21 501-02 Raad Algemene Zaken en Raad Buitenlandse Zaken

Nr. 2334 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Den Haag, 14 mei 2021

Hierbij bied ik u de geannoteerde agenda aan voor de informele Raad Buitenlandse Zaken Gymnich van 27 mei 2021.

De Minister van Buitenlandse Zaken, S.A. Blok

GEANNOTEERDE AGENDA INFORMELE RAAD BUITENLANDSE ZAKEN (GYMNICH) VAN 27 MEI 2021

Op donderdag 27 mei 2021 vindt in Lissabon de halfjaarlijkse informele Raad Buitenlandse Zaken plaats, de zogenaamde Gymnich. Het betreft een informele Raad; discussies zijn niet conclusief en er zullen geen Raadsbesluiten of mededelingen uit voortvloeien. De Minister van Buitenlandse Zaken is voornemens deel te nemen aan deze Raad. De HV en het roulerend voorzitterschap moeten de agenda nog bepalen. Naar verwachting zullen de volgende onderwerpen besproken worden: bevroren conflicten in Europa, EU-Afrika en Indo-Pacific.

Bevroren conflicten in Europa

Naar verwachting zullen de Ministers van Buitenlandse zaken spreken over zogenaamde «bevroren conflicten» in Europa. Dit betreft conflicten in het oosten van Oekraïne, in Nagorno-Karabach, Zuid-Ossetië, Abchazië en Transnistrië. Het zijn langlopende conflicten, waarbij veelal geen sprake (meer) is van grootschalige gevechtshandelingen, maar tegelijkertijd wel degelijk regelmatig gevochten wordt. Zoals blijkt uit recente ontwikkelingen in het oosten van Oekraïne en in Nagorno-Karabach kunnen deze zogeheten «low-intensity» conflicten in korte tijd leiden tot grote militaire spanningen, of zelfs escaleren tot grootschalige gevechtshandelingen. Deze conflicten vormen een directe bedreiging voor de politieke en economische stabiliteit van de betrokken landen, maar vormen ook een obstakel voor de bevordering van democratie en de rechtsstaat. Daarnaast brengen ze grote risico’s met zich mee voor de veiligheid en stabiliteit van de bredere regio, alsook voor de Europese Unie. Tevens vormen deze conflicten een vehikel voor Russische inmenging in deze landen.

Nederland zal erop aandringen dat de EU zich blijft inzetten voor vreedzame beslechting van deze conflicten, door als EU gezamenlijk aan te moedigen tot dialoog tussen betrokken partijen, zowel bilateraal, als in OVSE-verband, als in gerichte overlegfora. Daarbij is wat het kabinet betreft van belang dat Rusland ook krachtig wordt aangesproken op zijn verantwoordelijkheden als sleutelspeler in deze conflicten. Hierbij is het belangrijk om te benoemen dat het er niet alleen gaat om gaat dat Rusland afziet van militaire bemoeienis, maar juist een meer positieve rol gaat spelen bij het oplossen van deze conflicten.

EU-Afrika

Tijdens de Gymnich zal naar verwachting gesproken worden over de relatie tussen de EU en Afrika. Hier is sinds het verschijnen van de mededeling «Naar een brede strategie met Afrika»1 op 9 maart 2020 meerdere malen in EU-verband over gesproken. Over de mededeling ontving uw Kamer op 14 april 2020 een kabinetsappreciatie (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2148). Op 30 juni 2020 werden Raadsconclusies2 aangenomen over de mededeling. De EU-Afrika relatie kwam ook aan de orde tijdens de Europese Raad van 15–16 oktober (Kamerstuk 21 501-20, nr. 1611 en Kamerstuk 21 501-20, nr. 1620). De Raad nam hierover conclusies aan3.

De mededeling en de Raadsconclusies kunnen gezien worden als de start van de Europese voorbereiding op de zesde EU-AU top die vorig jaar oktober zou plaatsvinden in Brussel, maar die door COVID-19 moest worden uitgesteld. Er is nog geen duidelijkheid over een nieuwe datum voor deze top.

In de tussentijd blijft de EU investeren in de relatie met landen op het Afrikaanse continent. De Europese Commissie streeft naar een gelijkwaardiger partnerschap met Afrika, gebaseerd op wederzijdse belangen en afspraken, wederkerigheid, gedeelde verantwoordelijkheid en gezamenlijk handelen. Dit geldt ook voor het belangrijke thema vrede en veiligheid. Het kabinet staat een geïntegreerde aanpak van conflicten en crises voor, met name in de focusregio’s Sahel en Hoorn van Afrika, en een versterkte samenwerking met regionale organisaties in Afrika, mede met het oog op het vergroten van ownership van Afrikaanse partners.

Het kabinet is het met de Commissie eens dat sterkere politieke, economische en culturele banden tussen de EU en Afrika cruciaal zijn om de wederzijdse belangen te dienen. In afwachting van de uitgestelde topontmoeting zal daarom worden gewerkt aan het versterken van die banden. Dat gebeurt op verscheidene manieren. Zo is sprake van een intensieve politieke dialoog met veel Afrikaanse landen en wordt in multilateraal kader waar opportuun met elkaar opgetrokken. De EU is bovendien de grootste investeerder in Afrika. Dit levert onder meer werkgelegenheid op in Afrikaanse landen. Nederlandse prioriteiten voor de zesde EU-AU top zijn banen en investeringen, klimaat, migratie en mobiliteit en landbouw en voedselzekerheid.

Indo-Pacific

Naar verwachting zullen de Ministers van Buitenlandse Zaken voorts spreken over de samenwerking in de Indo-Pacific. Hierover nam de Raad op 19 april jl. ook Raadsconclusies aan. Samenwerking met partner- en andere landen is essentieel om de strategische belangen van de EU in deze regio beter te kunnen behartigen. De Raadsconclusies bevatten een «menu» aan mogelijke samenwerkingsonderwerpen: samenwerking met partners in de regio; samenwerking op wereldwijde uitdagingen; economische samenwerking en bescherming van aanvoerroutes; inzet op veiligheid en defensie; connectiviteit; samenwerking op onderzoek, innovatie en digitalisering.

Nederland heeft samen met Duitsland en Frankrijk een aanjagende rol gespeeld bij de totstandkoming van de Raadsconclusies. Zoals uiteengezet in de beleidsnotitie «Indo-Pacific: een leidraad voor versterking van de Nederlandse en EU-samenwerking met partners in Azië» (Kamerstuk 21 501-02, nr. 2241), die met uw Kamer is gedeeld, zet het kabinet zowel bilateraal als via de EU in op samenwerking met gelijkgezinde landen in de Indo-Pacific regio voor bevordering van de internationale rechtsorde, welvaart en veiligheid.

Naar boven