië en Azerbeidzjan. In september heeft een massale uittocht plaatsgevonden van Armeense inwoners uit Nagorno-Karabach naar Armenië. De meesten moesten in haast vertrekken en zitten nu vaak zonder eigen spullen onder slechte omstandigheden in Armenië, waarbij zij afhankelijk zijn van humanitaire hulp. Denkt het kabinet dat de vertrokken Armeense inwoners uit Nagorno-Karabach op den duur terug kunnen keren, of acht zij dit onrealistisch?

8. Antwoord van het kabinet

Naar schatting worden er momenteel ruim 101.000 ontheemden uit Nagorno-Karabach opgevangen in Armenië. In EU-verband blijft het kabinet zich uitspreken voor hun recht op terugkeer naar Nagorno-Karabach en de bescherming van hun eigendomsrechten en cultureel erfgoed.

Terugkeer naar Nagorno-Karabach is alleen mogelijk als er voldoende waarnemers en patrouilles in Nagorno-Karabach zijn. Is het kabinet bereid om te kijken naar de mogelijkheden voor non-letale steun uit de EPF en naar mogelijkheden om de EU-missie in Armenië (EUMA) te versterken met meer mensen en meer patrouilles?

9. Antwoord van het kabinet

Allereerst is het belangrijk om te verhelderen dat de EU-missie in Armenië (EUMA) zich niet uitstrekt tot grondgebied van Azerbeidzjan. Hierdoor is EUMA niet aanwezig in Nagorno-Karabach. Ook voor EPF zou gelden dat dit voor Armenië is.

Voor wat betreft mogelijke EPF-steun kan ik meedelen dat het kabinet conform motie van het lid Ceder een positieve grondhouding heeft ten aanzien van eventuele non-lethale EPF-steun aan Armenië.2 Vooralsnog is er echter nog geen concreet EPF-voorstel van Armenië ontvangen. Voor wat betreft EUMA steunt het kabinet EUMA momenteel met een nationaal kader van 5 personen en spreekt in EU-verband haar steun uit voor een mogelijke versterking van de missie in zijn geheel. Deze beoogde versterking heeft als doel het vergroten van capaciteit zodat EUMA meer patrouilles kan uitvoeren.

Daarnaast vragen deze leden wat de Nederlandse positie ten opzichte van het afschrikken van potentiële incursies door Azerbeidzjan richting de exclave Nachitsjevan is.

10. Antwoord van het kabinet

Het kabinet heeft momenteel geen aanwijzingen dat Azerbeidzjan plannen heeft om een doorgang te forceren naar de exclave Nachitsjevan. Azerbeidzjan heeft publiekelijk bevestigd dat het de route naar Nachitsjevan met en via Iran verder wil ontwikkelen. Nederland en de EU blijven inzetten op het zo snel mogelijk hervatten van de vredesonderhandelingen tussen Armenië en Azerbeidzjan, ook om wederzijdse erkenning van de Armeense en Azerbeidzjaanse territoriale integriteit expliciet vast te leggen. Ook is het belangrijk om naast de inzet op het vredesproces ook opties voor gepaste maatregelen op tafel te houden, voor het geval van verdere escalatie of geweld.

Is Nederland bereid ervoor te pleiten om sancties en een verlaging van de gasinkoop in te zetten als middel ter afschrikking voor mogelijke incursies richting de exclave Nachitsjevan?

11. Antwoord van het kabinet

In het geval van een reële dreiging van nieuw geweld moet er gesproken worden over gepaste maatregelen met als doel dat te voorkomen. In lijn met de gewijzigde motie van de leden Bikker en Omtzigt heeft Nederland in EU-verband uitgedragen dat in die situatie alle opties om tot een passende reactie te komen op tafel moeten liggen, inclusief sancties. Hiervoor is unanimiteit nodig. Ten aanzien van gas zet de EU in op diversificatie om de afhankelijkheid van Russisch gas te verminderen, in het kader van de REPowerEU-strategie. De EU importeerde in 2022 ongeveer 4% van het totale EU-verbruik aan gas vanuit Azerbeidzjan. Nederland importeert geen Azerbeidzjaans gas.

Situatie in het Midden-Oosten

De leden van de VVD-fractie hebben eerder in het schriftelijk overleg over Israël en Gaza d.d. 1 november 2023 vragen gesteld over dit thema. Toch hebben deze leden enkele aanvullende vragen over de Nederlandse positie en inzet tijdens de aankomende bijeenkomst van de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ). Ten eerste, wat zijn de gewenste uitkomsten voor Nederland tijdens de aankomende RBZ?

12. Antwoord van het kabinet

Het kabinet verwijst naar de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken op 13 november a.s.3

Daarnaast staat de Europese eenheid onder druk. Welke inzet gaat Nederland plegen om deze Europese eenheid te bevorderen?

13. Antwoord van het kabinet

Het kabinet verwijst naar de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken op 13 november a.s.4 Nederland benadrukt in EU-verband consistent het belang van EU-eenheid, onder andere om effectief op te kunnen treden t.a.v. de actuele ontwikkelingen in het Midden-Oosten, en zal dit blijven doen. Zoals ook aan uw Kamer meegedeeld in het verslag van de Europese Raad (ER) van 26–27 oktober jl.5 heeft de EU reeds een gezamenlijke positie ingenomen over het belang van snelle, veilige en ongehinderde humanitaire toegang en hulp, alsook over het Israëlische recht op zelfverdediging, dat moet voldoen aan de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit. De ER heeft daarnaast gezamenlijke doelen gesteld, zoals inspanningen om EU-burgers te helpen om Gaza te verlaten, om voedsel, water, medicijnen, brandstof en onderdak Gaza binnen te brengen, en om een politiek proces op basis van de tweestatenoplossing nieuw leven in te blazen, waaronder door een internationale vredesconferentie.

Ook zijn de leden van de VVD-fractie benieuwd hoe het kabinet de levering van humanitaire goederen aan Gaza wil stimuleren. Welke manieren om de levering van humanitaire goederen te stimuleren, bijvoorbeeld via zee, overweegt de EU? Wat is de stand van zaken op de doorlichting door de EU van de Europese ontwikkelingssamenwerkingssteun aan de Palestijnen?

14. Antwoord van het kabinet

Humanitaire hulp valt niet binnen de reikwijdte van de door de Commissie aangekondigde doorlichting van EU-programmering voor de Palestijnse Gebieden. De primaire inzet voor de levering van humanitaire goederen aan Gaza is gericht op de reguliere grensovergangen zowel in Egypte als in Israël. De internationale gemeenschap verkent in aanvulling hierop andere manieren waarop grotere hoeveelheden noodhulp Gaza kunnen bereiken, inclusief de optie via zee. Zo stuurt het kabinet marineschip Zr.Ms. Holland richting het oosten van de Middellandse Zee. Dit voor ondersteuning van taken in het kader van een mogelijke evacuatie of het eventueel bieden van humanitaire hulp via een maritieme corridor. Deze humanitaire hulp aan Gaza vindt plaats indachtig het toepasselijk raamwerk zoals de Oslo Guidelines.6

En wat gaat het kabinet concreet doen tijdens en rondom de RBZ om uitvoering te geven aan de unaniem aangenomen motie van de leden Brekelmans en Ellian (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2752) over een krachtige Europese verklaring tegen antisemitisme, bedreiging en intimidatie van de Joodse gemeenschap in Europa?

15. Antwoord van het kabinet

Het kabinet ziet ook dat antisemitisme weer de kop opsteekt in Nederland.7 Het kabinet maakt zich hier grote zorgen over en acht elke vorm van Jodenhaat onacceptabel. In 2022 heeft de JBZ-Raad al Raadsconclusies vastgesteld over het bestrijden van antisemitisme.8 Lidstaten, waaronder Nederland, werken op basis daarvan aan nationale actieplannen. De aanpak van antisemitisme in Nederland is uiteengezet in het werkplan van de Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding (NCAB) dat de Minister van Justitie en Veiligheid in oktober 2022 aan de Tweede Kamer heeft gestuurd. In de JBZ-Raad van 19–20 oktober jl. hebben de Ministers tijdens de discussie over de interne veiligheidsgevolgen van het conflict uitgesproken samen te blijven werken aan de bestrijding van antisemitisme in Europa.9 De Minister van Justitie en Veiligheid sprak op 31 oktober jl. met de Franse President Macron over de toename van antisemitisme als gevolg van het conflict. De Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding staat in nauw contact met zijn Europese collega’s en het kabinet beziet wat de meest effectieve manier is om te reageren op de meest recente ontwikkelingen en neemt hier motie van de leden Brekelmans en Ellian10 in mee.

Externe dimensie van economische veiligheid

Wat betreft het agendapunt over de externe dimensie van economische veiligheid vragen de leden van de VVD-fractie op welk aspect van de Europese economische veiligheidsstrategie (EEV) het kabinet vindt dat de EU meer snelheid moet maken. Wat is de Nederlandse inzet hierop tijdens de RBZ?

16. Antwoord van het kabinet

Sinds de publicatie van de mededeling omtrent een Europese economische veiligheidsstrategie op 20 juni 2023 wordt door de Europese instellingen prioriteit en urgentie gegeven aan de opvolging van de verschillende in de mededeling aangekondigde voorstellen. Ter illustratie: de Commissie heeft op 3 oktober de aanbeveling inzake de kritieke technologielijst gedeeld en een ambitieus tijdspad neergelegd om de technologie-specifieke risicoanalyses met lidstaten af te ronden, in de expertgroep uitgaande investeringen wordt gekeken naar de mogelijke risico’s die voortkomen uit uitgaande investeringen en nog voor het einde van het jaar wordt een voorstel van de Commissie verwacht om de Europese coördinatie op exportcontroleterrein te versterken. Op dit moment is het nog te vroeg om te kunnen beoordelen of er aspecten van de EEV-strategie zijn waarop meer snelheid gemaakt moet worden. Het kabinet benadrukt het belang van het doortastend en zorgvuldig opvolgen van de verschillende voorstellen uit de EEV-strategie. Daarnaast onderstreept het kabinet, in het kader van de RBZ-discussie, het belang van de externe dimensie van de strategie, i.h.b. governance, communicatie richting derde landen en de link met het GBVB.

Daarnaast stellen deze leden dat kritieke grondstoffen van vitaal en strategisch belang zijn voor de EU, maar de EU hiervoor veel te afhankelijk is van met name China. Deelt het kabinet de opvatting dat op het terrein van kritieke grondstoffen veel meer snelheid en urgentie nodig is? Dat geldt wat betreft deze leden zowel voor het zelf mijnen en verwerken van materialen in Europa als voor de directe toegang hiertoe in derde landen. Welke concrete acties stelt Nederland voor om dit te versnellen?

17. Antwoord van het kabinet

Het kabinet onderkent de urgentie van het vergroten van de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen. Een aanpak op EU-niveau is noodzakelijk om in Nederland effectief de leveringszekerheid van kritieke grondstoffen te vergroten en risicovolle strategische afhankelijkheden hieromtrent af te bouwen. Daarom is Nederland een aanjager binnen de EU op dit terrein. Nederland heeft binnen de Europese Commissie ingezet op een ambitieuzere aanpak via het non-paper externe dimensies van de CRMA.11 De Nederlandse appreciatie van en inzet voor de CRMA is op 17 mei jl. via een BNC-fiche met uw Kamer gedeeld12 en op 14 juli jl. zijn de voor Nederland behaalde resultaten in de Raadsonderhandelingen met uw Kamer gedeeld.13

Op nationaal niveau is eind 2022 de Nationale Grondstoffenstrategie gepubliceerd.14 Hierin wordt ingezet op het onderzoeken van de mogelijkheden voor Europese mijnbouw en raffinage, diversificatie, circulariteit en innovatie, kennisopbouw en monitoring en verduurzaming van internationale ketens. Een voorbeeld van de Nederlandse inzet op diversificatie is het aangaan van strategische partnerschappen met derde landen in aanvulling op de EU-partnerschappen. Om kennisdeling te bevorderen is het de inzet van het demissionaire kabinet om een coördinerend, adviserend en monitorend Nederlands Observatorium te creëren waarin het bedrijfsleven, relevante maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen en de overheid gezamenlijk cruciale kennis op het gebied van grondstoffen verzamelen. In december zal uw Kamer geïnformeerd worden over de verdere voortgang van de Nationale Grondstoffenstrategie.

Daarnaast zijn de leden van de VVD-fractie benieuwd naar de status van de motie van het lid Brekelmans (Kamerstuk 35 207, nr. 70) over een proactieve rol innemen bij de spoedige totstandkoming van een Europees screeningsmechanisme voor uitgaande investeringen. Hoe gaat Nederland tijdens en rondom de RBZ invulling geven aan deze motie?

18. Antwoord van het kabinet

Gesprekken over een Europees screeningmechanisme voor uitgaande investeringen worden momenteel gevoerd in de daarvoor bestemde expertgroep. Daarin neemt Nederland een proactieve rol, conform de motie van het lid Brekelmans. De expertgroep onderzoekt de mogelijke risico’s van uitgaande investeringen om daarmee de noodzaak van aanvullende maatregelen te kunnen beoordelen.15

Kabinetsappreciatie Commissie mededeling naar een meer weerbaar, concurrerend en duurzaam Europa

De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de kabinetsappreciatie «Commissie mededeling naar een meer weerbaar, concurrerend en duurzaam Europa». Deze leden hebben enkele vragen over de voorgenomen Europese defensie-industriestrategie. In hoeverre is voorzien dat deze strategie ook industriële samenwerking met Noord-Atlantische Verdragsorganisatie (NAVO-)partners die geen EU-lid zijn faciliteert, en wat is de inzet van het kabinet hierop? Daarnaast vragen deze leden wat de inzet van het kabinet is om ervoor te zorgen dat de Nederlandse Defensie Technologische en Industriële Basis (NLDTIB) kan profiteren van deze strategie.

19. Antwoord van het kabinet

De Commissie heeft aangegeven dat de Europese Defensie Industrie Strategie (EDIS) zich onder andere zal richten op het verder stimuleren van gezamenlijke aanschaf door lidstaten en het ondersteunen van de opschaling van de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie. Het kabinet verwacht dat de strategie zich primair zal richten op het versterken van de Europese Defensie Technologische en Industriële Basis (EDTIB), waarbij het kabinet het van belang acht dat hierop nauw wordt samengewerkt met de NAVO en NAVO-partners die geen lid zijn van de EU. Naarmate de EDTIB versterkt wordt, en daarmee ook de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie, zal dit ook bijdragen aan een sterkere Europese bijdrage in NAVO-verband. Daarnaast zet het kabinet zich in voor het stimuleren van grensoverschrijdende samenwerking en deelname van MKB-bedrijven om het potentieel van de gehele EU te benutten.

Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie

De leden van de D66-fractie danken de Minister voor de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 13 november 2023. Zij hebben daarover nog de volgende vragen.

Russische agressie tegen Oekraïne

De leden van de D66-fractie zijn nog altijd de mening toegedaan dat de EU alle mogelijke middelen moet inzetten om ervoor te zorgen dat Oekraïne het hoofd kan bieden tegen alsmaar aanhoudende Russische agressie.

In dat kader vragen de leden van de D66-fractie in welke fase de gesprekken binnen de EU al zijn inzake het overhevelen van bevroren Russische tegoeden, of in ieder geval de rente erop, aan Oekraïne. Is er nu meer overeenstemming dat die stap vooral een kwestie is van politieke wil en niet zozeer van een complexe juridische situatie? Wanneer verwacht de Minister een EU-breed besluit hieromtrent?

20. Antwoord van het kabinet

Tijdens de Europese Raad van 26 en 27 oktober jl. is, mede door Nederland, een oproep gedaan aan de Commissie en Hoge Vertegenwoordiger om de werkzaamheden om tot voorstellen te komen te bespoedigen.16 De discussie wordt voortgezet in EU-verband in de daarvoor in het leven geroepen raadswerkgroep, waaraan Nederland een actieve bijdrage levert. Een eventueel voorstel voor het aanwenden van de rente over geïmmobiliseerde tegoeden van de Russische Centrale Bank moet juridisch en financieel zorgvuldig zijn. Tevens is het essentieel dat dit in samenwerking met internationale partners gebeurt. Uw Kamer wordt binnenkort verder geïnformeerd over de ontwikkeling omtrent het gebruik van bevroren Russische tegoeden.

De leden van de D66-fractie zijn benieuwd hoe het kabinet de recente berichten in de media beschouwt waarin beweerd wordt dat de Verenigde Staten (VS) en sommige EU-landen Kyiv aan het pushen zijn richting onderhandelingen met Rusland.

21. Antwoord van het kabinet

Voor zover het kabinet bekend, is daarvan geen sprake. Ook president Zelensky zelf gaf tijdens het bezoek van Commissiepresident Von Der Leyen aan Kyiv afgelopen weekend aan dat er geen druk op Kyiv uitgeoefend wordt om in onderhandelingen te treden. Het is aan Oekraïne om te bepalen wanneer de tijd rijp is voor onderhandelingen.

Het is voor de leden van de D66-fractie volstrekt onacceptabel dat Oekraïne, als de berichten kloppen, gedwongen zou kunnen worden tot onderhandelingen en daarmee territoriale concessies. Kan de Minister aangeven wat het standpunt van de Nederlandse regering is in deze en of Nederland gesprekken heeft gevoerd met Kyiv over de kwestie?

22. Antwoord van het kabinet

Het is aan de Oekraïners om te beslissen of zij willen onderhandelen met Rusland en wanneer. Moskou lijkt op dit moment geen enkele ruimte te bieden voor onderhandelingen en gaat door met haar agressie richting Oekraine. In gesprekken met Oekraïne onderstreept het kabinet dat Nederland Oekraïne zal blijven steunen voor zo lang als nodig. Er wordt geen druk uitgeoefend op Oekraïne om in onderhandelingen te treden. Nederland wil Oekraïne via voortdurende steun in staat stellen om zich te verdedigen en – wanneer het de tijd rijp acht – vanuit een zo goed mogelijke positie te onderhandelen.

Tevens zijn de leden van de D66-fractie benieuwd hoe het momenteel zit met de levering van F-16’s en de training van piloten van de Oekraïense luchtmacht. Zal Oekraïne vóór maart 2024 beschikking kunnen hebben over deze F-16’s en deze ook operationeel kunnen inzetten ten behoeve van het counteroffensief?

23. Antwoord van het kabinet

Zoals eerder aan uw Kamer gemeld zijn de eerste F-16-trainingen voor Oekraïense piloten en grondpersoneel gestart in Denemarken. Ook in de Verenigde Staten worden inmiddels Oekraïense vliegers getraind. In het Verenigd Koninkrijk krijgen piloten een basistraining. Het European F-16 Training Center (EFTC) dat Nederland samen met Roemenië heeft opgezet zal naar verwachting op 13 november officieel geopend worden. Hier kwamen op 7 november jl. al vijf Nederlandse F-16’’s aan t.b.v. trainingen. Initieel worden daar Roemeense piloten getraind; er wordt hard gewerkt om zo snel mogelijk ook Oekraïense piloten op te leiden op het centrum. Daarvoor dienen echter nog aanvullende afspraken te worden gemaakt met zowel Roemenië en Lockheed Martin, als Oekraïne. Het is nog niet duidelijk wanneer Oekraïense jachtvliegers gereed zullen zijn om F-16’s in gebruik te nemen. Naast voldoende opgeleide piloten en jachtvliegtuigen moet Oekraïne ook beschikken over voldoende getraind grondpersoneel, reserveonderdelen en de noodzakelijke infrastructuur. Daarna kan pas worden overgegaan tot levering van F-16’s.

Situatie in het Midden-Oosten

De leden van de D66-fractie volgen het conflict in het Midden-Oosten met grote bezorgdheid. Voor deze leden is de veilige evacuatie van Nederlanders uit Gaza van groot belang. Kan de Minister aangeven wat de laatste stand van zaken is, ook natuurlijk inzake de gegijzelde Nederlanders door Hamas?

24. Antwoord van het kabinet

Op 4 november 2023 zijn 15 Nederlanders en hun kerngezinsleden met de repatriëringvlucht uit Caïro naar Eindhoven overgebracht. Eén Nederlander is een dag eerder met een lijnvlucht teruggekeerd naar Nederland. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken heeft op dit moment contact met tweeëntwintig Nederlanders, inclusief kerngezinsleden en personen met geldig verblijf in Nederland die zich in Gaza bevinden. Dit aantal kan veranderen omdat Nederlanders zich nog altijd kunnen melden. Het kabinet blijft zich via alle beschikbare diplomatieke kanalen inzetten om ervoor te zorgen dat alle bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken bekende personen zo snel mogelijk de Gazastrook kunnen verlaten.

Het kabinet staat in contact met verschillende landen (waaronder Israël, Qatar en Egypte) en de Palestijnse Autoriteit over de situatie van de gegijzelden, waaronder specifiek de gijzeling van Ofir Engel. De Nederlandse ambassade in Tel Aviv staat in nauw contact met de familie van de gegijzelde Nederlandse jongen. De Minister-President en Minister van Gennip spraken ieder met familieleden en vrienden van gegijzelden, waaronder ook familieleden van de Nederlandse jongen. Ook sprak de Minister-President met familieleden van Ofir Engel tijdens zijn bezoek aan Israël.

Op 8 november jl. bezocht de Minister-President Qatar en Israël om onder andere te spreken over het belang van de vrijlating van alle gegijzelden+. Het kabinet kan verder geen uitspraken doen over de Nederlandse inzet.

De leden van de D66-fractie hebben met verbolgenheid kennisgenomen van uitspraken van verschillende regeringsfunctionarissen in Israël, bijvoorbeeld over de mogelijkheid van een kernaanval op Gaza. Tegelijkertijd zijn er beelden dat de Minister van Nationale Veiligheid wapens aan het uitdelen was in diverse gebieden waar kolonisten zich hebben gevestigd. Wat is het standpunt van het Nederlandse kabinet inzake deze uitspraken en ontwikkelingen? Kan de Minister zich inspannen voor een reactie in EU-verband dat dit soort statements onacceptabel zijn? Is de Minister bereid om deze uitspraken expliciet te veroordelen?

25. Antwoord van het kabinet

In alle diplomatieke contacten met Israël roept het kabinet Israël op zich terughoudend en in lijn met internationaal recht op te stellen. De verwerpelijke en onacceptabele uitspraken van de Israëlische Erfgoedminister, Amihai Eliyahu’s, passen hier niet bij. Het kabinet verwelkomt het nieuws dat premier Netanyahu zich ondubbelzinnig gedistantieerd heeft van Eliyahu’s uitspraken en hem voor onbepaalde tijd geschorst heeft.

Het bouwen en uitbreiden van nederzettingen is in strijd met het internationaal recht en plaatst een toekomstige vreedzame oplossing verder op afstand. Het kabinet is geïnformeerd dat het Israëlische Ministerie voor Nationale Veiligheid kolonisten op de Westelijke Jordaanoever bewapent en hen van helmen en scherfvesten voorziet. Nederland roept Israël bilateraal en via de EU op tot het stoppen van het kolonistengeweld. Het bewapenen van kolonisten zet de al zeer gespannen situatie op de Westelijke Jordaanoever nog verder onder druk.

De leden van de D66-fractie vragen wat de houding is van het Nederlandse kabinet als het gaat om het toenemende geweld in de Westelijke Jordaanoever waar Israëlische kolonisten de scepter zwaaien. Hoge Vertegenwoordiger Borrell had deze kolonisten al eerder tot op zekere hoogte als «terroristen» bestempeld. De leden van de D66-fractie zijn benieuwd of het kabinet die categorisatie ook deelt.

26. Antwoord van het kabinet

Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.

Tegelijkertijd zijn deze leden benieuwd of er wederom persoonsgerichte sancties (zoals inreisverbod) ingesteld kunnen worden tegen kolonisten nu die zich schuldig maken aan mensenrechtenschendingen.

27. Antwoord van het kabinet

De visumplicht is gebonden aan nationaliteiten. Als een nationaliteit is vrijgesteld van de visumplicht – zoals voor de Israëlische nationaliteit het geval is – biedt EU wetgeving geen ruimte om slechts een bepaalde groep met die nationaliteit weer visumplichtig te maken. Het initiatiefrecht voor herinvoering van de visumplicht voor een bepaalde nationaliteit ligt bij de Europese Commissie.

Het toenemende en onacceptabele geweld door kolonisten, dat momenteel resulteert in een hoog aantal Palestijnse slachtoffers en ontheemding van Palestijnse gemeenschappen, zet de al zeer gespannen situatie op de westelijke Jordaanoever nog verder onder druk. De IDF heeft onder het bezettingsrecht een verplichting Palestijnse burgers hiertegen te beschermen. Nederland roept Israël bilateraal en via de EU op tot het stoppen van het kolonistengeweld. De Minister-President deed dit onder andere op 8 november in zijn gesprek met Premier Netanyahu en ook eerder op 23 oktober jl. tijdens zijn bezoek aan Israël en de Palestijnse Gebieden. Ook tijdens de Open Sessie van de VN-Veiligheidsraad riep Minister Bruins Slot hiertoe op. Minister Ollongren heeft deze boodschap ook overgedragen in haar contacten met Minister van Defensie Gallant. Bij monde van Hoge Vertegenwoordiger Borrell spreekt de EU zich eveneens nadrukkelijk uit over illegale nederzettingen en kolonistengeweld. Ook anderen, onder wie president Biden van de Verenigde Staten, hebben vergeldingsacties van kolonisten afgekeurd.

Nederland draagt daarnaast met zes personen bij aan de Amerikaans-geleide missie USSC. Deze missie is gericht op de professionalisering van de Palestijnse veiligheidssector ter bevordering van een levensvatbare Palestijnse staat. USSC ziet het tegengaan van kolonistengeweld als een zeer belangrijke prioriteit, rapporteert hierover en kaart dit direct aan bij de IDF.

Armenië en Azerbeidzjan

De leden van de D66-fractie juichen de initiatieven van de EU toe om vrede te bewerkstelligen tussen Armenië en Azerbeidzjan in de Zuid-Kaukasus. Echter zien deze leden ook weinig tastbare progressie sinds september, aangezien de president van Azerbeidzjan twee keer de mogelijkheid heeft laten lopen om aan tafel te zitten met de EU en Armenië. De houding van president Aliyev is in deze niet constructief en maakt de vredesonderhandelingen met EU-bemiddeling voor duurzame stabiliteit moeilijker.

Nu verschillende regeringsfunctionarissen kritiek uiten op de EU, lijkt het erop dat Azerbeidzjan zich aan het terugtrekken is van EU-bemiddeling. Deelt de Minister deze mening?

28. Antwoord van het kabinet

De EU zet zich hard in voor het vredesproces tussen beide landen en vraagt alle partijen zich te committeren aan de vredesbesprekingen in Brussel onder leiding van Charles Michel. Na het bezoek van mijn Duitse ambtsgenoot aan Bakoe op 4 november jl., heeft Azerbeidzjan publiekelijk uitgesproken tot regionale vrede te willen komen. De EU roept Azerbeidzjan daarom op in woord en daad uitvoering te geven aan dit voornemen. Tegelijkertijd is Azerbeidzjan kritisch ten aanzien van de veroordeling die de EU heeft uitgesproken over de militaire escalatie in september jl. Op basis van huidige berichtgeving ziet het ernaar uit dat vanaf medio november de voorbereidingen worden hervat om vredesbesprekingen in Brussel te accommoderen.

Wat wordt de inzet van de EU om deze tendens terug te draaien zodat Rusland niet opnieuw het heft in handen neemt en verder bijdraagt aan destabilisatie in de regio?

29. Antwoord van het kabinet

De EU bemiddelt in het vredesproces tussen Armenië en Azerbeidzjan en zet erop in om deze maand beide partijen in Brussel te ontvangen voor vredesbesprekingen. Daarnaast is steun aan Armenië van belang om het land veilig, stabiel en op het hervormingstraject te houden. De Raad Buitenlandse Zaken zal verder spreken over de mogelijkheden voor steun aan Armenië, waaronder de mogelijkheden voor non-lethale steun uit de EPF, waarvoor overigens nog geen concreet verzoek door Armenië is gedaan, en het versterken van de EU-missie in Armenië (EUMA). Rusland probeert ook een bemiddelende rol te spelen in het traject en heeft partijen uitgenodigd voor besprekingen. De voorkeur bij partijen zelf lijkt echter te liggen bij het EU-geleide traject en er is waardering voor de rol van Charles Michel (voorzitter Europese Raad). Het is desalniettemin van belang dat er stappen gezet gaan worden in dit vredesproces zodat partijen zich niet gedwongen zouden voelen aan het Russische initiatief deel te nemen.

Balkan

Tot slot zijn de leden van de D66-fractie benieuwd hoe het zit met de uitvoering van de gewijzigde motie van het lid Sjoerdsma over in Europees verband pleiten voor met de VS gecoördineerde afbouw van sancties op Kosovo (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2770). Is de Minister bereid om deze aangenomen motie ter sprake te brengen bij de aankomende raadszitting?

30. Antwoord van het kabinet

De EU heeft vier eisen ten behoeve van de-escalatie gesteld aan Kosovo om aan te voldoen voordat de maatregelen afgebouwd worden. Nog niet alle eisen zijn (volledig) ingewilligd. De-escalatie blijft prioriteit. Het kabinet vindt het daarin van belang om de balans bij het nemen van maatregelen goed in de gaten te houden. Kosovo is op dit moment niet geagendeerd bij de aankomende Raadzitting. Indien dit wel op de agenda komt, is het kabinet conform motie van het lid Sjoerdsma bereid om in Europees verband te pleiten voor met de VS gecoördineerde afbouw van de maatregelen tegen Kosovo, indien Kosovo aan de noodzakelijke voorwaarden voldoet om de situatie in het noorden te de-escaleren.

Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-PvdA-fractie

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda.

Situatie in het Midden-Oosten

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie blijven zich grote zorgen maken over de ontwikkelingen in het Midden-Oosten. De humanitaire catastrofe is een feit en de internationale gemeenschap kijkt toe. Op welke manier gaat het demissionaire kabinet samen met de VS en de EU de druk op Israël opvoeren om een humanitair staakt-het-vuren dan wel humanitaire pauzes te bewerkstelligen?

31. Antwoord van het kabinet

Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.

Wat wordt er gedaan om samen op te trekken met andere landen in het Midden-Oosten om verdere escalatie te voorkomen?

32. Antwoord van het kabinet

Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.

Kan Nederland blijven aandringen op toegang van het Internationale Rode Kruis tot de Israëlische gijzelaars?

33. Antwoord van het kabinet

Uit contacten met het Rode Kruis is gebleken dat zij zich nog steeds maximaal inspannen om zowel toegang te krijgen tot de gijzelaars als tot gevangen Palestijnen (onder meer op de West-Bank). Daarnaast staat het kabinet in contact met verschillende landen (waaronder Israël, Qatar en Egypte) en de Palestijnse Autoriteit over de situatie van de gegijzelden, waaronder specifiek de gijzeling van Ofir Engel.

Denkt het kabinet dat de aangekondigde blijvende veiligheidsaanwezigheid van Israël in Gaza wenselijk en houdbaar is?

34. Antwoord van het kabinet

Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.

Vindt het Nederlandse kabinet, gezien de inmiddels meer dan 10.000 slachtoffers in Gaza, dat de Israëlische acties proportioneel zijn en in lijn met het internationaal humanitair recht? Zo nee, is de Minister bereid om dat openlijk aan te kaarten?

35. Antwoord van het kabinet

Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie maken zich ook grote zorgen over de Westelijke Jordaanoever, waar het geweld, de repressie en de straffeloosheid met de dag toenemen. Volgens Israëlische mensenrechtenorganisaties zijn er sinds zaterdag 7 oktober 144 Palestijnen gedood en ruim 900 Palestijnen uit hun huizen verdreven op de Westelijke Jordaanoever. Extreemrechtse Israëlische politici, waaronder leden van de Israëlische regering, wakkeren haat en geweld aan door extremistische retoriek en het uitdelen van wapens. Het inhouden van geld aan de Palestijnse Autoriteit door de extreemrechtse Israëlische Minister van Financiën gooit olie op het vuur. De houding van de Israëlische regering ten aanzien van de Westelijke Jordaanoever verkleint de kans op een duurzame, politieke oplossing en vergroot de kans op regionale escalatie. Het is cruciaal dat ook hierover de VS en de EU zich gezamenlijk uitspreken tegen Netanyahu. Op welke manier gaat het demissionaire kabinet samen met de VS en de EU de druk op Israël opvoeren om de situatie op de Westelijke Jordaanoever te de-escaleren?

36. Antwoord van het kabinet

Nederland roept Israël bilateraal en via de EU op tot het stoppen van het kolonistengeweld. De Minister-President deed dit onder andere op 8 november in zijn gesprek met Premier Netanyahu en ook eerder op 23 oktober jl. tijdens zijn bezoek aan Israël en de Palestijnse Gebieden. Ook tijdens de Open Sessie van de VN-Veiligheidsraad riep Minister Bruins Slot hiertoe op. Bij monde van Hoge Vertegenwoordiger Borrell spreekt de EU zich eveneens nadrukkelijk uit over illegale nederzettingen en kolonistengeweld. Nederland gaat daarnaast door met ontwikkelingssamenwerking in de Palestijnse gebieden. Voor de stabiliteit op de westelijk Jordaanoever is een sterke Palestijnse Autoriteit onontbeerlijk. Nederland draagt met zes personen bij aan de Amerikaans-geleide missie USSC. Deze missie is gericht op de professionalisering van de Palestijnse veiligheidssector ter bevordering van een levensvatbare Palestijnse staat. USSC ziet het tegengaan van kolonistengeweld als een zeer belangrijke prioriteit, rapporteert hierover en kaart dit direct aan bij de IDF.

Denkt het demissionaire kabinet na over opschorting van de visumvrijstelling of inreisverboden voor kolonisten waartegen bewijs is dat zij bij criminele activiteiten betrokken zijn geweest?

37. Antwoord van het kabinet

De visumplicht is gebonden aan nationaliteiten. Als een nationaliteit is vrijgesteld van de visumplicht – zoals voor de Israëlische nationaliteit het geval is – biedt EU wetgeving geen ruimte om slechts een bepaalde groep met die nationaliteit weer visumplichtig te maken. Het initiatiefrecht voor herinvoering van de visumplicht voor een bepaalde nationaliteit ligt bij de Europese Commissie.

Het toenemende en onacceptabele geweld door kolonisten, dat momenteel resulteert in een hoog aantal Palestijnse slachtoffers en ontheemding van Palestijnse gemeenschappen, zet de al zeer gespannen situatie op de westelijke Jordaanoever nog verder onder druk. De IDF heeft onder het bezettingsrecht een verplichting Palestijnse burgers hiertegen te beschermen. Nederland roept Israël bilateraal en via de EU op tot het stoppen van het kolonistengeweld. De Minister-President deed dit onder andere op 8 november in zijn gesprek met Premier Netanyahu en ook eerder op 23 oktober jl. tijdens zijn bezoek aan Israël en de Palestijnse Gebieden. Ook tijdens de Open Sessie van de VN-Veiligheidsraad riep Minister Bruins Slot hiertoe op. Minister Ollongren heeft deze boodschap ook overgedragen in haar contacten met Minister van Defensie Gallant. Bij monde van Hoge Vertegenwoordiger Borrell spreekt de EU zich eveneens nadrukkelijk uit over illegale nederzettingen en kolonistengeweld. Ook anderen, onder wie president Biden van de Verenigde Staten, hebben vergeldingsacties van kolonisten afgekeurd.

Nederland draagt daarnaast met zes personen bij aan de Amerikaans-geleide missie USSC. Deze missie is gericht op de professionalisering van de Palestijnse veiligheidssector ter bevordering van een levensvatbare Palestijnse staat. USSC ziet het tegengaan van kolonistengeweld als een zeer belangrijke prioriteit, rapporteert hierover en kaart dit direct aan bij de IDF.

Armenië en Azerbeidzjan

De leden van de GroenLinks-PvdA-fractie blijven bezorgd over de spanningen tussen Armenië en Azerbeidzjan. Deze leden hechten grote waarde aan het heropstarten van het vredesproces tussen Armenië en Azerbeidzjan en maken zich daarom zorgen over de continue bedreigingen voor de territoriale integriteit van Armenië, bijvoorbeeld door uitspraken van Azerbeidzjaanse politici over West-Azerbeidzjan en het creëren van een corridor naar Nachitsjevan. Ook vragen deze leden aandacht voor de mensen die tijdens de recente inname van Nagorno-Karabach gevangen zijn genomen. Pleit het demissionaire kabinet in EU-verband voor hun vrijlating?

38. Antwoord van het kabinet

Het kabinet is niet bekend met het precieze aantal gevangenen als gevolg van de militaire escalatie in Nagorno-Karabach. Ongeacht wie zij zijn, zal het kabinet in contacten met de Azerbeidzjaanse autoriteiten aandringen op een goede behandeling conform internationale standaarden, en aan toepassing van een eerlijk proces.

Ook benadrukken bovengenoemde leden de noodzaak voor accountability ten aanzien van de schendingen van het internationaal recht bij de inname van Nagorno-Karabach. Hoe zet het demissionaire kabinet zich in EU-verband daarvoor in?

39. Antwoord van het kabinet

De militaire escalatie is ten stelligste veroordeeld door de EU en door Nederland. In Europees verband zet Nederland zich hard in voor het vredesproces tussen beide landen en vraagt alle partijen zich te committeren aan de vredesbesprekingen in Brussel onder leiding van Charles Michel. Enkel als er een duurzaam vredesakkoord gesloten is kunnen schendingen van internationaal recht definitief voorkomen worden. Daarnaast steunt Nederland, tezamen met een meerderheid van EU lidstaten, dat gerapporteerde schendingen van de mensenrechten of het internationaal humanitair recht snel en onafhankelijk onderzoek vereisen. Dit is neergelegd in een gezamenlijke verklaring uitgesproken tijdens de 54ste sessie van de VN Mensenrechtenraad. Overigens heeft VN Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Volker Turk ook opgeroepen tot een snel, onafhankelijk en transparant onderzoek.

En ten slotte, wat vindt de Minister van de rol van Turkije in deze geopolitieke ontwikkelingen?

40. Antwoord van het kabinet

Het kabinet erkent de geostrategische rol die Turkije speelt in de regio. In Ankara heeft Nederland recent zorgen geuit jegens de Turkse autoriteiten over de stabiliteit van Armenië en het belang van territoriale integriteit van dit land benadrukt. Tevens is het belang onderstreept van het komen tot een vredesakkoord tussen Armenië en Azerbeidzjan, omdat dit kan bijdragen tot normalisatie van de banden tussen Turkije en Armenië.

Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie

De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de brieven aangaande de Raad Buitenlandse Zaken van 13 november 2023. Deze leden hebben nog enkele vragen en opmerkingen.

Russische agressie tegen Oekraïne

De leden van de CDA-fractie lezen dat de Raad naar verwachting gaat spreken over het voorstel van Hoge Vertegenwoordiger Josep Borrell om binnen de EPF een aparte envelop voor Oekraïne te creëren, het Ukraine Assistance Fund. Deze leden zijn benieuwd wat dit precies inhoudt en wat hier de voordelen van zijn.

41. Antwoord van het kabinet

In lijn met de EU-bijdrage voor veiligheidsarrangementen aan Oekraïne heeft de Hoge Vertegenwoordiger een voorstel gedaan om binnen de EPF een aparte envelop voor Oekraïne te creëren, het zogenaamde Ukraine Assistance Fund. Met de EPF kunnen lidstaten gecompenseerd worden voor leveringen van militair materieel aan Oekraïne. Dit vormt daarmee een extra prikkel om Oekraïne blijvend te steunen. De Europese Dienst voor Extern Optreden (EDEO) schat dat er 5 miljard euro per jaar nodig is voor de periode 2024–2027 om de levering van militair materieel en trainingen door EU-lidstaten voort te zetten. Meerjarige steun aan Oekraïne is de kern van de veiligheidsarrangementen en het Ukraine Assistance Fund kan hier een belangrijke rol in spelen. Gezien de situatie in Oekraïne is en blijft Nederland voorstander van het blijvend steunen van Oekraïne, conform de motie van het lid Sjoerdsma c.s.17 Het kabinet zal het EPF-voorstel door deze lens bezien. Uw Kamer zal nader geïnformeerd worden over het Nederlandse standpunt voorafgaand aan de formele besluitvorming in Brussel.

Deze leden zijn tevens benieuwd naar de gesprekken die plaatsvinden met Oekraïne over mogelijke veiligheidsarrangementen. Welke opties/scenario’s liggen op tafel?

42. Antwoord van het kabinet

Nederland heeft in juli jl. de G7 verklaring medeondertekend, samen met bijna 30 andere landen. Verschillende landen zijn inmiddels gestart met bilaterale gesprekken met Oekraïne over hun respectievelijke bijdragen aan veiligheidsarrangementen. Nederland is als eerste niet-G7 land hierover consultaties met Oekraïne gestart en marge van de derde conferentie over de Vredesformule, die op 28 en 29 oktober jl. plaatsvond op Malta. Het politieke startsein voor de gesprekken op 20 augustus jl. is gegeven tijdens het bezoek van president Zelensky aan Eindhoven. Hiermee is Nederland één van de koplopers op het gebied van veiligheidsarrangementen.

Het kabinet ziet deze veiligheidsarrangementen als een belangrijk signaal aan Kyiv, onze partners en zeker ook Moskou, van het voortgezette Nederlandse commitment aan Oekraïne, voor zo lang als dat nodig is.

Over de invulling van deze arrangementen wordt met Oekraïne en in internationaal verband de komende maanden verder gesproken. Daarbij is het voorstelbaar dat de Nederlandse veiligheidsarrangementen de vorm krijgen van een meerjarige lange termijnovereenkomst met Oekraïne op vlak van veiligheid en defensie en in samenhang met bredere steun op vlak van accountability en wederopbouw. Het kabinet zal uw Kamer blijven informeren over ontwikkelingen op dit terrein.

Deze leden zijn ook bezorgd over de mogelijk slinkende Amerikaanse steun voor Oekraïne. Wordt er binnen de EU ook gesproken over scenario’s, mocht de Amerikaanse steun stilvallen?

43. Antwoord van het kabinet

Sinds de Russische invasie in Oekraïne hebben de Verenigde Staten een belangrijke rol gespeeld in het leveren van militaire steun aan Oekraïne. Deze steun en die van andere internationale partners is cruciaal voor de Oekraïense verdediging. De voortzetting daarvan blijft van het grootst mogelijke belang.

De Verenigde Staten en andere internationale partners blijven zich volledig inzetten voor de soevereiniteit en territoriale integriteit van Oekraïne. Dit bleek andermaal tijdens de bijeenkomst van de NAVO-Ministers van Defensie op 11 en 12 oktober jl. (Kamerstuk 28 676, nr. 445) en tijdens de bijeenkomst van de Ukraine Defence Contact Group (UDCG) op 11 oktober jl.

De uitslag van de Amerikaanse presidentsverkiezingen in 2024 kan een effect hebben op de mate van steun aan Oekraïne. Er is momenteel brede steun in het Amerikaanse Congres voor steun aan Oekraïne, van zowel de Democraten als de Republikeinen. Hoewel het afzetten van de voorzitter van het Huis tot enige vertraging in het beschikbaar kunnen maken van steun heeft geleid, is er inmiddels een nieuwe voorzitter benoemd. Hierdoor kan het congres weer wetgeving en budgetten kan behandelen.

Uiteraard is het tegelijkertijd van groot belang dat Europa de verantwoordelijkheid neemt voor de veiligheid op het eigen continent. Europese lidstaten, inclusief Nederland, hebben substantieel bijgedragen aan de steun aan Oekraïne. Net als uw Kamer onderkent het kabinet de noodzaak om de steun ook op de lange termijn onverminderd voort te zetten, zoals door de Minister-President benoemd is in de Algemene Politieke Beschouwingen.

In EU-verband wordt de militaire steun door lidstaten medegefinancierd met de inzet van de Europese Vredesfaciliteit. Daarnaast wordt met het nieuwe EU-instrument ASAP (Act in Support of Ammunition Production) EU-budget beschikbaar gesteld om de Europese defensie industrie te ondersteunen bij het opschalen van de productiecapaciteit. Dat is nodig om zowel de steun aan Oekraïne voort te zetten als om de eigen voorraden van lidstaten aan te vullen.

Armenië en Azerbeidzjan

De leden van de CDA-fractie constateren dat er in de geannoteerde agenda wordt gesproken over een «massale uittocht» uit Nagorno-Karabach naar aanleiding van de militaire escalatie van Azerbeidzjan. Deze leden vinden dit een vrij zachte omschrijving van hetgeen dat heeft plaatsgevonden. In de geschetste actielijnen wordt vervolgens niet gesproken over een actieve inzet zodat deze mensen terug kunnen keren naar hun huis. Deze leden constateren dat een compleet gebied etnisch is gezuiverd. Dit is weliswaar niet met geweld gebeurd, maar wel met een serieuze dreiging van etnisch geweld. Hoe reflecteert het kabinet op deze constatering en kan er vanuit de EU een hardere lijn worden getrokken richting Azerbeidzjan naar aanleiding van deze gebeurtenis?

44. Antwoord van het kabinet

Naar schatting worden er momenteel ruim 101.000 vluchtelingen uit Nagorno-Karabach opgevangen in Armenië. In EU-verband blijft het kabinet zich inzetten voor het waarborgen van hun veiligheid, recht op terugkeer, vrije toegang tot Nagorno-Karabach en de bescherming van eigendomsrechten en cultureel erfgoed. Hetzelfde geldt voor de beperkte groep inwoners die in Nagorno-Karabach is achtergebleven.

Het kabinet zet in op steun aan Armenië om het land veilig en stabiel te houden. Voorts is het belangrijk dat beide landen terugkeren naar de onderhandelingstafel om te komen tot duurzame vrede. Tegelijkertijd moeten passende maatregelen worden uitgewerkt in geval van verdere escalatie door Azerbeidzjan. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 23 oktober jl. is deze boodschap door Nederland expliciet uitgedragen.18

Daarnaast zijn deze leden benieuwd wanneer de schriftelijke vragen van het lid Boswijk over de situatie in de Zuidelijke Kaukasus worden beantwoord (zaaknummer 2023Z16408).

45. Antwoord van het kabinet

Het kabinet streeft ernaar de Kamervragen, ingediend door lid Boswijk, zo snel mogelijk te beantwoorden.

Situatie in het Midden-Oosten

De leden van de CDA-fractie zijn benieuwd of er binnen de Raad een EU-brede inzet kan worden uitgezet omtrent het conflict tussen Israel en Hamas.

46. Antwoord van het kabinet:

Zoals ook aan uw Kamer meegedeeld in het verslag van de Europese Raad (ER) van 26–27 oktober jl.19 heeft de EU reeds een gezamenlijke positie ingenomen over het belang van snelle, veilige en ongehinderde humanitaire toegang en hulp, alsook over het Israëlische recht op zelfverdediging, dat moet voldoen aan de eisen van noodzakelijkheid en proportionaliteit. De ER heeft daarnaast gezamenlijke doelen gesteld, zoals inspanningen om EU-burgers te helpen om Gaza te verlaten, om voedsel, water, medicijnen, brandstof en onderdak, en om een politiek proces op basis van de tweestatenoplossing nieuw leven in te blazen, waaronder een internationale vredesconferentie.

Deze leden constateren dat de EU vooralsnog niet als een eenheid opereert met betrekking tot dit conflict en zij betreuren dit. De EU legt meer gewicht in de schaal als de lidstaten met één mond spreken, menen deze leden. De diplomatieke inzet richting Israel voor meer humanitaire hulp aan Gaza en humanitaire gevechtspauzes is gebaat bij eendracht. Tegelijkertijd zou een eenduidige EU-boodschap richting de rest van de wereld, die uitdraagt dat Israel het recht heeft op zelfverdediging binnen de kaders van het humanitair oorlogsrecht, van grotere invloed zijn. Deze leden zijn benieuwd of de Minister zich kan inspannen voor een heldere EU-lijn op dit onderwerp.

47. Antwoord van het kabinet

Het kabinet benadrukt in EU-verband consistent het belang van EU-eenheid, onder andere om effectief op te kunnen treden op de actuele ontwikkelingen in het Midden-Oosten, en zal dit blijven doen.

De leden van de CDA-fractie delen de constatering dat een politieke oplossing van het conflict het enige pad naar duurzame vrede en veiligheid is voor Israëliërs en Palestijnen. Deze leden zijn benieuwd welke initiatieven er nu lopen en of er niet meer diplomatieke inspanningen moeten worden geleverd om partijen bij elkaar te brengen en om na te denken over oplossingsrichtingen.

48. Antwoord van het kabinet

Het kabinet overlegt intensief met een brede groep landen, zowel bilateraal als in multilateraal verband. In deze gesprekken komt ook naar voren dat het van belang is te blijven streven naar een duurzame oplossing voor het Palestijns-Israëlisch conflict. Hoewel het verder weg lijkt dan ooit, is juist nu het moment op te roepen tot het hervatten van vredesonderhandelingen. Op internationaal niveau wordt gesproken over de toekomst van Gaza, waarbij terugkeer naar de situatie voor de aanvallen op 7 oktober jl. onwaarschijnlijk is. Nederland is voorstander van een tweestatenoplossing. Uiteindelijk is een duurzame vrede en veiligheid voor Israëliërs én Palestijnen de enige denkbare weg voor de lange termijn.

Kortheidshalve kijken deze leden uit naar de beantwoording op de vragen gesteld tijdens het schriftelijk overleg over de situatie in Israel en Gaza van 1 november jongstleden.

Pakistan

Tot slot hebben de leden van de CDA-fractie grote zorgen over de situatie van de Afghaanse vluchtelingen in Pakistan. De Pakistaanse autoriteiten treden hard op tegen Afghaanse migranten. Deze leden zijn benieuwd welke diplomatieke actie er vanuit de Europese Unie wordt ondernomen tegen Pakistan om de Afghanen beter te beschermen.

49. Antwoord van het kabinet

Het Illegal Foreigners Repatriation Plan heeft sinds de aankondiging de aandacht van de internationale gemeenschap. De ambassade in Islamabad heeft de afgelopen weken diverse malen met de Pakistaanse autoriteiten gesproken en haar zorgen uitgesproken over gedwongen uitzetting. Nederland is tevens vicevoorzitter van het platform Solutions Strategy for Afghan Refugees (SSAR), dat afgelopen maand op zowel technisch- als ambassadeursniveau meerdere keren over dit onderwerp sprak. In die hoedanigheid spant Nederland zich in om een dialoog met de Pakistaanse overheid te starten om de Afghanen die urgente bescherming behoeven niet uit te zetten.

Daarnaast hebben verschillende EU-lidstaten in bilaterale gesprekken met de Pakistaanse autoriteiten hun zorgen geuit. De EU-delegatie in Pakistan heeft intensief contact met EU-lidstaten, like minded landen en VN-agentschappen, en heeft de VN verzocht een actievere rol te spelen. Nederland zet in op een EU-demarche bij de Pakistaanse autoriteiten, om gezamenlijk te pleiten voor bescherming van kwetsbare groepen en een registratiemechanisme voor vluchtelingen.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SP-fractie

Op basis van de voorlopige agenda hebben de leden van de SP-fractie de volgende opmerkingen en vragen.

Situatie in het Midden-Oosten

De leden van de SP-fractie constateren dat er inmiddels bijna 10.000 doden zijn gevallen in Gaza, waaronder duizenden onschuldige kinderen. Talloze deskundigen spreken van mensenrechtenschendingen door Israël. Hoe lang kan dit bloedvergieten nog doorgaan voordat het Nederlandse kabinet aandringt op een staakt-het-vuren?

50. Antwoord van het kabinet

Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.

Wanneer houdt het kabinet op met het hanteren van een dubbele standaard inzake toepassing van het internationaal recht? Wanneer gaat het kabinet Israël net zo kritisch bejegenen als andere landen wanneer zij oorlogsmisdaden begaan?

51. Antwoord van het kabinet

Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.

Is het kabinet ervan op de hoogte dat binnen de Israëlische regering een plan circuleert om alle Palestijnen uit Gaza te verdrijven?20 Wat is de reactie van de EU hierop?

52. Antwoord van het kabinet

Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.

Heeft de Minister vernomen dat de Israëlische Minister Amihay Eliyahu heeft gesuggereerd om een kernbom op Gaza te gooien?21 Wat was de reactie van de Minister hierop?

53. Antwoord van het kabinet

In alle diplomatieke contacten roept het kabinet Israël op zich terughoudend en in lijn met internationaal recht op te stellen. De verwerpelijke en onacceptabele uitspraken van de Israëlische Erfgoedminister, Amihai Eliyahu’s, passen daar niet bij. Het kabinet verwelkomt het nieuws dat premier Netanyahu zich ondubbelzinnig gedistantieerd heeft van Eliyahu’s uitspraken en hem voor onbepaalde tijd geschorst heeft.

Gaat de Minister in Brussel pleiten voor maatregelen of krijgt de Israëlische regering nog altijd carte blanche?

54. Antwoord van het kabinet

Zoals ook aan uw Kamer meegedeeld in het verslag van de Europese Raad (ER) van 26–27 oktober jl.22 heeft de EU een gezamenlijke positie ingenomen over het Israëlische recht op zelfverdediging, dat moet voldoen aan internationaal recht en internationaal humanitair recht. Het kabinet dringt aanhoudend aan bij Israël te handelen in lijn met het internationaal humanitair recht, en heeft vanaf de eerste bijeenkomst opgeroepen deze boodschap ook op Europees niveau uit te dragen.

Wat gaat de Minister met haar Europese collega’s doen om het bloedvergieten en het massaal verdrijven van Palestijnen te voorkomen?

55. Antwoord van het kabinet

Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.

Is de Minister nog altijd van mening dat zij geen steun had moeten verlenen aan de VN-resolutie die oproept tot een staakt-het-vuren? Hoe is dat mogelijk, na al het voortdurende geweld?

56. Antwoord van het kabinet

Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.

Welke stappen zijn inmiddels gezet naar een «vredesconferentie», zoals de Europese Raad had aangekondigd?

57. Antwoord van het kabinet

Zodra meer details bekend zijn over de nadere uitwerking van deze vredesconferentie zal uw Kamer nader worden geïnformeerd. Nederland blijft in nauw contact met Europese partners hierover.

Russische agressie tegen Oekraïne

De leden van de SP-fractie vragen hoe het kabinet oordeelt over berichten dat de oorlog in Oekraïne zich in een patstelling bevindt, zoals bijvoorbeeld over het bericht in Trouw van 4 november 2023: «Oekraïens offensief zit vast in de modder».23 Ook het interview met de Oekraïense opperbevelhebber Zaloezjny in The Economist is veelzeggend, menen deze leden.24 Zaloezjny beweert dat het «lente-offensief is overgegaan in een herfstoffensief, dat vastzit in de modder.» Welke conclusie trekt het kabinet hieruit?

58. Antwoord van het kabinet

Het verloop van deze oorlog is onvoorspelbaar en de situatie op de grond is weerbarstig. Het is te vroeg om te spreken over een patstelling. Het Oekraïense tegenoffensief gaat door, al zijn er ook meer Russische tegenaanvallen. Hoewel er geen grote verschuivingen van de frontlinie zijn, is het duidelijk dat er nog steeds hard wordt gevochten. Daarbij leveren de Oekraïense strijdkrachten een uitzonderlijke prestatie door stand te houden en op plaatsen vooruitgang te boeken tegenover een vijandelijke overmacht. Voortgang is breder dan gebiedswinst alleen en de situatie is moeilijk te duiden van een afstand. Oekraïne vecht voor zijn voortbestaan. Het kabinet benadrukt in dit kader het belang dat wij Oekraïne daarin maximaal blijven ondersteunen, voor zo lang als dat nodig is.

De leden van de SP-fractie lezen dat in een artikel van het Amerikaanse NBC News wordt gesteld dat de VS en EU achter de schermen aandringen op vredesonderhandelingen.25 Deelt het kabinet dat initiatief, aangezien het mede namens de EU was? Indien niet, hoe wordt een uitzichtloze oorlog voorkomen?

59. Antwoord van het kabinet

Zie ook beantwoording vraag 21 en 22. Nederland oefent geen druk uit op Oekraïne, niet bilateraal en niet in EU-verband. Het is aan Oekraïne te bepalen wanneer de tijd rijp is voor onderhandelingen. Nederland ondersteunt het tien punten vredesplan van president Zelensky om tot een eerlijke duurzame vrede in Oekraïne te komen.

Is de Minister bereid om in de RBZ te bepleiten om naast militaire steun veel meer in te zetten op diplomatie?

60. Antwoord van het kabinet

Voor serieuze vredesonderhandelingen is pas ruimte als zowel Oekraine als Rusland daartoe bereid zijn. Dat is op dit moment niet het geval. Tot die tijd speelt Nederland een actieve rol in het proces op basis van Zelensky’s Peace Formula, het enige geloofwaardige vredesproces op dit moment. Nederland roept binnen de RBZ op om zoveel mogelijk landen ook buiten Europa en Noord-Amerika te engageren hieraan mee te doen. Tijdens het laatste overleg op Malta waren naast Nederland nog 65 landen betrokken.

Armenië en Azerbeidzjan

De leden van de SP-fractie vragen wat de inzet van het kabinet is inzake het conflict in Armenië/Azerbeidzjan.

61. Antwoord van het kabinet

Nederland en de EU hebben de militaire escalatie door Azerbeidzjan in Nagorno-Karabach ten stelligste veroordeeld.

Om Armenië veilig, stabiel en op het traject van democratische hervorming te houden is Europese steun van groot belang. De Raad Buitenlandse Zaken zal verder spreken over de mogelijkheden voor steun aan Armenië, waaronder versterking van EU Mission in Armenia (EUMA) en inventarisering van mogelijkheden tot non-lethale EPF-steun. Nederland is hier voorstander van en heeft andere EU-lidstaten opgeroepen hier positief tegenover te staan.

Momenteel is het van belang om het vredesproces en de onderhandelingen vooruit te helpen. Het kabinet verwacht dat beide partijen elkaars territoriale integriteit expliciet en volledig erkennen. Daartoe moeten communicatiekanalen met Bakoe open worden gehouden. Daarbij is het van belang gepaste maatregelen op tafel te houden voor het geval van verdere escalatie of geweld door Azerbeidzjan.

Tot slot vindt het kabinet het belangrijk dat in EU-verband blijvend wordt opgeroepen tot ongehinderde toegang tot Nagorno-Karabach en bescherming van eigendomsrechten en cultureel erfgoed. De veiligheid van de vluchtelingen en achtergebleven bevolking moet te allen tijde worden gewaarborgd.

De massale exodus uit Nagorno-Karabach bewijst dat de inwoners geen vertrouwen hebben in de beloftes van Azerbeidzjan. Maar is daarmee de kous af, zo vragen deze leden. Wordt er nagedacht over terugkeer van deze mensen, ondersteund door een internationale missie die toeziet op naleving van hun rechten?

62. Antwoord van het kabinet

Naar schatting worden er momenteel ruim 101.000 ontheemden uit Nagorno-Karabach opgevangen in Armenië. In EU-verband blijft de regering zich uitspreken voor hun recht op terugkeer en de bescherming van hun eigendomsrechten en cultureel erfgoed. In Europees verband zal Nederland zich hiervoor verder inzetten en ook Azerbeidzjan aanspreken op het bestendigen van mogelijke terugkeer door de vluchtelingen naar Nagorno-Karabach.

Vragen en opmerkingen van de leden van de ChristenUnie-fractie

De leden van de ChristenUnie-fractie hebben kennisgenomen van de agenda voor het schriftelijk overleg Raad Buitenlandse Zaken. Zij hebben daarover de volgende vragen en opmerkingen.

Situatie in het Midden-Oosten

Ten aanzien van de situatie in Israël en de Gazastrook wachten deze leden de beantwoording van de gestelde vragen voor het schriftelijk overleg over dit onderwerp nog af. Daarnaast vragen deze leden de Minister om aan te geven in hoeverre het hoge aantal slachtoffers als gevolg van de Israëlische aanvallen op Hamas-doelen waarvan sprake is, het gevolg is van roekeloosheid aan Israëlische zijde of van de tactiek van Hamas om stellingen vlakbij of onder niet-militaire doelen als ziekenhuizen, scholen en moskeeën in te nemen. Valt er volgens de Minister iets te zeggen over het aandeel van Hamas- of andere militanten onder het aantal slachtoffers?

63. Antwoord van het kabinet

Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.

Is de Minister, of is de Europese Hoge Vertegenwoordiger voor het buitenlandbeleid, in contact met de Israëlische regering over dit hoge aantal slachtoffers en de plicht om dit zoveel mogelijk te beperken? Zo ja, kan de Minister aangeven wat dergelijk contact oplevert?

64. Antwoord van het kabinet

Het kabinet verwijst naar de beantwoording van het schriftelijk overleg over Israël en Gaza dat uw Kamer zo spoedig mogelijk toe zal komen.

Wat is volgens de Minister de reden dat er nog zeer beperkt humanitaire pauzes ingesteld zijn?

65. Antwoord van het kabinet

Er lijkt hier beweging te zijn. Er zijn aanwijzingen dat Israël op dagelijkse basis pauzes gaat instellen van vier uur op verschillende locaties.

Armenië en Azerbeidzjan

Nu de situatie rondom Armenië en Azerbeidzjan tijdens deze Raad wel besproken gaat worden, vragen de leden van de ChristenUnie-fractie hoe de Minister de «massale uittocht» van de Armeense bevolking van Nagorno-Karabach zou willen kenschetsen. Is deze «uittocht» niet op zijn minst een vlucht? Zijn deze mensen volgens de Minister geen vluchtelingen en als zij dat wel zijn, waar zijn ze volgens de Minister dan voor gevlucht?

66. Antwoord van het kabinet

Het leidt geen twijfel dat de etnisch Armeense bewoners van Nagorno-Karabach het gebied zijn ontvlucht omdat zij zich niet veilig voelden, o.a. vanwege de maandenlange blokkade van de Lachin-corridor. Ruim 101.000 mensen hebben een veilig heenkomen in Armenië gezocht. De eerste focus in de opvang lag op veilige tijdelijke huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, voedselhulp en steun aan kwetsbare groepen zoals bejaarden en kinderen zonder ouders. Om het integratieproces te vergemakkelijken, is de Armeense regering momenteel bezig om versneld het Armeense staatsburgerschap te verlenen aan deze groep mensen. Als ze Armeens staatburger worden, verliezen ze hun internationaal erkende vluchtelingenstatus.

De leden van de ChristenUnie-fractie willen graag weten wanneer een reactie kan worden verwacht op de motie (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2733) over de vraag of er sprake is van «etnische zuivering» door Azerbeidzjan, als gevolg waarvan de inheemse bevolking van ruim 100.000 Armeniërs nu weggetrokken is uit Nagorno-Karabach. Begrijpt de Minister dat meegaan in de verklaringen van Azerbeidzjan, die stellen dat er geen sprake was van etnische zuivering en dit niet als zodanig benoemen, president Aliyev zou kunnen motiveren door te gaan op zijn huidige koers ten aanzien van Armenië?

67. Antwoord van het kabinet

Het kabinet zal in een separate brief op deze vraag ingaan, mede in het kader van de op 12 oktober jl. aangenomen motie van het lid Ceder26 over op basis van feiten beoordelen of de vlucht van de Armeense bevolking uit Nagorno-Karabach na de blokkade van en aanval op de enclave neerkomt op etnische zuivering.

De leden van de ChristenUnie-fractie vragen of de Minister vindt dat de verdrijving van de bevolking onder dreiging van wapengeweld, na een maandenlange blokkade, zonder gevolgen kan blijven voor Azerbeidzjan. Zo nee, welke gevolgen zou dit moeten hebben?

68. Antwoord van het kabinet

De militaire escalatie door Azerbeidzjan is scherp veroordeeld door de EU en Nederland, tot groot ongenoegen van Azerbeidzjan dat spreekt van herstel van de eigen territoriale integriteit. In lijn met de gewijzigde motie van de leden Bikker en Omtzigt27 heeft Nederland in EU-verband opgeroepen tot sancties. Echter, daarvoor bleek onder lidstaten geen breed draagvlak te bestaan. De eerste zorg is nu om Armenië te steunen bij de opvang en integratie van de vluchtelingen. Voorts is het van belang om beide landen terug te laten keren naar de onderhandelingstafel voor de vredesbesprekingen in Brussel teneinde tot een duurzame vrede te komen. Nederland benadrukt dat in het geval van nieuw geweld er weer gesproken moet worden over gepaste maatregelen. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 23 oktober jl. is deze boodschap door Nederland expliciet uitgedragen.28

De leden van de ChristenUnie-fractie constateren dat de Minister, ondanks militaire oefeningen door Azerbeidzjan en Turkije aan weerskanten van de Armeense grens en de aanhoudende retoriek vanuit Azerbeidzjan, stelt dat er geen concrete aanwijzingen zijn dat Azerbeidzjan met militair geweld een doorgang zou willen forceren naar de exclave Nachitsjevan. Wat verstaat de Minister dan onder «concrete aanwijzingen» en hoe duidt zij de genoemde retoriek en de militaire oefeningen, zeker in het licht van de ontwikkelingen sinds 2020?

69. Antwoord van het kabinet

Het kabinet heeft momenteel geen aanwijzingen dat Azerbeidzjan plannen heeft om een doorgang te forceren naar de enclave Nachitsjevan. Azerbeidzjan heeft publiekelijk en bilateraal bevestigd dat het de route naar Nachitsjevan met en via Iran verder wil ontwikkelen. Het is van belang dat vredesonderhandelingen tussen Armenië en Azerbeidzjan worden hervat en militaire escalatie wordt voorkomen. Het is daarom zaak dat provocerende incidenten door alle betrokken partijen vermeden worden. De militaire oefeningen van Azerbeidzjan en Turkije bij de grens van Armenië op 23 oktober jl. zijn zorgelijk, omdat dit het wederzijds vertrouwen verder verslechtert. Na het bezoek van mijn Duitse ambtsgenoot aan Bakoe op 4 november jl., heeft Azerbeidzjan publiekelijk uitgesproken tot regionale vrede te willen komen.

De leden van de ChristenUnie-fractie lezen dat de Minister schrijft dat in geval van nieuw geweld binnen de EU gesproken zal moeten worden over gepaste maatregelen. Deze leden willen weten of de gebeurtenissen van het afgelopen jaar tot en met de val van de enclave geen aanleiding zijn voor gepaste maatregelen. Vindt de Minister het gepast als daar geen maatregelen op volgen?

70. Antwoord van het kabinet

De militaire escalatie door Azerbeidzjan is scherp veroordeeld door de EU en Nederland, tot groot ongenoegen van Azerbeidzjan, dat spreekt van herstel van de eigen territoriale integriteit. In lijn met de gewijzigde motie van de leden Bikker en Omtzigt29 heeft Nederland in EU-verband uitgedragen dat alle opties om tot een passende reactie te komen op tafel lagen, inclusief sancties. Hiervoor bleek onder lidstaten geen breed draagvlak te bestaan. Het is van groot belang alle partijen weer om tafel te krijgen om tot een duurzaam vredesakkoord te komen. In het geval van dreiging van nieuw geweld moet er weer gesproken worden over gepaste maatregelen. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 23 oktober jl. is deze boodschap door Nederland expliciet uitgedragen.30

Russische agressie tegen Oekraïne

Ten aanzien van de oorlog in Oekraïne vragen de leden van de ChristenUnie-fractie de Minister om in te gaan op de constatering van hoge Oekraïense militairen dat het offensief gestokt is. Hoe ziet de Minister het vervolg van het conflict, zo vragen deze leden. Wanneer verwacht de Minister dat Oekraïne de beschikking krijgt over Nederlandse F-16’s en welke effect zal dit volgens de Minister kunnen hebben op de situatie?

71. Antwoord van het kabinet

Zie voor beantwoording ten aanzien van de stand van zaken het Oekraïense offensief graag beantwoording van vraag 58. Het verdere verloop van dit conflict is moeilijk te voorspellen. Het kabinet bereidt zich voor op alle scenario’s. Zeker ook op een langdurige voortzetting van de Russische agressie richting Oekraïne en daarmee voortzetting van dit conflict.

Uw Kamer wordt op termijn nader geïnformeerd over het beoogde tijdspad van levering van Nederlandse F-16’s aan Oekraïne. Daadwerkelijke levering vergt dat aan alle voorwaarden en voorbereidingen is voldaan. Zie ook antwoord vraag 23.

Het verwachte effect van F-16 capaciteit is dat dit Oekraïne in staat zal stellen zich beter te beschermen tegen de Russische agressie dan nu het geval is. De F16’s dragen bij aan de versterking van de capaciteit van de Oekraïense luchtstrijdkrachten, maar zijn tegelijkertijd geen wondermiddel.

Vragen en opmerkingen van de leden van de SGP-fractie

De leden van de SGP-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de stukken ten behoeve van de Raad Buitenlandse Zaken d.d. 13 november, en zij hebben de volgende vragen.

Situatie in het Midden-Oosten

De leden van de SGP-fractie constateren dat het kabinet zich in wil zetten voor de tweestatenoplossing, en dat er tijdens de vorige RBZ steun was voor een vredesconferentie daarover. Welke voorwaarden ziet het kabinet inzake een succesvolle tweestatenoplossing, zo vragen deze leden.

72. Antwoord van het kabinet

Het kabinet ziet de tweestatenoplossing nog steeds als de meest realistische oplossing waarbij een onafhankelijke, democratische en levensvatbare Palestijnse staat naast een veilig en internationaal erkend Israël bestaat. Het kabinet beschouwt het perspectief op duurzame vrede en veiligheid voor Israëliërs en Palestijnen als belangrijke elementen om tot een oplossing te komen. Het kabinet onderstreept dat louter geweldsinzet niet de weg vormt naar een vreedzame en duurzame oplossing, uiteindelijk is een politieke oplossing nodig om een Israëliërs en Palestijnen een veilige toekomst te bieden.

Russische agressie tegen Oekraïne

De leden van de SGP-fractie vragen welke veiligheidstoezeggingen het kabinet voor de toekomst aan Oekraïne wil doen in EU-verband of in andere internationale verbanden. En wordt hierover eensgezindheid verwacht, zo vragen deze leden.

73. Antwoord van het kabinet

Zie ook beantwoording vraag 42. Het kabinet heeft op 12 juli jl. de G7 verklaring ondertekend. Dit vormt de basis voor bilaterale gesprekken met Oekraïne over brede steun op de lange termijn. Op 29 oktober jl. zijn en marge van de derde conferentie over de Vredesformule op Malta, de consultaties met Oekraïne gestart over de contouren van deze afspraken. Over de invulling van deze arrangementen wordt met Oekraïne en in internationaal verband, de komende maanden verder gesproken. Uw Kamer wordt op een later moment geïnformeerd over de invulling van deze arrangementen.

Armenië en Azerbeidzjan

De leden van de SGP-fractie vragen of het kabinet de zorg deelt over een Azerbeidzjaanse aanval op Armenië, in het kielzog van de reeds zichtbare agressie. Wat kan en wil Nederland bilateraal en in EU-verband doen om deze dreiging af te wenden, en een hernieuwde militaire escalatie te voorkomen, zo vragen deze leden.

74. Antwoord van het kabinet

De militaire escalatie door Azerbeidzjan is scherp veroordeeld door de EU en het kabinet, tot groot ongenoegen van Azerbeidzjan dat spreekt van herstel van de eigen territoriale integriteit. In lijn met de gewijzigde motie van de leden Bikker en Omtzigt31 heeft Nederland in EU-verband uitgedragen dat alle opties om tot een passende reactie te komen op tafel lagen, inclusief sancties. Voor dit laatste is unanimiteit nodig en bleek er onder lidstaten vooralsnog geen breed draagvlak te bestaan. Het is van groot belang alle partijen weer om tafel te krijgen om tot een duurzaam vredesakkoord te komen. In het geval van nieuw geweld moet er weer gesproken worden over gepaste maatregelen. Tijdens de Raad Buitenlandse Zaken op 23 oktober jl. is deze boodschap door Nederland expliciet uitgedragen.32

Kan de Minister meedelen wat er bekend is over de gevangengenomen voormalige leiders van de Nagorno-Karabach-enclave, zo vragen de leden van de SGP-fractie. Kan de Minister ook meedelen wat er besproken wordt over mogelijke vrijlating van deze politieke gevangenen? En is er al zicht op de vrijlating van krijgsgevangenen?

75. Antwoord van het kabinet

Het kabinet is niet bekend met het precieze aantal gevangenen als gevolg van de militaire escalatie in Nagorno-Karabach. Ongeacht wie zij zijn zal het kabinet in bilateraal en Europees verband aandringen op een goede behandeling conform internationale standaarden, en aan toepassing van een eerlijk proces.

De leden van de SGP-fractie vragen ook aandacht voor de toenemende handel in olie en gas met Azerbeidzjan. Is het niet beter ons te richten op andere landen die olie en gas exporteren? Kan de Minister verkennen of de olie- en gashandel onderdeel van de sancties kan zijn, en de Kamer hierover nader inlichten?

76. Antwoord van het kabinet

In lijn met de gewijzigde motie van de leden Bikker en Omtzigt33 heeft Nederland in EU-verband uitgedragen dat alle opties om tot een passende reactie te komen op tafel lagen, inclusief sancties. Voor dit laatste is unanimiteit nodig en leek er onder lidstaten vooralsnog geen breed draagvlak te bestaan.

In het kader van de REPowerEU-strategie zet de EU in op diversificatie om de afhankelijkheid van Russisch gas te verminderen. De EU importeerde in 2022 ongeveer 4% van het totale EU-verbruik aan gas vanuit Azerbeidzjan. Nederland importeert geen Azerbeidzjaans gas.

De leden van de SGP-fractie vragen de Minister waarom ze steun voor Armenië graag tot non-letale steun beperkt, terwijl de Franse regering letale steun verleent. Kan de Minister ook aangeven om welke steun de Armeense regering zelf vraagt? Is de Minister van oordeel dat non-letale steun een afdoende afschrikkende werking genereert?

77. Antwoord van het kabinet

De EU heeft geen verzoek van Armenië om letale-steun ontvangen, wel komt er naar verwachting een verzoek voor non-lethale steun. Non-lethale steun kan bijdragen aan de veiligheid van Armenië, dat overigens formeel nog lid is van de CSTO Het kabinet zal conform motie Ceder34 een positieve grondhouding ten aanzien van eventuele non-lethale EPF-steun aan Armenië innemen en heeft tijdens de afgelopen Raad Buitenlandse Zaken ook andere lidstaten daartoe opgeroepen.

Kabinetsappreciatie Commissie mededeling naar een meer weerbaar, concurrerend en duurzaam Europa

De leden van de SGP-fractie vragen tot slot naar de kabinetsappreciatie van de mededeling over een weerbaarder, concurrerender en duurzamer Europa. Hoe wordt de nationale controle vormgegeven bij Europese aanbestedingen? Ook vragen de leden van de SGP-fractie hoe de deelname van de Nederlandse industrie het beste geborgd wordt, en hoe de Minister zich daarvoor inzet.

78. Antwoord van het kabinet

Bij Europese aanbestedingsprocedures zijn aanbestedende diensten gebonden aan de Europese aanbestedingsregels die gelden voor specifieke aanbestedingsprocedures.

Binnen Europa is de afspraak op basis van de Europese aanbestedingsregels dat bedrijven uit andere landen mee kunnen dingen naar aanbestedingen, net als Nederlandse bedrijven dat kunnen in andere lidstaten en verschillende derde landen. Een goed werkende interne markt met een competitief aanbestedingsproces draagt bij aan een sterke Nederlandse industrie, open strategische autonomie en stimuleert innovatie. Voor het bedrijfsleven is het daarbij belangrijk dat er eerlijk geconcurreerd wordt. In de Kamerbrief aanbesteden en derde landen wordt het kabinetsbeleid op dit gebied nader uiteengezet.35

Aanbesteden wordt steeds meer gebruikt als strategisch instrument om maatschappelijke doelstellingen op het gebied van klimaat, milieu en sociale voorwaarden te bereiken. Op EU-niveau wordt hier stevig op ingezet. Dit kan ook deelname van de Nederlandse industrie ten goede komen Zo publiceerde de Commissie het voorstel voor de Net-Zero Industry Act (NZIA).36 Hierbij worden aanbestedende diensten onder meer verplicht bij de inkoop van netto-nul technologieën eisen te stellen op het gebied van duurzaamheid en leveringszekerheid, wat de duurzame maakindustrie in Europa stimuleert.

Het kabinet zal in lijn met de motie van het lid Van Strien c.s.37 onderzoeken hoeveel aanbestedingen aan ondernemers in Nederland, Europa en derde landen worden gegund en welke barrières Nederlandse ondernemers ervaren bij aanbestedingen in andere lidstaten.

Vragen en opmerkingen van de leden van de BBB-fractie

De leden van de BBB-fractie nemen kennis van de geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 13 november 2023. Daarover hebben zij een set vragen en opmerkingen.

Armenië en Azerbeidzjan

De leden van de BBB-fractie vragen of de Minister nader kan ingaan op de actuele humanitaire situatie in Armenië.

79. Antwoord van het kabinet

Na de militaire escalatie is de etnisch Armeense bevolking in korte tijd de Azerbeidzjaanse regio Nagorno-Karabach massaal ontvlucht. Meer dan 101.000 vluchtelingen uit Nagorno-Karabach zijn sindsdien aangekomen in Armenië. De Armeense overheid verstrekt op dit moment een toelage van 50.000 Armeense dram (ongeveer 120 euro) per persoon per maand om in de eerste levensbehoeften te voldoen. Daarnaast wordt er actief ingezet of het realiseren van winterbestendige semipermanente huisvesting. In totaal heeft de Armeense regering 54 miljard Armeense dram gereserveerd om deze groep te ondersteunen.

Wat betreft de 101.000 Armeense inwoners die ontheemd en aangekomen zijn in Armenië: wat is de inschatting van de Minister (via internationale organisaties en/of bondgenoten) over hoeveel van deze ruim honderdduizend Armenen in acute nood zijn?

80. Antwoord van het kabinet

Armeense autoriteiten hebben bekend gemaakt dat ongeveer 4.000 kinderen, afkomstig uit Nagorno-Karabach, niet naar school gaan, waarschijnlijk doordat hun families nog geen vaste woonplaats hebben gevonden die permanent genoeg is om de kinderen naar school te kunnen sturen. Ongeveer 31% van de gevluchte bevolking is minderjarig. Onder de vluchtelingen zijn ongeveer 2000 zwangere vrouwen, 9000 mensen met beperkingen, 12.000 ouderen (waarvan 250 mensen die urgente zorg behoeven) en 20 kinderen die zonder ouder of voogd zijn gevlucht.

Zijn er genoeg levensmiddelen (voedsel, water, medicijnen, etc.) voorhanden om deze grote stroom mensen te helpen, en zo nee, wat kan Nederland nog méér doen (op Europees niveau) om de humanitaire situatie te verbeteren?

81. Antwoord van het kabinet

Het kabinet stelt meerjarige, ongeoormerkte en flexibele financiering beschikbaar aan diverse VN-organisaties en -fondsen, evenals het internationale Rode Kruis/de Rode Halve Maan. Deze financiering stelt hulporganisaties in staat om snel te reageren op rampen en crises. Onder meer de VN-vluchtelingenorganisatie UNHCR, UNICEF, het Internationale Comité van het Rode Kruis (ICRC) en de Internationale Federatie van het Rode Kruis en de Rode Halve Maan (IFRC) zijn, mede dankzij deze Nederlandse financiering, actief. Het VN Central Emergency Response Fund, waarvan Nederland dit jaar de grootste donor is, heeft 4 miljoen euro beschikbaar gesteld voor de respons. Daarnaast draagt Nederland bij aan de hulprespons in EU-verband door middel van het European Humanitarian Response Capacity (bestaande uit onder andere een humanitaire luchtbrug naar Armenië) en de financiële bijdrage van de Europese Commissie. Voorts worden mogelijkheden voor socio-economische en andere steun onderzocht op Europees niveau.

Is de Minister bereid in de Raad de verhoging van de steunpakketten aan Armenië te agenderen en er een punt van te maken, mocht door tijdsgebrek dit onderwerp weer verplaatst worden?

82. Antwoord van het kabinet

Het kabinet zal dit punt actief opbrengen. In 2023 stelde de Commissie al 12 miljoen ter beschikking voor humanitaire doeleinden in Nagorno-Karabach en de gevluchte bevolking. Op 31 oktober gaf de Commissie aan nog eens 1,7 miljoen euro aan humanitaire steun te bieden. Dit bedrag wordt onder andere gebruikt voor onderdak en acute gezondheidszorg. Tijdens aankomende Raad zal ook gesproken worden over verdere steun aan Armenië, waaronder non-lethale EPF-steun.

II Volledige agenda

Geannoteerde agenda voor de Raad Buitenlandse Zaken van 13 november 2023 (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2777)

Kabinetsappreciatie Commissie mededeling naar een meer weerbaar, concurrerend en duurzaam Europa (Kamerstuk 22 112, nr. 3800)

Fiche: Mededeling visie klimaat en veiligheid (Kamerstuk 22 112, nr. 3794)

Huidige stand van zaken repatriëring Israël en Palestijnse Gebieden (Kamerstuk 23 432, nr. 498)

Stand van zaken vertrek Nederlanders uit de Gazastrook (Kamerstuk 23 432, nr. 499)

Verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 23 oktober 2023 in Luxemburg (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2776)


X Noot
1

Kamerstuk 28 676, nr. 445.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2733.

X Noot
3

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2777

X Noot
4

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2777

X Noot
5

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1976

X Noot
6

Kamerbrief militaire inzet ten behoeve van steun Gaza en de regio, d.d. 8 november 2023 (Kamerstuk 23 432, nr. 500)

X Noot
7

Zie bijvoorbeeld dit nieuwsbericht van de Nationaal Coördinator Antisemitisme Bestrijding: Reactie NCAB op nieuwe antisemitismecijfers

X Noot
8

Kamerstuk 32 317, nr. 747.

X Noot
9

2023Z18900.

X Noot
10

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2752.

X Noot
11

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1962.

X Noot
12

Kamerstuk 22 112, nr. 3686

X Noot
13

Kamerstuk 21 501-30, nr. 580.

X Noot
14

Kamerstuk 32 852, nr. 224.

X Noot
15

Kamerstuk 35 207, nr. 70.

X Noot
16

EUCO 14/23 27-10-2023; De ER stelde in haar conclusies dat «beslissende vooruitgang [moet] worden geboekt met de wijze waarop uitzonderlijke opbrengsten in handen van particuliere entiteiten die rechtstreeks voortkomen uit de geïmmobiliseerde tegoeden van Rusland kunnen worden bestemd ter ondersteuning van Oekraïne [...] in overeenstemming met het EU- en het internationaal recht»

X Noot
17

Kamerstuk 36 045, nr. 140.

X Noot
18

Kamerstukken 21 501-02, nr. 2776

X Noot
19

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1976

X Noot
20

De Volkskrant, 2 november 2023, «Gelekt beleidsstuk van Israëlisch ministerie stuurt aan op etnische zuivering Gazastrook» (https://www.volkskrant.nl/buitenland/gelekt-beleidsstuk-van-israelisch-ministerie-stuurt-aan-op-etnische-zuivering-gazastrook~bb7b1a6a/)

X Noot
21

De Volkskrant, 5 november 2023. «Minister Israël geschorst na opmerking over kernbom op Gaza, verontwaardigde reacties in Arabische wereld» (https://www.volkskrant.nl/aanval-op-israel/minister-israel-geschorst-na-opmerking-over-kernbom-op-gaza-verontwaardigde-reacties-in-arabische-wereld~b5f06bc8/)

X Noot
22

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1976

X Noot
23

Trouw, 3 november 2023, «Oekraïense generaal geeft nu zelf toe: «patstelling» aan het front» (https://www.trouw.nl/buitenland/oekraiense-generaal-geeft-nu-zelf-toe-patstelling-aan-het-front~ba6a0bbb/)

X Noot
24

The Economist, 1 november 2023, «Ukraine’s commander-in-chief on the breakthrough he needs to beat Russia» (https://www.economist.com/europe/2023/11/01/ukraines-commander-in-chief-on-the-breakthrough-he-needs-to-beat-russia)

X Noot
25

NBC News, 4 november 2023, «U.S., European officials broach topic of peace negotiations with Ukraine, sources say» (https://www.nbcnews.com/news/world/us-european-officials-broach-topic-peace-negotiations-ukraine-sources-rcna123628)

X Noot
26

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2733.

X Noot
27

Kamerstuk 36 410, nr. 74.

X Noot
28

Kamerstukken 21 501-02, nr. 2776

X Noot
29

Kamerstuk 36 410, nr. 74.

X Noot
30

Kamerstukken 21 501-02, nr. 2776

X Noot
31

Kamerstuk 36 410, nr. 74.

X Noot
32

Kamerstukken 21 501-02, nr. 2776

X Noot
33

Kamerstuk 36 410, nr. 74.

X Noot
34

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2733.

X Noot
35

Kamerstuk 26 485, nr. 426.

X Noot
36

Kamerstukken 22 112, nr. 3673.

X Noot
37

Kamerstukken 36 410 XIII, nr. 45

Naar boven