21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2510 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 6 juli 2022

Hierbij bied ik u aan de geannoteerde agenda van de Raad Buitenlandse Zaken van 18 juli 2022

De Minister van Buitenlandse Zaken, W.B. Hoekstra

GEANNOTEERDE AGENDA RAAD BUITENLANDSE ZAKEN VAN 18 JULI 2022

Op 18 juli aanstaande vindt de Raad Buitenlandse Zaken (RBZ) plaats in Brussel. De Minister van Buitenlandse Zaken is verhinderd; de Nederlandse Permanent Vertegenwoordiger bij de Europese Unie zal Nederland vertegenwoordigen. Op de agenda staan de Russische agressie jegens Oekraïne, Latijns-Amerika en het Caribisch gebied, en digitale diplomatie als volle agendapunten. Onder current affairs zal worden gesproken over Foreign Information Manipulation and Interference (FIMI), de Democratische Republiek Congo (DRC) en de Israël Associatieraad. Er worden Raadsconclusies aangenomen over digitale diplomatie, FIMI en de EU prioriteiten t.a.v. de Algemene Vergadering van de VN die in september plaatsvindt.

Russische agressie jegens Oekraïne

De Raad zal spreken over de aanhoudende Russische agressie tegen Oekraïne. Het kabinet blijft zich inzetten voor maximale steun aan Oekraïne en maximale druk op Rusland om de Russische agressie tegen Oekraïne te beëindigen, inclusief door het verder verhogen van de sanctiedruk op Rusland. Het kabinet is daarom voorstander van aanvullende sanctiemaatregelen. Wat het kabinet betreft liggen alle opties op tafel, waarbij oog gehouden dient te worden voor de EU-eenheid en leveringszekerheid van energie. Daarnaast bepleit het kabinet het doorvoeren van technische aanpassingen in de bestaande maatregelen, onder andere om opvolging te geven aan de aanbevelingen van het rapport van Stef Blok.

Naar verwachting zal de Raad opnieuw stilstaan bij het belang van het diplomatiek isoleren van Rusland. Het is van groot belang dat de internationale gemeenschap een gezamenlijk front blijft vormen tegen de Russische oorlog in Oekraïne. Nederland spant zich in EU-verband en met andere partners in om dit front zo breed mogelijk te maken en te houden. In deze context roept het kabinet derde landen ook op om EU-sancties niet te ondermijnen en om sanctieontwijking door Rusland niet te vergemakkelijken.

In navolging op de oproep van de Europese Raad op 24 juni (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1824) zal de Raad waarschijnlijk ook spreken over het verder opvoeren van de militaire steun aan Oekraïne door middel van de Europese Vredesfaciliteit (EPF). Het kabinet acht het van groot belang Oekraïne onverminderd militair te blijven steunen en van wapens te blijven voorzien. Het kabinet wacht een nieuw voorstel op dit punt af van Josep Borrell, de Hoge Vertegenwoordiger van de EU voor buitenlands beleid en veiligheid (HV). Mocht het voorstel financiële implicaties hebben voor Nederland dan is daarover voorafgaande besluitvorming van het kabinet nodig, mede in het licht van de motie van het lid Van Haga.1 Ik zal uw Kamer hier in dit geval over informeren.

Nederland zal de uitkomsten van de internationale accountability conferentie die Nederland samen met het Internationaal Strafhof en de Europese Commissie organiseert op 14 juli onder de aandacht brengen. Deze conferentie richt zich op de inzet van de internationale gemeenschap om aansprakelijkheid voor grove mensenrechtenschendingen en schendingen van het humanitair oorlogsrecht begaan in Oekraïne sinds het begin van de Russische invasie te bewerkstelligen.

Latijns-Amerika en Caribisch gebied

De Raad zal stilstaan bij de geconstateerde noodzaak om de relatie met Latijns-Amerika en het Caribisch gebied (LAC-regio) te versterken, zeker ook in de veranderde geopolitieke context van de Russische oorlog in Oekraïne en de toenemende aanwezigheid van diverse geopolitieke actoren in de regio. Het streven van de Raad is om toe te werken naar een EU-LAC top in de tweede helft van 2023.

Het kabinet ziet de LAC-regio als belangrijke regio waarmee wij kernwaarden delen en samen optrekken in multilateraal verband. Veel landen in de regio hebben zich in multilateraal kader gelijkgezind opgesteld met de EU t.a.v. de Russische inval in Oekraïne. Het kabinet wil de partnerschappen met deze regio koesteren en bestendigen, temeer omdat het Koninkrijk zelf onderdeel uitmaakt van de regio. Ook de samenwerking op het gebied van waardenketens en grondstoffen, de problematiek van internationale georganiseerde misdaad en de samenwerking met deze regio op het gebied van klimaatuitdagingen zijn redenen waarom het kabinet inzet op intensievere samenwerking. Daarbij blijft Nederland uitdragen dat de EU haar eigen inzet en activiteiten in de regio beter zichtbaar kan maken en haar eigen gewicht (nog) beter kan benutten, bijvoorbeeld in dialoog met overheden over rechtsstaat, democratie, transparantie en duurzaamheid.

Digitale diplomatie

Tijdens de lunch zal worden gesproken over digitale diplomatie. Dit agendapunt is een vervolg op de bespreking van «the geopolitics of new digital technologies» tijdens de RBZ van 12 juli 2021.2 De voortgang op dit thema zal worden gepresenteerd in een discussiepaper van EDEO en de Commissie, dat op moment van schrijven nog niet is verschenen. Ook zullen er naar verwachting Raadsconclusies worden aangenomen waarin de HV wordt opgeroepen om in nauwe samenwerking met de Commissie en lidstaten te komen tot een coherent en effectief buitenlandbeleid op het gebied van digitalisering en technologie, gebaseerd op Europese normen en waarden. Daarbij worden acties geformuleerd op het gebied van cyberveiligheid en het promoten van een mensgerichte benadering van digitalisering en een open, vrij en veilig internet. Digitale partnerschappen en samenwerking met gelijkgezinde partners in fora als de EU-US Trade and Technology Council en in het kader van de Global Gateway strategie worden in de Raadsconclusies aangemoedigd. Het kabinet onderstreept het belang van deze punten en verwelkomt de discussie over digitale diplomatie. Een sterke digitale en technologische positie van de EU en de benodigde investeringen zijn noodzakelijk om weerbaar te zijn tegen groeiende dreigingen die de open strategische autonomie van de EU ondermijnen. Digitale diplomatie, waaronder samenwerking met internationale partners, kennisinstellingen, het maatschappelijk middenveld en het bedrijfsleven en het inzetten van het normerende vermogen van de EU, draagt hier aan bij. Het kabinet is voorstander van versterking van de coherentie tussen de interne en externe dimensies van digitaal beleid en het goed betrekken van de lidstaten bij beiden.

Current Affairs

Foreign Information Manipulation and Interference

De Raad zal spreken over de Foreign Information Manipulation and Interference (FIMI) Toolbox, waarmee buitenlandse desinformatie aangepakt kan worden op EU-niveau. Door middel van de FIMI Toolbox kan de EU de kosten voor het verspreiden van desinformatie vergroten en zich tegelijkertijd weerbaarder maken tegen buitenlandse desinformatiecampagnes. Door middel van onderdelen van de FIMI Toolbox, onder meer de Digital Services Act (DSA) en de Code of Practice (COP), kan de transparantie van sociale media worden vergoot en kunnen de verspreidingsmethodes van desinformatie beter in kaart worden gebracht waardoor er beter tegen FIMI opgetreden kan worden en het voor FIMI-actoren daarmee ook kostbaarder wordt om hun campagnes uit te voeren. In de Raadsconclusies over FIMI vormen het verbeteren van de informatiepositie en de uitwisseling en samenwerking met het maatschappelijk middenveld en private actoren een belangrijk onderdeel. In de Raadsconclusies wordt tevens gerefereerd naar de inzet om een internationale normstelling te bereiken voor de omgang met FIMI. Het kabinet steunt deze inzet.

Met de al bestaande Cyber Diplomacy Toolbox heeft de EU instrumenten tot haar beschikking om adequaat te kunnen reageren op door cyber gefaciliteerde desinformatie. De Nederlandse inzet is erop gericht om de FIMI, EU Cyber Diplomacy en Hybride toolboxen zo goed mogelijk op elkaar te laten aansluiten en overlap te voorkomen. Tevens onderstreept het kabinet het belang van de vrijheid van meningsuiting en persvrijheid bij toekomstige FIMI-maatregelen en zal het kabinet zich inzetten voor het waarborgen van de privacy van EU-burgers en naleving van de AVG bij het uitvoeren van open source-monitoring.

DRC

De Raad zal spreken over de (veiligheids)situatie in de Democratische Republiek Congo (DRC) en de bredere Grote Meren-regio. Directe aanleiding is de oplopende spanning tussen de DRC en Rwanda en de verder verslechterende veiligheidssituatie. Het kabinet is bezorgd over de aanhoudende slechte veiligheidssituatie in oost-DRC, de impact en humanitaire gevolgen daarvan op de burgerbevolking en de toegenomen spanningen in de relatie tussen Rwanda en DRC.

De HV zal de totstandkoming van een zogenaamd Political Framework for Crisis Approach voor Oost-DRC (een analyse die een basis biedt voor steviger EU-engagement) en de al genomen stappen richting een meer coherente EU-inzet in de regio toelichten. Het kabinet acht een meer coherente visie van de EU op de regio van belang en is voorstander van de ontwikkeling van een hernieuwd strategisch raamwerk voor de Grote Meren. Het kabinet is voorstander dat de EU de regionale initiatieven gericht op dialoog en wederzijds vertrouwen tussen de landen in de regio ondersteunt en dat er naast de militaire kant van het conflict voldoende aandacht moet blijven voor het wegnemen van de grondoorzaken van instabiliteit.

Israël Associatieraad

De Raad zal spreken over een gezamenlijke positie ten aanzien van het organiseren van een eventuele Associatieraad met Israël. Aan de hand van een discussiepaper, dat op moment van schrijven nog niet door EDEO is gecirculeerd, zal de Raad verkennen of er kan worden gekomen tot een EU-positiebepaling. Al geruime tijd bestaat er discussie over het organiseren van een volgende Associatieraad met Israël. Nederland spreekt in EU-verband steun uit voor een Associatieraad met Israël in lijn met motie van het lid Van der Staaij c.s.3. Het kabinet acht het belangrijk dat de EU structureel – en op hoog niveau – met Israël spreekt. Zowel over de vele zaken die ons binden, als over kwesties waar we het niet over eens zijn.


X Noot
1

Kamerstuk 21 501-20, nr. 1779.

X Noot
2

Kamerstuk 21 501-02, nr. 2390.

X Noot
3

Kamerstuk 35 570, nr. 30.

Naar boven