21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2625 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 24 maart 2023

Hierbij bied ik u het verslag aan van de Raad Algemene Zaken van 21 maart 2023.

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

VERSLAG VAN DE RAAD ALGEMENE ZAKEN VAN 21 MAART 2023

Op dinsdag 21 maart jl. vond in Brussel de Raad Algemene Zaken (RAZ) plaats. Op de agenda stond de voorbereiding van de Europese Raad (ER) van 23 en 24 maart, de relatie tussen de EU en het Verenigd Koninkrijk (VK), het Europees Semester 2023 en de landenspecifieke rechtsstaatdialogen. De Minister van Buitenlandse Zaken nam deel aan deze Raad.

In dit verslag wordt tevens ingegaan op het bereikte akkoord in de triloog-onderhandelingen tussen de Europese Commissie, de Raad en het Europees Parlement over de verordening besluitvormingsprocedure Europese Unie bij instellen autonome maatregelen onder de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst en het Terugtrekkingsakkoord tussen de EU en het VK.

Voorbereiding Europese Raad 23 en 24 maart 2023

Russische agressie tegen Oekraïne

De Raad sprak kort over de Russische agressie tegen Oekraïne en onderstreepte het belang van accountability. De arrestatiebevelen die het Internationaal Strafhof op vrijdag 17 maart jl. uitvaardigde voor president Poetin en mevrouw Lvova-Belova werden verwelkomd als stap richting accountability. Ook sprak de RAZ over het verder vergroten van de druk op Rusland om zijn agressie tegen Oekraïne te beëindigen. In dat kader riepen meerdere lidstaten op om aanvullende sanctiemaatregelen tegen Rusland voor te bereiden.

Nederland verwelkomde het politiek akkoord dat de jumbo-RBZ op 20 maart jl. heeft bereikt over de voorstellen van de Hoge Vertegenwoordiger Borrell (HV) en de Commissie om de levering van met name artilleriemunitie aan Oekraïne te vergroten en te versnellen, en de productiecapaciteit van de Europese defensie-industrie op te schalen. Met de munitievoorstellen staat het totaalbudget van de Europese Vredesfaciliteit (EPF) zeer onder druk. Hierover zal uw Kamer separaat geïnformeerd worden, wanneer er door de HV een concreet voorstel aan de Raad wordt voorgelegd.

Concurrentievermogen, interne markt en de economie

Tijdens de bespreking over het Europese concurrentievermogen gaven lidstaten hun aandachtspunten aan. Nederland benoemde het belang van een sterk economisch fundament, de noodzaak voor meer ambitie en concrete voorstellen om de interne markt te versterken en een actief EU-handelsbeleid. In dat kader heeft Nederland gepleit voor het opnemen in de ER conclusies van een jaarlijkse interne markt beleidscyclus, waarbij de Raad op jaarlijkse basis de voortgang en prioriteiten bespreekt. Enkele lidstaten legden in hun interventie de nadruk op meer ambitie over EU-handelsbeleid in de ER conclusies. Ook noemde een enkele lidstaat het door de Commissie aangekondigde soevereiniteitsfonds dat aanstaande zomer wordt verwacht. Een aantal lidstaten noemde tevens het belang van demografische uitdagingen als gevolg van vergrijzing en de gevolgen voor de Europese concurrentiekracht. Naar verwachting zal tijdens de ER van 29 en 30 juni a.s. het Europese concurrentievermogen en de voortgang van de verschillende Commissievoorstellen zoals gepresenteerd in het Green Deal Industrial Plan1 aan de orde komen, waaronder de Commissievoorstellen voor een Net-Zero Industry Act 2 en een Critical Raw Materials Act 3. De BNC-fiches over deze voorstellen zullen eind april de Kamer toekomen.

Voor wat betreft het Europees Semester werd overeengekomen dat de ER zowel de beleidsprioriteiten uit de Annual Sustainable Growth Survey (ASGS)4 2023 als de raadsaanbevelingen over het economisch beleid voor de eurozone5 zal bekrachtigen. Daarnaast zal de ER de lidstaten uitnodigen om de prioriteiten uit de ASGS mee te nemen in de REPowerEU-hoofdstukken die zij kunnen toevoegen aan nationale herstel- en veerkrachtplannen.

Energie

Tijdens de bespreking waren de lidstaten het eens dat de energiesituatie in de EU is verbeterd. Tegelijkertijd werd het belang van gedegen voorbereiding voor de komende winter en versnelling van de groene transitie onderkend. Nederland heeft daarbij steun uitgesproken voor de oproep van de Commissie om goed gebruik te maken van het platform voor gezamenlijke gasinkoop AggregateEU, om beschikbaarheid van voldoende gas tegen redelijke prijzen te bevorderen. Ook heeft Nederland opgeroepen tot voortgang met de hervorming van de elektriciteitsmarkt, maar daarbij gewezen op het belang van zorgvuldigheid boven snelheid.

Diversen

Migratie

Nederland heeft tijdens de bespreking, net als enkele andere lidstaten, sterk aangedrongen op de spoedige implementatie van de ER-conclusies van 9 februari jl. (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1926) op het gebied van migratie, en het belang benadrukt dat daar goed toezicht op wordt gehouden. In dat kader heeft Nederland de inventarisatie van de voortgang tijdens de ER op 22-23 maart a.s. verwelkomd en ervoor gepleit dat migratie opnieuw wordt besproken tijdens de ER van juni a.s.

Kort voor de bespreking in de RAZ en in aanloop naar de bespreking tijdens de ER, heeft de voorzitter van de Commissie op 20 maart jl. een brief gestuurd aan de lidstaten met een overzicht van de voortgang van de implementatie van de ER-conclusies van 9 februari jl.6 Nederland verwelkomt de voortgang op verschillende elementen, zoals waar het gaat om een actieve rol van de Commissie bij de implementatie van de Dublin-Roadmap, grensprocedurepilots, Frontex-samenwerking met landen in de Westelijke Balkan, en intensivering van outreach naar en samenwerking met derde landen.

Externe betrekkingen

Onder externe betrekkingen sprak de RAZ in voorbereiding op de ER over de donorconferentie voor de steun aan mensen in de door aardbeving getroffen gebieden in Turkije en Syrië en de relatie tussen Kosovo en Servië. Het verslag van deze twee onderdelen is de Kamer met het verslag van de Raad Buitenlandse Zaken van 20 maart jl. toegekomen.

Relatie tussen de EU en het VK

Vicepresident van de Europese Commissie Maroš Šefčovič gaf een toelichting op het principeakkoord over de implementatie van het Protocol Ierland/ Noord-Ierland (hierna: Protocol) genaamd het Windsor Raamwerk dat de Europese Commissie en het VK op 27 februari jl. overeenkwamen, en waar uw Kamer recentelijk een kabinetsappreciatie over ontving7. De leden van de RAZ hebben het Windsor Raamwerk verwelkomd en de eerste stappen genomen om het principeakkoord aan EU-zijde te formaliseren. Dit houdt in dat de Raad heeft ingestemd met twee voorliggende Raadsbesluiten over standpuntinname van de Unie in het gemengd comité (het politiek orgaan waarin de EU en het VK onder andere toezicht houden op de implementatie van het Terugtrekkingsakkoord). Eén Raadsbesluit maakt de aanpassingen aan het Protocol en aan de uitvoering daarvan mogelijk, onder andere op het gebied van douane, staatssteun, BTW/accijnzen en governance 8. Het andere Raadsbesluit voorziet in de aanpassing van het reglement van orde van de Joint Consultative Working Party (JCWG), zodat de oprichting van thematische subgroepen onder de JCWG mogelijk wordt gemaakt9. Het Britse Lagerhuis heeft tevens op 22 maart jl. ingestemd met de eerste wetgevende handeling om de implementatie van het Windsor Raamwerk aan VK-zijde mogelijk te maken10. De andere benodigde Britse wetgevingsonderdelen van het Windsor Raamwerk zullen de komende periode verder behandeld en geformaliseerd worden. Tijdens de bijeenkomst van het gemengd comité van 24 maart a.s. worden de aanpassingen aan het Protocol formeel vastgesteld door de Commissie en het VK11. Vanaf dat moment zal de gefaseerde implementatie van het Windsor Raamwerk van start gaan. Het kabinet zal uw Kamer op de gebruikelijke wijze, via geannoteerde agenda’s en verslagen van Raden waar de betrekkingen tussen EU en VK besproken worden, informeren over de voortgang van de formalisatie en implementatie van het Windsor Raamwerk.

De Raad sprak waardering uit voor het werk van de Commissie en onderstreepte daarbij dat de afspraken nu voortvarend en te goeder trouw geïmplementeerd dienen te worden door beide partijen. De Raad riep de Commissie op om de komende periode nauwgezet te monitoren of het VK de benodigde (praktische) stappen zet, onder andere ten aanzien van de noodzakelijke waarborgen om de integriteit van de EU interne markt te garanderen en het gelijk speelveld tussen de EU en het VK te beschermen. De Raad en de Commissie onderstreepten tevens de wens en noodzaak voor een positief en stabiel partnerschap met het VK om mondiale uitdagingen in gezamenlijkheid aan te gaan. Het kabinet onderschrijft deze boodschap en zal zich hier actief voor blijven inzetten. De Commissie en het VK komen op 24 maart a.s. tevens bijeen in de partnerschapsraad (het politiek orgaan waarin de EU en het VK onder andere toezicht houden op de implementatie van de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst) om nader van gedachten te wisselen over de verdere implementatie van de HSO12. Het kabinet steunt dit initiatief om een positieve impuls aan de betrekkingen te geven, gelet op de vertrouwenwekkende stap die met het bereiken van het Windsor Raamwerk genomen is.

Europees Semester 2023

De Commissie lichtte het syntheserapport13 over de bijdragen van de verschillende raadsformaties binnen het Europees Semester 2023 toe. Er vond geen discussie over plaats. Vervolgens gaf het Zweeds voorzitterschap een presentatie over de verdere bespreking van het Europees Semester in de relevante vakraden. Hierbij heeft Nederland benadrukt dat het belangrijk is dat het Europees Semester bestaande en nieuwe structurele beleidsuitdagingen van lidstaten moet blijven identificeren en dat het monitoren van de uitvoering van structurele hervormingen een prioriteit moet blijven.

Tenslotte heeft de RAZ de Raadsaanbevelingen voor het economisch beleid in de eurozone in 2023, zoals die aan de orde kwam in de Eurogroep van 16 januari14, doorgeleid naar de aankomende ER om die te bekrachtigen. Daarna zal de Raad de aanbevelingen formeel aannemen.

Landenspecifieke rechtsstaatdialogen

Tijdens de Raad vond voor de zesde keer de landenspecifieke rechtsstaatsdialoog plaats op basis van de landenhoofdstukken uit het Commissie rechtsstaatrapport.15 Met de bespreking van de landenhoofdstukken van Slowakije en Finland werd de eerste cyclus afgerond, en de tweede ronde gestart met de bespreking van de landenhoofdstukken van België, Bulgarije en Tsjechië. De Commissie leidde de afzonderlijke dialogen zoals gebruikelijk in met een korte samenvatting van haar bevindingen, waarna de betreffende lidstaat een korte presentatie gaf van de staat van de rechtsstaat in het eigen land. Negen lidstaten namen actief deel aan de constructieve discussie die volgde, waarin goede praktijken werden gedeeld en een aantal bilaterale initiatieven werden genoemd. Eén lidstaat liet zich kritisch uit over het rechtsstaatmechanisme en verweet de Commissie dubbele standaarden te hanteren.

Nederland sprak namens de Benelux steun uit voor het rechtsstaatsmechanisme en benadrukte het belang van het volledige engagement van de Raad. Tijdens de bespreking van het Bulgaarse landenhoofdstuk riep Nederland Bulgarije op nationale titel op om snel voortgang te boeken met de hervormingen die nodig zijn om de rechtsstaatsproblematiek in het land te adresseren. Het betreft onder andere de positie van de procureur-generaal, de procedure voor rechterlijke toetsing van besluiten van openbare aanklagers tot het niet vervolgen van bepaalde corruptiezaken en het functioneren van de Raad voor de Rechtspraak. Deze problemen komen tevens aan de orde in het Coöperatie- en Verificatiemechanisme (CVM). Nederland benadrukte hierbij het belang van zorgvuldige rapportage. Bij de bespreking van het Slowaakse landenhoofdstuk sprak Nederland waardering uit voor de recente oprichting van het Press Safe platform, gebaseerd op het Nederlandse Persveilig initiatief en vroeg naar de voortgang ten aanzien van de hervorming van de procedure voor vernietiging van vervolgingsbesluiten door de procureur-generaal.

Overig: Verordening besluitvormingsprocedure Europese Unie bij instellen autonome maatregelen onder de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst en het Terugtrekkingsakkoord

Het kabinet informeert uw Kamer via deze weg over het bereikte akkoord in de triloog-onderhandelingen tussen de Commissie, de Raad en het Europees Parlement (EP) over de verordening tot vaststelling van regels voor de uitoefening van de rechten van de Unie bij de uitvoering en handhaving van het Terugtrekkingsakkoord (hierna: TA) en de Handels- en Samenwerkingsovereenkomst (hierna: HSO) tussen de EU en het VK. Deze verordening legt de interne EU-besluitvormingsprocedure vast voor het nemen van evenwichtsherstellende-, compenserende- en corrigerende (tegen)maatregelen tegen het VK bij schendingen van de HSO of bepaalde onderdelen van het TA door het VK. Uw Kamer werd op 8 april 2022 geïnformeerd over de inhoud van dit Commissievoorstel16 en de appreciatie van het kabinet middels een BNC-fiche17. De definitieve verordening is inmiddels vastgesteld, nadat het EP zijn standpunt in februari had aangenomen en de Raad Onderwijs, Jeugdzaken en Cultuur dit op 7 maart jl. heeft goedgekeurd18.

De verordening stelt vast dat de Commissie de bevoegdheid krijgt voornoemde maatregelen als uitvoeringshandelingen vast te stellen via de onderzoeksprocedure (Comitologie) zoals bedoeld in artikel 5 van de Comitologieverordening (182/2011). De Commissie zal worden bijgestaan door een op te richten VK-comité, welke zal worden aangemerkt als comité zoals gedefinieerd in de Comitologieverordening. Vóór vaststelling van deze verordening was de beslissingsbevoegdheid en besluitvormingsprocedure voor het nemen van maatregelen bij schendingen van onderdelen van de HSO en het TA door het VK vastgelegd in Artikel 3 van het Raadsbesluit betreffende de sluiting van de HSO.19 In het Raadsbesluit tot sluiting van de HSO had de Raad de Commissie tijdelijk gemachtigd om eigenstandig namens de EU een groot deel van bovengenoemde maatregelen vast te stellen. De aangenomen verordening vervangt de procedure zoals beschreven in het betreffende artikel van het Raadsbesluit.

De uitkomst van de triloog is in lijn met de inzet van het kabinet. De verordening biedt een duurzame oplossing voor de tijdelijk bedoelde machtiging aan de Commissie om deze maatregelen eigenstandig in te stellen. Het kabinet kan zich vinden in de inhoud van de verordening waarbij de rol van de lidstaten wordt geborgd bij het interne besluitvormingsproces over het instellen van autonome maatregelen bij geconstateerde niet-naleving van de HSO of bepaalde onderdelen van het TA door het VK middels de onderzoeksprocedure (Comitologie). Het kabinet is van mening dat met deze procedure snel, effectief en flexibel kan worden opgetreden tegen het VK bij niet-naleving van de HSO en het TA. Voorts sluit de procedure aan bij de staande praktijk voor interne besluitvorming voor het instellen van maatregelen door de EU op handelspolitiek terrein.


X Noot
1

Kamerstuk 22 112, nr. 3607 d.d. 8 februari.

X Noot
6

Deze brief is als bijlage aan het RAZ verslag toegevoegd.

X Noot
7

Zie Kabinetsappreciatie Windsor Raamwerk Kamerstuk 35 393, nr. 51 d.d. 17 maart 2023.

X Noot
8

Zie via Delegates Portal ST 7199/23 INIT + ADD1.

X Noot
9

Zie via Delegates Portal ST 7196/23 INIT + ADD1.

X Noot
11

Zie agenda via Delegates Portal WK 3618/2023 REV1.

X Noot
12

Zie agenda via Delegates Portal WK 3620 2023 REV2.

X Noot
14

Kamerstuk 21 501-07, nr. 1920 d.d. 30 januari 2023.

X Noot
15

Zie report – Communication and country chapters (europa.eu) en voor de Kabinetsappreciatie zie Kamerstukken 21 501-02 en 29 279, nr. 2534 d.d. 9 september 2022.

X Noot
16

Voor het Commissie voorstel COM(2022)89 zie https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/HTML/?uri=COM:2022:89:FIN.

X Noot
17

Kamerstuk 22 112, nr. 3414 d.d. 8 april 2022.

X Noot
19

Besluit (EU) 2021/689 van de Raad van 29 april 2021 betreffende de sluiting, namens de Unie, van de Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie en de Europese Gemeenschap voor Atoomenergie, enerzijds, en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland, anderzijds, en van de Overeenkomst tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland inzake beveiligingsprocedures voor de uitwisseling en bescherming van gerubriceerde gegevens.

Naar boven